Statuten Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking aan-z

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Statuten Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking aan-z

Gelet:

op het Benelux-Verdrag inzake grensoverschrijdende en interterritoriale samenwerking, ’s-Gravenhage 20-02-2014 (hierna: "het Verdrag"),

Overwegende:

• dat de statuten van het "grensoverschrijdend openbaar lichaam welzijn" (hierna: "het GOL") in 2013 werden opgesteld op grond van de Benelux-Overeenkomst van 12 september 1986 inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale samenwerkingsverbanden of autoriteiten, voortbouwend op eerdere grensoverschrijdende samenwerking in het kader van de vereniging Intergemeentelijk Bejaardenwerk en de stichting Gecoördineerde Bejaardenwerk die in 1981 tussen het OCMW Assenede en de gemeente Sas van Gent werden opgericht, de overeenkomst die in datzelfde jaar tussen die vereniging en die stichting werd gesloten en de totstandkoming, in 2002, van het grensoverschrijdend openbaar lichaam "Welzijn voor Ouderen Assenede-Sas van Gent" en van het grensoverschrijdende openbaar lichaam welzijn Assenede/Terneuzen "aan-z;

• dat het Verdrag van toepassing is geworden op het GOL en dat het GOL dientengevolge wordt beschouwd als een Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking, met dien verstande dat de bepalingen in de bestaande statuten van het GOL die strijdig zijn met de bepalingen van het Verdrag van rechtswege vervallen;

• dat de Wet gemeenschappelijke regelingen op aan-z van toepassing is;

• dat de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 juni 2022 is gewijzigd;

• dat een van de deelnemers, namelijk OCMW Wachtebeke, kenbaar heeft gemaakt om per 1 januari 2025 uit de grensoverschrijdende samenwerking te treden;

• dat het wenselijk is de bestaande statuten voor het overige te actualiseren in het licht van de bovengenoemde wijzigingen.

Besluiten de deelnemers van de BGTS aan-z om de bestaande statuten te wijzigen overeenkomstig artikel 14 van het Verdrag,

Ingevolge deze wijzigingen, komen de statuten te luiden als volgt:

Artikel 1: Definities

In deze statuten wordt verstaan onder:

De Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking (BGTS):

de BGTS aan-z, als bedoeld in artikel 2

Het college van B&W

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen

De raad van de gemeente:

de raad van de gemeente Terneuzen

De raad van het OCMW:

de raad van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) te Assenede, Kaprijke en Sint-Laureins (België)

De deelnemers:

de in artikel 3 vermelde deelnemers

De toezichthouders:

  • in Nederland: de Gedeputeerde Staten

  • in Vlaanderen: de Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden. In artikel 248, §2 0, van het OCMW Decreet wordt onder toezichthoudende overheid de Vlaamse Regering en, namens de Vlaamse Regering, de provinciegouverneur die handelt overeenkomstig de instructies van de Vlaamse Regering, verstaan

De werkingskosten:

de algemene kosten verbonden aan de werking van de BGTS zoals administratieve kosten, huisvestingskosten, personeelskosten voor de algemene werking, enz.

Gemeenschappelijke dienstverlening:

het Benelux-Verdrag inzake grensoverschrijdende en interterritoriale samenwerking, ’s-Gravenhage 20-02-2014

Wgr

de welzijnstaken en het vrijwilligerswerk die voor meer dan één deelnemer worden uitgevoerd en die separaat zijn vastgelegd in een overzicht van de gemeenschappelijke dienstverlening

Artikel 2: Oprichting en naam

1. De BGTS is genaamd "Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking aan-z".

2. De BGTS is de rechtsopvolger van het grensoverschrijdend openbaar lichaam Welzijn en neemt alle rechten en verplichtingen van haar rechtsvoorganger over.

Artikel 3: Deelnemers

De BGTS bestaat uit de volgende deelnemers:

  • in Vlaanderen:

    • het OCMW van de gemeente Assenede;

    • het OCMW van de gemeente Kaprijke;

    • het OCMW van de gemeente Sint-Laureins.

  • in Nederland:

    • het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen.

Artikel 4: Ambtsgebied

  • 1.

    Het ambtsgebied van de BGTS strekt zich uit over het grondgebied van de gemeenten Terneuzen (Nederland) en Assenede, Kaprijke en Sint-Laureins (België).

  • 2.

    Het ambtsgebied van de BGTS kan worden uitgebreid of ingeperkt door een besluit van het algemeen bestuur.

Artikel 5: Zetel

De zetel van de BGTS is gevestigd te Markt 1 te NL 4571 BG Axel.

Artikel 6: Doel, taken en opdrachten

  • 1.

    De BGTS bezit rechtspersoonlijkheid overeenkomst artikel 7 van het Verdrag en beschikt over de ruimste handelingsbekwaamheid die in elk Benelux-land aan rechtspersonen wordt toegekend.

  • 2.

    De rechtsbevoegdheid komt de BGTS slechts toe voor zover zulks noodzakelijk is voor de vervulling van zijn taken en de verwezenlijking van zijn doelstellingen.

  • 3.

    De BGTS werkt voor alle inwoners van het werkgebied (Terneuzen, Assenede, Kaprijke, St- Laureins) en schenkt bijzondere aandacht aan mensen die minder mogelijkheden of kansen hebben.

    • a.

      De BGTS heeft tot taak mensen te stimuleren hun leven in (eigen) handen te nemen en actief te participeren aan de samenleving.

    • b.

      De BGTS gaat met hen op zoek naar sterkten en toekomstverwachtingen.

    • c.

      De BGTS ontwikkelt en verbindt krachten tussen mensen, netwerken en organisaties.

    • d.

      De BGTS pakt problemen aan door zich te richten op de oplossingen. De BGTS bouwt aan goed samenleven in buurten en wijken.

  • 4.

    De BGTS maakt activiteitenplannen, verstrekt diensten, geeft voorlichting, registreert bestaande voorzieningen met de mogelijkheden tot hulpverlening, verricht onderzoek naar wensen en behoeften, werkt samen met betrokken instanties en heeft aandacht voor de welzijnscomponenten in het beleid.

  • 5.

    Ter realisatie van haar doel en ter uitoefening van de haar opgedragen taken, heeft de BGTS volgende bevoegdheden, die naargelang de noodzaak kunnen worden uitgebreid:

    • a.

      het uitvoeren van alle activiteiten en verrichtingen die rechtstreeks of niet rechtstreeks betrekking hebben op het in lid 3 en 4 aangegeven doel of die de verwezenlijking ervan kunnen begunstigen;

    • b.

      het samenwerken en overeenkomsten sluiten met personen, inrichtingen of diensten;

    • c.

      het verwerven en beheren van fondsen ter realisering van de doelen en het formuleren van voorstellen inzake onder de bevoegdheid vallende aangelegenheden;

    • d.

      het instellen van permanente of ad hoc adviesgroepen;

    • e.

      het instellen of bevorderen van onderzoeken;

    • f.

      het uitbrengen van adviezen;

    • g.

      het geven van voorlichtingen.

  • 6.

    De uitvoering van voormelde taken kan, voor zover het interne recht van de betrokken landen dit toestaat, gepaard gaan met een overdracht van bevoegdheid van regeling en bestuur van de deelnemers aan de BGTS en dit mits aanpassing van de statuten, waarbij de overgedragen bevoegdheden en de gevolgen van de overdracht nauwkeurig worden bepaald.

Artikel 7: Toepasselijk recht

Het toepasselijk recht wordt bepaald overeenkomstig het Benelux Verdrag inzake grensoverschrijdende en interterritoriale samenwerking. Het recht van de maatschappelijke zetel van de BGTS is van toepassing op de in artikel 11, lid 2, van het Verdrag bedoelde aangelegenheden, alsook in de andere gevallen waarin het Verdrag dit recht van toepassing verklaart. Voor het overige geldt het interne recht van de respectieve deelnemers.

Artikel 8: Toezicht

  • 1.

    De administratieve, budgettaire en financiële controle van de BGTS is in overeenstemming met de bepalingen van het in het vorige artikel aangeduide recht en met artikel 13 van het Verdrag.

  • 2.

    De overheid of de overheden die aldus bevoegd zijn voor het administratief toezicht en het toezicht op het beheer van publieke middelen zullen elkaar hierover informeren en kunnen door elkaar ook aangesproken worden.

Artikel 9: De organen van de BGTS

De BGTS bestaat uit de volgende organen:

  • het algemeen bestuur, vergelijkbaar met een Vlaamse raad van bestuur, bestaande uit vertegenwoordigers van haar deelnemers;

  • het dagelijks bestuur;

  • de voorzitter.

Artikel 10: Samenstelling van het algemeen bestuur

  • 1.

    De BGTS heeft een algemeen bestuur dat bestaat uit één stemhebbend lid van elke deelnemer aan Vlaamse zijde, zijnde een schepen van iedere betrokken OCMW en 2 stemhebbende leden van de gemeente Terneuzen die allen lid zijn van het college van burgemeesters en wethouders.

  • 2.

    Vervalt

  • 3.

    Vervalt

  • 4.

    De directeur van de BGTS woont de vergaderingen bij als vast adviserend lid.

  • 5.

    Op de vergaderingen van het algemeen bestuur kunnen deskundigen en vertegenwoordigers van andere instellingen en organisaties worden uitgenodigd.

  • 6.

    De stemhebbende leden van het algemeen bestuur treden af wanneer het vast bureau van de OCMW/het college van B&W, uit wiens midden zij zijn aangewezen, aftreedt. In dat geval zat het vast bureau van de OCMW/het college van B&W op zijn eerste vergadering zijn vertegenwoordigers in het algemeen bestuur aanwijzen.

  • 7.

    Een stemhebbend lid van het algemeen bestuur treedt af wanneer het lid ophoudt lid te zijn van het vast bureau van de OCMW/het college van B&W, uit wiens midden het lid is aangewezen.

  • 8.

    Vervalt

  • 9.

    De leden van het algemeen bestuur kunnen bij afwezigheid een ander lid van het algemeen bestuur van de BGTS machtigen voor (een deel van) een vergadering. Deze machtiging dient voorafgaand aan de vergadering schriftelijk aan het algemeen bestuur kenbaar gemaakt worden.

  • 10.

    De leden van het algemeen bestuur kunnen tussentijds ontslag nemen uit het algemeen bestuur van de BGTS door de voorzitter van het algemeen bestuur en de raad van het OCMW/het college van B&W dat hen heeft aangewezen schriftelijk op de hoogte te stellen. Het ontslag is onherroepelijk.

  • 11.

    De leden van het algemeen bestuur die tussentijds ontslag hebben genomen uit het algemeen bestuur van de BGTS, behouden hun lidmaatschap totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 12.

    De aanwijzing voor de vervulling van plaatsen die tussentijds zijn opengevallen, vindt binnen twee maanden plaats door de raad van het OCMW/het college van B&W die het aangaat.

Artikel 11: Werking van het algemeen bestuur

  • 1.

    Het algemeen bestuur vergadert minstens tweemaal per jaar.

  • 2.

    De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar.

  • 3.

    Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde vast met inachtneming van het interne recht van de betrokken landen.

Artikel 12: Wijze van besluitvorming van het algemeen bestuur

  • 1.

    Het algemeen bestuur beraadslaagt slechts rechtsgeldig wanneer een absolute meerderheid van stemmen vertegenwoordigd is, waarbij tevens zowel van de Nederlandse als van de Vlaamse deelnemers minimaal 1 stemhebbend lid aanwezig is.

  • 2.

    In besluitvorming wordt consensus nagestreefd. Ingeval het voorliggende besluit betrekking heeft op het vaststellen van het overzicht of de uitvoering van de gemeenschappelijke dienstverlening dan is stemming slechts rechtsgeldig met eenparigheid van stemmen. Ingeval het voorliggende besluit geen betrekking heeft op het vaststellen of de uitvoering van de gemeenschappelijke dienstverlening, is een besluit rechtsgeldig bij een absolute meerderheid van uitgebrachte stemmen.

  • 3.

    Voor een beslissing tot de wijziging van de statuten, de verlenging van de duur, de ontbinding of tot aanwending van financiële- of andere middelen toebehorend aan één van de deelnemers, het vaststellen van het overzicht van de gemeenschappelijke dienstverlening, de uitvoering van de gemeenschappelijke dienstverlening, is eenparigheid van stemmen van alle deelnemers vereist.

  • 4.

    Het gewicht van iedere stem is als volgt vastgesteld. De Vlaamse OCMW's hebben in totaal een stemgewicht van 10% (ieder afzonderlijk een stemgewicht van 3,3%). De gemeente Terneuzen heeft in totaal een stemgewicht van 90% (ieder bestuurder afzonderlijk een stemgewicht van 45%).

Artikel 13: Bevoegdheden van het algemeen bestuur

  • 1.

    Het algemeen bestuur beschikt in het bijzonder over navolgende bevoegdheden:

    • a.

      wijziging van de statuten, met inbegrip van de toetreding en uittreding van deelnemers;

    • b.

      vaststellen en goedkeuren van de jaarlijkse begroting;

    • c.

      vaststellen en goedkeuren van de jaarrekening;

    • d.

      benoeming en afzetting van de leden van het dagelijks bestuur en het bepalen van het bedrag van hun bezoldiging.

    • e.

      benoeming en afzetting van de directeur, op voordracht van dagelijks bestuur, en het bepalen van het bedrag van de bezoldiging. Deze benoeming wordt verder geformaliseerd door het dagelijks bestuur;

    • f.

      aanwijzing van een erkende accountant voor de financiële controle overeenkomstig artikel 13, lid 5, van het Verdrag;

    • g.

      verlenen van décharge aan de bestuurders en aan de eventuele commissarissen;

    • h.

      de verlenging, de ontbinding en de vereffening;

    • i.

      vaststellen en goedkeuren van het overzicht van gemeenschappelijke dienstverlening.

  • 2.

    Aan het algemeen bestuur behoren alle bevoegdheden die niet bij of krachtens deze statuten aan andere bestuursorganen van de BGTS zijn opgedragen.

  • 3.

    Het algemeen bestuur beschikt niet over de bevoegdheid tot het aanwenden van financiële- of andere middelen of reserves toebehorend aan één van de deelnemers.

Artikel 14: Samenstelling van het dagelijks bestuur

  • 1.

    Uit het algemeen bestuur wordt een dagelijks bestuur gekozen. De leden van het dagelijks bestuur worden benoemd door het algemeen bestuur op voordracht van de deelnemers.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur wordt gevormd door één van de stemhebbende leden van het algemeen bestuur van één van de Vlaamse OCMW's en een van de stemhebbende leden van het algemeen bestuur van de gemeente Terneuzen.

  • 3.

    De directeur van de BGTS woont de vergaderingen bij als vast adviserend lid.

  • 4.

    Op de vergaderingen van het dagelijks bestuur kunnen deskundigen en vertegenwoordigers van andere instellingen en organisaties worden uitgenodigd.

Artikel 15: Wijze van besluitvorming dagelijks bestuur

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan slechts besluiten nemen indien tenminste 1 afgevaardigde van de gemeente Terneuzen en 1 afgevaardigde namens de OCMW's aanwezig zijn.

  • 2.

    Nadere bepalingen ten aanzien van de wijze van besluitvorming in het dagelijks bestuur zijn vastgelegd in het onder artikel 11 lid 3 vermelde reglement van orde.

Artikel 16: Bevoegdheden dagelijks bestuur

  • 1.

    Het dagelijks bestuur is in ieder geval bevoegd:

    • a.

      het dagelijks bestuur van de BGTS te voeren, voor zover niet bij of krachtens de wet of de regeling het algemeen bestuur hiermee is belast;

    • b.

      beslissingen van het algemeen bestuur voor te bereiden en uit te voeren;

    • c.

      regels vast te stellen over de organisatie van de BGTS;

    • d.

      tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de BGTS te besluiten, met uitzondering van besluit tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen;

    • e.

      te besluiten namens de BGTS, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur neemt, ook alvorens is besloten tot het voeren van een rechtsgeding, alle conservatoire maatregelen en doet wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur geeft het algemeen bestuur alle inlichtingen die het algemeen bestuur voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.

Artikel 17: Aansprakelijkheid

  • 1.

    De bestuurders van de BGTS zijn niet persoonlijk gebonden door de verbintenissen die de BGTS aangaat.

  • 2.

    De deelnemers zijn financieel aansprakelijk bij ontoereikend vermogen van de BGTS naar rato van hun vastgelegde deelname. In dezelfde mate zijn zij aansprakelijk voor de verplichtingen die voortvloeien uit de verbintenissen die na de ontbinding gehandhaafd blijven.

  • 3.

    Het recht van de plaats waar de BGTS haar maatschappelijke zetel heeft, is van toepassing op de aansprakelijkheid van de BGTS ten opzichte van haar deelnemers en op de aansprakelijkheid van de deelnemers voor handelingen van de BGTS ten opzichte van derden.

Artikel 18: Informatieverstrekking door het algemeen en dagelijks bestuur

  • 1.

    Het algemeen en het dagelijks bestuur geven aan het college van B&W en/of de raden van de deelnemende gemeente/OCMW's ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig is.

  • 2.

    Het algemeen en het dagelijks bestuur verstrekken aan het college van B&W en/of de raden van de deelnemende gemeente/OCMW's alle inlichtingen die door een of meer raden worden verlangd. Die informatie wordt in dat geval ook verstrekt aan de overige raden.

  • 3.

    Belangrijke financiële, beleidsmatige en/of organisatorische ontwikkelingen of belangrijke afwijkingen van de samenwerkingsafspraken zendt het algemeen en dagelijks bestuur met een tussentijdse rapportage tijdig ter informatie naar het college en/of de raden van de deelnemende gemeenten/OCMW’s.

Artikel 19: De voorzitter en de ondervoorzitter

  • 1.

    Het algemeen bestuur kiest voor de duur van 4 jaren een Voorzitter en een Ondervoorzitter uit de stemhebbende leden van het dagelijks bestuur.

  • 2.

    De Voorzitter van het algemeen bestuur is tevens voorzitter van het dagelijks bestuur.

  • 3.

    De Voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen en de activiteiten van de BGTS.

  • 4.

    De Voorzitter vertegenwoordigt de BGTS in en buiten rechte.

Artikel 20: Secretariaat

  • 1.

    Het secretariaat ondersteunt de BGTS bij de uitvoering van zijn taken.

  • 2.

    Het secretariaat is verantwoordelijk voor een goede voorbereiding van de vergaderingen van het bestuur.

  • 3.

    Het secretariaat draagt er gevraagd en ongevraagd zorg voor dat de leden van het bestuur over de informatie kunnen beschikken die zij nodig hebben om hun functie naar behoren uit te kunnen oefenen.

Artikel 21: Verkrijgen van financiële- en andere middelen

  • 1.

    De werkingskosten van de BGTS die niet uit andere inkomsten worden gedekt komen ten laste van de deelnemers.

  • 2.

    Alle deelnemers betalen een jaarlijkse bijdrage in de werkingskosten van de BGTS, welke worden vastgesteld op basis van de goedgekeurde begroting van het komende dienstjaar.

  • 3.

    De jaarlijks bijdrage per deelnemer zoals vastgelegd in de begroting kan variëren afhankelijk van het aandeel in de dienstverlening.

  • 4.

    De kosten gemaakt in het kader van de verantwoording van de financiële middelen worden in de begroting vermeld.

Artikel 22: Begroting

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stuurt jaarlijks vóór 30 april de ontwerpbegroting van de BGTS voor het komende kalenderjaar, evenals de financiële beleidsuitgangspunten voor de komende jaren (meerjarenraming), aan de raad van de gemeente Terneuzen. Het bepaalde in art. 190 lid 1 van de Gemeentewet is van toepassing evenals het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV).

  • 2.

    De raad van de gemeente Terneuzen kan binnen twaalf weken na ontvangst van de ontwerpbegroting het dagelijks bestuur haar zienswijze aangeven.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur stuurt de begroting binnen twee weken na vaststelling, maar in ieder geval vóór 15 september van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan Gedeputeerde Staten en de raden van de deelnemende gemeente/OCMW’s.

  • 4.

    Op wijzigingen van de begroting zijn voorgaande bepalingen van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat een begrotingswijziging uiterlijk 30 september van het betreffende begrotingsjaar door het algemeen bestuur wordt vastgesteld.

  • 5.

    Een begrotingswijziging blijft achterwege voor uitgaven die binnen de eigen begroting kunnen worden opgevangen en/of die geen structurele gevolgen hebben voor de begroting van het volgende jaar en/of volgende jaren.

Artikel 23: Rekening

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt in de controle- en financiële verordening regels vast voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur legt vóór 30 april aan het algemeen bestuur verantwoording af over het afgelopen kalenderjaar, onder overlegging van de opgestelde jaarstukken (inclusief rechtmatigheidsverklaring) en een berekening van de door de deelnemende gemeenten te betalen bijdragen, naast het rapport van de met de controles belaste accountant.

  • 3.

    De jaarstukken worden gelijktijdig ter informatie aan de raad van de gemeente Terneuzen toegezonden.

  • 4.

    Het algemeen bestuur stelt de rekening van de BGTS vast uiterlijk 1 juli volgende op het kalenderjaar waarop deze betrekking heeft.

  • 5.

    De jaarstukken worden na de vaststelling, maar vóór 15 juli, aan de Gedeputeerde Staten en de deelnemende gemeenten gezonden.

  • 6.

    Binnen vijf werkdagen na de bekendmaking zendt het dagelijks bestuur de jaarrekening aan de toezichthouder en het Secretariaat-generaal van de Benelux Unie.

Artikel 24: Boekhouding en boekjaar

  • 1.

    De boekhouding en het kasbeheer beantwoorden aan de eisen gesteld in de in artikel 13 van het Verdrag bedoelde regelgeving.

  • 2.

    Het boekjaar stemt overeen met het burgerlijk jaar. Het eerste boekjaar begint evenwel op de datum van oprichting en eindigt op 31 december van datzelfde jaar.

Artikel 25: Participatie

  • 1.

    Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur kan ingezetenen en belanghebbenden betrekken bij de voorbereiding, uitvoering en/of evaluatie van haar beleid.

  • 2.

    Ingezetenen en belanghebbenden worden niet betrokken:

    • a.

      ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan voor kwetsbare groepen in de samenleving.

  • 3.

    Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, tenzij een andere inspraakprocedure wordt vaststelt.

Artikel 26: Statuten- en andere wijzigingen

  • 1.

    Voorstellen tot wijziging kunnen worden gedaan door het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, het college van B&W of de raden van de deelnemende OCWM’s.

  • 2.

    Voorstellen uitgaande van het algemeen bestuur worden toegezonden aan het college van B&W en de raden van de deelnemende OCWM’s.

  • 3.

    Het college van B&W zendt de voorstellen aan de raad.

  • 4.

    De raden van de deelnemende gemeenten kunnen binnen acht weken na ontvangst van de voorstellen hun zienswijze naar voren brengen. Indien de raden geen zienswijze naar voren wensen te brengen maken het zo snel mogelijk kenbaar.

  • 5.

    Voorstellen uitgaande van één of meer deelnemende gemeenten worden toegezonden aan het algemeen bestuur, dat het voorstel met zijn beschouwingen ter zake binnen acht weken aan de raden van de deelnemende gemeenten doet toekomen, waarna deze deelnemende gemeenten en het algemeen bestuur verder handelen conform het bepaalde in het vorige lid van dit artikel.

  • 6.

    Tot een wijziging van de statuten- en andere wijzigingen wordt door het algemeen bestuur besloten overeenkomstig artikel 14 van het Verdrag, met eenparigheid van stemmen van alle deelnemers als bedoeld in artikel 12, lid 2, van deze statuten.

  • 7.

    Een wijziging is slechts rechtsgeldig tot stand gekomen indien de raden van de deelnemende gemeente en de deelnemende OCMW’s daarvoor toestemming hebben gegeven.

Artikel 27: Duur

  • 1.

    De BGTS is opgericht voor de duur van 18 jaren vanaf het moment van de initiële ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst in 2013.

  • 2.

    Het algemeen bestuur kan in de laatste vergadering die het verstrijken van de duur voorafgaat, beslissen tot de verlenging van de duur van de BGTS, waarbij de eventuele verlengingstermijn de 18 jaren niet mag overschrijden.

  • 3.

    De daartoe strekkende beslissingen van de bevoegde organen worden bij het verslag van het algemeen bestuur gevoegd.

  • 4.

    Uiterlijk negentig kalenderdagen vóór de vergadering van het algemeen bestuur die beslist over de verlenging, wordt de agenda door het algemeen bestuur aan de deelnemers toegezonden.

  • 5.

    De deelnemers die niet wensen te verlengen kunnen daartoe niet verplicht worden.

  • 6.

    De deelnemers die niet wensen te verlengen, houden op deel uit te maken van de BGTS op het einde van het jaar waarin tot de verlenging door het algemeen bestuur is beslist. De statuten worden hieraan aangepast. Zij leggen hun daartoe strekkend besluit voor, dat wordt gevoegd bij het verslag van de vergadering van het algemeen bestuur.

Artikel 28: Toetreding

  • 1.

    De toetreding van leden geschiedt volgens de procedure van de statutenwijziging. De overheid die wenst toe te treden legt aan het algemeen bestuur de daartoe strekkende beslissing van zijn bevoegd orgaan voor.

  • 2.

    Het algemeen bestuur regelt de voorwaarden en de gevolgen van de toetreding van de nieuwe leden.

Artikel 29: Uittreding

  • 1.

    De deelnemer zendt, na verkregen toestemming van zijn raad, het besluit tot uittreding aan het algemeen bestuur. De procedure voor uittreding vangt aan de dag nadat het bestuur het besluit heeft ontvangen.

  • 2.

    Het algemeen bestuur inventariseert de gevolgen van de uittreding, de wijze waarop met deze gevolgen kan of moet worden omgegaan en de voorwaarden voor uittreding en legt deze vast in het concept-uittredingsplan.

  • 3.

    Onder de gevolgen van de uittreding worden verstaan de financiële, juridische, personele en organisatorische consequenties die het directe gevolg zijn van de uittreding.

  • 4.

    De uittreding gaat in op 1 januari van het jaar volgende op het verstrijken van een termijn van drie jaren na het nemen van het besluit tot uittreding, tenzij het algemeen bestuur bij unanimiteit en de uittredende deelnemer een andere opzegtermijn overeenkomen.

Artikel 30: Procedure voor vaststelling uittredingsplan

  • 1.

    Het uittredingsplan bepaalt de berekening van de financiële gevolgen van de uittreding.

  • 2.

    Het uittredingsplan bevat een voorlopige berekening van de financiële gevolgen van de uittreding te betalen door de uittredende deelnemer, hierna te noemen de voorlopige uittreedsom.

  • 3.

    Met het oog op het bepalen van de inhoud van het uittredingsplan kan het algemeen bestuur een onafhankelijke externe deskundige aanwijzen die in opdracht van het algemeen bestuur het concept-uittredingsplan voorbereidt. De kosten voor het inschakelen van een onafhankelijke externe deskundige komen voor rekening van de uittredende deelnemer.

  • 4.

    Het algemeen bestuur wijst de onafhankelijke externe deskundige aan op basis van een gezamenlijke voordracht van de uittredende deelnemer en het dagelijks bestuur. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt over een gezamenlijke voordracht, wijst het algemeen bestuur de onafhankelijke externe deskundige aan op basis van een bindende voordracht van een selectiecommissie bestaande uit drie leden van het bestuur, waaronder in ieder geval een vertegenwoordiger van het bestuur van de uittredende deelnemer.

  • 5.

    Ten minste twaalf maanden voorafgaand aan het moment van uittreding stelt het bestuur het uittredingsplan en de voorlopige uittreedsom vast. Het bestuur baseert de berekening van de voorlopige uittreedsom op de systematiek als bedoeld in artikel 23 gelet op de vastgestelde jaarrekening van het meest recent verstreken begrotingsjaar.

  • 6.

    Uiterlijk zes maanden na het moment van uittreding stelt het bestuur de definitieve uittreedsom vast. Het bestuur baseert de berekening van de definitieve uittreedsom op de systematiek als bedoeld in artikel 23 en vastgestelde jaarrekening van het meest recent verstreken begrotingsjaar.

  • 7.

    Bij de berekening van de kosten voor uittreding zoals bedoeld in het zesde lid wordt een risico-opslag van 10% op de uittreedsom toegepast om eventueel onvoorziene toekomstige kosten gerelateerd aan de uittreding te ondervangen. Deze opslag vrijwaart de uittredende deelnemer van alle toekomstige onvoorzienbare kosten.

  • 8.

    Bij de voorbereiding van het concept uittredingsplan biedt het bestuur de uittredende deelnemer de keuze tussen een betaling van de uittreedsom in een aantal termijnen of voor betaling van de uittreedsom in een keer. In het uittredingsplan bepaalt het bestuur conform de voorkeur van de uittredende deelnemer of de uittredende deelnemer de uittreedsom in een daarbij te bepalen aantal termijnen (maximaal 5 jaartermijnen) of in een keer dient te betalen.

Artikel 31: Te vergoeden kosten, de uittreedsom

  • 1.

    De voorlopige respectievelijk de definitieve uittreedsom bestaat uitsluitend uit een vergoeding ter compensatie van frictiekosten en desintegratiekosten, onder aftrek van eventuele baten.

  • 2.

    Onder frictiekosten worden verstaan alle incidentele kosten te maken door de BGTS die het directe gevolg van de beslissing tot uittreding van een deelnemer zijn.

  • 3.

    Onder desintegratiekosten worden verstaan alle kosten direct dan wel toekomstig te maken dan wel te dragen door de BGTS die samenhangen met de afbouw van structurele en incidentele overcapaciteit in personele en materiële sfeer en andere structurele en incidentele verplichtingen, de afbouw van risico’s daarbij inbegrepen, ontstaan als direct gevolg van de uittreding.

  • 4.

    Het algemeen bestuur brengt alle frictiekosten en desintegratiekosten, onder aftrek van eventuele baten, in rekening bij de uittredende deelnemer. De uittredende deelnemer is verplicht tot betaling van de definitieve uittreedsom, binnen drie maanden nadat het bestuur de definitieve uittreedsom, heeft vastgesteld, tenzij in het uittredingsplan anders is vastgelegd.

  • 5.

    Kosten die de uittredende deelnemer maakt ter voorbereiding op of als gevolg van de beslissing tot uittreding komen voor rekening van de deelnemer.

  • 6.

    De raming en berekening van de kosten voor uittreding worden gebaseerd op de feiten en omstandigheden die bekend waren op het moment van de daadwerkelijke uittreding, zoals bedoeld in artikel 23.

  • 7.

    Indien de kosten van de inzet van een externe deskundige als bedoeld in artikel 30, lid 4 en relatie tot de verwachtte uittredesom daartoe aanleiding geeft, kan het algemeen bestuur in overleg met deelnemer besluiten om in afwijking van het bepaalde in de voorgaande leden de uittreedsom te bepalen op de eigen bijdrage, zoals deze is vastgesteld in de jaarrekening van het jaar van uittreding, waarbij die bijdrage ieder jaar met 20% afneemt als volgt 1e jaar 100%, 2e jaar 80%, 3e jaar 60%, 4e jaar 40% en 5e jaar 20%.

  • 8.

    De BGTS is gehouden redelijkerwijs al het mogelijke te doen om de uittredingskosten zo laag mogelijk te houden. Het voorgaande hoeft niet te leiden tot wijziging van overeenkomsten met en verplichtingen jegens derden die zijn aangegaan respectievelijk bepaald voorafgaand aan het tijdstip van ontvangst door het bestuur van het besluit tot uittreding van de deelnemer.

Artikel 32: Verplichtingen uittreder

  • 1.

    De uittredende partij is gehouden zich in te spannen om de formatie van de BGTS die als gevolg van de uittreding boventallig is geworden met behoud van arbeidsvoorwaarden in dienst te nemen of anderszins in stand te doen houden. De waarde van de formatie die de uittredende partij overneemt van het openbaar lichaam wordt gekapitaliseerd en in mindering gebracht op de uittreedsom.

  • 2.

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op alle andere verplichtingen van de BGTS die als gevolg van de uittreding overtollig zijn geworden dan wel verminderd of beëindigd dienen te worden.

Artikel 33: Ontbinding en liquidatie

  • 1.

    De BGTS kan worden ontbonden, op voorstel van het algemeen bestuur, gelezen artikel 9 Wgr, bij een daartoe strekkend besluit van het college van B&W en de raden van de deelnemende OCMW’s.

  • 2.

    Ingeval van een besluit tot ontbinding van de BGTS, als bedoeld in het vorige lid, stelt het algemeen bestuur daarvoor een liquidatieplan op ter vereffening van het vermogen van de regeling. Een zodanig besluit wordt met een twee derde meerderheid genomen, gehoord het college van B&W en de raden van de deelnemende OCMW’s.

  • 3.

    Het liquidatieplan voorziet in de verplichtingen van de gemeenten en de financiële gevolgen van de ontbinding de regeling.

  • 4.

    Het liquidatieplan voorziet in de gevolgen die de ontbinding heeft voor het personeel.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van de liquidatie.

  • 6.

    Het besluit tot ontbinding of tot wijziging van deze regeling wordt direct gezonden aan de gemeenten.

  • 7.

    De organen van de BGTS blijven ook na het tijdstip van ontbinding in functie, totdat de vereffening is voltooid.

  • 8.

    Gedurende de vereffening wordt de aanduiding van de regeling aangevuld met de afkorting van ‘in liquidatie’, zodat het opschrift komt te luiden: “(BGTS aan-z i.l .)”

Artikel 34: Toezending

  • 1.

    Het gemeentebestuur van de gemeente Terneuzen respectievelijk de raad van de deelnemende OCMW's zendt deze statuten, alsmede het besluit tot opheffing, toe aan de respectievelijke toezichthouders.

  • 2.

    Het algemeen bestuur zendt deze statuten alsook de besluiten tot wijziging of ontbinding aan het secretariaat-generaal van de Benelux Unie te Brussel, ten behoeve van de notificatie als toepassing van het Verdrag.

  • 1.

    De officiële publicatie van de statuten van de BGTS vindt plaats door de partners volgens de bepalingen van het interne recht van Nederland en Vlaanderen.

Artikel 35: Overgangsbepaling

Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter van de BGTS blijven hun functies vervullen tot de zittingsperiode van de gemeenteraden is beëindigd en in hun opvolging is voorzien.

Artikel 36: Inwerkingtreding

De werking van deze statuten gaat per 1 januari 2025 in.

Artikel 37: Evaluatie

De werking van de BGTS wordt elke 4 jaar geëvalueerd. De evaluatie heeft vooral betrekking op de vraag of de samenwerking de doelen die zij zich heeft gesteld ook heeft bereikt tegen de kosten die hiervoor waren uitgetrokken. Daarnaast dient ook gekeken te worden naar de uitvoering van de specifieke taken. De manier waarop de samenwerking heeft gefunctioneerd, is eveneens onderdeel van de evaluatie.

Ondertekening

Ondertekening

Aldus vastgesteld op …………………….

Gemeente Terneuzen

H.J.A. van Merrienboer S.I.L. de Waal

Burgemeester Secretaris

Het Openbaar centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) Assenede

L. Goethals …

Voorzitter Algemeen directeur

Het Openbaar centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) Kaprijke

P. Hugaert …

Voorzitter Algemeen directeur

Het Openbaar centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) Sint-Laureins

J. Roels …

Voorzitter Algemeen directeur

Bijlage 1. Het overzicht van de gemeenschappelijke dienstverlening aan-z

Op basis van artikel 12 lid 2 van de statuten is in dit overzicht vastgelegd de samenstelling van de gemeenschappelijke dienstverlening van aan-z, zoals gedefinieerd in artikel 1.

De gemeenschappelijke dienstverlening behelst de uitvoering van:

  • Tafeltje-dek-je

  • Dorpsrestaurants

  • Vrijwilligerswerk en vrijwilligersdiensten

  • Coördinator en centrumleider

  • Personenalarmering

  • Route 55

  • Cursusaanbod

  • Dag van de mantelzorger

Vastgesteld door het Algemeen bestuur

Datum:…….

L. van de Voorde

Voorzitter