Subsidieregeling eenmalige investeringen in sport- en scoutingaccommodaties Harderwijk 2024

1. Deze regeling heeft als doel het in voldoende mate accommoderen van een breed vernieuwend aanbod van sport- en beweegactiviteiten in de gemeente Harderwijk ter bevordering van de gezondheid van de inwoners.

2. Voor subsidie op grond van deze regeling komen uitsluitend in aanmerking in de gemeente Harderwijk gevestigde en rechtspersoonlijkheid bezittende:

• a.

  sportverenigingen;

• b.

  scoutingverenigingen;

• c.

  beheerstichtingen.

1. Op grond van deze regeling kan het college aan de doelgroep als bedoeld in artikel 1.3 lid 2 subsidie verlenen voor investeringen in accommodaties die in de gemeente Harderwijk liggen.

2. In aanvulling op lid 1 moet de investering in een sportaccommodatie de bouw of renovatie of uitbreiding van kleedkamers, de (ver)bouw van binnensportaccommodaties, de uitbreiding of omvorming van de veldaccommodatie of de uitbreiding of omvorming van de verlichting ten behoeve van de speelveldaccommodatie betreffen, inclusief de aard- en nagelvaste goederen.

3. In aanvulling op lid 1 moet de investering in een scoutingaccommodatie de bouw, renovatie of uitbreiding van ruimten die gerelateerd zijn en benodigd zijn voor de activiteiten van de scouting, bijvoorbeeld opslag van materiaal of een steiger voor de waterscouting betreffen, inclusief de aard- en nagelvaste goederen.

1. Het college stelt jaarlijks voor het daaropvolgende kalenderjaar een subsidieplafond vast, als bedoeld in artikel 4:22 van de Awb, met inachtneming van de gemeentebegroting. Indien de som van de te verlenen subsidies het subsidieplafond overschrijdt, worden de in beginsel te verlenen subsidiebedragen naar rato van de hoogten daarvan gekort.

2. Aanvragen worden beoordeeld na afloop van de aanvraagperiode.

1. Het college kan aan de aanvrager een subsidie verlenen onder de volgende algemene voorwaarden en verplichtingen:

• a.

  het doel zoals genoemd in artikel 1.3 lid 1 wordt in voldoende mate gediend;

• b.

  de aanvrager behoort tot de doelgroep als omschreven in artikel 1.3 lid 2.

2. Naast de in het eerste lid genoemde voorwaarden en verplichtingen, gelden er ook nog specifieke voorwaarden en verplichtingen, zoals benoemd in artikel 2.

1. De aanvraag voldoet aan de eisen genoemd in artikel 4:2 van de Awb, de eisen genoemd in de Asv en deze regeling en wordt ingediend via een door het college beschikbaar gesteld formulier, inclusief de gevraagde bijlagen:

• a.

  Een eigendomsbewijs waaruit blijkt dat de sport- of scoutingvereniging of beheerstichting eigenaar is van het gebouw;

• b.

  indien op basis van de statuten voor het uitvoeren van de activiteit of de investering van het project toestemming van de algemene ledenvergadering is vereist, een verslag van een algemene ledenvergadering met akkoordverklaring voor de uit te voeren activiteit aan de sportaccommodatie en de investering;

• c.

  indien aanwezig een vergunning, voor zover de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd vergunningplichtig is, een beschrijving waaruit blijkt dat de activiteit voldoet aan het geldende omgevingsplan indien geen vergunning nodig is, of een kopie van de ingediende aanvraag voor de vergunning;

• d.

  een beschrijving waaruit blijkt dat de activiteit bijdraagt aan een toevoeging van het sport en beweegaanbod in de gemeente Harderwijk, dan wel een verbetering van de scouting activiteiten;

• e.

  een begroting van de totale subsidiabele kosten met toelichting, inclusief een overzicht waaruit blijkt welk deel van de subsidiabele kosten met eigen middelen wordt gefinancierd en indien van toepassing, welk deel met bijdragen van derden, niet zijnde een subsidie van het college.

2. Indien de aanvraag betrekking heeft op een bedrag gelijk aan of hoger dan € 50.000 moet de aanvrager minimaal drie offertes overleggen.

3. Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het eerste en tweede lid bedoelde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van de beslissing op de aanvraag noodzakelijk respectievelijk voldoende zijn.

4. Een aanvraag kan worden ingediend van 1 januari tot en met 31 maart.

1. Het college neemt binnen acht weken na afloop van de aanvraagperiode een besluit.

2. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht inzake subsidieverlening van rechtswege is niet van toepassing.

1. Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie gelden in aanvulling op artikel 1.6 de volgende specifieke voorwaarden:

• a.

  De aanvrager mag maximaal één keer in de vijf jaar een aanvraag indienen, waarbij de termijn van vijf jaar begint te lopen op de dag na verzending van de beschikking tot subsidieverlening;

• b.

  de activiteit moet betrekking hebben op gebouwen en voorzieningen die direct zijn gerelateerd aan de sportactiviteiten dan wel de activiteiten van de scouting;

• c.

  de activiteit heeft een incidenteel karakter;

• d.

  de aanvrager toont aan dat minimaal 50% van het benodigde investeringsbedrag via cofinanciering wordt gefinancierd;

• e.

  de activiteit wordt uitgevoerd binnen een jaar na de subsidieverlening;

• f.

  de activiteit is nog niet gestart ten tijde van het besluit over de aanvraag;

• g.

  het investeringsbedrag is € 40.000,- of hoger;

• h.

  de activiteit wordt uitgevoerd door een erkend bouwbedrijf of bouwinstallatiebedrijf;

• i.

  de accommodatie is eigendom van de sportvereniging, scoutingvereniging of beheerstichting.

1. De subsidiabele kosten bestaan alleen uit de kosten die direct zijn verbonden aan de activiteit.

2. De volgende kosten komen in elk geval niet in aanmerking voor subsidieverlening:

• a.

  kosten die betrekking hebben op de totstandkoming van het projectplan of het opstellen of indienen van de subsidieaanvraag;

• b.

  de kosten voor de aankoop van ge- en verbruiksgoederen;

• c.

  kosten voor werkzaamheden voor de accommodatie, die gericht zijn op het in aanvaardbare conditie houden van de accommodatie en die onder regulier onderhoud vallen;

• d.

  kosten die niet direct gerelateerd zijn aan het beoefenen van de sport of scouting, zoals een kantine, een bestuurskamer, een sponsorruimte, een tribune, terreinverharding en terreinverlichting;

• e.

  kosten voor zelfwerkzaamheid;

• f.

  BTW bedrag;

• g.

  Losse duurzaamheidsmaatregelen, zoals zonnepanelen, laadpalen en warmtepompen.

1. Voor sportverenigingen bedraagt de subsidie maximaal 50% van het investeringsbedrag voor de activiteit, met dien verstande dat een maximumbedrag geldt afhankelijk van het aantal leden van de vereniging op de datum van de aanvraag:

• a.

  verenigingen met minder dan 50 leden: maximaal € 50.000 subsidie;

• b.

  verenigingen met 50 leden of meer, maar minder dan 200 leden: maximaal € 75.000 subsidie;

• c.

  verenigingen met 200 leden of meer: maximaal € 100.000 subsidie.

2. Voor scoutingverenigingen bedraagt de subsidie maximaal 50% van het investeringsbedrag, met een maximale subsidie van € 50.000.

1. De vaststelling van de verleende subsidie vindt plaats door het college nadat:

• a.

  De in de aanvraag opgenomen activiteit schriftelijk is gereed gemeld bij het college. De gereedmelding dient uiterlijk binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit plaats te vinden. Bij de gereedmelding worden de facturen en bewijzen van betaling met betrekking tot de uitgevoerde activiteit bijgevoegd;

• b.

  uit een controle gebleken is, dat de werkzaamheden correct en overeenkomstig de subsidietoekenning en de ingediende aanvraag zijn uitgevoerd;

• c.

  de facturen en betaalbewijzen van de uitgevoerde werkzaamheden zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

2. Indien bij de eindcontrole blijkt dat (op onderdelen) wordt afgeweken van de subsidietoekenning kan het college de in eerste instantie toegekende subsidie verlagen of op ‘nihil’ vaststellen.

3. Het college stelt een subsidie vast binnen 13 weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling.

4. De in het derde lid genoemde termijn kan eenmalig met ten hoogste 10 weken worden verdaagd.

5. Paragraaf 4.1.3.3 Awb inzake subsidievaststelling van rechtswege is niet van toepassing.

1. In aanvulling op de verplichtingen die op grond van de Awb en de Asv zijn opgelegd, is de subsidieontvanger verplicht om in ieder geval na afloop van de activiteit het resultaat van de activiteit te bespreken met een vertegenwoordiger van het college.

2. Het college kan bij de subsidieverlening aanvullende verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

3. De subsidieontvanger is verplicht de accommodatie, ten behoeve waarvan de subsidie is verleend, gedurende een periode van vijf jaar na subsidieverlening in gebruik te houden voor het beoefenen van sport of scouting.

1. De subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

• a.

  Er sprake is van een situatie beschreven in artikel 4:35 of afdeling 4.2.6 van de Awb of in artikel 9 van de Asv;

• b.

  de aanvraag niet voldoet aan het doel van de regeling, zoals genoemd in artikel 1.3 lid 1;

• c.

  de aanvrager niet behoort tot de doelgroep, zoals genoemd in artikel 1.3 lid 2;

• d.

  de aanvraag niet past binnen de subsidiabele activiteit zoals genoemd in artikel 1.4;

• e.

  de aanvraag niet tijdig is ingediend;

• f.

  anderszins niet wordt voldaan aan het in deze regeling bepaalde.

2. De subsidie wordt in ieder geval ingetrokken, indien achteraf komt vast te staan dat zich een weigeringsgrond als omschreven in het eerste lid heeft voorgedaan.

3. De subsidie wordt teruggevorderd, indien de subsidie is ingetrokken.

1. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

2. Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in deze regeling indien onverkorte toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

1. Deze regeling treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

2. Deze regeling wordt aangehaald als “Subsidieregeling eenmalige investeringen in sport- en scoutingaccommodaties Harderwijk 2024”.