Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Drechterland 2025

Geldend van 31-12-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Drechterland 2025

De raad van de gemeente Drechterland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 november 2024, nummer 2024-60

gelet op de artikelen 216 en 224 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Drechterland 2025

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.,

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 4 van de Wet toetreding zorgaanbieders;

  • 2.

    van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd;

  • 3.

    Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het werkelijk aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten dat zij verblijf houden.

Artikel 5 Belastingtarief

Het tarief bedraagt € 1,65 per persoon, per overnachting.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven, met uitzondering van hetgeen in het tweede lid is bepaald.

  • 2. De belasting geheven van belastingplichtigen als bedoeld in artikel 2, derde lid, kan ook door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving worden geheven. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 3. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet

  • 2. In afwijking van het eerste lid moet de belasting worden betaald in geval van een kennisgeving dat:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiking van de kennisgeving.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Aanmeldingsplicht

  • 1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid onderdelen b. en d. van de Gemeentewet.

  • 2. De verplichting in het voorgaande lid geldt niet voor de belastingplichtige die in het belastingjaar voorafgaand aan het huidige belastingjaar reeds in de heffing van de toeristenbelasting betrokken is.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Overgangsrecht

De “Verordening toeristenbelasting Drechterland 2024” van 18 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Verordening toeristenbelasting Drechterland 2025"

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Drechterland in zijn openbare vergadering van 16 december 2024.

De raad voornoemd,

de griffier,

A. van Langen

de voorzitter,

P.F. Dijkman