Verordening auditcommissie Veiligheidsregio Fryslân 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening auditcommissie Veiligheidsregio Fryslân 2025

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Fryslân

gelet op:

  • artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • artikel 17 van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Fryslân;

besluit:

  • in te trekken de Verordening op de Auditcommissie Veiligheidsregio Fryslân van 6 maart 2014;

  • vast te stellen de Verordening Auditcommissie Veiligheidsregio Fryslân;

Artikel 1 Instelling en begripsbepalingen

  • 1. Ingesteld wordt een commissie van advies aan het algemeen bestuur, genaamd Auditcommissie.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de organisatie: het openbaar lichaam Veiligheidsregio Fryslân;

    • b.

      de commissie: de auditcommissie;

    • c.

      de accountant: de in de Controleverordening Veiligheidsregio Fryslân bedoelde accountant die belast is met de controle op de in artikel 197 van de Gemeentewet bedoelde jaarrekening;

    • d.

      de voorzitter: de voorzitter van de commissie;

    • e.

      de secretaris: de secretaris van de commissie.

Artikel 2 Doel

  • 1. De commissie heeft als doel het algemeen bestuur te adviseren over alle financiële bedrijfsvoeringaspecten, in het bijzonder over de gang van zaken rond organisatiebeleid en de financiële aspecten die ermee samenhangen (Planning en Control-cyclus).

  • 2. De commissie treedt niet in de onderscheiden bevoegdheden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.

  • 3. De commissie is in de eerste plaats adviseur van het algemeen bestuur, met tevens een adviesrol naar het dagelijks bestuur als het gaat om de informatievoorziening en meer specifiek de verantwoording.

  • 4. De commissie is in voorkomende gevallen ook adviseur van de bestuurscommissie gezondheid en de bestuurscommissie veiligheid.

  • 5. De commissie houdt zich in het bijzonder bezig met de wijze waarop het algemeen bestuur sturing geeft en in relatie daarmee met de verantwoording door het dagelijks bestuur van haar activiteiten en prestaties.

Artikel 3 Taken en bevoegdheden

  • 1. De commissie heeft als aandachtsgebied alle activiteiten die van belang zijn voor een goede beheersing van de organisatie op het gebied van rechtmatigheid en getrouwheid inzake de kaderstellende en controlerende verantwoordelijkheid van het algemeen bestuur.

  • 2. Tot de in lid 1 bedoelde aandachtsgebieden behoren in ieder geval de volgende onderwerpen:

    • a.

      de externe accountant en de opdracht tot accountantscontrole;

    • b.

      de verordeningen op grond van artikel 212 en 213 Gemeentewet;

    • c.

      de formele financiële stukken die deel uitmaken van de planning en control cyclus; en

    • d.

      de onderzoeken namens het algemeen, bestuur, de bestuurscommissie Gezondheid en de bestuurscommissie Veiligheid op de gebieden van rechtmatigheid en getrouwheid.

  • 3. De commissie is belast met de voorbereiding van de besluitvorming van het algemeen bestuur aangaande:

    • a.

      de aanwijzing alsmede zo nodig het beëindigen van de relatie met de accountant als bedoeld in artikel 213 lid 2 van de Gemeentewet;

    • b.

      het vaststellen van de verordeningen op grond van artikel 212 en 213 van de Gemeentewet;

    • c.

      het vaststellen van de rekening en het jaarverslag;

    • d.

      het vaststellen van de begroting en de meerjarenraming;

    • e.

      het bepalen van een standpunt over rapportages betreffende onderzoeken op het gebied van rechtmatigheid en getrouwheid.

    • f.

      het bepalen van een standpunt over tussentijdse rapportages en andere verslagen van de accountant;

    • g.

      het bepalen van standpunten over door het dagelijks bestuur toegezegde of door de bestuurscommissie Gezondheid, de bestuurscommissie Veiligheid of het algemeen bestuur vastgestelde verbeteringsacties en de voortgang daarvan;

  • 4. In het kader van de uitoefening van haar taken is de commissie bevoegd informatie in te winnen bij en te beraadslagen met het dagelijks bestuur, de ambtelijke organisatie en de accountant.

  • 5. Voor de uitoefening van haar taken kan de commissie opdracht geven aan externe deskundigen om advies aan haar uit te brengen. Jaarlijks kent het algemeen bestuur voor dit doel een werkbudget toe aan de commissie.

  • 6. De commissie vertegenwoordigt het algemeen bestuur tijdens het jaarlijkse verantwoordingsoverleg van het dagelijks bestuur over de rechtmatigheidsverantwoording.

Artikel 4 Accountant en accountantscontrole

  • 1. De commissie vertegenwoordigt het algemeen bestuur in zijn verantwoordelijkheid betreffende de accountantscontrole.

  • 2. Onder de in het eerste lid bedoelde verantwoordelijkheid worden in ieder geval de volgende activiteiten begrepen:

    • a.

      het voorbereiden van en adviseren over het controleprotocol;

    • b.

      het zijn van eerste aanspreekpunt voor de accountant richting het algemeen bestuur betreffende de opzet en uitvoering van de accountantscontrole;

    • c.

      een overlegplatform te zijn voor de voorgenomen controleaanpak door de accountant met de mogelijkheid om specifieke aandacht te doen besteden aan bepaalde programma’s, thema’s of paragrafen;

    • d.

      een overlegplatform te zijn voor de uitkomsten van de door de accountant uitgevoerde controles;

    • e.

      het periodiek evalueren van de werkzaamheden van de accountant;

    • f.

      het voorbereiden van de selectie van de accountant, de gunning en de opdrachtverstrekking;

    • g.

      een afstemmingsoverleg te zijn over de voorgenomen onderzoeken door accountant;

    • h.

      het adviseren aan het algemeen bestuur over genoemde taken.

  • 3. Bij de uitvoering van de in het vorige lid genoemde taken e en f neemt de zittende accountant geen deel aan de beraadslagingen.

  • 4. De commissie verzoekt jaarlijks aan de accountant en aan het dagelijks bestuur, aan haar opgave te verstrekken van alle door hem/haar uitgevoerde onderzoeken die liggen op het vlak van de taakstelling van de commissie.

Artikel 5 Verordeningen

  • 1. De commissie adviseert het algemeen bestuur met betrekking tot haar kaderstellende verantwoordelijkheid. Deze kaderstellende verantwoordelijkheid betreft in de eerste plaats de verordeningen op grond van artikel 212 en 213 Gemeentewet en de in deze verordeningen vermelde beleidsnota’s.

  • 2. Onder de in het eerste lid bedoelde adviesrol worden in ieder geval de volgende activiteiten begrepen:

    • a.

      het adviseren over de verschillende verordeningen;

    • b.

      het adviseren over de op grond van de verordeningen verplichten beleidsnota’s; en

    • c.

      het periodiek laten toetsen dat de organisatie beschikt over de wettelijke verplichte verordeningen.

Artikel 6 Financiële stukken

  • 1. De commissie heeft gelet op het doel van de commissie, zoals geformuleerd in artikel 2 lid 1, een adviesrol ten aanzien van de formele financiële documenten van de planning en control cyclus van de organisatie. Deze documenten vormen de kern van de kaderstellende en controlerende verantwoordelijkheid van het algemeen bestuur.

  • 2. Tot de in het eerste lid bedoelde rol behoren in ieder geval de volgende activiteiten:

    • a.

      de inrichting op hoofdlijnen van de begroting en de jaarrekening (gelet op artikel 2lid 1 en artikel 3 van de Financiële verordening);

    • b.

      het bepalen van de indicatoren voor het meten en het afleggen van verantwoording over de productie van geleverde diensten en de maatschappelijke effecten (gelet op artikel 2 lid 2 van de Financiële verordening);

    • c.

      een overlegplatform te zijn voor de kaders en uitgangspunten voor het opstellen van de begroting en de jaarrekening;

    • d.

      het adviseren over het voorstel tot resultaatbestemming van het dagelijks bestuur.

Artikel 7 Onderzoeken

  • 1. De commissie bevordert de afstemming van de interne en externe onderzoeken op het gebied van rechtmatigheid en getrouwheid en vormt hiertoe een platformfunctie.

  • 2. De afstemming van de opdrachtformulering voor de accountantscontrole en het interne controleplan vormt een jaarlijks terugkerend onderdeel van de platformfunctie.

Artikel 8 Samenstelling en benoeming

  • 1. De commissie is als volgt samengesteld:

    • a.

      twee leden vanuit de bestuurscommissie gezondheid;

    • b.

      twee leden vanuit de bestuurscommissie veiligheid;

    • c.

      twee externe leden zijnde deskundigen op het gebied van onderzoeken naar rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid binnen de publieke sector;

    • d.

      de portefeuillehouder financiën in het dagelijks bestuur;

    • e.

      de controller van de organisatie;

    • f.

      de directie van de organisatie.

  • 2. De twee leden van de bestuurscommissie gezondheid en de twee leden van de bestuurscommissie veiligheid worden benoemd door de respectievelijke bestuurscommissies.

  • 3. De twee externe leden worden aangewezen door het algemeen bestuur.

  • 4. De commissie wijst uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter aan.

  • 5. De controller is secretaris en adviseur van de commissie.

  • 6. De directie fungeert als adviseur van de commissie.

  • 7. De accountant neemt als adviseur deel aan de vergaderingen van de commissie, voor zover het de uitvoering van zijn opdracht betreft.

  • 8. De directeur bedrijfsvoering neemt als adviseur deel aan de vergaderingen van de commissie, voor zover het bedrijfsvoeringsgerelateerde onderwerpen betreft.

  • 9. De voorzitter kan als dit nodig is of wenselijk wordt geacht, namens de commissie, leden van het dagelijks bestuur en ambtenaren vragen bij een vergadering van de auditcommissie aanwezig te zijn.

Artikel 9 Zittingsduur

  • 1. De zittingsperiode in de commissie van de twee leden van de bestuurscommissie gezondheid, de twee leden van de bestuurscommissie veiligheid en de twee externe leden is 4 jaar.

  • 2. De commissie stelt een rooster van aftreden vast dat erin voorziet dat:

    • a.

      tenminste de helft van het aantal leden na een zittingsperiode van vier jaar aftreedt;

    • b.

      de continuïteit zoveel mogelijk wordt gewaarborgd.

  • 3. Het lidmaatschap en het voorzitterschap van de commissie eindigt voorts

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij verlies van de hoedanigheid op grond waarvan men is benoemd.

  • 4. Een lid kan in totaal niet meer dan 8 jaar aaneengesloten zitting hebben in de commissie.

  • 5. Het algemeen bestuur kan besluiten tot het voortijdig vervangen van de zittende externe leden.

  • 6. In een vacature in de commissie wordt zo snel mogelijk voorzien.

Artikel 10 Voorzitter

  • 1. De voorzitter draagt zorg voor een goed verloop van de vergaderingen van de commissie.

  • 2. Onder de in het eerste lid bedoelde activiteiten wordt in ieder geval begrepen:

    • a.

      het voorbereiden van de agenda;

    • b.

      het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie;

    • c.

      het leiden van de vergaderingen;

    • d.

      het bevorderen van een heldere besluitvorming over commissie aangelegenheden.

  • 3. De voorzitter wordt bij de in het tweede lid genoemde werkzaamheden ondersteund door de secretaris van de commissie.

  • 4. De voorzitter vertegenwoordigt de commissie in het algemeen bestuur ter toelichting op het werk en de adviezen van de commissie, alsmede extern.

  • 5. De twee leden van de bestuurscommissie veiligheid vertegenwoordigen de commissie in de bestuurscommissie veiligheid ter toelichting op het werk en de adviezen van de commissie.

  • 6. De twee leden van de bestuurscommissie gezondheid vertegenwoordigen de commissie in de bestuurscommissie gezondheid ter toelichting op het werk en de adviezen van de commissie.

Artikel 11 Secretaris en ambtelijke ondersteuning

  • 1. De secretaris heeft onder meer de volgende taken:

    • a.

      in overleg met de voorzitter voorbereiden van de vergaderingen van de commissie;

    • b.

      het opstellen van oplegnotities voor de agendapunten van de vergaderingen;

    • c.

      het zorg dragen voor de verslaglegging van de vergaderingen van de commissie;

    • d.

      het zorg dragen voor een correcte archivering van de vergaderstukken van de commissie.

  • 2. De secretaris kan bij de uitoefening van zijn taak gebruik maken van medewerkers van de organisatie.

Artikel 12 Vergaderingen en verslaglegging

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt of tenminste twee leden onder opgave van redenen dit aan de voorzitter vragen, doch tenminste drie maal per jaar.

  • 2. De voorzitter belegt de vergaderingen. Hij draagt er zorg voor dat de oproepingen – spoedeisende gevallen uitgezonderd - tenminste tien dagen voor de vergadering aan de leden worden verzonden.

  • 3. De oproepingen vermelden datum, tijd, plaats en te behandelen onderwerpen. De voor de behandeling van die onderwerpen relevante stukken worden zoveel mogelijk tegelijkertijd aan de leden toegezonden.

  • 4. Van iedere vergadering wordt een verslag gemaakt onder verantwoordelijkheid van de secretaris. Het verslag wordt vastgesteld door de commissie en ter beschikking gesteld van het algemeen bestuur.

  • 5. Van de beraadslagingen betreffende de evaluatie van de werkzaamheden van de accountant en de aanbestedingsprocedure voor de accountantsbenoeming wordt een afzonderlijk verslag gemaakt. Dit verslag wordt niet ter beschikking gesteld van de zittende accountant.

  • 6. De externe leden ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie een vergoeding. De hoogte van deze vergoeding (presentiegeld) wordt eens per vier jaar vastgesteld door het algemeen bestuur.

Artikel 13 Besluitvorming

  • 1. Een door de commissie aan het algemeen bestuur uit te brengen advies kan slechts worden vastgesteld, indien tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2. Indien bij het vaststellen van het advies geen eenstemmigheid bestaat, wordt van de mening van de minderheid melding gemaakt indien deze dat nodig vindt.

  • 3. Indien over een voorstel door geen van de leden stemming wordt verlangd, is het aangenomen.

  • 4. Bij een eventueel staken van stemmen, heeft de voorzitter een doorslaggevende stem.

  • 5. Het algemeen bestuur kan bij haar besluitvorming alleen op zwaarwegende gronden afwijken van het advies van de commissie.

  • 6. De commissie wordt in kennis gesteld van de besluiten van het algemeen bestuur.

Artikel 14 Openbaarheid en geheimhouding

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar, tenzij de commissie anders bepaalt.

  • 2. De adviezen van de commissie zijn openbaar, tenzij de commissie anders bepaalt. Stukken waarvoor geheimhouding is opgelegd, liggen voor bestuursleden met inachtneming van die geheimhouding, ter inzage bij het directiearchief.

Artikel 15 Informeren en adviseren van het algemeen bestuur

  • 1. Adviezen van de commissie worden door tussenkomst van het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur voorgelegd.

  • 2. De commissie streeft naar consensus bij het uitbrengen van haar adviezen aan het algemeen bestuur.

  • 3. Op verzoek van het algemeen bestuur geeft de voorzitter van de commissie een toelichting in de vergadering van het algemeen bestuur. Vertrouwelijke mededelingen worden in een besloten vergadering gedaan.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Verordening auditcommissie Veiligheidsregio Fryslân”.

Artikel 17 Overgangsbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

  • 2. Met de vaststelling van deze verordening komt de op 6 maart 2014 vastgestelde “Verordening op de Auditcommissie Veiligheidsregio Fryslân” te vervallen.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van Veiligheidsregio Fryslân op 11 december 2024.

Ondertekening

De voorzitter, S. van Haersma Buma

De secretaris, W.K. Kleinhuis