Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2025 (Verordening lijkbezorgingsrechten 2025)

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2025 (Verordening lijkbezorgingsrechten 2025)

De raad van de gemeente Montfoort;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2024, zaaknummer 398708;

Gelet op artikel 229 eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet.

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2025.  

(Verordening lijkbezorgingsrechten 2025)

Artikel 1 Definities

De in deze verordening gebruikte begrippen:

- algemeen graf:

een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van maximaal twee lijken voor maximaal 10 jaar;

- eigen urnengraf:

een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van maximaal twee as-bussen met of zonder urnen; urnengraven bestaan in de categorie "groot" en "klein";

- as-bus:

een bus ter berging van as van een overledene;

- begraafplaats:

de algemene begraafplaats gelegen aan de Julianalaan, de Rooms-Katholieke begraafplaats gelegen aan de Lodewijkstraat en de algemene begraafplaats De Stuivenberg gelegen aan Bovenkerkweg;

- eigen graf:

een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon contractueel het uitsluitend recht is verleend tot:

  • *

    het doen begraven en begraven houden van maximaal twee lijken;

  • *

    het doen bijzetten en bijgezet houden van een as-bus met of zonder urn;

- grafbedekking:

gedenkteken of afdekplaat of grafbeplanting op een graf.

- eigen urnen nis:

een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van maximaal twee as-bussen met of zonder urnen;

- urn:

een voorwerp ter berging van één of meer as-bussen;

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten (kosten) geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten (kosten) worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikmaakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De rechten (kosten) worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor de berekening van de rechten (kosten) wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

1. Met betrekking tot de rechten (kosten) die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

2. Met betrekking tot de rechten (kosten) genoemd in de hoofdstukken 1, 2 en 6 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt geheven.

Artikel 6 Wijze van heffing

1. De rechten, als bedoeld in hoofdstuk 6 van de tarieventabel worden geheven door middel van een aanslag.

2. De overige rechten (kosten) van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de verschuldigde bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van het verschuldigde recht (kosten) en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten (kosten)

1. De rechten (kosten), als bedoeld in hoofdstuk 6 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak* of, zo dit later is, bij de aanvang van de betalingsplicht.

2. Indien de betalingsplicht in de loop van het belastingtijdvak* aanvangt zijn de rechten (kosten) bedoeld in hoofdstuk 6 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten (kosten). Mits er in dat jaar, na de betalingsplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

3. Indien de betalingsplicht in de loop van het belastingtijdvak* eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten (kosten) bedoeld in hoofdstuk 6 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten (kosten). Mits er in dat jaar, na het einde van de betalingsplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

4. Andere rechten (kosten) als die bedoeld in hoofdstuk 6 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Ad * Met belastingtijdvak wordt bedoeld het tijdvak in het lopende jaar waarin het recht (kosten) is ontstaan.

Artikel 8 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 7, tweede lid, vermelde rechten (kosten) moeten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving. 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 6, lid twee, vermelde rechten moeten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘verordening Lijkbezorgingsrechten 2024’ van 11 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van deze heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten (kosten) hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 11 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2025'.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Montfoort, gehouden op 16 december 2024.

de griffier, mr. S.G. Meijer

de voorzitter, mr. P.J. van Hartskamp-de Jong

 

Tarieventabel behorende bij de verordening Lijkbezorgingsrechten 2025.

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten (kosten) eigen graven, eigen urnen nissen en eigen urnengraven (inclusief onderhoud begraafplaats)

Hoofdstuk 2 Geven van gelegenheid tot het begraven in algemene graven (inclusief onderhoud begraafplaats)

Hoofdstuk 3 Begraven

Hoofdstuk 4 Bijzetten van een as-bus of urn

Hoofdstuk 5 Grafbedekking

Hoofdstuk 6 Opgraven

  • Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten (kosten) eigen graven, eigen urnen nissen en eigen urnengraven (inclusief onderhoud begraafplaats)

     

    1.1

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een eigen graf voor een

    periode van 10 jaar wordt geheven / in rekening gebracht:

    € 1.728,40

     

    1.1.1

    Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 5 jaren

    wordt geheven / in rekening gebracht:

    € 888,55

     

    1.1.2

    Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 10 jaren

    wordt geheven / in rekening gebracht:

    € 1.728,40

     
     
     
     
     

    1.2

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een eigen urnen nis inclusief het bijzetten van één urn of één as-bus voor een periode van 20 jaar wordt geheven / in rekening gebracht:

    € 1.090,75

     

    1.2.1

    Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2 met 10 jaren

    wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven/ in rekening gebracht

    voor het verlenen van het uitsluitend recht.

    € 444,30

     
     
     
     
     

    1.3

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een “klein” eigen urnengraf inclusief het bijzetten van één urn of één as-bus voor een periode van 20 jaar wordt geheven / in rekening gebracht

    € 1.090,75

     

    1.3.1

    Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3 met 10 jaren

    wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven / in rekening gebracht

    voor het verlenen van het uitsluitend recht.

    € 444,30

     
     
     
     
     

    1.4

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een “groot” eigen urnengraf inclusief het bijzetten van één urn of één as-bus voor een periode van 20 jaar wordt geheven / in rekening gebracht

    € 1.930,55

     

    1.4.1

    Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.4 met 10 jaren

    wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven / in rekening gebracht

    voor het verlenen van het uitsluitend recht.

    € 864,85

     
     
     
     
     

    1.5

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf voor een

    periode van 20 jaar wordt geheven/ in rekening gebracht

    € 1.728,40

     

    1.5.1

    Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.5 met 10 jaren

    wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven / in rekening gebracht

    voor het verlenen van het uitsluitend recht.

    € 864,85

     
     
     
     

    Hoofdstuk 2 Geven van gelegenheid tot het begraven in algemene graven

    (inclusief onderhoud begraafplaats)

    2.1

    Voor het geven van gelegenheid tot het doen begraven in een algemeen graf

    voor een periode van 10 jaren wordt geheven/ in rekening gebracht

    € 864,85

    Hoofdstuk 3 Begraven

    3.1

    Voor het begraven van een lijk van een persoon van 6 jaar of ouder wordt geheven/ in rekening gebracht

    € 864,85

    3.2

    Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 6 jaar wordt geheven/ in rekening gebracht

    € 202,20

    Hoofdstuk 4 Bijzetten van as-bussen en urnen

    4.1

    Voor het bijzetten van een tweede as-bus of eigen urn wordt geheven / in rekening gebracht:

    € 202,20

    Hoofdstuk 5 Grafbedekking

    5.1

    Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of

    vernieuwen van een grafbedekking wordt geheven/ in rekening gebracht

    € 123,65

    Hoofdstuk 6 Opgraven

    6.1

    Voor het op verzoek tussentijds ruimen van een lijk wordt geheven

    (Voor het ruimen na afloop van het recht worden geen extra rechten (kosten) geheven/ in rekening gebracht)

    € 821,70

    6.2

    Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven/ in rekening gebracht

    € 821,70

    6.3

    Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven/ in rekening gebracht

    € 1.640,75

    6.4

    Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf op een andere

    begraafplaats wordt geheven/ in rekening gebracht

    € 1.640,75

 
 

Behorende bij raadsbesluit van 16 december 2024

de griffier van de gemeente Montfoort,

mr. S.G. Meijer