Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733102
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733102/1
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard, houdende nadere regels voor het verstrekken van voorzieningen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2025)
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard, houdende nadere regels voor het verstrekken van voorzieningen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2025)Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard;
gelet op de artikelen 1.3, 4.3, 4.10, 5.1 en 9.3 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2024;
besluit de volgende nadere regels vast te stellen:
Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2025.
Hoofdstuk 1 Algemene bepaling
Artikel 1.1 Reikwijdte van deze nadere regels
Er zijn artikelen in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en in de Verordening maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2024 die normen bevatten die met algemene woorden zijn aangeduid. Deze normen vragen om een nadere invulling. Daardoor worden concrete rechten en plichten voor eenieder bepaald. De onderwerpen in deze nadere regels dienen in samenhang te worden gelezen met de betreffende artikelen uit de wet en de verordening. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat de wettelijke begrippen en definities uit de verordening ook van toepassing zijn bij deze nadere regels.
Hoofdstuk 2 Gebruikelijke hulp
Artikel 2.1 Gebruikelijke hulp
Gebruikelijke hulp als bedoeld in artikel 1.3 van de Verordening Maatschappelijke ondersteuning 2024, is de normale, dagelijkse hulp die huisgenoten geacht worden elkaar onderling te bieden omdat ze als leefeenheid een gezamenlijk huishouden voeren. Gebruikelijke hulp is alleen aan de orde als er een leefeenheid is die een gezamenlijk huishouden voert. Uitwonende kinderen vallen hier buiten. Betreft het een eenpersoonshuishouden dan is dit géén leefeenheid zoals hiervoor bedoeld en is er géén sprake van gebruikelijke hulp.
Gebruikelijke hulp is per definitie hulp waarop geen aanspraak bestaat vanuit de wet en is in de verordening gedefinieerd. Bij het inventariseren van de eigen mogelijkheden binnen de leefeenheid, zoals het verlenen van gebruikelijke hulp, wordt geen onderscheid gemaakt op basis van sekse, religie, cultuur, de wijze van inkomensverwerving of persoonlijke opvattingen over het verrichten van huishoudelijke taken.
Gebruikelijke hulp onderscheidt zich van mantelzorg. Mantelzorg is zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, door personen uit diens directe omgeving waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie. Bij mantelzorg wordt de normale gebruikelijke zorg in zwaarte, duur of intensiteit aanmerkelijk overschreden. Mantelzorg vindt plaats op basis van vrijwilligheid en is niet afdwingbaar. Bij de vaststelling van de noodzaak en omvang vaneen voorziening wordt de aanwezigheid van mantelzorg meegewogen. Voor de ondersteuning van de mantelzorger zijn andere voorzieningen aanwezig.
Artikel 2.2.1 Gebruikelijke hulp van echtgenoten en andere volwassen huisgenoten voor elkaar
Er kan sprake zijn van een bijzondere situatie met betrekking tot het geven van gebruikelijke hulp wanneer de echtgenoot of huisgenoot meer dan gemiddeld tijd moet besteden aan zijn werkkring en er hierdoor overbelasting dreigt. Ook kan het zijn dat de echtgenoot of huisgenoot als gevolg van zijn werk regelmatig niet thuis is. Bijvoorbeeld omdat de echtgenoot of huisgenoot werkzaam is in de offshore, als internationaal chauffeur of werkt in het buitenland. De langdurige afwezigheid moet wel inherent zijn aan het werk en een verplichtend karakter hebben.
Artikel 2.2.2 Gebruikelijke hulp van inwonende kinderen voor de ouder
Voorwaarde aan gebruikelijke hulp van inwonende kinderen voor de ouder is dat kinderen niet overbelast worden doordat zij te veel verantwoordelijkheid op zich nemen. In die zin mag een kind in een gezin met een ouder met belemmeringen in het voeren van het huishouden niet meer belast mogen worden dan een kind met gezonde ouders.
Speciale aandacht hierbij is vereist ten aanzien van de invloed die het uitvoeren van huishoudelijke werkzaamheden kan hebben op de schoolprestaties van de kinderen. Het mag nooit zo zijn dat het verlenen van gebruikelijke hulp door tot de leefeenheid behorende kinderen die schoolprestatie negatief beïnvloeden.
Het verzorgen en begeleiden van jongere gezinsleden valt buiten de gebruikelijke hulp van kinderen, tenzij het inwonende kind aangeeft de taak van verzorging van een jonger gezinslid te willen verrichten en duidelijk is dat dit ook verantwoord is en de ouders daarmee instemmen.
Artikel 2.2.3 Gebruikelijke hulp voor wat betreft begeleiding, verzorging en verpleging
Van echtgenoten mag verwacht worden dat zij bereid en in staat zijn elkaar naar vermogen persoonlijke, lichamelijke zorg inclusief assistentie bij de algemeen dagelijkse levensverrichtingen en aandacht en begeleiding bij ziekte en psychosociale problemen te bieden. Hetzelfde geldt voor ouders die inwonende kinderen hebben. Moet de echtgenoot of ouder de zorgbehoevende ook verplegen of is de totale zorg voor de echtgenoot of ouder dusdanig belastend dat de echtgenoot of ouder daardoor niet in staat is het huishouden te verzorgen, dan ligt het op de weg dat zij op grond van de Wet langdurige zorg dan wel de Zorgverzekeringswet een voorziening voor verpleging aanvragen.
Redenen als “niet gewend zijn om” of “geen huishoudelijk werk willen verrichten” leiden niet tot een indicatie voor het overnemen van huishoudelijke taken. Ontbreekt bij één of meerdere huisgenoten de vaardigheid tot het verrichten van huishoudelijke taken die de huisgenoot moet gaan verrichten, dan kan een indicatie worden afgeven voor het ondersteunen bij het aanleren van huishoudelijke taken en het leren efficiënt organiseren van het huishouden. Deze indicatie geldt in principe voor maximaal 6 weken. Het kan zijn dat van een huisgenoot in alle redelijkheid niet meer kan worden verwacht dat deze nieuwe taken volledig aanleert en over kan nemen. In dat geval kan hulp bij het huishouden worden geïndiceerd voor taken die anders tot de gebruikelijke hulp van de huisgenoot zouden worden gerekend.
Criteria ten aanzien van gebruikelijke hulp van ouders voor kinderen met een normaal ontwikkelingsprofiel in verschillende levensfasen van het kind in relatie tot zorg (bron: Indicatiewijzer) staan in de bij dit besluit behorende bijlage 1 Criteria gebruikelijke hulp voor kinderen vermeld.
Hoofdstuk 3 Financieel besluit
Artikel 3.1 Verhuizen
-
1. Wanneer een cliënt om het resultaat van een huishouden, ten aanzien van toegankelijkheid, bereikbaarheid en bruikbaarheid van de benoemde vertrekken, te bereiken verhuist naar een geschikte woning of een geschikt te maken woning kan hij in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de verhuiskosten.
-
2. De tegemoetkoming in de verhuiskosten als bedoeld in het eerste lid en als bedoeld in artikel 4.3, lid 4 van de Verordening bedraagt maximaal € 3.770,00 en de kosten moeten worden aangetoond.
-
3. De vergoeding wordt alleen uitgekeerd als de cliënt binnen een jaar na het besluit tot toekenning van de verhuisvergoeding verhuist.
Artikel 3.2 Tarieven
De tarieven, bedoeld in de verordening, staan in bijlage 2 bij dit besluit. De in bijlage 2 genoemde diensten staan in de Dienstencatalogus die verkrijgbaar is via de volgende website https://www.nissewaard.nl/hulp-en-ondersteuning/wet-maatschappelijke-ondersteuning-wmo/zorgaanbieders-nissewaard
Hoofdstuk 4 Slotbepaling
Artikel 4.1 Hardheidsclausule
In bijzondere gevallen kan ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van deze nadere regels indien de toepassing hiervan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.
Artikel 4.2 Intrekking oud besluit
De Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2024 worden ingetrokken.
Artikel 4.3 Inwerkingtreding
Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2025.
Artikel 4.4 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard op 10 december 2024.
de secretaris,
de burgemeester,
Bijlage 1, bedoeld in artikel 2.2.4: criteria gebruikelijke hulp voor kinderen
Criteria ten aanzien van gebruikelijke hulp van ouders voor kinderen met een normaal ontwikkelingsprofiel in verschillende levensfasen van het kind in relatie tot zorg (bron: Indicatiewijzer).
Kinderen van 0 tot 3 jaar |
hebben bij alle activiteiten verzorging van een ouder nodig; |
ouderlijk toezicht is zeer nabij nodig; |
zijn in toenemende mate zelfstandig in bewegen en verplaatsen; |
hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling; |
hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid; |
hebben een beschermde woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden. |
Kinderen van 3 tot 5 jaar |
kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan binnenshuis korte tijd op gehoorafstand (bijv. ouder kan was ophangen in andere kamer); |
hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling; |
hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid; |
kunnen zelf zitten, en op gelijkvloerse plaatsen zelf staan en lopen; |
hebben hulp, toezicht, stimulans, zindelijkheidstraining en controle nodig bij de toiletgang; |
hebben hulp, toezicht, stimulans en controle nodig bij aan- en uitkleden, eten en wassen, in- en uit bed komen, dag- en nachtritme en dagindeling bepalen; |
hebben begeleiding nodig bij hun spel en vrijetijdsbesteding; |
zijn niet in staat zich zonder begeleiding in het verkeer te begeven; |
hebben een beschermde woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden. |
Kinderen van 5 tot 12 jaar |
kinderen vanaf 5 jaar hebben een reguliere dagbesteding op school, oplopend van 22 tot 25 uur/week; |
kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan op enige afstand (bijv. kind kan buitenspelen in directe omgeving van de woning als ouder thuis is); |
hebben toezicht, stimulans en controle nodig en vanaf 6 jaar tot 12 jaar geleidelijk aan steeds minder hulp nodig bij hun persoonlijke verzorging zoals het zich wassen en tanden poetsen; |
hebben hulp nodig bij het gebruik van medicatie; |
zijn overdag zindelijk, en 's nachts merendeels ook; ontvangen indien nodig zindelijkheidstraining van de ouders/verzorgers; |
hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling; |
hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid; |
hebben begeleiding van een volwassene nodig in het verkeer wanneer zij van en naar school, activiteiten ter vervanging van school of vrije tijdsbesteding gaan; |
hebben een beschermde woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden. |
Kinderen van 12 tot 18 jaar |
hebben geen voortduren toezicht nodig van volwassenen; |
kunnen vanaf 12 jaar enkele uren alleen gelaten worden; |
kunnen vanaf 16 jaar een dag en/of een nacht alleen gelaten worden; |
kunnen vanaf 18 jaar zelfstandig wonen; |
hebben bij hun persoonlijke verzorging geen hulp en maar weinig toezicht nodig; |
hebben bij gebruik van medicatie tot hun 18e jaar toezicht, stimulans en controle nodig; |
hebben tot 18 jaar een reguliere dagbesteding op school/opleiding; |
hebben begeleiding en stimulans nodig bij ontplooiing en ontwikkeling (bv. huiswerk of het zelfstandig gaan wonen); |
hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid; |
hebben tot 17 jaar een beschermde woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden. |
Bijlage 2, bedoeld in artikel 3.2: Tarieven en Indexering
3.1 Uurtarief pgb informele hulp
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.10, vierde lid, onder c, van de verordening, is de hoogte van een vast te stellen pgb maximaal het bedrag als genoemd in artikel 8, vermeerderd met het bedrag als genoemd in artikel 15 van de Wet Minimumloon en minimumvakantietoeslag.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.10, vierde lid, onder d, van de Verordening, zijn de volgende bedragen, gebaseerd op de betreffende Cao-bepalingen, van toepassing:
PGB-tarief ten behoeve van hulp bij het huishouden
CAO-uurloon incl. vakantietoeslag en tegenwaarde verlofuren |
€ 20,99 |
PGB-tarief bij begeleiding
CAO-uurloon incl. vakantietoeslag en tegenwaarde verlofuren |
€ 24,40 |
3.2 Tarieven open house diensten Wmo
Diensten |
Tarief |
Begeleiding basis |
€ 72,54 per uur |
Begeleiding intensief |
€ 85,53 per uur |
Begeleiding waakvlam |
€ 72,54 per uur |
Dagbesteding basis |
€ 47,15 per dagdeel |
Dagbesteding intensief |
€ 68,85 per dagdeel |
Vervoer naar dagbesteding laag tarief |
€ 11,39 per retourrit |
Vervoer naar dagbesteding hoog tarief |
€ 27,30 per retourrit |
Kortdurend verblijf (logeren) basis Wmo |
€ 170,63 per etmaal |
Kortdurend verblijf (logeren) intensief Wmo |
€ 227,50 per etmaal |
Hulp bij het huishouden (HH1) |
€ 39,53 per uur |
Huishoudelijke ondersteuning (HH2) |
€ 39,53 per uur |
3.3 Toeslagen
Dagbesteding
De dagbestedingscomponent is opgebouwd op basis van een gemiddeld aantal dagdelen per cliënt per week en gaat uit van financiering volgens actieve aanwezigheid.
Vervoer naar de dagbesteding
De vervoerscomponent is gebaseerd op het vervoer van en naar de dagbestedingslocatie en de locatie waar de cliënt verblijft, op basis van feitelijke aanwezigheid per dag.
3.4 Tarieven collectief vervoer
Tarieven
Per gemaakte rit is de cliënt een eigen bijdrage verschuldigd. Deze bijdrage wordt berekend op basis van de Openbaar Vervoer tarieven.
Tarieven bijzondere ritten
2025 |
|
Routegebonden vervoer per km |
€ 0,775 |
Flexibel vervoer per km |
€ 2,776 |
Speciaal tarief (individueel vervoer) |
€ 2,414 |
Reguliere ritten
Eigen bijdrage |
2025 |
Start bijdrage per rit |
€ 1,235 |
Bijdrage per kilometer |
€ 0,190 |
Commercieel starttarief per rit |
€ 4,119 |
Commercieel tarief per km |
€ 3,028 |
Korting tijdens de daluren
Boekt de cliënt een rit welke op werkdagen tussen 10:00 uur en 12:00 uur of tussen 18:00 uur en 20:00 uur moet plaatsvinden, dan krijgt de cliënt 25% korting op de prijs van de rit. Dit geldt niet voor ritten waarvoor de commerciële tarieven betaald moeten worden. In de volgende gevallen worden de commerciële tarieven in rekening gebracht:
- -
Het budget van 1.800 kilometer van de cliënt is op;
- -
Voor meereizende mensen die niet onder de indicatie van de cliënt vallen voor toegestane begeleiders en voor meereizende kinderen vanaf 12 jaar. Dit is exclusief de eerste meereizende die op het lage tarief mee mag.
3.5 Vergoeding gebruik eigen auto
De vergoeding voor het gebruik van een eigen auto als bedoeld in artikel 4.2, lid 3 en 4 van de Verordening bedraagt maximaal 1.800 kilometer per jaar binnen het collectief vraagafhankelijk vervoer maal het bedrag variabele kosten per kilometer per autotype, zoals in de tabel van het Nibud, te vinden via de webpagina https://www.nibud.nl/onderwerpen/uitgaven/autokosten/?gad_source=1&gclid=EAIaIQobChMI9qui77j-iAMV7ZiDBx3dqBOyEAAYASAAEgKFyPD_BwE
De vergoeding wordt maandelijks na declaratie betaalbaar gesteld.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl