Nadere Regel eenmalige activiteitensubsidie Cultuur

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  Algemene subsidieverordening: de Algemene Subsidieverordening Gemeente Valkenswaard 2016 - gewijzigd;

• b.

  Eenmalige subsidie: een subsidie voor een activiteit met een eenmalig of experimenteel karakter;

• c.

  Subsidieplafond: het voor een subsidiejaar maximaal beschikbare subsidiebedrag;

• d.

  Instelling: een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie, die zich zonder winstoogmerk de behartiging van belangen van ideële of materiële aard als doel stelt, niet zijnde politieke of levensbeschouwelijke opvattingen.

• e.

  Garantiesubsidie: een eenmalige budgetsubsidie, die wordt verstrekt tot dekking van het door burgemeester en wethouders vooraf aanvaarde maximale negatieve saldo van de exploitatie van de beoogde activiteit;

Artikel 3 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikel 10 van de Algemene Subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

• a.

  De activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd onvoldoende aansluit op de gemeentelijke doelstellingen gelet op de Cultuurnota c.q. de Uitvoeringsnota(’s);

• b.

  Met de activiteit waarvoor de subsidie is aangevraagd, reeds is begonnen voordat de aanvraag is ingediend.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie kan worden verleend aan een instelling die de eenmalige activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd uitvoert ten gunste van inwoners en/of bezoekers van de gemeente Valkenswaard.

Artikel 5 Procedurebepalingen

Aanvraag en verlening:

• 1.

  Een aanvraag voor subsidie op grond van deze regeling dient door burgemeester en wethouders te zijn ontvangen uiterlijk 12 weken voor aanvang van de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd.

• 2.

  Burgemeester en wethouders beslissen binnen 12 weken na het indienen van de aanvraag over de verlening van subsidie op basis van het advies van de Subsidie Adviescommissie, kamer Evenementen, Sport, Cultuur (SAC ESC). Wijken Burgermeester en wethouders af van het advies van de SAC, dan dienen zij dit schriftelijk te motiveren bij besluitvorming.

• 3.

  Een eenmalige subsidie lager dan of gelijk aan € 1.500,- wordt bij verlening direct ook door het college vastgesteld.

• 4.

  Voor grote culturele activiteiten kan een garantiesubsidie worden verstrekt om vooraf overeengekomen exploitatietekorten te dekken.

Vaststelling (eenmalige subsidies boven € 1.500,-):

• 4.

  Gelet op de Algemene Subsidieverordening dient een aanvraag tot vaststelling van een subsidie op basis van deze regeling binnen 12 weken na afloop van de activiteit te worden ingediend bij burgemeester en wethouders.

• 5.

  De aanvraag voor vaststelling bevat de volgende bescheiden:

  • -

    een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten zijn verricht waarvoor de subsidie is verleend;

  • -

    een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening met bijbehorende balans);

• 6.

  Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat ook andere (of minder dan) de in dit artikel bedoelde gegevens en0 bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden ingediend.

Artikel 6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar gemeentelijk oordeel noodzakelijk zijn voor het organiseren van de activiteit.

En: Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten van de huur van faciliteiten die tot de eigen accommodatie behoren.

Artikel 7 Berekening van de subsidie

De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele begrote kosten. Als er sprake is van een garantiesubsidie kan er een voorschot van maximaal 80% van het subsidiebedrag worden aangevraagd.

Artikel 9 Subsidie Adviescommissie

De SAC ESC beoordeelt alle ingediende aanvragen van meer dan €1.500,- en brengt hierover advies uit.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen, in bijzondere gevallen, een artikel of meerdere artikelen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2 en 4, gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger wanneer toepassing naar hun oordeel leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.