Beleidsregel evenementenvergunning gemeente Noordoostpolder

Geldend van 31-12-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel evenementenvergunning gemeente Noordoostpolder

Inleiding

In het coalitieakkoord 2022-2026 is als doel gesteld om de Noordoostpolder te ontwikkelen tot een bruisend gebied waar genoeg te beleven is voor jong en oud. Levendigheid en gezelligheid in de gemeente worden onder andere bepaald door horeca en de evenementen die hier plaats vinden. Jaarlijks vinden er ongeveer 175 evenementen plaats. Het aantal en de omvang van de evenementen nemen ieder jaar toe.

De evenementen verschillen onderling van omvang en aard en dragen allemaal bij aan de sociale cohesie, levendigheid van de gemeente en zijn vanuit economisch perspectief aantrekkelijk. Veel evenementen, zoals de dorpsfeesten, autocrossen en de Buitendag doen dit op lokaal niveau. Daarnaast kent de gemeente evenementen zoals Wildeburg, het Uit-je-tent festival en het Tulpenfestival, die ook publiek trekken van buiten de regio.

Maar evenementen hebben ook een keerzijde. Omwonenden van de evenementen kunnen overlast ervaren van geluid of verkeer. Veel evenementen zijn in de afgelopen jaren gegroeid en trekken veel bezoekers. Dit vergt inspanning van organisatoren maar ook van de gemeente en hulpdiensten om de veiligheid van bezoekers en deelnemers te waarborgen. Niet voor niets is voor het houden van een evenement een vergunning nodig waarbij getoetst wordt aan de gevolgen voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu.

Deze uitvoeringsregels zijn daarom opgesteld als kader voor het toetsen en beoordelen van deze vergunningaanvragen en het toezicht en de handhaving daarop.

1. Vergunningsplichtige evenementen

De wetgeving rondom evenementen is versplinterd. Veel regelgeving is regionaal en terug te vinden in de Algemene plaatselijke verordening (APV) en deze uitvoeringsregels. In dit hoofdstuk is gericht op het juridische kader van de aanvraag van een evenement.

1.1 Juridisch kader

1.1.1 Verbod Algemene Plaatselijke Verordening Noordoostpolder (APV)

In de APV staat de definitie van een evenement als volgt omschreven: “elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak” met uitzondering van:

  • bioscoop- en theatervoorstellingen;

  • markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet en artikel 5:22 APV;

  • kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

  • het in een inrichting in de zin van de Alcoholwet gelegenheid geven tot dansen;

  • betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

  • activiteiten als bedoeld in artikel 2:39 APV;

  • sportwedstrijden, niet zijnde vechtsportevenementen als bedoeld in het tweede lid, onder f.

Onder evenement wordt mede verstaan:

  • een herdenkingsplechtigheid;

  • een braderie;

  • een optocht op de weg, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3;

  • een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg;

  • een straatfeest of buurtbarbecue;

  • een door de burgemeester aangewezen categorie vechtsportwedstrijden of -gala’s. Ingevolge artikel 2:25 van de APV is het verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

1.1.2 Beslistermijn en Weigeringsgronden

Beslistermijn artikel 1:2 APV

  • Het bevoegde bestuursorgaan beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • Het bestuursorgaan kan de termijn voor ten hoogste acht weken verlengen.

  • In afwijking van het eerste lid is de beslistermijn voor een evenementenvergunning, zoals bedoeld in artikel 2:25:

    • voor een regulier evenement, acht weken;

    • voor aan aandachtevenement, twaalf weken, en

    • voor een risicovol evenement, zestien weken.

  • De aanvraag kan buiten behandeling worden gelaten als de aanvraag korter dan de in het eerste of derde lid genoemde termijn voor de uitvoering van de activiteit wordt ingediend.

Weigeringsgronden

In artikel 1:8 van de APV staat dat een vergunning voor een evenement kan worden verleend of geweigerd in het belang van:

  • de openbare orde;

  • de openbare veiligheid;

  • de volksgezondheid;

  • de bescherming van het milieu.

Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd, indien:

  • de organisator of de aanvrager van een vechtsportevenement van slecht levensgedrag is;

  • de aanvraag minder dan het in artikel 1:2, derde lid genoemde aantal weken voor de beoogde datum van het evenement wordt ingediend.

De burgemeester heeft de bevoegdheid op basis van de APV al dan niet vergunning te verlenen voor het organiseren van het evenement. Als één van bovenstaande aspecten onvoldoende gewaarborgd is kan de burgemeester besluiten vergunning te weigeren.

1.1.3 Vergunningsvrije evenementen

Kleinschalige evenementen kunnen zonder vergunning worden georganiseerd. Dit kan als:

  • het aantal aanwezigen niet meer bedraagt dan 100 personen;

  • het evenement tussen 08.00 en 00.30 uur plaats vindt;

  • geen muziek ten gehore wordt gebracht voor 07.00 uur of na 23.00 uur;

  • het evenement niet plaatsvindt op de rijbaan, (brom)fietspad of anderszins een belemmering vormt voor het verkeer en de hulpdiensten;

  • slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m2 per object;

  • er een organisator is.

1.1.4 Evenementen in een gebouw

Voor een evenement dat in een gebouw plaats vindt, (of een gedeelte daarvan), dat bestemd is voor dat evenement of horeca, hoeft geen evenementenvergunning aangevraagd te worden. Het kan zijn dat er wel andere vergunningen of toestemmingen nodig zijn. Zoals een melding brandveiligheid, ontheffing van de Alcoholwet of een Kennisgeving Incidentele Festiviteiten (KIF) melding voor het overschrijden van de geluidsnorm.

Voor een evenement in een bestaand gebouw dat niet bestemd is voor een evenement of horeca moet wel een evenementenvergunning worden aangevraagd.

1.1.5 Besloten evenement

Een besloten evenement is niet voor publiek toegankelijk en daarom niet vergunningsplichtig op grond van artikel 2:25 APV. Het kan zijn dat er wel andere vergunningen of toestemmingen nodig zijn. Zoals een melding brandveiligheid, ontheffing van de Alcoholwet of een KIF melding voor het overschrijden van de geluidsnorm.

1.2 Evenementenkalender

Als het evenement vergunningsplichtig is, kan de aanvrager het evenement aanmelden voor de evenementenkalender. Voor een goede spreiding van de evenementen en het informeren van de hulpdiensten is het van belang om tijdig op de hoogte te zijn van de data en locatie van de evenementen voor het volgende jaar.

Organisaties kunnen tussen 1 april en 1 oktober de gewenste data van het evenement voor het volgende jaar melden.

De evenementenkalender wordt ieder jaar begin december gepubliceerd op de website. Evenementen die later worden aangevraagd moeten passen in de gepubliceerde evenementenkalender. Het is dus mogelijk dat evenementen die later worden aangemeld alsnog kunnen plaats vinden. Maar het kan ook zijn dat het evenement niet kan worden georganiseerd of moet worden verplaatst naar een andere datum en/ of locatie.

De aanmelding voor de evenementenkalender geeft nog geen toestemming voor het organiseren van het evenement. Hiervoor moet de organisatie tijdig een vergunning aanvragen. Als de aanvraag niet tijdig volledig is ingediend of niet voldoet aan de toetsingscriteria kan de aanvraag alsnog buiten behandeling worden gesteld of worden geweigerd op grond van artikel 1:8 van de APV.

1.3 Behandelclassificatie

Evenementen worden ingedeeld in 3 categorieën:

  • A-evenement: regulier evenement, waarbij de risico’s klein zijn;

  • B-evenement: aandachts-evenement, waarbij de risico’s beperkt zijn maar wel aandacht vragen;

  • C-evenement: risicovol evenement, waarbij de risico’s speciale aandacht vragen.

De categorisering van een evenement wordt bepaald door middel van de regionale behandelscan. De behandelscan is een tool om inzicht te krijgen in de risico’s van het evenementen. De vergunningverlener vult de behandelscan in. De score die hieruit voortkomt bepaalt de categorie. Naar aanleiding van de categorie wordt de behandelaanpak bepaald.

1.4 Indieningstermijn

De volgende indieningstermijnen zijn van toepassing voor het aanvragen van een evenementenvergunning:

  • A-evenement uiterlijk 8 weken voorafgaand aan het evenement;

  • B-evenement uiterlijk 12 weken voorafgaand aan het evenement;

  • C-evenement uiterlijk 16 weken voorafgaand aan het evenement.

Wanneer door onvoorziene omstandigheden een evenement niet tijdig is aangevraagd wordt beoordeeld of de aanvraag alsnog in behandeling kan worden genomen.

1.5 Meerjarige vergunningen

Een evenementenvergunning wordt voor één evenement verleend. Maar het is mogelijk om een meerjarige vergunning aan te vragen. Waarbij meerdere jaren gebruik kan worden gemaakt van de vergunning.

Evenementen komen in aanmerking om voor een meerjarige vergunning, als is voldaan aan onderstaande voorwaarden:

  • Het betreft een A-evenement;

  • Het evenement vindt al minstens drie jaar in de gemeente Noordoostpolder plaats;

  • Uit de evaluatie van het evenement is niet gebleken van negatieve ervaringen;

  • Er zijn uit voorgaande jaren geen gegrond verklaarde bezwaren tegen het evenement in de huidige opzet;

  • Het evenement wijzigt jaarlijks niet of nauwelijks qua aard en omvang, wordt jaarlijks op dezelfde locatie gehouden;

  • Er wordt jaarlijks gebruik gemaakt van dezelfde objecten die op dezelfde locatie worden geplaatst.

Daarnaast geldt dat:

  • De meerjarige vergunning wordt voor 3 jaar verleend. Daarna kan opnieuw een meerjarige vergunning verleend worden voor 5 jaar;

  • De organisatie het evenement jaarlijks voor 1 oktober aanmeldt voor de Evenementenkalender;

  • Wijzigingen op de meerjarige vergunning uiterlijk 8 weken voorafgaand aan het evenement moet worden aangevraagd. De eerder verleend vergunning wordt dan ingetrokken en er wordt opnieuw een meerjarige vergunning verleend;

  • Elke wijziging van het evenement waarvoor een nieuw adviesverzoek nodig is van de veiligheidsregio, constructeur, wijkbeheer of verkeer of andere adviseur, leidt tot de aanvraag van een nieuwe vergunning;

  • Wanneer er geen wijzigingen zijn, kan er worden volstaan met een melding. Deze melding moet 8 weken voorafgaand aan het evenement worden ingediend;

  • Indien wijzigingen, of de melding, niet tijdig word(t)en ingediend, kan dit een reden zijn om de meerjarige vergunning in te trekken;

  • Er zich situaties kunnen voordoen waardoor het noodzakelijk is de meerjarige vergunning in te trekken of te wijzigen. Hiervoor gelden de criteria van artikel 1:8 APV.

1.6 Concurrerende aanvragen

Indien er meerdere aanvragen voor een evenementenvergunning worden ingediend voor dezelfde soort evenementen op/in dezelfde locatie en/of periode en/of wanneer het maximum aantal toegestane evenementen op een bepaalde locatie is bereikt gelden de volgende stappen:

  • 1.

    De vergunningverlener neemt eerst contact op met de organisatoren om tot een gezamenlijke oplossing te komen in de vorm van samenwerken, verschuiving van locatie en/of periode, of anderszins. Indien blijkt dat samenwerking of verschuiving niet mogelijk is of een andere oplossing uit blijft, wordt de procedure vervolgd met stap 2;

  • 2.

    Aanvragen die volledig zijn ingediend, gaan voor op aanvragen die niet volledig zijn ingediend. Indien de concurrerende aanvragen niet volledig zijn, worden de desbetreffende organisaties in de gelegenheid gesteld de aanvraag volledig te maken binnen een bepaalde termijn. Pas als de volledige aanvulling binnen is, wordt dit aangemerkt als datum van het indienen van de (volledige) aanvraag. Aanvragen die niet binnen de gestelde termijn volledig zijn, worden niet in behandeling genomen;

  • 3.

    Evenementen waarvoor al een (meerjarige)vergunning is verleend, gaan voor op evenementen waarvoor nog geen (meerjarige)vergunning is verleend;

  • 4.

    Evenementen welke op de evenementenkalender zijn opgenomen gaan voor op evenementen die hier niet op zijn opgenomen;

  • 5.

    Sommige dagen of periodes kennen een jaarlijks terugkerend thema, zoals Carnaval, Koningsdag, Dodenherdenking, Bevrijdingsdag, Kermis, Sinterklaas, Kerst. In geval van concurrerende aanvragen krijgt een evenement passend in een jaarlijks terugkerend thema voorrang boven andere aanvragen voor evenementen die niet binnen een jaarlijks terugkerend thema passen;

  • 6.

    Indien, na het doorlopen van stap 1 t/m 5, er nog steeds concurrerende aanvragen liggen, dient er een afweging gemaakt te worden over de volgende aspecten:

    • a.

      Toegevoegde waarde evenement: Mede aan de hand de voorgenomen activiteiten worden de aanvragen op inhoud tegen elkaar afgewogen. Daarbij wordt gekeken naar de volgende punten:

      • -

        een (bijzondere) toegevoegde waarde voor de Noordoostpolder;

      • -

        een bijdrage aan een bruisend Noordoostpolder;

      • -

        voor een doelgroep waarvoor nog geen of beperkt evenementen plaatsvinden;

    • b.

      Ervaring uit het verleden: Er wordt bekeken wat de ervaringen zijn met de organisatie en het evenement in het verleden. Hierbij wordt het traject van vergunningverlening, het verloop van het evenement, de evaluatie en eventuele overtredingen van voorgaande edities van het evenement betrokken;

    • c.

      Historie: Indien een evenement traditioneel op een bepaalde locatie en/of in een bepaalde periode met succes is georganiseerd, dient dat meegewogen te worden;

    • d.

      De aanvragen worden getoetst aan de weigeringsgronden zoals die in de APV zijn opgenomen.

  • De genoemde punten onder a t/m d wegen even zwaar bij de beoordeling van de aanvraag;

  • 7.

    Indien, na voornoemde overwegingen, nog concurrerende aanvragen over blijven, dan wordt via loting een keuze gemaakt tussen de overgebleven aanvragen. Deze aanvraag wordt verder in behandeling genomen.

2. Checklists

Om een goed beeld te schetsen van het evenement en de risico’s hebben we voldoende gegevens nodig. In dit hoofdstuk staat omschreven welke gegevens nodig zijn om de aanvraag te kunnen beoordelen. Daarnaast is er een checklist voor overige benodigde toestemmingen, vergunningen en ontheffingen. Want naast de evenementenaanvraag kan het zijn dat een organisatie meerdere aanvragen moet doen.

2.1 Checklist aanvraag evenementenvergunning

Indienen:

Inhoud:

Wanneer:

Draaiboek

  • Beschrijving evenement

  • Programma

  • Beschrijving en verdeling van de verantwoordelijkheden

Alle evenementen

Situatietekening van het evenemententerrein of de route op schaal

  • Bestaande voorzieningen (bijv. bomen en straatmeubilair).

  • Inrichting voor evenement (denk aan objecten zoals kramen, tenten, springkussens en andere objecten). Mogelijk ook aggregaat, sanitaire voorzieningen, bak- en braadinstallaties (elektra/gas) en koelinstallaties

  • Calamiteitenroutes

Alle evenementen

Parkeerplan met tekening

  • Waar wordt er geparkeerd?

  • Worden er verkeersregelaars ingezet?

  • Waar staan de verkeersregelaars?

  • Wordt er gebruik gemaakt van de provinciale weg?

Voor alle evenementen waarbij er onvoldoende parkeerruimte is op eigen terrein.

Verkeersplan/ mobiliteitsplan

  • Wordt de weg afgesloten Zo ja, wat zijn de locaties/wegen, datum en tijdstippen.

  • Hoe wordt er omgegaan met bestemmingsverkeer?

  • Hoe wordt er rekening gehouden met het fietsverkeer?

  • Welk soort afzetmaterialen?

  • Welke borden worden er geplaatst en waar worden de borden geplaatst?

  • Wat de risico’s zijn voor het verkeer

  • Maatregelen om deze risico’s beheersbaar te maken

Voor alle evenementen waarbij er gevolgen zijn voor het verkeer.

Calamiteitenplan (kan bij kleinschalige evenementen onderdeel uitmaken van het draaiboek)

  • In het plan wordt er gekeken naar welke calamiteiten zich redelijkerwijs kunnen voordoen

  • Uitwerking mogelijke scenario’s

  • Per scenario welke maatregelen worden genomen

  • Afspraken tussen organisator en hulpdiensten; o.a. over de communicatie taken en verantwoordelijkheden van partijen bij opschaling.

Alle evenementen

Ontruimingsplan

In het plan worden de volgende vragen beantwoord:

  • Wanneer wordt er ontruimd?

  • Waar worden bezoekers bij een calamiteit ondergebracht?

  • Hoe zorgt de organisatie voor het veilig huiswaarts keren van de bezoekers en deelnemers

Bij B- en C- evenementen of bij gebruik van een tent met meer dan 150 bezoekers gelijktijdig aanwezig.

Constructietekeningen,

Constructieberekeningen

  • Tenten (oppervlakte >25m2

  • Podia (hoger dan 1 meter)

  • Andere risicovolle objecten

Bij gebruik van tenten, tribunes, podia of andere tijdelijke bouwsels.

Certificaten van:

  • Springkussens

  • Attracties, toestellen en dergelijke

Als er gebruik wordt gemaakt van springkussens of andere attracties

Beveiligingsplan

  • Aantal beveiligers

  • Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden

  • Visitatiebeleid

  • Naam gecertificeerd beveiligingsbedrijf

  • ND-nummer beveiligingsbedrijf

Als er beveiliging moet worden ingezet tijdens het evenement.

Geluidsplan

  • Informatie over geluid tijdens het evenement

  • Geluidsgevoelige objecten in de omgeving

  • Maatregelen voorkomen van overlast

Op verzoek van de geluidsspecialist

Gezondheidsplan

  • Hoeveel EHBO’ers worden er ingezet?

  • Locatie van een eventuele EHBO post

  • Aantal toiletten

  • Soort toiletten (dixies, toiletunits etc.)

  • Afvoer van de toiletten

Bij evenementen waar tijdelijke toiletten worden gebruikt of

risico’s zijn in het kader van hygiëne en gezondheid (zie ook beslisboom van de Ghor)

2.2 Checklist aanvraag overige vergunningen, ontheffingen, meldingen en toestemmingen

Indienen:

Inhoud:

Wanneer:

Melding brandveilig gebruik (bij meer dan 150 mensen in een inrichting)

Een gemaatvoerde plattegrondtekening met:

  • Noordpijl

  • Vluchtroutes (met vermelding van breedte)

  • Nooduitgangen (met vermelding van breedte en draairichting)

  • Brandblusvoorzieningen

  • Het aantal mensen

  • Locatie van objecten >25m2

  • Aankleding wanden en inrichting

Locatie bak- en braadkramen met afstanden tot bouwwerken en bouwsels

beschrijving bereiding (gas, elektra etc.)

  • aanwezige brandgevaarlijke stoffen (aggregaat, propaangasflessen etc.)

Bij gebruik van tijdelijke bouwsels waarin gelijktijdig meer dan 150 personen aanwezig zijn of bij een ingericht evenemententerrein.

Ontheffing schenken zwak-alcoholhoudende dranken

  • Kopie identiteitsbewijs leidinggevende. Hoe wordt voorkomen dat aan 18 jarigen of jonger geen alcoholhoudende dranken worden verstrekt?

  • Hoe wordt omgegaan met personen in kennelijke staat van dronkenschap?

Bij verkoop van zwak alcoholische dranken buiten een horeca inrichting.

Ontheffing geluidhinder

  • Begin en eindtijden

  • Op- en afbouw

  • Soundcheck

Wanneer toestellen/ geluidsapparaten of handelingen geluidhinder kunnen veroorzaken voor omwonenden.

Ontheffing wegenverkeerswet

  • Routes

  • Verkeersmaatregelen

  • Beschrijving activiteit(en)

Wedstrijd op de openbare weg of gebruik aanhangwagen (platte kar) die wordt gebruikt voor een optocht of evenement

Toestemmingen

  • Staatsbosbeheer (+Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten?)

  • Strandbeheerder? (De Staat, Infrastructuur en Waterstaat)

  • Eigenaar gebouw en/of terrein

  • Provincie

Als gebruik wordt gemaakt van grond of faciliteiten niet in eigendom van de aanvrager.

Stroom- en waterverbruik

  • Van welke stroomvoorziening er gebruikt wordt gemaakt

  • Gebruik van blauwe of rode stekker

Bij gebruik van gemeentelijke water- of stroomvoorziening

3. Beoordeling van de aanvraag

Het toetsingskader in artikel 1:8 van de APV bevat de gronden waaraan een aanvraag tot vergunning en een melding worden getoetst. Het gaat om de aspecten:

  • openbare orde;

  • openbare veiligheid;

  • volksgezondheid;

  • bescherming van het milieu.

De toestemming voor een activiteit kan worden geweigerd als een van deze aspecten onvoldoende gewaarborgd is.

3.1 Specifieke aandachtspunten openbare orde

3.1.1 Inzet beveiliging

De vergunninghouder is verantwoordelijk voor de orde en de veiligheid van de bezoekers op het evenemententerrein en mede verantwoordelijk voor de orde en veiligheid buiten het evenemententerrein. De organisatie moet daarom zorgen dat er voldoende toezicht is.

Bij A-evenementen wordt per evenement gekeken of er sprake is van een reëel risico voor het verstoren van de openbare orde waarbij de inzet van beveiliging noodzakelijk is. Het aantal beveiligers dat moet worden ingezet, wordt in overleg met de politie bepaald. Bovenmatig alcohol- of middelengebruik of een specifieke doelgroep kunnen risicofactoren zijn die aanleiding kunnen geven om beveiligers te verplichten, ook bij kleinschalige evenementen.

Bij alle B- en C- evenementen vereist de gemeente dat de organisator gecertificeerde beveiligers inzet.

Het aantal beveiligers wordt per evenement in overleg met de hulpdiensten bepaald en in de evenementenvergunning vastgelegd.

3.1.2 Begin- en eindtijden

De gemeente hanteert in de regel een uiterste eindtijd van 24.00 uur voor alle evenementen die plaatsvinden tussen zondagavond en donderdagavond. De evenementen die op vrijdag en zaterdag worden georganiseerd hebben een eindtijd van uiterlijk 2.00 uur. Het College kan ontheffing verlenen van de genoemde eindtijden.

Voor de veiligheid en het beperken van overlast is het bij sommige evenementen wenselijk dat de geluidproductie eindigt op de aangegeven eindtijd, maar dat de drankverstrekking en met name de verstrekking van etenswaren nog een uur doorgaat. Dit bevordert een rustiger en geleidelijke afloop van het evenement. In overleg met de organisatie kan daarom besloten worden om na de aangegeven eindtijd niet alle voorzieningen te sluiten.

3.2 Specifieke aandachtspunten openbare veiligheid

3.2.1 Brandveiligheid

De Veiligheidsregio toetst de aanvraag aan de Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen (BGBOP).

In de BGBOP zijn landelijk geldende, uniforme regels opgenomen voor het brandveilig gebruiken van plaatsen die in georganiseerd verband worden gebruikt. De regels gelden voor alle locaties waar evenementen worden georganiseerd, bijvoorbeeld evenementen in tenten, festivalterreinen of paasvuren.

De organisatie moet op grond van de BGBOP een gebruiksmelding doen als:

  • in een verblijfsruimte nachtverblijf wordt verschaft aan meer dan 10 personen;

  • een verblijfsruimte op die plaats is bestemd voor meer dan 150 personen tegelijk.

De gebruiksmelding wordt automatisch meegenomen in de evenementenaanvraag voor een evenementenvergunning. Als een gebruiksmelding gedaan moet worden vraagt de gemeente de Veiligheidsregio om advies. Daarnaast kan de vergunningverleners beoordelen dat er andere aspecten zijn die een risico vormen voor de brandveiligheid. Ook dan wordt de aanvraag ter advies uitgezet bij de Veiligheidsregio.

Het advies van de Veiligheidsregio kan leiden tot maatwerkvoorschriften die opgenomen worden in de evenementenvergunning.

3.2.2 Constructieve veiligheid

De constructieve veiligheid wordt getoetst door een constructeur. De constructeur toetst de aanvraag aan de “Richtlijn voor constructieve toetsingscriteria bij een aanvraag voor een evenementenvergunning” van het Centraal overleg bouwconstructies (COBc).

Om de aanvraag te kunnen toetsen moet de aanvragers van bouwsels groter dan 25 m2 een tentenboek of constructieve berekening indienen. Dit kunnen podia, tribunes, tenten of andere bouwsels zijn. De constructeur kan maatwerkvoorschriften opleggen die worden opgenomen in de evenementenvergunning.

3.2.3. Verkeersveiligheid

Een evenement kan invloed hebben op het verkeer en daarmee ook op de verkeersveiligheid. Door de toename van de verkeersbewegingen, wegafzettingen en parkeren.

Als een evenement invloed heeft op het verkeer dan is de organisatie verplicht om een mobiliteitsplan en/of een parkeerplan in te dienen. Daarin moet worden aangegeven welke maatregelen ze nemen om risico’s beheersbaar te maken. Dit plan wordt ter beoordeling voorgelegd aan de verkeerskundige. De verkeerskundige beoordeelt of de maatregelen die worden genomen, zoals de inzet van verkeersregelaars, omleidingen, voldoende zijn.

Gebruik van provinciale wegen moet door de organisatie worden afgestemd met de Provincie.

3.2.4 Reglementen overkoepelende organisaties

Voor specifieke evenementen, zoals autosportwedstrijden of truck- en tractor-pulling-wedstrijden, gelden naast de regels uit dit evenementenbeleid de reglementen van de overkoepelende organisaties. Hierbij kan gedacht worden aan het KNAF Reglementenboek, het NTTO wedstrijdreglement en het OCR International reglement voor obstacle course racing. Welk reglement van toepassing is, wordt opgenomen in de evenementenvergunning

3.2.5 Bereikbaarheid

Elk evenement heeft te maken met het onderwerp bereikbaarheid. De bereikbaarheid van een gebouw is geregeld in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL). Voor bouwsels, zoals tenten en overige plaatsen, is de bereikbaarheid geregeld in de BGBOP.

Als het gaat om de bereikbaarheid dan wordt er eerst gekeken naar de wegbreedtes en de doorgangen. De minimale doorrijbreedte voor hulpdiensten is 4,5 meter, waarvan 3,25 meter verhard en een hoogte van 4,5 meter. Bij drukte en in een stedelijk gebied kan de bereikbaarheid een uitdaging zijn en is volstaan aan bovenstaande norm onvoldoende. Er zal dan samen met de hulpdiensten en de organisatie gekeken moeten worden naar de wijze waarop inzet in dat gebied kan plaats vinden.

Daarnaast moeten de brandkranen en andere bluswaterwinplaatsen worden vrijgehouden, zodat hiervan onbelemmerd gebruik kan worden gemaakt.

Eventuele wegafzettingen moeten worden aangegeven in de aanvraag. De vergunningverlener zet dit door aan de verkeerskundige die de afzetting in een systeem zet. Waardoor alle stakeholders (provincie, connexxion, hulpdiensten) hierover worden geïnformeerd.

3.2.6 Risico’s bij extreem weer

Een buitenevenement organiseren brengt risico’s met zich mee. Extreem weer, zoals hitte, extreme regenval, onweer en harde wind, kunnen leiden tot een onveilige situatie van de bezoekers.

Er wordt verwacht dat evenementenorganisaties rekening houden met deze scenario’s. Wanneer wordt het evenement afgelast? Wanneer gaat de organisatie over tot ontruiming? En hoe gaat de organisaties de bezoekers vervolgens veilig naar huis laten gaan.

In de plannen van de organisatie moet naar voren komen hoe deze vragen worden beantwoord en welke maatregelen er worden genomen om de risico’s te beperken. Elk evenement is anders. De benadering van deze vraagstukken vraagt daarom om maatwerk.

3.3 Specifieke aandachtspunten volksgezondheid

Het Ghor geeft advies over aanvragen waarbij een risico is in het kader van gezondheid en hygiëne. De vergunningverlener bepaald aan de hand van een beslisboom, die in het handboek evenementenproces is opgenomen, of advies van het Ghor noodzakelijk is. Evenementen met een verhoogd gezondheidsrisico zijn, bijvoorbeeld sportevenementen, evenementen met dieren, mudrun’s en evenementen waar sprake is van bovenmatig alcohol- en middelengebruik.

De Ghor beoordeelt de aanvraag op risico’s en bepaald of er een basis- of maatwerkadvies wordt gegeven. Het advies van de Ghor wordt als voorschrift opgenomen in de evenementenvergunning.

3.3.1. Bovenmatig alcohol en drugs gebruik

Op (muziek)evenementen gebruiken mensen alcohol en soms ook andere middelen, zoals drugs. Mensen onder invloed kunnen onwel of ziek worden. Het kan zelfs tot levensbedreigende effecten leiden. Daarnaast kunnen er veiligheidsproblemen ontstaan. Mensen kunnen onder invloed een korter lontje hebben.

Uit de regionale behandelscan kan naar voren komen dat er naar verwachting bovenmatig alcohol en middelengebruik (drugs) tijdens het evenement plaats vindt. Dit kan voortkomen uit de doelgroep, eerdere ervaring, type evenement en muzieksoort. De organisatie is verantwoordelijk voor een veilig evenement en moet preventieve maatregelen nemen om bovenmatig alcohol en middelengebruik (drugs) te voorkomen.

Samen met de organisatie en adviseurs wordt er met de organisatie gekeken om de risico’s te beperken. Er wordt onder meer gekeken naar voorlichting, huisregels, de afspraken met betrekking tot toezicht, het schenkbeleid, het activiteitenaanbod, vervoersmogelijkheden en de EHBO voorzieningen.

3.3.2. Extreme warmte

Hitte tijdens een evenement heeft direct betrekking op de gezondheid van de bezoekers. Je kunt daarbij denken aan verbranding door de zon, uitdroging, zonnesteek of zelfs een hitteberoerte.

De genoemde risico’s kunnen in verschillende mate optreden afhankelijk van het soort evenement. Dit is afhankelijk van de doelgroep, dichtheid van het publiek en de activiteit die georganiseerd wordt. Ouderen zijn gevoeliger voor extreme warmte.

In de richtlijn Veldnorm Evenementenzorg zijn praktische aandachtspunten benoemd die kunnen worden toegepast voor de hulpverlening in warme omstandigheden.

De organisatie kan de bezoekers waarschuwen, zorgen voor voldoende drinkwater, voldoende schaduwplekken en de EHBO’ers goed instrueren en voorzien van de juiste middelen.

Evenementen in de zomer moeten in hun plannen rekening houden met het scenario extreme hitte.

Als er extreme warmte wordt verwacht komt de RIVM met een voorwaarschuwing. De organisaties die gaan plaats vinden worden door de gemeente extra geïnformeerd en gewezen op het advies van de Ghor over de maatregelen die ze kunnen nemen.

3.4 Specifieke aandachtspunten bescherming van het milieu

3.4.1 Geluid

De vergunningverlener bepaalt in overleg met de geluidsspecialist of het opnemen van maatwerkvoorschriften voor geluid in de evenementenvergunning noodzakelijk is. Met deze voorschriften kunnen maatregelen ter beperking van geluidsoverlast worden opgelegd.

De geluidsnormstelling is te vinden in het Geluidsbeleid Evenementen Noordoostpolder. Bij het bepalen van een geluidsnormstelling moet deze vooral realistisch en maatschappelijk acceptabel zijn. De geluidsnormstelling is daarom toegespitst op verschillende soorten evenementen.

3.4.2 Stikstof uitstoot

Is er een Natura 2000 gebied binnen een straal van 25 km van een evenement, dan kan de organisatie een natuurvergunning nodig hebben. Voor de aanvraag van een natuurvergunning is een AERIUS berekening nodig. Daarnaast kan voor de bescherming van de effecten op beschermde dier- en/of plantensoorten een quickscan nodig zijn.

De provincie verleend de natuurvergunningen. De aanvraag wordt dan ook niet rechtsreeks aan deze regelgeving getoetst maar de aanvrager wordt hierover geïnformeerd.

3.5 Bijzondere evenementen

Er zijn evenementen waar bijzondere regels op van toepassing zijn. Zoals braderieën, circussen, kermissen en schuurfeesten.

3.5.1 Braderieën

Met een markt of braderie wordt in deze paragraaf een evenement bedoelt en niet de weekmarkt, zoals bedoelt in Verordening Fysieke Leefomgeving (VFL). Daarbij kan gedacht worden aan de jaarlijkse zomermarkten of de Pieperbraderie.

Markten en braderieën kunnen een positief effect hebben op het centrum, aangezien bestedingen hiermee gestimuleerd worden. Maar het aantal aanvragen voor markten kan hoger zijn dan de behoefte. Om te voorkomen dat er verzadiging optreedt, mogen er:

  • in het centrum van Emmeloord maximaal 12 markten of braderieën per jaar worden georganiseerd;

  • niet meer dan 1 markt per week op dezelfde locatie worden georganiseerd.

Bij meerdere aanvragen worden de regels omtrent concurrerende aanvragen gevolgd.

3.5.2. Circussen

Vanuit het advies van de Vereniging Nederlandse Circus Ondernemingen (VNCO) wordt rekening gehouden met:

  • maximaal twee circussen per jaar in de gemeente;

  • tussen twee circussen moet tenminste een periode van 12 weken zitten.

Vanwege bovengenoemd maximumstelsel en het feit dat er jaarlijks meer aanvragen kunnen worden ontvangen dan evenementenvergunningen voor het houden van een kermis of een circus worden verleend, is sprake van zogenaamde “schaarse vergunningen”. De gemeente Noordoostpolder hanteert voor het verdelen van evenementenvergunningen voor circussen de volgende regels:

  • de gemeente Noordoostpolder wil een gevarieerd aanbod van circussen. Dit houdt in dat een circus niet in twee opvolgende jaren een vergunning krijgt voor het houden van een kermis of circus, tenzij er geen ander circus voor een vergunning in aanmerking komt;

  • indien meer dan twee aanvragen voor een circus worden ontvangen, vindt een loting plaats onder de vergunningaanvragen.

3.5.3. Schuurfeesten

Schuurfeesten zijn typerend voor de Gemeente Noordoostpolder. Deze feesten vinden plaats in een schuur of loods vaak op een boerenerf vaak als afsluiting van een (sport)activiteit. Deze feesten vragen extra aandacht op het gebied van brandveiligheid.

Een schuur is geen verblijfsruimte, zoals bedoelt in de BGBOP. De brandveiligheid moet daarom oorspronkelijk worden getoetst aan het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Omdat er sprake is van een incidentele activiteit en geen regulier gebruik wordt door de Veiligheidsregio de regels van de BGBOP aangehouden die gebruikelijk zijn voor evenementen.

3.5.4. Kermissen

De kermis heeft een lange en rijke historie. Het concept kermis heeft zich in de loop van de jaren steeds weten aan te passen aan de tijdgeest en maakt sinds 2022 zelfs officieel deel uit van het immaterieel erfgoed.

Een kermis is een organisatie die van gemeente naar gemeente reist. De organisatie heeft minder gebiedskennis dan andere evenementenorganisaties. Dit type evenement vraagt daarom om extra aandacht van de vergunningverlener en Wijkbeheer.

Een kermis is een evenement voor jong en oud. Maar een kermis is ook een plek waar groepen jongeren de openbare orde kunnen verstoren. Naast het nemen van aanvullende maatregelen kunnen jongerenwerkers hierin een belangrijke rol spelen.

3.6 Toegankelijkheid

Uitgangspunt is dat elk evenement of festival bereikbaar en bruikbaar is voor alle deelnemers of bezoekers en dat iedereen op een gelijkwaardige wijze kan deelnemen. Toegankelijkheid is voor iedereen van belang. Organisatoren worden door de gemeente geïnformeerd om het onderdeel toegankelijkheid mee te nemen bij het organiseren van een evenement.

De organisaties kan via https://festival.ongehinderd.nl in 5 minuten een zelfscan doen om inzicht te krijgen in de toegankelijkheid van het evenement.

4. Toezicht en handhaving

De uitvoering van het evenement volgens de verleende evenementenvergunning is van grote invloed op de veiligheid van het evenement en het beperken van de overlast. Het gaat daarbij niet alleen om het naleven van de voorwaarden tijdens het evenement, maar ook tijdens de opbouw en afbouw van evenementen.

4.1 Betrokken disciplines

Bij toezicht en handhaving van een evenement zijn verschillende disciplines betrokken:

  • Politie; openbare orde en veiligheid;

  • Constructeur; constructieve veiligheid

  • Geluidsspecialist; naleven geluidsvoorschriften

  • Bijzondere opsporingsambtenaren (Boa’s); naleving alcoholwet, regels op het gebied van parkeren en afval;

  • Veiligheidsregio; toezicht op de brandveiligheid;

  • Wijkbeheer; gebruik van de gemeentelijke terreinen;

  • De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

4.2 Geluid

Aan de hand van de evenementenkalender wordt in overleg met de geluidsspecialist jaarlijks afgestemd bij welke evenementen geluidsmetingen worden verricht.

Wanneer de geluidnormen worden overschreden kunnen de organisatie of geluidstechnici van het evenement actie ondernemen door het geluid terug te draaien. Zo wordt de organisator aan de hand van de actuele meetgegevens meteen de gelegenheid geboden om zijn verantwoordelijkheid te nemen.

In het geluidsbeleid evenementen staan de Handhavingsnormen bij Geluidsoverschrijding opgenomen.

4.3 Toezicht evenement

Ieder jaar wordt in het Uitvoeringsprogramma vastgelegd welke evenementen gecontroleerd worden. Hierbij wordt gekeken naar het risico van het evenement, de ervaring van het verloop van het evenement in voorgaande jaren, mogelijke combinatie van meerdere evenementen op een avond en de spreiding van de avonddiensten.

Bij de grotere evenementen vindt voorafgaand aan het evenement een schouw plaats. De schouw wordt na de opbouw en voor het evenement gepland. Tijdens de schouw worden door de veiligheidsregio, constructeur en eventueel andere specialisten een ronde gedaan over het evenemententerrein. De organisatie kan in verband met de veiligheid aanwijzingen krijgen om aanpassingen te doen. Deze aanwijzingen worden doorgegeven aan de Boa’s, zodat tijdens het evenement gecontroleerd kan worden dat de aanwijzingen zijn opgevolgd.

4.4 Sancties

Afhankelijk van de aard en de ernst van de overtreding, kunnen verschillende sancties worden opgelegd:

  • Het geven van een waarschuwing;

  • Het opleggen van een bestuurlijke boete;

  • Dwangsom;

  • Bestuursdwang;

  • Strengere voorschriften bij een volgend evenement;

  • Het evenement in de toekomst niet meer toestaan of op een ander tijdstip of andere locatie.

4.5 (Nood) bevoegdheid van de burgemeester

De Gemeentewet en de APV geven burgemeesters diverse bevoegdheden om in te grijpen bij verstoringen van de openbare orde. Dit zijn de belangrijkste instrumenten:

4.5.1 Lichte bevelsbevoegdheid (art. 172a Gemeentewet)

De burgemeester heeft op grond van artikel 172a Gemeentewet de bevoegdheid om een gebiedsverbod, groepsverbod of meldplicht opleggen. Hij kan deze maatregelen ook tegelijkertijd opleggen. Dit is een gericht instrument om kleine verstoringen aan te pakken.

4.5.2 Noodbevel (art. 175 Gemeentewet)

Bij escalaties, zoals rellen of ernstige dreigingen, kan de burgemeester noodbevelen uitvaardigen. Een noodbevel is een beschikking, die bedoeld is voor één of enkele individuen of een afgebakende groep. Het noodbevel heeft een eenmalige en onmiddellijke werking.

4.5.3 Noodverordening (art. 176 Gemeentewet)

Voor langdurige of complexe situaties, zoals bij maatschappelijke spanningen, kan de burgemeester tijdelijk aanvullende regels instellen. De noodverordening is, net zoals een reguliere verordening, gericht op een onbepaald aantal personen en is voor herhaalde toepassing vatbaar. De noodverordening moet bekend worden gemaakt om in werking te treden. De burgemeester kan hierbij zelf de wijze van bekendmaking bepalen.

4.5.4 Gebiedsontzeggingen (art. 2:78 APV)

Op grond van artikel 2.78 van de APV kan de burgemeester personen verbieden zich in een gebied op te houden.

4.5.5 Intrekken wijzigen evenementenvergunning (art. 1:6 APV)

De burgemeester kan een evenementenvergunning gedeeltelijk wijzigen of intrekken als de aan de vergunning verbonden voorschriften niet worden nagekomen of als dit noodzakelijk is ter bescherming van de in artikel 1:8 APV genoemde belangen. Mocht een of de aanwijzingen van de toezichthouders niet opvolgen, dan kan besloten worden om de vergunning in te trekken of een volgende aanvraag te weigeren. Dit zal vooral spelen bij meerdaagse evenementen waarbij er geen vertrouwen meer in de organisator is dat hij alsnog zichtbare inspanningen gaat leveren om het evenement volgens de regels en de voorschriften te laten verlopen of als er signalen zijn dat de openbare orde zal worden verstoord.

5. Faciliteiten vanuit de gemeente

De gemeente heeft faciliteiten waar evenementen gebruik van kunnen maken. In dit hoofdstuk staat omgeschreven wanneer hier gebruik van kan worden gemaakt.

5.1 Uitleen materialen

Bij de gemeentewerf worden voor evenementen bepaalde middelen via uitleen beschikbaar gesteld, voor zover deze middelen beschikbaar zijn. Hierbij kan gedacht worden aan voorzieningen als afzet- of dranghekken, wegbewijzering en verkeersborden. De organisatie kan bij de gemeentewerf een verzoek doen om gebruik te maken van deze middelen. De beschikbaarstelling is een vorm van service waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men heeft dus geen ‘recht’ op deze voorzieningen.

Ook geldt: zelf ophalen en schoon, heel en compleet terugbrengen. Eventuele schade of vermissing wordt bij de organisatie in rekening gebracht. De gemeente kan aanvullende voorwaarden stellen voor gebruik van de voorzieningen.

5.2 Gebruik stroom en water

Op verschillende evenementenlocaties staan stroomkasten en/of een wateraansluiting. Deze aansluitingen kunnen gebruikt worden bij een evenement. Gebruik van deze faciliteiten moet afgestemd worden met Wijkbeheer.

5.3 Afval van dorpsfeesten en wijkfeesten

De dorpen in Noordoostpolder houden jaarlijks dorpsfeesten en er zijn ook wijkfeesten. Het afval daarvan hoort in de afvalcontainer en moet worden afgevoerd. Maximaal eens per jaar regelen we voor de organisatie een containers voor afval van het dorpsfeest of wijkfeest.

5.4 Informatievoorziening

Naast faciliteiten op het evenemententerrein faciliteren we organisaties door ze van voldoende informatie te voorzien om een volledige aanvraag in te dienen.

5.4.1 Intakegesprekken

Aan het begin van ieder jaar kunnen evenementenorganisaties zich inschrijven voor een intakegesprek met een vergunningverlener om de activiteiten of aanvraag voor te bespreken. De vergunningverlener kan de organisatie alvast meegeven waar ze rekening mee moeten houden en welke gegevens ze moeten indienen.

5.4.2 Format draaiboek/ veiligheidsplan

Op de website staat voor A evenementen een format draaiboek/ veiligheidsplan. Organisaties kunnen dit draaiboek invullen en uploaden bij het aanvraagformulier. Door het aanbieden van het format helpen we organisaties op weg met hun aanvraag voor een evenementenvergunning.

Ondertekening