Subsidieregeling gemeente Scherpenzeel leefbaarheid, sport en cultuur 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling gemeente Scherpenzeel leefbaarheid, sport en cultuur 2025

Artikel 1 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten en de in artikel 4 bedoelde doelgroepen, ter realisatie van de beleidsdoelen zoals beschreven in het beleidsplan Sociaal Domein.

Artikel 2 Begripsbepalingen

Eigen vermogen: Het totaal van activa minus passiva, zoals vermeld in de balans van de subsidieontvanger.

Algemene reserve: Deel van het eigen vermogen dat vrij beschikbaar is voor algemeen gebruik en niet geoormerkt is voor specifieke doeleinden.

Bestemmingsreserve: Deel van het eigen vermogen dat gereserveerd is voor een specifiek doel, vastgelegd door het bestuur.

Voorziening: Een voorziening behoort tot het vreemd vermogen. Zij wordt gevormd wegens verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar redelijkerwijs is in te schatten.

Artikel 3 Activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die zich richten op:

  • a.

    het gebied van maatschappelijke ondersteuning, zorg en welzijn, in het bijzonder op:

    kwetsbare doelgroepen, waarbij de prioriteit ligt bij ouderen, mensen met een beperking, mantelzorgers en jeugd:

    • -

      het gebied van hulp en dienstverlening voor een bepaalde doelgroep vanwege een algemene of specifieke kwetsbaarheid of speciale noodzaak;

    • -

      het gebied van bevordering van de maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid;

    • -

      het gebied van preventie, preventieve voorzieningen en innovatie in het sociaal domein;

    • -

      het gebied van informatie en advies gericht op herstel en behoud van maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid van groepen en individuen in de Scherpenzeelse samenleving;

    • -

      de bewustwording of de bestrijding van de gevaren en de gevolgen van alcohol- of drugsgebruik, social media, games, gokken of vuurwerkgebruik;

    • -

      het leren omgaan met inkomsten en uitgaven, budgetbeheer of het voorkomen of oplossen van schulden;

  • b.

    het gebied van deskundigheidsbevordering van vrijwilligers (organisaties), in het bijzonder op:

    het volgen en succesvol afronden, middels diploma of ander document, van cursussen en erkende vakopleidingen, die de kennis en vaardigheden van de vrijwilligers vergroten, zodat zij hun vrijwilligerswerk op het gebied van welzijn, maatschappelijke ondersteuning, participatie en sport in Scherpenzeel beter kunnen uitvoeren;

  • c.

    het gebied van sport en recreatie & toerisme, in het bijzonder op:

    • -

      bevordering van de sportbeoefening en een aantrekkelijk aanbod voor vrijetijdsbesteding in en om Scherpenzeel;

    • -

      bevordering van recreatie en toerisme in en om Scherpenzeel;

    • -

      ontwikkeling en stimulering van (het gebruik van) toeristische - en recreatieve voorzieningen;

  • d.

    het gebied van amateurkunst en culturele activiteiten, in het bijzonder op:

    • -

      amateurkunstbeoefening en of oudheidkunde;

    • -

      organiseren van culturele activiteiten voor een breed publiek openbaar toegankelijk;

  • e.

    het gebied van een bibliotheekvoorziening, in het bijzonder op:

    in stand houden van één bibliotheekvoorziening die zich richt op het bevorderen van deelname aan het vrije verkeer van informatievoorziening, bestrijden van laaggeletterdheid en het leveren van een bijdrage aan het uitvoeren van gemeentelijk beleid gericht op jeugd, participatie van burgers aan de samenleving en ouderen;

  • f.

    het gebied van een multifunctioneel centrum, in het bijzonder op:

    het in stand houden van het “Kulturhus De Breehoek” dat zich richt op:

    • -

      het beheer en de exploitatie van een “Kulturhus” in de gemeente Scherpenzeel, dat voorziet in de behoefte aan geschikte zaalruime voor de activiteiten van alle groeperingen, verenigingen en stichtingen op maatschappelijk, levensbeschouwelijk, recreatief en cultureel gebied, waarbij zowel voorzieningen op het gebied van cultuur, welzijn, educatie, zorg (zowel medisch als paramedisch, maatschappelijke dienstverlening (waaronder het geven van gelegenheid tot sportbeoefening) en zakelijke dienstverlening worden geboden, waaronder ook begrepen commerciële activiteiten, alsook snuffel- en rommelmarkten;

    • -

      dienstverlening aan gebruikers en bezoekers van het “Kulturhus”;

    • -

      al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords;

  • g.

    een 25-jarig jubileum, of een veelvoud ervan, van een maatschappelijke organisatie gevestigd in Scherpenzeel zonder winstoogmerk, ter ondersteuning en bij wijze van waardering van de vrijwilligers ten behoeve van jubileum activiteiten;

  • h.

    de waardering van de inzet van vrijwilligers, van een maatschappelijke organisatie gevestigd in Scherpenzeel zonder winstoogmerk.

Artikel 4 Doelgroepen

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan verenigingen, stichtingen, organisaties en particulieren, actief in de gemeente Scherpenzeel ten behoeve van overwegend inwoners van Scherpenzeel, die zich inzetten voor het realiseren van de activiteiten volgens artikel 3.

Voor activiteiten op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, zorg en welzijn geldt daarnaast dat subsidie kan worden verstrekt voor:

  • a.

    ouderenwerk;

  • b.

    ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers(werk);

  • c.

    maatschappelijk werk;

  • d.

    hulp- en dienstverlening door vrijwilligers (organisaties);

  • e.

    jeugd- en jongerenwerk of jeugdgezondheidszorg;

  • f.

    de deelname aan voorschoolse voorzieningen voor peuters die in aanmerking komen voor Voor- en Vroegschoolse educatie (VVE) of voor peuters zonder VVE-indicatie van ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag. Deze subsidie wordt aan de aanbieders van voorschoolse voorzieningen verleend.

Voor activiteiten op het gebied van sport en recreatie & toerisme geldt daarnaast dat subsidie kan worden verstrekt:

  • a.

    aan stichtingen en verenigingen die periodiek hun activiteiten in Scherpenzeel laten plaatsvinden ten behoeve van de inwoners van Scherpenzeel en die meer dan 15 leden hebben die overwegend woonachtig zijn in Scherpenzeel;

  • b.

    aan stichtingen, verenigingen en/of particulieren die een subsidieaanvraag indienen voor een project ter ontwikkeling en stimulering van (het gebruik van) toeristische – en recreatieve voorzieningen in (het buitengebied van) Scherpenzeel.

Voor activiteiten op het gebied van amateurkunst en culturele activiteiten geldt daarnaast dat subsidie kan worden verstrekt aan stichtingen of verenigingen:

  • a.

    die meer dan 15 leden hebben die overwegend woonachtig zijn in Scherpenzeel;

  • b.

    die hun activiteiten laten plaatsvinden in Scherpenzeel;

  • c.

    indien er geen leden zijn, dient de activiteit minimaal 15 deelnemers/bezoekers te hebben, dan wel een door het college nader te bepalen aantal;

  • d.

    voor de culturele activiteiten geldt dat subsidie ook door natuurlijke personen aangevraagd kan worden als zij samenwerken met een organisatie gericht op amateurkunstbeoefening.

Voor activiteiten op het gebied van vrijwilligerswaardering geldt daarnaast dat subsidie kan worden verstrekt aan stichtingen of verenigingen:

  • a.

    die een maatschappelijke meerwaarde hebben, wat voortvloeit uit de uitvoering van hun kernactiviteiten;

  • b.

    waarvan de activiteiten in hoofdzaak gericht zijn op de inwoners van de gemeente Scherpenzeel.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3 en die resteren na aftrek van bijdragen van derden.

  • 2. Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten die door de subsidieontvanger zijn gemaakt voor de indiening van de aanvraag.

  • 3. De vereniging, stichting en organisatie geeft inzicht in de uitgangspunten die tot een integraal uurtarief hebben geleid. Voor zover personeelskosten subsidiabel worden ingesteld, gelden als maximum de heersende CAO-tarieven volgende de betreffende branche.

  • 4. Voor de subsidie voor activiteiten op het gebied van een bibliotheekvoorziening, een multifunctioneel centrum, een steunpunt mantelzorg – en vrijwilligerswerk en een welzijnsvoorziening voor ouderen geldt dat de subsidie wordt berekend met inachtneming van huisvestingskosten, de personeelslasten en de reguliere uit te voeren activiteiten.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

  • 1. Een subsidie voor incidentele aanvragen bedraagt maximaal € 700.

  • 2. Voor een subsidie voor activiteiten op het gebied van:

    • a.

      Deskundigheidsbevordering van vrijwilligers (organisaties) geldt dat de subsidie 50% van de subsidiabele kosten bedraagt, met een maximum van € 200 per vrijwilliger, tot maximaal 4 vrijwilligers per organisatie. Voor de vakopleiding sportorganisaties geldt dat maximaal 50% van de opleidingskosten wordt vergoed tot een maximum van € 1.500 per sportorganisatie;

    • b.

      Sport en recreatie & toerisme ten behoeve van sportverenigingen en de organisaties die vrijetijdsactiviteiten voor de jeugd ontplooien geldt dat deze wordt bepaald op basis van het ledenaantal volgens de hierna genoemde staffelverdeling:

      15-50 leden € 400

      51-100 leden € 775

      101-200 leden € 900

      201-300 leden € 1.050

      301 of meer leden € 1.300

      waarbij geldt dat deze bedragen jaarlijks worden geïndexeerd met het in de gemeentelijke begroting opgenomen indexatiepercentage. Peildatum voor het ledenaantal is 1 januari van het jaar voorafgaande aan het subsidiejaar.

      • -

        Een eenmalige bijdrage in de kosten van een project betreft maximaal 50% van de kosten, met een maximum van € 700.

      • -

        Een eenmalige bijdrage in de kosten van een activiteit in het bijzonder gericht op jeugdsportstimulering betreft maximaal 100% van de kosten, met een maximum van €250. Een vereniging kan maximaal twee keer per jaar een aanvraag doen voor jeugdsportstimulering.

      • -

        De subsidie aan de werkgroep Platteland Anders ter uitvoering van de in artikel 4 genoemde activiteiten op het gebied van sport en recreatie & toerisme bedraagt maximaal € 4.000.

    • c.

      Amateurkunst en culturele activiteiten aan amateurkunstverenigingen geldt dat deze wordt bepaald volgens de staffelverdeling onder b.

      De subsidie voor:

      • -

        De lokale muziekvereniging Caecilia betreft hiernaast nog een aanvullende bijdrage van € 425 per openbaar optreden tot een maximum van negen optredens waaronder in ieder geval Koningsdag, 4/5 mei viering, de avondvierdaagse en de Sinterklaasintocht;

      • -

        De oudheidkundige vereniging betreft een bijdrage van € 4.000 in de huisvestingskosten;

      • -

        De muziekschool betreft een bijdrage van € 5.000 in de huisvestingskosten;

      • -

        Organisaties die de creatieve vorming van burgers stimuleren wordt bepaald op basis van het aantal cursussen en de eigen bijdragen, dit naar het oordeel van het college;

      • -

        Volksfeesten betreft een maximale bijdrage van € 1.500 voor de Stichting Sint Nicolaas en € 500 voor de kerstzangdienst;

      • -

        Culturele activiteiten betreft een bijdrage van maximaal 50% van de kosten ten behoeve van de realisatie van een openbaar optreden/evenement. De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van de ingediende begroting.

    • d.

      Een 25-jarig jubileum, of een veelvoud ervan, geldt dat de subsidie maximaal € 350 bedraagt en maximaal 100% van de subsidiabele kosten wordt gesubsidieerd. Kosten voor consumpties en recepties behoren niet tot de subsidiabele kosten;

    • e.

      De waardering van de inzet van vrijwilligers geldt dat de subsidie maximaal € 20 per persoon en maximaal € 500 per aanvraag bedraagt. Maximaal 100% van de subsidiabele kosten wordt gesubsidieerd. Kosten voor eten en drinken, deskundigheidsbevordering of het vrijwilligerssteunpunt behoren niet tot de subsidiabele kosten. Er is voor deze activiteiten geen jaarlijkse subsidie ontvangen en er kan maar 1 keer per kalenderjaar subsidie worden aangevraagd.

Artikel 7 Wijze van verdeling

  • 1. Verstrekking van een incidentele subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 3. Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn door middel van loting gerangschikt.

Artikel 8 Aanvullende weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 9, lid 3, onder f. van de Algemene Subsidie Verordening 2025 (ASV) kan subsidieverlening worden geweigerd als:

  • a.

    met de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd is begonnen voor de aanvraag is ontvangen;

  • b.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien, die in strijd zijn met het algemeen belang of de openbare orde;

  • c.

    de activiteiten een politieke boodschap hebben;

  • d.

    aannemelijk is dat de activiteiten ook zonder subsidie zonder belangrijke vertraging zouden worden uitgevoerd;

  • e.

    voor activiteiten op het gebied van sport en recreatie & toerisme, de sportvereniging inkomsten behaalt uit een eigen kantine.

Artikel 9 Inhoudelijk verslag

  • 1. Het inhoudelijk verslag volgens artikel 14 lid 2 en artikel 15 lid 2 onder a. ASV bevat over de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, per activiteit een beschrijving:

    • a.

      van gestarte activiteiten, ook in aantal;

    • b.

      van afgeronde activiteiten, ook in aantal;

    • c.

      van aantal bestede uren aan activiteiten volgens a. en b.;

    • d.

      van aantal actief betrokken (geweest zijnde) vrijwilligers;

    • e.

      waaruit volgt of de deelname in aantal deelnemers voldeed aan de verwachting;

    • f.

      waaruit volgt of met de activiteiten het beoogde doel is behaald, met een mogelijke verklaring daar waar dat niet het geval is, en of, en op welke wijze getracht is dit doel alsnog te behalen;

    • g.

      van onverwachtse effecten en ontwikkelingen anderszins bij het uitvoeren van de activiteiten;

    • h.

      van te verwachten knelpunten, in het geval van voortzetting van de activiteiten;

    • i.

      van de mate waarin activiteiten een concrete bijdrage hebben geleverd aan de realisatie van gestelde beleidsdoelen, aan de hand van eigen inzicht en/ of een peiling van ervaringen van deelnemers.

  • 2. In aanvulling op lid 1. bevat het verslag volgens artikel 15 lid 2 onder a. ASV, per activiteit, ook een beschrijving:

    • a.

      van aantal deelnemers, toegespitst naar doelgroep;

    • b.

      van de wijze waarop over de activiteit communicatie heeft plaatsgevonden;

    • c.

      van de mate waarin, en wijze waarop, met andere partners is samenwerkt;

    • d.

      van de impact van de activiteit op het leven van deelnemers;

    • e.

      van de ervaringen met de gemeente, zowel met de gemeentelijk accounthouder als in de uitvoering.

Artikel 10 Kaders voor reserves en voorzieningen

  • 1. Dit artikel geldt voor structurele en incidentele subsidies vanaf € 5.000.

  • 2. Subsidieontvangers mogen een algemene reserve vormen van maximaal 10% van de goedgekeurde jaarlijkse lasten.

  • 3. Bestemmingsreserves en voorzieningen zijn toegestaan indien:

    • a.

      het doel van de reserve of voorziening in lijn is met de activiteiten die door de subsidie worden ondersteund;

    • b.

      er bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie een tijdsplanning en verantwoording van de besteding beschikbaar is.

  • 4. Het aanhouden van een algemene reserve boven de vastgestelde grenzen kan leiden tot verlaging of weigering van de subsidie.

  • 5. Het college bepaalt de hoogte van de in artikel 12 lid 4 van de Algemene subsidieverordening genoemde vergoeding.

  • 6. In geval van ontbinding van de rechtspersoon die de subsidie ontvangt, vervalt het batig saldo van de liquidatierekening – gelimiteerd tot het bedrag dat opgebouwd is met (behulp van) gemeentelijke subsidie – aan de gemeente.

Artikel 11 Toetsing en verrekening

  • 1. Het college beoordeelt bij een subsidieaanvraag of en indien van toepassing het eigen vermogen en de reserves van de organisatie redelijk en in overeenstemming met deze regeling zijn.

  • 2. Bij overschrijding van de kaders in artikel 10 kan:

    • a.

      de subsidie worden verlaagd;

    • b.

      als voorwaarde worden gesteld dat een deel van het eigen vermogen wordt ingezet voor de financiering van activiteiten.

  • 3. Het college kan gemotiveerd afwijken van de kaders in deze subsidieregeling, bijvoorbeeld indien de activiteiten van de organisatie van groot maatschappelijk belang zijn voor de inwoners van Scherpenzeel;

Artikel 12 Verplichtingen

Het college kan nadere verplichtingen opleggen aan de subsidieverlening.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling treedt na bekendmaking in werking vanaf 1 januari 2025.

  • 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling gemeente Scherpenzeel 2025.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 17 december 2024.

R. ’t Hoen

Secretaris

M.C. Teunissen

Burgemeester