Beleidsregels regeling opvang ontheemden Oekraïne Gemeente Eemsdelta

Artikel 1 Definities

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht (Awb), op de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne (TwOEK); en de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO). In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

• a.

  het college van B en W: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsdelta;

• b.

  BRP: basisregistratie personen;

• c.

  ontheemden uit Oekraïne: de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet als bedoeld in artikel 1 van de Vreemdelingenwet 2000, omdat hij onder de reikwijdte valt van het Uitvoeringsbesluit van 4 maart 2022 van de richtlijn 2001/55/EG of een verlenging daarvan zoals beschreven in artikel 1 sub c RooO;

• d.

  gezinsleden: In artikel 1, aanhef en sub g van de RooO is het begrip van gezinsleden beschreven. Naast deze definitie worden twee ontheemden (zonder of met kinderen) die een gezamenlijke huishouding voeren en op een kamer wonen aangemerkt als een gezin;

• e.

  gemeentelijke opvangvoorziening (GOO): door of vanwege het college van B en W aangeboden of beschikbaar gestelde opvangvoorziening voor ontheemden;

• f.

  particuliere opvangvoorziening (POO): opvangvoorziening voor ontheemden, anders dan:

  • •

    een gemeentelijke opvangvoorziening; of

  • •

    een woning van de ontheemde of van een gezinslid van de ontheemde;

• g.

  leefgeld: de financiële toelage als bedoeld in artikel 6 lid 1 sub b van de Regeling opvang ontheemden Oekraïne, dit ten behoeve van voedsel, kleding en andere persoonlijke uitgaven;

• h.

  inkomsten: onder inkomsten wordt in ieder geval verstaan:

  • •

    inkomsten uit arbeid in loondienst of als zelfstandige in Nederland of in een ander land;

  • •

    loondervingsuitkering: een uitkering krachtens de verplichte verzekering op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Toeslagenwet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, alsmede een uitkering of inkomensvoorziening op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg aan de werknemer of de gelijkgestelde, bedoeld in artikel 3:6, eerste lid, van die wet, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen en de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen;

• i.

  eigen bijdrage voor ontheemden uit Oekraïne: verplichte eigen bijdrage zoals omschreven in artikel 8 van de RooO;

• j.

  bewonersregistratie: registratie van de bewoners van de gemeentelijke opvanglocaties.

Artikel 2 Aanmeldprocedure

• 1.

  De ontheemde meldt zich bij de gemeente en geeft aan de tijdelijke bescherming te willen. Bij de gemeente wordt nagegaan of de persoon:

  • a.

    de Oekraïense nationaliteit bezit, of;

  • b.

    niet de Oekraïense nationaliteit bezit (derdelander) en in het bezit is van een Oekraïense verblijfsvergunning asiel of permanent verblijfsrecht in Oekraïne;

  • c.

    een gezinslid van een ontheemde is.

Als dat het geval is, wordt indien beschikbaar een opvangplek in de gemeente toegewezen. Als er geen opvangplek beschikbaar is, dan informeert de gemeente bij nabijgelegen gemeenten of neemt contact op met het Regionaal Coördinatiecentrum Vluchtelingen Spreiding (RCVS).

• 2.

  Nadat opvang is geboden moet de ontheemde zich binnen 5 werkdagen inschrijven in de BRP. Locatiemanager informeert per direct, maar ten minste binnen 5 werkdagen, het team inkomen over de plaatsing door een email te sturen naar oekraineinkomen@eemsdelta.nl.

• 3.

  De gemeente informeert de ontheemde over de verplichting om zich binnen vier weken te melden bij de IND.

Artikel 3 Leefgeld 3.1. Aanvraag leefgeld

• 1.

  Het college van B en W verstrekt op aanvraag van de ontheemde leefgeld aan de ontheemde en diens gezin.

• 2.

  De aanvraag geschiedt via het daartoe bestemde formulier. De ontheemde ontvangt het aanvraagformulier leefgeld binnen 24 uur (op werkdagen) nadat hij zich heeft gemeld bij de gemeente. De ontheemde meldt zich door een email te sturen naar oekraineinkomen@eemsdelta.nl.

• 3.

  In afwijking van het eerste lid, kan de aanvraag namens de ontheemde worden gedaan door een daartoe aangewezen persoon of hulpverlenende instantie.

3.2. Ingangsdatum leefgeld

• 1.

  Leefgeld wordt toegekend per de datum van de aanvraag.

• 2.

  In afwijking van het eerste lid, kan leefgeld eerder of later worden toegekend per:

  • a.

    de datum van inschrijving in het BRP van de gemeente Eemsdelta;

  • b.

    de datum van het feitelijk verblijf in een gemeentelijke opvang;

  • c.

    de eerste van de maand volgend op de maand van aanvraag in het geval de belanghebbende afkomstig is uit een andere gemeente binnen Nederland en aldaar leefgeld ontving;

  • d.

    de eerste van de maand volgend op de maand waarin de belanghebbende geen inkomsten uit arbeid of uitkering of toeslag ontvangt.

3.3. Recht op het leefgeld

• 1.

  Een recht op leefgeld bestaat jegens de ontheemde, die:

  • a.

    in de gemeente is ingeschreven in de BRP;

  • b.

    verblijft in een gemeentelijke opvang voorziening (hierna: GOO) of in een particuliere opvang voorziening (hierna: POO);

  • c.

    inkomsten ontvangt welke lager zijn dan het bedrag van de voor de ontheemde geldende financiële toelage.

• 2.

  De gemeente kan leefgeld verstrekken aan ontheemden die zich nog niet hebben kunnen inschrijven in de BRP. Indien het nog niet kunnen inschrijven in de BRP niet te wijten is aan de ontheemde, dan gaat de gemeente hier coulant mee om. De locatiemanager kan waar nodig een voorschot verstrekken. De datum van het beschikbaar stellen van opvangplek in de GOO en de hoogte van de voorschot wordt per direct, in ieder geval binnen 5 werkdagen doorgegeven aan het team inkomen door een email te sturen naar oekraineinkomen@eemsdelta.nl.

• 3.

  Geen recht op het leefgeld bestaat jegens de ontheemde, die:

  • a.

    verblijft in een door hemzelf of zijn gezinslid gehuurde of gekochte woning;

  • b.

    die de Nederlandse nationaliteit bezit;

  • c.

    van wie rechtens de vrijheid is ontnomen;

  • d.

    aan wie de tijdelijke bescherming wordt geweigerd vanwege het bepaalde in artikel 28 van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming;

  • e.

    gehuwd is met iemand met de Nederlandse nationaliteit;

  • f.

    inkomsten uit arbeid, werk als zelfstandige, freelancer, zzp'er of loondervingsuitkeringen of toeslagen heeft die hoger zijn dan de voor de ontheemde geldende financiële toelage;

  • g.

    wie niet voldoet aan de inlichtingenplicht;

  • h.

    uit de gemeente en/of de opvang vertrekt voor een periode langer dan 28 dagen zonder toestemming van de gemeente.

3.4. Hoogte van het leefgeld

• 1.

  Het hoogte van het leefgeld wordt bepaald conform artikel 10 van de Regeling opvang ontheemden Oekraïne voor een ontheemde in de GOO of artikel 12 van deze regeling voor ontheemde in een POO.

• 2.

  Indien de inkomsten uit arbeid, werk als zelfstandige, freelancer of zzp'er, loondervingsuitkering en of toeslagen, bij elkaar opgeteld, lager zijn dan de hoogte van het leefgeld dat aan het gezin zou worden uitgekeerd, vult de gemeente het inkomen aan tot de hoogte van het leefgeld. Hiermee komt een gezin altijd minimaal uit op het bedrag dat gelijk is aan het leefgeld dat aan dit gezin zou worden uitgekeerd.

• 3.

  Het leefgeld wordt maandelijks uitgekeerd op een Nederlandse bankrekening op naam van de ontheemde of diens meerderjarige gezinslid.

3.5. Beëindiging leefgeld

• 1.

  De verstrekking van het leefgeld wordt beëindigd indien de ontheemde:

  • a.

    inkomsten uit arbeid in loondienst of als zelfstandige in Nederland of in een ander land heeft of een loondervingsuitkering of een toeslag op grond van de Toeslagenwet ontvangt die hoger is dan voor de ontheemde geldende leefgeld norm;

  • b.

    gedurende twee weken niet heeft voldaan aan verzoeken van of namens het college om informatie te verstrekken over zijn inkomsten en gezinssamenstelling;

  • c.

    inkomsten verborgen heeft gehouden en daardoor ten onrechte van de verstrekkingen gebruik heeft gemaakt;

  • d.

    geen gebruik meer maakt van opvang omdat in opvang (of onderdak) elders is voorzien;

  • e.

    de opvang definitief verlaat of langer dan 28 dagen per kalenderjaar niet in de opvang is verschenen zonder het college hiervan op de hoogte te stellen;

  • f.

    ernstig inbreuk maakt op de verplichtingen, genoemd in artikel 6, derde lid van de Regeling;

  • g.

    een ernstige vorm van geweld pleegt jegens medebewoners die in dezelfde opvangvoorziening verblijven of personen die werkzaam zijn in de voorziening of aan anderen.

• 2.

  Indien de in het eerste lid bedoelde ontheemde meerderjarig is en deel uitmaakt van een gezin, dan eindigt de verstrekking van het leefgeld van het gehele gezin.

• 3.

  Inden een minderjarig kind inkomsten ontvangt wordt enkel het leefgeld voor dit kind beëindigd.

• 4.

  Indien één persoon vertrekt of enkele personen van het gezin vertrekken wordt de hoogte van het leefgeld aangepast naar de situatie van het gezin dat nog wel in de opvangvoorziening verblijft.

• 5.

  De beëindiging gaat in vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin van een of meer van bovengenoemde omstandigheden is gebleken.

3.6. Terugvordering leefgeld

• 1.

  Het college maakt gebruik van de bevoegdheid om het leefgeld terug te vorderen wanneer er wordt vastgesteld dat er ten onrechte (te veel) leefgeld is verstrekt.

• 2.

  Indien leefgeld is verstrekt aan een gezin, dan vordert het college het aan het gezin teveel of ten onrechte vertrekt leefgeld terug van de meerderjarige ontheemde en/of diens meerderjarige gezinslid.

• 3.

  Het college vordert niet meer terug dan dat er vertrekt is.

3.7. Invordering leefgeld

• 1.

  Het college start de invordering op de datum van het besluit tot terugvordering.

• 2.

  Vorderingen worden voor zover mogelijk in één keer terugbetaald binnen de gestelde betalingstermijn van 6 weken.

• 3.

  Het besluit tot invordering vermeld in ieder geval:

  • a.

    de reden van de terugvordering;

  • b.

    de hoogte van het terug te vorderen bedrag en

  • c.

    de gestelde betalingstermijn.

  • d.

    de mogelijkheid om binnen de gestelde betalingstermijn van 6 weken een betalingsregeling te treffen.

• 4.

  Het besluit waarin de betalingsregeling wordt vastgesteld vermeld in ieder geval:

  • a.

    de maandelijkse betalingsverplichting;

  • b.

    de datum van ingang van de betalingsverplichting;

  • c.

    de wijze waarop het besluit, bij gebreke van tijdige betaling, ten uitvoer wordt gelegd, waaronder tevens begrepen de aankondiging dat eventuele executiekosten vanwege inschakeling van derden voor rekening van ontheemde zijn;

  • d.

    de mededeling dat, bij gebreke van tijdige betaling, de vordering in zijn geheel, zonder verdere vooraankondiging, ineens opeisbaar wordt en dat het college in dat geval niet langer gehouden is aan de vastgestelde aflossingsverplichting als genoemd onder a.

• 5.

  De ontheemde kan, onder overlegging van financiële en andere relevante gegevens, met bijbehorende afschriften van bewijsstukken, schriftelijk verzoeken om:

  • a.

    wijziging van de eerder vastgestelde betalingsverplichting of,

  • b.

    tijdelijk uitstel van de opgelegde betalingsverplichting als de ontheemde aan de eerder vastgestelde betalingsverplichting niet kan voldoen.

• 6.

  Indien de ontheemde na ontvangst van de herinnering en de aanmaning een opgelegde betalingsverplichting niet langer nakomt of helemaal niet heeft nagekomen, kan de vordering worden overgedragen aan een deurwaarder.

• 7.

  Wanneer het college de vordering ter executie overdraagt aan een deurwaarder, kan het college de door deze deurwaarder de gemaakte kosten volledig doorrekenen aan ontheemde.

• 8.

  Er kan worden afgezien van terugvordering in gevallen van dringende redenen, zoals wanneer terugvordering zou leiden tot onaanvaardbare financiële of sociaal-maatschappelijke gevolgen voor de ontheemde.

• 9.

  Het college ziet af van (verdere) terugvordering indien het terug te vorderen bedrag van 100 euro niet te boven gaat.

Artikel 4 Vrijwilligersvergoeding

• 1.

  De locatiemanager kan namens het college van B en W werkzaamheden aanwijzen en deze toewijzen aan de ontheemden die op een opvanglocatie verblijven.

• 2.

  Ontheemde uit Oekraïne die vrijwilligerswerk verricht op een gemeentelijke voorziening krijgt een vrijwilligersvergoeding van €14,- per week.

• 3.

  De vrijwilligersvergoeding geldt niet als inkomen uit arbeid.

• 4.

  Ter bevordering van de integratie, ontmoeting en het vergroten van participatie kunnen activiteiten voor en door de ontheemden worden georganiseerd. Voor deze activiteiten wordt per locatie een bedrag gereserveerd.

Artikel 5 Buitengewone kosten

• 1.

  Het college van B en W vergoedt buitengewone kosten die vanwege hun aard of hoogte in redelijkheid niet geacht worden door de ontheemde zelf te worden betaald, dit op grond van artikel 11 van RooO.

• 2.

  Om in aanmerking te komen voor vergoeding van buitengewone kosten gelden een aantal voorwaarden:

  • a.

    ontheemde uit Oekraïne staat ingeschreven bij de gemeente Eemsdelta;

  • b.

    ontheemde uit Oekraïne woont in een gastgezin of een gemeentelijke opvanglocatie;

  • c.

    ontheemde uit Oekraïne kan de kosten niet zelf betalen en de kosten worden niet op een andere manier vergoedt;

  • d.

    de kosten zijn echt noodzakelijk. Dat betekent dat de kosten moeten worden gemaakt en het niet op een andere manier kan worden opgelost;

  • e.

    de gemeente vergoedt op aanvraag van de ontheemde buitengewone kosten. De aanvraag geschiedt via het daartoe bestemde formulier. De ontheemde ontvangt het formulier buitengewone kosten binnen 24 uur na het versturen van de email naar oekraineinkomen@eemsdelta.nl.

  • f.

    De vergoeding voor buitengewone kosten kan met terugwerkende kracht worden verleend. Dat moet wel worden aangevraagd binnen 6 maanden na de datum waarop de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt.

• 3.

  De volgende kosten worden in elk geval als buitengewoon aangemerkt:

  • a.

    reiskosten voor een verblijfsrechtelijke procedure;

  • b.

    reiskosten naar ambassade;

  • c.

    schoolvervoer van leerplichtige minderjarigen;

  • d.

    reiskosten voor ontheemde van 18 tot 30 jaar, zonder ouders met inkomen, die een erkende MBO, HBO of WO volgen;

  • e.

    de kosten die voortvloeien uit een voorschrift van een arts en die de ontheemde niet zelf kan betalen vanuit leefgeld of inkomen;

  • f.

    kosten voor het aanvragen van een uittreksel vanuit de BRP;

  • g.

    de vergoeding voor reiskosten als bedoeld in dit lid wordt vastgesteld overeenkomstig de regeling reiskosten voor medewerkers in dienst bij de gemeente Eemsdelta;

• 4.

  In bijzondere omstandigheden wordt maatwerk toegepast.

Artikel 6 Eigen bijdrage Ontheemden uit Oekraïne voor GWE

• 1.

  Met ingang van 1 januari 2025 zijn meerderjarige ontheemden die verblijven in de gemeentelijke opvanglocaties binnen de gemeente Eemsdelta verplicht om eigen bijdrage te betalen voor gas, water en elektra.

• 2.

  De verplichting tot het betalen van een eigen bijdrage geldt voor de volgende ontheemden:

  • a.

    meerderjarige ontheemden met inkomsten uit arbeid, waaronder begrepen inkomsten uit loondienst, eigen onderneming, of als zelfstandige zonder personeel (zzp), in binnen- of buitenland.

  • b.

    ontheemden die een loondervingsuitkering (de Werkloosheidswet, de ziektewet, De wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, alsmede een uitkering of inkomstenvoorziening op grond van de wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de wet arbeid en zorg aan de werknemer of gelijkgestelde, bedoeld in artikel 3:6, eerste lid, van die wet, de wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening voor militairen en de wet inkomensvoorziening oudere werklozen) of toeslag op grond van de toeslagenwet ontvangen.

• 3.

  Voor het inkomen zoals bedoeld onder a en b van het vorige lid geldt een inkomensgrens voor de eigen bijdrage. Na het innen van de eigen bijdrage houdt een ontheemde tenminste een inkomen over dat gelijk is aan 120% van de van toepassing zijnde leefgeld norm. Als het inkomen door het heffen van de eigen bijdrage onder de 120% van de van toepassing zijnde leefgeld norm uitkomt is er geen eigen bijdrage verplichting.

• 4.

  De ontheemde betaalt de bijdrage aan de gemeente per maand. Peildatum is steeds de eerste dag van de daaropvolgende maand. De eigen bijdrage dient uiterlijk vóór het eind van iedere maand te zijn betaald door overmaking op de bankrekeningnummer van de gemeente.

• 5.

  Indien geen betaling wordt ontvangen dan wordt na de eerste betalingstermijn van 14 dagen zoals genoemd in lid 4 van dit artikel een herinnering gestuurd. In de herinnering krijgt de ontheemde nogmaals 14 dagen de tijd om de eigen bijdrage te betalen. Vervolgens wordt een aanmaning verstuurd. Daarna kan de vordering worden overgedragen aan een deurwaarder.

Artikel 7 Onevenredig nadeel

• 1.

  1.Indien na aftrek van de eigen bijdrage blijkt dat de ontheemde een besteedbaar inkomen heeft dat lager is dan het leefgeld dat zou zijn verstrekt als er geen sprake was van inkomsten, is er sprake van onevenredig nadeel.

• 2.

  Indien de ontheemde na vaststelling van de eigen bijdrage stelt dat hij of zij onevenredig nadeel ondervindt als gevolg van andere aantoonbare financiële verplichtingen, kan op verzoek van de ontheemde een aanvullende beoordeling plaatsvinden. Hierbij wordt bekeken of, en in hoeverre, deze financiële verplichtingen in redelijkheid aanleiding geven tot aanpassing van de eigen bijdrage.

Artikel 8 Inlichtingenplicht

• 1.

  De ontheemde is verplicht om onverwijld uit eigen beweging, dan wel uiterlijk binnen twee weken nadat door of namens het college hierom is verzocht, om mededeling te doen over zijn inkomsten en gezinssamenstelling. De ontheemde is tevens verplicht om in geval van verandering in inkomsten of gezinssamenstelling het college daarvan onverwijld mededeling te doen.

• 2.

  De mededeling als bedoeld in het eerste lid kan door de ontheemde worden gedaan door het wijzigingsformulier in te vullen te mailen naar oekraineinkomen@eemsdelta.nl.

Artikel 9 Meldingsplicht

• 1.

  Alle volwassen ontheemden die verblijven in een gemeentelijke opvang zijn verplicht zich 1 keer in de week te melden. Dit gebeurt middels een aftekenlijst bij de beveiliging. Bij 2 keer achtereenvolgens niet melden wordt de ontheemde gevraagd zich binnen 2 dagen op locatie te melden. Indien de ontheemde zich dan alsnog niet meldt kan een adresonderzoek worden ingesteld.

• 2.

  De volwassen ontheemden die worden opgevangen door een particulier en die het leefgeld ontvangen, moeten zich op verzoek van de gemeente melden bij de gemeente Eemsdelta. Indien de ontheemde zich niet meldt kan een adresonderzoek worden ingesteld.

Artikel 10 Afwezigheid en recht op opvang

• 1.

  De ontheemde kan de opvang verlaten voor een periode van 28 dagen per jaar.

• 2.

  De ontheemde in de gemeentelijke opvanglocatie dient de locatiemanager vooraf te informeren over de datum van vertrek, de duur van het vertrek en de datum van terugkeer.

• 3.

  De ontheemde in de particuliere opvang dient het college van burgemeester en wethouders vooraf te informeren over de datum van vertrek, de duur van het vertrek en de datum van terugkeer.

• 4.

  Wanneer de termijn van 28 dagen zonder toestemming wordt overschreden wordt de opvang, het leefgeld en overige verstrekkingen uit de RooO beëindigd. Omdat het leefgeld maandelijks wordt uitgekeerd, betekent dit dat de ontheemde per de eerste van de volgende kalendermaand geen leefgeld meer ontvangt.

• 5.

  Wanneer onaangekondigd vertrek wordt geconstateerd, dan kan het college van B en W het recht op opvang, leefgeld en overige verstrekkingen uit de RooO per datum van geconstateerd vertrek beëindigen. Omdat het leefgeld maandelijks wordt uitgekeerd, betekent dit dat de ontheemde per de eerste van de volgende kalendermaand geen leefgeld meer ontvangt.

• 6.

  De locatiemanager is bevoegd om ten alle tijde een bewoningscontrole uit te laten voeren en draagt zorg voor een actuele bewoners- en afwezigheidsadministratie. De locatiemanager informeert per direct in ieder geval binnen 5 werkdagen het team inkomen door een mail te sturen naar oekraineinkomen@eemsdelta.nl.

• 7.

  De persoonlijke eigendommen worden bij ontruiming van de kamer nog gedurende een maand bewaard en kunnen in die periode worden opgehaald.

• 8.

  In bijzondere omstandigheden kan de ontheemde het college van B en W gemotiveerd verzoeken het recht op opvang in stand te houden na de periode van 28 dagen.

Artikel 11 Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorziet, beslist het college van B en W. Het college van B en W kan besluiten om tijdelijk af te wijken van deze beleidsregels wanneer specifieke individuele omstandigheden van dien aard zijn, dat een strikte toepassing van de beleidsregels tot een schrijnende situatie leidt of een schrijnende situatie laat voortduren. Het college beslist na gemotiveerd advies van de locatiemanager GO en de teammanager Inkomen. Indien er verschil van interpretatie bestaat, of zou kunnen bestaan, over de inhoud en/of reikwijdte van beleidskaders en of de regeling is het advies van de teammanager inkomen leidend.

Artikel 12 Inwerkingtreding

• 1.

  Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2025.

• 2.

  Deze beleidsregels worden gewijzigd of ingetrokken indien vaststelling van nieuwe hogere regelgeving dit noodzakelijk maakt.

Artikel 13 Citeerartikel

De beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Regeling opvang ontheemden Oekraïne Eemsdelta.