Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Hengelo 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Hengelo 2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo; gelet op de Verordening Jeugdhulp gemeente Hengelo 2025; gelet op het bepaalde in de artikelen 4:81 en 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit

vast te stellen de

Beleidsregels jeugdhulp gemeente Hengelo 2025

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    Besluit: het Besluit Jeugdwet.

  • b.

    Crisisinterventie: het inschatten van de ernst van de crisis en het nemen van maatregelen om de crisis te stabiliseren.

  • c.

    Huisgenoot: de persoon, die onderdeel uitmaakt van de leefeenheid waar de jeugdige ook toe kan worden gerekend.

  • d.

    Leefeenheid: geheel aan personen, daaronder begrepen de ouder(s), broer(s) , zus(sen) en/of huisgenoot, waarmee de jeugdige op hetzelfde adres woonachtig is, anders dan in een commerciële huurders- of kostgangersrelatie.

  • e.

    Overbelasting: een verstoring van het evenwicht tussen draagkracht en draaglast waardoor fysieke en/of psychische klachten ontstaan.

  • f.

    Pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1. van de wet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die in de vorm van individuele voorziening is toegekend, van derden te betrekken.

  • g.

    Spoedeisende hulp: de ingezette hulp na een crisisinterventie.

  • h.

    Verordening: de Verordening jeugdhulp gemeente Hengelo 2015, 2e wijziging.

  • i.

    Wet: Jeugdwet.

HOOFDSTUK 2 NADERE UITWERKING INDIVIDUELE VOORZIENING

Paragraaf 2.1 Eigen mogelijkheden jeugdige en/of ouders

Artikel 2.1.1 Andere personen

  • 1. Onder ‘andere personen uit zijn naaste omgeving’ zoals bedoeld in artikel 3.1. lid 1 sub a van de verordening wordt verstaan de mantelzorgers en de personen uit het sociale netwerk.

  • 2. Onder mantelzorg wordt verstaan de zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan de jeugdige, door personen uit diens directe omgeving waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie.

  • 3. Bij mantelzorg wordt de normale (gebruikelijke) zorg in zwaarte, duur en/of intensiteit aanmerkelijk overschreden.

  • 4. Mantelzorg vindt plaats op basis van vrijwilligheid, dat wil zeggen dat de mantelzorger bereid en in staat geacht mag worden deze zorg te leveren.

  • 5. Bij mantelzorg wordt een onderscheid gemaakt tussen:

    • i.

      Interne mantelzorg: extra zorg verleend door huisgenoten, medebewoners van dezelfde woning;

    • ii.

      Externe mantelzorg: extra zorg wordt verleend door mensen die geen deel uitmaken van de leefeenheid van de hulpvrager.

Paragraaf 2.2 Afweging en voorwaarden Individuele voorzieningen

Artikel 2.2.1. Groepsgericht of individueel

Als het college een individuele voorziening inzet, zet het college altijd een groepsgerichte voorziening in, tenzij dit niet passend is voor de jeugdige. In die gevallen kan het college een individueel gerichte voorziening inzetten.

HOOFDSTUK 3 PERSOONSGEBONDEN BUDGET

Artikel 3.1. Verplichtingen en kwaliteitseisen

  • 1. De ondersteuning die de jeugdige en/of zijn ouders met het pgb wenst in te kopen moet naar het oordeel van het college van voldoende kwaliteit zijn en in voldoende mate bijdragen aan het bereiken van het in het ondersteuningsplan opgenomen beoogde resultaat.

  • 2. De jeugdige moet naar het oordeel van het college in staat zijn de aan het pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren.

  • 3. Indien de jeugdige zich laat vertegenwoordigen geldt het volgende: de persoon/organisatie die de jeugdige vertegenwoordigt is niet tevens uitvoerder van de ondersteuning die met het pgb wordt ingekocht, tenzij dit, gezien de situatie van de jeugdige, de aard van de ingekochte ondersteuning en de waarborgen waarmee een verantwoorde besteding van het pgb is omgeven, naar het oordeel van het college aanvaardbaar is.

  • 4. De jeugdige aan wie een persoonsgebonden budget is toegekend voor een voorziening in de vorm van dienstverlening, sluit met de aanbieder een zorgovereenkomst conform de verplichte modelzorgovereenkomst SVB, waarin onder andere afspraken zijn opgenomen over de wijze van declareren. Een declaratie van een aanbieder bevat in ieder geval:

    • a.

      een overzicht van de dagen waarop is gewerkt;

    • b.

      het uurtarief;

    • c.

      het Burgerservicenummer en de naam en het adres van de jeugdige;

    • d.

      het nummer waarmee die aanbieder staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

  • Hiernaast wordt de declaratie door de aanbieder ondertekend.

  • 5. Het college kan andere eisen stellen aan de in lid 4 bedoelde zorgovereenkomst indien het persoonsgebonden budget wordt besteed aan een persoon uit het sociale netwerk van de jeugdige of aan een persoon die niet als beroepskracht wordt aangemerkt.

  • 6. In de zorgovereenkomst, als bedoeld in het vierde lid, sluit de aanbieder zich aan bij de afspraken die zijn vastgelegd in het ondersteuningsplan over de kwaliteit en het resultaat van de ondersteuning en de kwaliteitseisen zoals opgenomen in artikel 5.1.1. van de verordening Jeugdhulp.

  • 7. Een jeugdige aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt kan de ondersteuning onder de volgende voorwaarden betrekken van een persoon die behoort tot het sociaal netwerk:

    • a.

      als de dienstverlening zorg omvat waarvoor krachtens landelijk geldende kwaliteitscriteria een minimale opleiding vereist is, beschikt de persoon over de desbetreffende kwalificatie;

    • b.

      deze persoon heeft niet aangegeven dat de ondersteuning aan de jeugdige hem te zwaar valt.

  • 8. In de beschikking kunnen nadere (aanvullende) voorwaarden opgenomen worden.

Artikel 3.2 Verrekening pgb

Het college gaat tot verrekening over als er sprake is van een teveel betaalde of ten onrechte uitbetaald pgb en er in de volgende periode wederom recht bestaat op een pgb indien het een periodieke verstrekking betreft. Het teveel betaalde wordt dan verrekend met het toekomstige recht op betaling.

HOOFDSTUK 4 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 4.1. Intrekken oude regeling, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

  • 2. Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregels, worden de beleidsregels jeugdhulp gemeente Hengelo 2018 ingetrokken.

  • 3. Op de besluiten genomen vóór inwerkingtreding van deze beleidsregels blijven de beleidsregels jeugdhulp gemeente Hengelo 2018 van toepassing, met dien verstande dat de toepasselijkheid voor die besluiten uiterlijk 1 januari 2026 eindigt dan wel zoveel eerder als dat er een nieuw besluit ter zake genomen is.

  • 4. Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels jeugdhulp gemeente Hengelo 2025”.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris,

de burgemeester,