Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733072
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733072/1
Verordening parkeerbelastingen Ouder-Amstel 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening parkeerbelastingen Ouder-Amstel 2025De raad van de gemeente Ouder-Amstel,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 november 2024, nummer 2024/101;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 225 van de Gemeentewet en de vigerende parkeerverordening;
besluit:
vast te stellen de:
Verordening parkeerbelastingen Ouder-Amstel 2025
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a)
parkeren: parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het on-middellijk in- of uitstappen van personen of het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of wegge-deelten, waarop dit doen of laten staan niet door een wettelijk voorschrift is verboden.
- b)
houder van een motorrijtuig: degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken in het register krachtens de Wegenverkeerswet 1994 is ingeschreven of degene die het motorvoertuig op grond van een contract van huurkoop of vruchtgebruik (lease) onder zich heeft.
- c)
motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het RVV 1990.
- d)
parkeerapparatuur: parkeermeters, voor het betalen van de parkeerbelasting ingerichte mo-biele telefoons, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale compu-ter en hetgeen naar maatschappelijke opvatting onder parkeerapparatuur wordt verstaan.
- e)
centrale computer: een computer van de gemeente dan wel een computer van het bedrijf waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel.
- f)
parkeervergunning: een door Burgemeester en Wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerplaat-sen op de openbare weg.
- g)
vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is ver-leend.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:
- a)
een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze.
- b)
een belasting ter zake van het parkeren van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wij-ze.
Artikel 3 Belastingplicht
-
1) De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het motorvoer-tuig heeft geparkeerd.
-
2) Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
- a)
degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belas-ting te willen voldoen.
- b)
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat;
- -
als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeen-komst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
- -
alleen voor kentekenplichtige motorvoertuigen: als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
- -
- a)
-
3) De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, is aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
-
4) De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze ver-ordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 5 Wijze van heffing
-
1) De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven door voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur en/of door middel van het al dan niet elektronisch in wer-king stellen van parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.
-
2) De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven door voldoening op aangifte.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld
-
1) De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parke-ren.
-
2) De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de ver-gunning wordt verleend. Voor de berekening van de parkeerbelastingen wordt een gedeelte van een eenheid van de maand voor een gehele maand gerekend.
Artikel 7 Wijze van heffing en termijnen van betaling
-
1) De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte, en wel door middel van het, bij aanvang van het parkeren, op de door het college van burgemeester en wethouders voorgeschreven wijze betalen van geld met behulp van parkeerapparatuur en/of door middel van het al dan niet elektronisch in werking stellen van parkeerapparatuur. Van de verschuldigde belasting per tijdseenheid wordt op of via de par-keerapparatuur of in de daarbij geleverde gebruiksaanwijzing kennis gegeven.
Ten aanzien van het hier voorafgaande bepaalde moet de belasting overeenkomstig de aan-gifte worden betaald binnen één maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aan-vang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.
-
2) De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aanvraag worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.
-
3) Een naheffingsaanslag moet, inclusief de kosten van de naheffingsaanslag zoals bedoeld in artikel 10, en voor zover van toepassing verhoogd met de andere kosten zoals bedoeld in ar-tikel 10, terstond worden betaald.
-
4) Indien de belastingplicht met betrekking tot de belasting, bedoeld in art. 1, onder deel b, in de loop van vergunningsperiode eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing over zoveel volle kalendermaanden als er in die periode na het tijdstip van de beëindiging van de belasting-plicht nog resteren. De Parkeerverordening Ouder-Amstel 2016 stelt de voorwaarden van de beëindiging van de vergunning.
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2 mag worden geparkeerd geschiedt door het college.
Artikel 9 Bevoegdheid tot gebruik wegsleepregeling
Als na het aanbrengen van de naheffingsaanslag 24 uren zijn verstreken kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeen-teambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.
Artikel 10 Kosten naheffingsaanslag
-
1) De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onder-deel a, zijn vermeld in de bij deze verordening en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
-
2) Het bedrag van de voor de wielklem en voor het overbrengen en bewaren in rekening te brengen kosten, wordt in een voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld.
Artikel 11 Vrijstelling van het betalen van parkeerbelastingen
De belasting in artikel 2, onderdeel a en b, wordt niet geheven van:
- 1)
Gehandicapten, voor zover deze beschikt over een duidelijk zichtbaar aangebrachte geldi-ge Europese Gehandicaptenparkeerkaart;
- 2)
Als zodanig herkenbare politievoertuigen, brandweervoertuigen, ambulances en dierenam-bulances.
Artikel 12 Kwijtschelding
Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1) De “Verordening parkeerbelastingen Ouder-Amstel 2024” wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2) De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
-
3) Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025, of zo dit later is, met in-gang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
4) Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening parkeerbelastingen Ouder-Amstel 2025”.
Ondertekening
De raad voornoemd, 12 december 2024,
de raadsgriffier,
L.W.F. Örsçek-Moolenaar
de voorzitter,
J. Geldhof
Tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen Ouder-Amstel 2025
Hoofdstuk 1 Parkeervergunningen |
Tarief 2025 |
|
1 |
Tarieven voor parkeren met een parkeervergunning, zoals bedoeld in art. 2 onderdeel b bedragen; |
|
a. |
Bewonersvergunning per 6 maanden |
€ 21,09 |
b. |
Bedrijfsvergunning per maand |
€ 42,27 |
c. |
Buffervergunning per maand |
€ 42,27 |
d. |
Specifieke vergunning per maand |
€ 42,27 |
Hoofdstuk 2 Betaald parkeren |
|
|
1 |
Tarieven voor parkeren bij parkeerapparatuur, zoals bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt: |
|
a. |
per uur |
€ 5,18 |
Hoofdstuk 3 Kosten naheffingsaanslag |
|
|
a. |
De kosten voor een naheffingsaanslag bedraagt 1 uur parkeertarief in het gebied waar het voertuig staat geparkeerd vermeerderd met: |
€ 58,96 |
b. |
Het tarief voor het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats aan de Daniël Goedkoopstraat bedraagt: |
€ 109,04 |
c. |
Voor het bewaren van een voertuig op de bewaarplaats wordt éénmalig een bedrag in rekening gebracht van: |
€ 237,31 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl