Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing Drechterland 2025

Geldend van 31-12-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing Drechterland 2025

De raad van de gemeente Drechterland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 november 2024 2024-60

gelet op artikel 216 van de Gemeente¬wet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing Drechterland 2025

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven voor het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Voorwerp van de belasting

  • 1. Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2. Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemdom als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren.

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.

Artikel 5 Vrijstelling

Van belastingplichtigen door wie blijkens het formulier ‘uitzonderingssituatie’ als gevolg van een stoma/ thuisdialyse/ incontinentiemateriaal extra afvalstoffen worden aangeboden worden vrijgesteld van de heffing van tien ledigingen als bedoeld in artikel 2.1.1 of zes ledigingen als bedoeld in artikel 2.1.2 of vierentwintig aanbiedingen als bedoeld in artikel 2.2.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarieven

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 7 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 en 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. De belasting als bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd na afloop van het belastingjaar of, zo dit eerder is, na beëindiging van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5. Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 6. Belastingaanslagen van minder dan € 5,- worden niet opgelegd.

  • 7. Voor de toepassing van het bepaalde in het zesde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald inéén termijn. Deze termijn vervalt op de laatste dag van de maand, zijnde de tweede maand na de dagtekening die in het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

  • 1. Bij de invordering van de afvalstoffenheffing kan kwijtschelding worden verleend tot maximaal 100% van het verschuldigde bedrag van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Bij de invordering van de afvalstoffenheffing kan een deel van het verschuldigde bedrag van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 2kan kwijtschelding worden verleend tot:

    • Maximaal het tarief voor 10 ledigingen van een minicontainer bestemd voor restafval met een inhoud van 140 liter, als bedoeld in artikel 2.1.1 of;

    • Maximaal het tarief voor 6 ledigingen van een minicontainer bestemd voor restafval met een inhoud van 240 liter, als bedoeld in artikel 2.1.2 of;

    • Maximaal het tarief voor 24 containeropeningen van een verzamelcontainer bestemd voor restafval, per aanbieding van maximaal 60 liter, als bedoeld in artikel 2.2.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 12 Overgangsrecht

De “Verordening afvalstoffenheffing Drechterland 2024” van 18 december 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening afvalstoffenheffing Drechterland 2025”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Drechterland in zijn openbare vergadering van 16 december 2024.

De raad voornoemd,

de griffier,

A. van Langen

de voorzitter,

P.F. Dijkman

Tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing Drechterland 2025

 

Hoofdstuk 1. Maatstaven en jaarlijks tarief vastrecht afvalstoffenheffing

Bedrag

1.1

De belasting bedraagt per perceel:

 

1.1.1

Indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon, per jaar:

€ 231,08

1.1.2

Indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door twee of meer personen, per jaar:

€ 321,52

 

Hoofdstuk 2. Maatstaven en ledigings- c.q. aanbiedingstarieven afvalstoffenheffing

 

2.1

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting:

 

2.1.1

Per lediging van een minicontainer bestemd voor restafval met een inhoud van 140 liter

€ 7,60

2.1.2

Per lediging van een minicontainer bestemd voor restafval met een inhoud van 240 liter

€ 13,03

2.2

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor percelen die voor de afvalverwijdering zijn aangewezen op:

 

2.2.1

Per aanbieding op de verzamelcontainer bestemd voor restafval van maximaal 60 liter

€ 3,26

 

Hoofdstuk 3. Overige tarieven afvalstoffenheffing

 

3.1

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt het tarief:

 

3.1.1

Voor het in gebruik hebben van een extra minicontainer voor restafval per container per jaar:

€ 120,00

3.2

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het ophalen van grove huishoudelijke afvalstoffen aan huis:

 

3.2.1

Per melding grof huishoudelijk afval tot een maximum van 2m3

€ 20,00

Aldus besloten door de raad van de gemeente Drechterland in zijn openbare vergadering van 16 december 2024.

De raad voornoemd,

de griffier,

A. van Langen

de voorzitter

P.F. Dijkman