Nadere regel evenementen 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Nadere regel evenementen 2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede;

gelezen het voorstel van 17 december 2024, zaaknummer 469332;

gelet op artikel 1:8, lid 3, 2:24 en 2:25, lid 2, van de APV Ede 2024;

besluit vast te stellen de Nadere regel evenementen 2025

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze nadere regel wordt verstaan onder:

  • a.

    APV: Algemene Plaatselijke Verordening Ede 2024;

  • b.

    evenement: een evenement als bedoeld in artikel 2:24 van de APV;

  • c.

    evenementenkalender: overzicht van door organisatoren voorgenomen evenementen, op datum en locatie, in een kalenderjaar;

  • d.

    organisator: degene die het evenement organiseert of laat organiseren;

  • e.

    vergunning: de vergunning bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de APV;

  • f.

    vergunninghouder: degene aan wie door de burgemeester een vergunning is verleend voor het houden van een evenement.

Hoofdstuk 2. Melding klein evenement

Artikel 2. Meldingsplicht klein evenement

  • 1. Voor een klein evenement is geen vergunning vereist als de organisator ten minste 10 werkdagen en maximaal vier weken voorafgaand aan het kleine evenement melding doet aan de burgemeester.

  • 2. Een evenement is een klein evenement als het voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      het evenement duurt maximaal één dag;

    • b.

      er zijn niet meer dan 150 personen gelijktijdig aanwezig;

    • c.

      het evenement vindt niet plaats in een (natuur)gebied dat onderdeel uitmaakt van een Natura 2000-gebied of van het Gelders Natuurnetwerk;

    • d.

      de activiteiten vinden plaats op maandag tot en met zaterdag tussen 09.00 uur en 23:00 uur of op zondag tussen 13.00 uur en 17:00 uur;

    • e.

      het geluidsniveau is niet hoger dan 70 dB(A), gemeten op 1,5 meter hoogte en op 2 meter afstand van de gevel van het dichtstbijzijnde gebouw met een woonfunctie. Hieronder vallen ook woonwagens, woonboten en verzorgingshuizen;

    • f.

      er worden uitsluitend kleine objecten geplaatst. Deze objecten mogen een totale oppervlakte van maximaal 25 vierkante meter hebben;

    • g.

      de activiteiten vinden niet plaats op een weg waar harder dan 30 km per uur mag worden gereden of waar een lijndienst van het OV overheen rijdt;

    • h.

      er blijft een minimale rijstrook met een breedte van 3,5 meter en een hoogte van 4,20 meter vrij van objecten of obstakels voor de voertuigen van de hulpdiensten;

    • i.

      er treden geen wezenlijke risico’s op voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en/of het milieu; en

    • j.

      er is geen andere vergunning of ontheffing vereist, waaronder in ieder geval begrepen:

      • i.

        een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet (tapontheffing);

      • ii.

        een ontheffing van artikel 2:10 van de APV (voor het plaatsen van voorwerpen op de weg waardoor het gebruik van de weg belemmerd wordt);

      • iii.

        een melding brandveilig gebruik als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.

  • 3. In de melding staan:

    • a.

      naam en contactgegevens van de organisator;

    • b.

      een telefoonnummer waarop de organisator tijdens het evenement bereikbaar is;

    • c.

      naam en omschrijving van het kleine evenement;

    • d.

      datum, start- en eindtijd van het kleine evenement;

    • e.

      locatie van het kleine evenement;

    • f.

      verwacht totaal aantal bezoekers van het kleine evenement;

    • g.

      alle andere gegevens die nodig zijn om te beoordelen of aan de criteria in het tweede lid wordt voldaan.

  • 4. Bij de melding wordt een plattegrond of een indelingstekening op schaal van het klein evenement ingediend. Op deze plattegrond of indelingstekening staan de eventueel te plaatsen objecten op schaal ingetekend.

Artikel 3. Algemene bepalingen voor een klein evenement

  • 1. De organisator informeert omwonenden minstens 3 dagen van tevoren over het kleine evenement. Daarbij wordt een telefoonnummer vermeld, waarop de organisator tijdens het evenement bereikbaar is voor eventuele vragen of klachten van omwonenden.

  • 2. De organisator houdt toezicht op het kleine evenement, zodat het blijft voldoen aan de criteria van artikel 2, tweede lid.

  • 3. Indien het kleine evenement op openbare grond plaatsvindt, maakt de organisator onverwijld na afloop van het kleine evenement de locatie vrij van afval en levert de locatie in de oorspronkelijke staat op.

Hoofdstuk 3. Aanvraagprocedure vergunningplichtig evenement

Artikel 4 Categorieën vergunningplichtige evenementen

Door of namens de burgemeester worden vergunningplichtige evenementen onderverdeeld in de volgende categorieën:

  • a.

    klasse A: regulier evenement met beperkte impact op de omgeving en op het verkeer. De kans op het ontstaan van risico’s voor de openbare orde, veiligheid, volksgezondheid of milieu is hoogst onwaarschijnlijk. De risico’s voor veiligheid zijn van dien aard dat het treffen van aanvullende maatregelen niet noodzakelijk is. Ook is het onwaarschijnlijk dat het daartoe bevoegd gezag maatregelen of voorzieningen moet treffen;

  • b.

    klasse B: aandacht evenement met een gemiddeld risicoprofiel. De risico’s voor de veiligheid zijn van dien aard dat het treffen van aanvullende maatregelen mogelijk nodig is. De kans op het ontstaan van risico’s voor de openbare orde, veiligheid, volksgezondheid of milieu wordt voorstelbaar geacht. Ook is het waarschijnlijk dat het daartoe bevoegd gezag maatregelen of voorzieningen moet treffen om dreiging weg te nemen of schadelijke gevolgen te beperken;

  • c.

    klasse C: risicovol evenement met impact qua bezoekers, locatie en opzet. De risico’s voor de veiligheid zijn van dien aard dat het treffen van aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn. De kans op het ontstaan van risico’s voor de openbare orde, veiligheid, volksgezondheid of milieu wordt zeker of zeer waarschijnlijk geacht. Ook is zeker of zeer waarschijnlijk dat het daartoe bevoegd gezag maatregelen of voorzieningen moet treffen om dreiging weg te nemen of schadelijke gevolgen te beperken en/of te beheersen.

Artikel 5. Aanmelding evenementenkalender

  • 1. Vergunningplichtige evenementen kunnen jaarlijks tot 15 september worden aangemeld voor de evenementenkalender van het volgende kalenderjaar.

  • 2. In deze aanmelding wordt in ieder geval opgenomen de naam van het evenement, naam van de organisator, de gewenste datum en het tijdvak, de gewenste locatie(s) en de verwachte omvang van het publiek.

  • 3. Uiterlijk 15 oktober stelt de burgemeester de evenementenkalender voor het komende jaar vast. Daarmee wordt de datum en de locatie voor de aangemelde en vastgestelde evenementen gereserveerd.

  • 4. Het kan gebeuren dat er meer evenementen worden aangemeld voor een bepaalde locatie dan in een jaar op die locatie kunnen worden toegestaan of dat er meerdere evenementen voor dezelfde dag op dezelfde locatie worden aangemeld. In dat geval hanteert de burgemeester bij de plaatsing op de evenementenkalender de volgende volgorde:

    • a.

      voor de evenementen die conform de ‘Evenementenvisie gemeente Ede’ worden aangemerkt als DNA-evenementen worden datum en locatie bij voorbaat gereserveerd;

    • b.

      voor jaarlijkse terugkerende evenementen die betrekking hebben op de viering van feestdagen (zoals Koningsdag, Sinterklaas, Oud en Nieuw) gaan voor op andere evenementen;

    • c.

      met de overige organisatoren wordt in overleg naar een oplossing gezocht;

    • d.

      als overleg geen oplossing biedt, dan wordt op basis van loting door of namens de burgemeester een keuze gemaakt tussen de aanmeldingen. De loting wordt in het openbaar verricht. Aanvragers kunnen een waarnemer sturen om de loting bij te wonen. De uitkomst van de loting wordt schriftelijk vastgelegd.

  • 5. De reservering van de datum en de locatie van het aangemelde evenement vervalt wanneer de aanvraag van de vergunning niet voor de uiterste indieningstermijn als bedoeld in artikel 8, is ingediend.

Artikel 6. Aanmelding of aanvraag na de sluitingsdatum voor aanmelding evenementenkalender

  • 1. Als na de sluitingsdatum voor aanmelding voor de evenementenkalender een aanmelding of een aanvraag voor een evenement binnenkomt, wordt de datum en locatie van het evenement gereserveerd op het moment dat de aanvraag volledig is. Op dat moment kan blijken dat sprake is van samenloop of concurrentie met een ander evenement of met meerdere andere evenementen en dat de evenementen niet gelijktijdig kunnen plaatsvinden. In dat geval hanteert de burgemeester bij de reservering van datum en locatie de volgende volgorde:

    • a.

      evenementen die zijn opgenomen op de gemeentelijke evenementenkalender, gaan voor op evenementen die daar niet op staan;

    • b.

      vergunningplichtige evenementen gaan voor op meldingplichtige kleine evenementen;

    • c.

      het evenement waarvan de aanvraag als eerste volledig is ingediend gaat voor op een evenement voor dezelfde datum en locatie waarvan de stukken pas op een later moment volledig zijn aangeleverd.

  • 2. Wanneer bovenstaande verdeelregels geen uitkomst bieden, dan wordt op basis van loting door of namens de burgemeester een keuze gemaakt tussen de aanvragen. De loting wordt in het openbaar verricht. Aanvragers kunnen een waarnemer sturen om de loting bij te wonen. De uitkomst van de loting wordt schriftelijk vastgelegd.

  • 3. Voor een evenement waarvoor op grond van de voorrangsregels uit het eerste en tweede lid geen datum en locatie kan worden gereserveerd, wordt in overleg een andere datum en/of locatie gezocht.

Artikel 7. Vereisten aanvraag

  • 1. Bij de aanvraag verstrekt de aanvrager de volgende gegevens:

    • a.

      een volledig ingevuld aanvraagformulier;

    • b.

      een plattegrond of indelingstekening van het evenemententerrein op schaal. Op deze plattegrond of indelingstekening staan alle te plaatsen objecten op schaal ingetekend.

  • 2. Indien voor het evenement tevens een gebruiksmelding is vereist op grond van artikel 2.1, eerste lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, verstrekt de aanvrager bij de aanvraag bovendien de gegevens genoemd in artikel 2.3 van dat besluit.

  • 3. Aanvullend op het in het eerste en tweede lid bepaalde verstrekt de aanvrager van een klasse A evenement de volgende gegevens:

    • -

      een verkeersplan en verkeerstekening, indien het evenement gevolgen heeft voor de doorstroom van verkeer.

  • 4. Aanvullend op het in het eerste en tweede lid bepaalde verstrekt de aanvrager van een klasse B of C evenement de volgende gegevens:

    • a.

      een draaiboek;

    • b.

      een veiligheidsplan;

    • c.

      een verkeersplan en verkeerstekening;

    waarin alle aspecten van het evenement zijn beschreven.

Artikel 8. Uiterste indieningstermijn vergunningaanvraag

De uiterste indieningstermijn als bedoeld in artikel 1:8, derde lid, van de APV van een aanvraag voor een evenementenvergunning is:

  • a.

    voor een klasse A evenement: 6 weken voor de datum waarop het evenement is gepland;

  • b.

    voor een klasse B evenement: 10 weken voor de datum waarop het evenement is gepland;

  • c.

    voor een klasse C evenement: 16 weken voor de datum waarop het evenement is gepland.

Hoofdstuk 4. Besluit vergunningplichtig evenement

Artikel 9. Weigeringsgronden

  • 1. Aanvullend op de artikelen 1:6 en 1:8 van de APV kan de burgemeester de evenementenvergunning geheel of gedeeltelijk weigeren, tijdelijk of voor onbepaalde tijd intrekken of wijzigen indien:

    • a.

      het naar zijn oordeel, gelet op een gebeurtenis van nationale omvang op de dag van het evenement of daags voor het evenement met een dusdanig effect op het gemeenschapsleven, niet wenselijk is dat de activiteiten worden verricht of voortgezet;

    • b.

      de bescherming van een krachtens de Gemeentewet ingestelde markt (weekmarkt) nodig is;

    • c.

      de aangevraagde tijd en locatie reeds bezet of gereserveerd is voor een andere activiteit op of aan de weg of het openbare water, zoals geplande wegwerkzaamheden;

    • d.

      dit noodzakelijk is ter bescherming van gemeentelijke dan wel particuliere eigendommen, groenvoorzieningen of voorzieningen van openbaar nut.

  • 2. Als activiteiten die in strijd zijn met artikel 1:8, eerste lid, van de APV worden in ieder geval gezien:

    • a.

      vechtsportwedstrijden en vechtsportgala’s, waaronder in ieder geval worden begrepen kooigevechten, kickboksevenementen, freefightevenementen en daarmee vergelijkbare activiteiten, en al dan niet in wedstrijdverband georganiseerde evenementen waarbij de menselijke waardigheid in het geding is;

    • b.

      snelheidswedstrijden met gemotoriseerde voertuigen op de openbare weg, waarbij uitsluitend of hoofdzakelijk de snelheid van het voertuig doorslaggevend is;

    • c.

      evenementen met gemotoriseerde voertuigen met gevaarzettend element;

    • d.

      voetbalwedstrijden tussen twee betaalde voetbalclubs op het terrein van een amateurvoetbalclub.

  • 3. De burgemeester kan de vergunning ook weigeren als de veiligheid van het evenement niet goed ingeschat kan worden vanwege het ontbreken van branche-specifieke richtlijnen en veiligheidsnormen.

Artikel 10. Voorwaarden aan vergunning

In de vergunning kunnen in ieder geval voorwaarden worden opgenomen over:

  • a.

    bereikbaarheid door hulpdiensten;

  • b.

    geneeskundige hulpverlening;

  • c.

    brandveiligheid;

  • d.

    sanitaire voorzieningen;

  • e.

    begeleiding en/of beveiligers;

  • f.

    weersverwachting;

  • g.

    verkeer en de inzet van verkeersregelaars;

  • h.

    branche-specifieke richtlijnen en veiligheidsnormen;

  • i.

    het schoon achterlaten van het evenemententerrein en de directe omgeving daarvan.

Artikel 11. Begin- en eindtijd evenementen

  • 1. De burgemeester verbindt een voorschrift aan de vergunning over de begin- en eindtijd van het evenement en over de dagen en tijden waarop de opbouw en afbouw van het evenement plaatsvindt.

  • 2. Voor evenementen op maandag t/m zaterdag zijn de begin- en eindtijd in beginsel gelegen tussen 09.00 uur en 24.00 uur. De burgemeester kan hiervan afwijken als dat naar zijn oordeel wenselijk is gelet op de aard van het evenement.

  • 3. Voor evenementen op zon- en feestdagen gelden de volgende begintijden:

    • -

      voor een evenement zonder geluid: toegestaan vanaf 12.00 uur;

    • -

      voor een evenement met geluid: toegestaan vanaf 13.00 uur.

  • 4. Voor evenementen op zon- en feestdagen geldt in beginsel een eindtijd van 17.00 uur. De burgemeester kan hiervan afwijken als dat naar zijn oordeel wenselijk is gelet op de aard van het evenement.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 12. Overgangsrecht

Op voor 1 januari 2025 ingediende meldingen, aanmeldingen voor de evenementenkalender en aanvragen voor een evenementenvergunningen blijft het bepaalde in de Nadere regel vrijstelling kleine evenementen 2021 en de Beleidsregel evenementenveiligheid Ede van toepassing.

Artikel 13. Slotbepalingen

  • 1. De ‘Nadere regel vrijstelling kleine evenementen 2021’ wordt ingetrokken.

  • 2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025.

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als: ‘Nadere regel evenementen Ede 2025’.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 17 december 2024, zaaknummer 469332.

Het college voornoemd,

drs. R.F. Groen MPA

de secretaris,

mr. L.J. Verhulst

de burgemeester,

Toelichting

Algemeen

Deze Nadere regel evenementen Ede 2025 bevat uitvoeringsregels die worden vastgesteld op grond van een bijzondere regelgevende bevoegdheid uit artikel 2:25, tweede lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Ede (APV). Deze regels moeten in samenhang met dat artikel uit de APV worden gelezen. Deze Nadere regel is een algemeen verbindend voorschrift. Dit betekent dat iedereen zich eraan moet houden. Het doel is gelijkheid en duidelijkheid te scheppen voor alle evenementen.

Artikel 2 Meldingplicht kleine evenementen

Voor een klein evenement hoeft geen vergunning te worden aangevraagd, maar kan volstaan worden met een melding. Deze melding moet minimaal 10 werkdagen en maximaal vier weken voorafgaand aan het kleine evenement worden ingediend.

Een evenement is een klein evenement als voldaan wordt aan alle criteria die genoemd worden in lid 2. Voorbeelden van kleine evenementen kunnen zijn: muzikale rondgangen, kleine optocht, buurt- en straatfeesten, fancy fairs, straatacts of rommelmarktje.

Als het evenement niet voldoet aan alle criteria voor een klein evenement dan is een evenementenvergunning nodig voor het evenement. Als dit pas blijkt nadat de melding is gedaan, dan zal in de meeste gevallen geen evenementenvergunning meer kunnen worden aangevraagd, omdat de uiterste indieningstermijn voor een evenement al is verstreken. Als de organisator niet zeker is of voor zijn evenement een melding volstaat, dan is tijdig vooroverleg met team Evenementen van de afdeling Veiligheid aan te bevelen.

Evenementen die in strijd zijn met de openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid of milieu zijn niet toegestaan. Dit geldt ook voor kleine evenementen. In artikel 9, tweede lid, van deze regeling staan een aantal evenementen genoemd die in hiermee in strijd worden geacht. De burgemeester kan binnen vijf dagen na ontvangst van de melding besluiten een klein evenement te verbieden als er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt. Dit staat in artikel de 2:25, derde lid, van de APV.

Als er meerdere meldingen voor kleine evenementen worden ontvangen, die niet tegelijkertijd kunnen plaatsvinden, dan worden de aanvragen in volgorde van ontvangst in behandeling genomen. Het evenement dat als eerste is gemeld kan doorgaan. Daarna wordt per volgende melding beoordeeld of er nog ruimte is voor een extra klein evenement. Als er naast een melding voor een klein evenement ook een vergunningaanvraag voor een evenement wordt ontvangen, en die evenementen niet tegelijkertijd kunnen plaatsvinden, dan gaat het vergunningplichtige evenement voor, zie de voorrangsregel in artikel 6.

Als een klein evenement niet kan plaatsvinden omdat er al een ander evenement plaatsvindt op de betreffende datum, tijd en locatie en de evenementen niet tegelijkertijd kunnen plaatsvinden, dan zal de burgemeester dat kleine evenement verbieden op grond van artikel 2:25, derde lid, van de APV.

De criteria voor een klein evenement worden hieronder toegelicht.

Onder a

Het evenement duurt maximaal één dag. Voor meerdaagse evenementen is altijd een vergunning nodig.

Onder b

Er zijn maximaal 150 mensen tegelijkertijd aanwezig. Bij bijvoorbeeld een kleine rommelmarkt zullen mensen gaan en komen. Het totaal aantal bezoekers kan dan groter zijn dan 150 mensen. Het gaat bij dit criterium echter om het verwachte aantal mensen dat op enig moment tegelijkertijd aanwezig is.

Onder c

Evenementen die worden georganiseerd in een natuurgebied dat valt binnen een Natura 2000-gebied of het Gelders Natuurnetwerk zijn altijd vergunningplichtig. Op de website van de Provincie Gelderland zijn kaarten te raadplegen waarop de Natura 2000-gebieden het Gelders Natuurnetwerk zijn weergegeven. Zo is na te gaan of de locatie van het evenement hier binnen valt. De stadsparken in de kern Ede, zoals bijvoorbeeld het Stadspark, het Proosdijpark, het Huygenspark en het Beatrixpark, maken geen deel uit van een Natura 2000-gebied of van het Gelders Natuurnetwerk. In deze stadsparken zijn dus kleine (meldingplichtige) evenementen mogelijk.

Onder d

De activiteiten vinden plaats op maandag tot en met zaterdag tussen 9.00 uur en 23.00 uur of op zondag tussen 13.00 uur en 17.00 uur. Voor evenementen die buiten deze tijden worden gehouden, is altijd een vergunning nodig.

Onder e

Het geluidsniveau is begrensd en is van belang als er bijvoorbeeld muziek ten gehore wordt gebracht. Binnen het genoemde geluidsniveau is bijvoorbeeld achtergrondmuziek of onversterkte/akoestische muziek mogelijk.

Onder f

Objecten die toegestaan zijn, zijn bijvoorbeeld (sta)tafels, een niet afgesloten partytent of een luchtkussen. De totale oppervlakte van de objecten mag niet meer dan 25 m2 bedragen.

Onder g en h

Meldingplichtige evenementen mogen geen belemmering vormen voor het verkeer. Evenementen die worden gehouden op een weg waarop harder dan 30 km per uur mag worden gereden, zijn vergunningplichtig. Als het evenement wordt gehouden op een weg waar een lijndienst voor het openbaar vervoer overheen rijdt, is dit evenement vergunningplichtig, ook als op deze weg maximaal 30 km per uur mag worden gereden. Op andere wegen zijn kleine (meldingplichtige) evenementen mogelijk. Deze wegen mogen ook afgezet worden ten behoeve van een klein evenement. Er moet dan wel een strook van minimaal 3,5 m breed en 4,2 m hoog vrij blijven van objecten en obstakels, zodat een voertuig van een nood- of hulpdienst kan passeren als dat nodig mocht zijn.

Onder i

Voor evenementen waarbij de kans op het ontstaan van risico’s voor de openbare orde, veiligheid, volksgezondheid of milieu hoogst onwaarschijnlijk is, is geen vergunning nodig. De risico’s voor veiligheid zijn dan van dien aard dat het treffen van aanvullende maatregelen niet noodzakelijk is. Ook moet onwaarschijnlijk zijn dat voor het evenement maatregelen of voorzieningen getroffen moeten worden door het bevoegd gezag, zoals politie-inzet.

Onder j

Als voor het evenement nog andere vergunningen of ontheffingen nodig zijn, dan moet er een vergunning aangevraagd worden.

Ontheffing artikel 35 Alcoholwet

Bij een meldingplichtig evenement mag wel alcohol worden gedronken, maar er mag geen sprake zijn van het bedrijfsmatig of het tegen betaling verstrekken van alcoholhoudende dranken.

Ontheffing artikel 2:10 APV

Er is geen sprake van het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg, waardoor het gebruik van de weg belemmerd wordt. Er is sprake van belemmering van de weg als een parkeerplaats niet gebruikt kan worden of als er onvoldoende ruimte overblijft voor passerend verkeer (voetgangers, fietsers, gemotoriseerde voertuigen).

Melding brandveilig gebruik

Dit houdt in dat een klein evenement niet plaatsvindt in een gebouw of een gesloten tent. Ook mag er geen gebruik worden gemaakt van gasflessen, frituurtoestellen of aggregaten. Is dat wel het geval, dan is er een evenementenvergunning nodig en een melding brandveilig gebruik. Wat wel is toegestaan is een niet afgesloten partytent. Bij elektrische bak- en braadtoestellen geldt dat er een brandblusapparaat aanwezig moet zijn (artikel 4.20 Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen).

Artikel 3 Algemene bepalingen over kleine evenementen

Lid 3

De organisator heeft de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat het een klein evenement is en blijft. De voorwaarden zoals die zijn opgenomen in artikel 2, tweede lid, van deze nadere regel dienen steeds in acht te worden genomen. Op het moment dat er geen sprake meer is van een klein evenement en er een vergunningplicht geldt op grond van artikel 2:25 van de APV, is de burgemeester bevoegd om handhavend op te treden (bijvoorbeeld het stilleggen van het evenement), omdat er dan sprake is van het organiseren van een evenement zonder de daarvoor vereiste vergunning. De wettelijke basis hiervoor is gelegen in artikel 125 van de Gemeentewet en artikel 5:32 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 4 Classificatie vergunningplichtige evenementen

De beoordeling in welke klasse een evenement valt, wordt door of namens de burgemeester gedaan. Deze classificatie is gebaseerd op het risicoclassificatiemodel van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden. De classificatie wordt voornamelijk bepaald door een risico-inschatting aan de hand van een aantal factoren of een combinatie daarvan, zoals publieksprofiel, activiteitenprofiel, ruimtelijk profiel, organisatieprofiel, risico-inschatting en veiligheidsplan. Deze risico-inschatting wordt gedaan door het uitvoeren van een regionale risicoscan vanuit de veiligheidsregio. De regionale risicoscan geeft een eerste indruk van de risico’s op het gebied van openbare orde, veiligheid en/of gezondheid en bepaalt de behandelaanpak. De gemeente kan zich hierbij laten adviseren door de hulpverleningsdiensten. Het maakt ook de noodzaak tot aanvullen en/of aanscherpen van de voorschriften op één of meerdere gebieden inzichtelijk. Afhankelijk van de mate van risico wordt een monodisciplinair of multidisciplinair veiligheidsadvies gevraagd. Bij een klasse C evenement wordt altijd een multidisciplinair veiligheidsadvies geleverd.

Artikel 5 Aanmelding evenementenkalender en voorrangsregels

Vanaf 2025 kunnen vergunningplichtige evenementen tot 15 september worden aangemeld voor plaatsing op de evenementenkalender van het daarop volgende jaar. De evenementenkalender wordt uiterlijk op 15 oktober door de burgemeester vastgesteld. Door plaatsing op de evenementenkalender wordt de datum, tijd en locatie gereserveerd voor het betreffende evenement.

Na de sluitingsdatum voor de aanmelding voor de evenementenkalender kan blijken dat er meer evenementen voor een bepaalde locatie zijn aangevraagd dan in één jaar op die locatie mogen plaatsvinden. Of dat er meerdere evenementen zijn aangevraagd die geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op dezelfde datum, tijd en locatie. We noemen dat samenlopende evenementen. Of dat er sprake is van concurrerende evenementen, die elkaar op zodanige wijze (negatief) beïnvloeden, dat de betreffende evenementen niet in elkaars nabijheid kunnen plaatsvinden.

Als samenlopende evenementen niet met elkaar concurreren of zodanig ingericht kunnen worden dat geen conflict zal optreden, kunnen deze evenementen, ter beoordeling aan de burgemeester, geplaatst worden op de evenementenkalender.

Als er echter sprake is van een conflict, wordt volgens de voorrangsbepalingen bepaald welk evenement op de gewenste dag, tijd en locatie op de evenementenkalender wordt geplaatst. Het conflicterende evenement zal vervolgens moeten uitwijken naar een andere dag, tijd of locatie.

De evenement Airborne, Heideweek en Oud Lunterse Dag zijn evenementen die volgens de ‘Evenementenvisie gemeente Ede’ als DNA-evenement zijn aangemerkt. Deze evenementen hebben een lange traditie in de gemeente en hebben daarmee ook een grote culturele waarde voor Ede. Dat is de reden dat deze evenementen voorrang krijgen bij de plaatsing op de evenementenkalender.

Daarna volgen de jaarlijks terugkerende evenementen die betrekking hebben op de viering van een feestdag, zoals Koningsdag en Sinterklaas. Dergelijke evenementen zijn naar hun aard gebonden aan een specifieke datum en krijgen daarom voorrang voor die datum.

Vervolgens worden alle overige evenementen op de evenementenkalender geplaatst.

Bij conflicten, zoals hiervoor beschreven, wordt in overleg met de organisatoren naar een oplossing gezocht waarmee alle partijen tevreden zijn. Als zo’n oplossing niet mogelijk is, dan zal worden geloot om te bepalen welk evenement op de betreffende datum en locatie op de evenementenkalender zal worden geplaatst. Voor uitgelote evenementen kan alsnog in overleg een andere datum en/of locatie worden gezocht.

Dat een evenement op de evenementenkalender is geplaatst, is geen garantie dat er een vergunning zal worden verleend. Dit is afhankelijk van de procedure die daarvoor moet worden gevolgd. Het hebben van een geldige evenementenvergunning is één van de voorwaarden waaraan moet worden voldaan voordat het evenement daadwerkelijk kan plaatsvinden. Als de vergunning niet op tijd wordt aangevraagd (zie de uiterste indieningstermijn in artikel 8), dan vervalt de reservering van de datum en locatie.

Aanmeldingen die na 15 september worden gedaan, worden niet op de evenementenkalender geplaatst.

Artikel 6 Aanmelding na sluitingsdatum voor aanmelding voor evenementenkalender

Voor aanmeldingen die na 15 september worden ontvangen, geldt dat op het moment dat de vergunningaanvraag ontvankelijk is (dat wil zeggen: op het moment dat alle benodigde stukken bij de vergunningaanvraag zijn ingediend) wordt bekeken of de gewenste datum, tijd en locatie beschikbaar zijn. Als dat zo is, dan wordt op dat moment de datum, tijd en locatie gereserveerd voor het evenement. Als echter blijkt dat het evenement samenloopt of concurreert met een ander evenement, past de burgemeester de in dit artikel genoemde voorrangsregels toe om te bepalen voor welk evenement de gewenste datum, tijd en locatie wordt gereserveerd.

De voorrangsregels houden in dat evenementen die op de evenementenkalender staan voorgaan op evenementen die na 15 september worden aangevraagd. Vergunningplichtige evenementen gaan voor op meldingplichtige evenementen. En ten slotte geldt dat datum, tijd en locatie voor evenementen worden gereserveerd op volgorde van het moment waarop de aanvraag voor de evenementenvergunning ontvankelijk is geworden. Het evenement waarvan de aanvraag als eerste volledig is ingediend, gaat dus voor op een evenement voor dezelfde datum en locatie waarvoor pas op een later moment alle stukken zijn ingediend.

Als de voorrangsregels geen uitkomst bieden, wordt er geloot. Het evenement waarvoor niet de gewenste datum, tijd en locatie kan worden gereserveerd, zal dan moeten uitwijken naar een andere datum, tijd en/of locatie.

Artikel 7 Vereisten aanvraag

Artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat een aanvraag moet worden ondertekend en ten minste de naam en het adres van de aanvrager, de dagtekening en een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd, bevat. De aanvrager moet bovendien de gegevens en bescheiden verschaffen die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. In artikel 7 van deze regeling is uitgewerkt welke gegevens nodig zijn voor de beslissing op de aanvraag.

Artikel 4:5 van de Awb bepaalt dat bij het ontbreken van de vereiste informatie of documenten in de vergunningsaanvraag de aanvraag niet wordt beoordeeld. In dat geval krijgt de aanvrager de gelegenheid om ontbrekende gegevens binnen een nader te bepalen, redelijke termijn aan te leveren. Als de ontbrekende gegevens niet of niet binnen de gestelde termijn worden aangeleverd, kan de burgemeester de aanvraag buiten behandeling stellen.

Artikel 8 Uiterste indieningstermijn vergunningaanvraag

Voor een goede beoordeling van een aangevraagd evenement moeten adviezen worden ingewonnen bij diverse afdelingen en ketenpartners. Dit kost tijd. Daarom moet een aanvraag voor een evenementenvergunning op tijd worden aangevraagd. Hoe meer risico’s er zijn verbonden aan het evenement, hoe meer tijd er nodig is voor een goede beoordeling.

De uiterste indieningstermijnen die in dit artikel worden genoemd, zijn een invulling van artikel 1:8, derde lid, van de APV.

Als een aanvraag na de uiterste indieningstermijn wordt ingediend, wordt per geval bekeken of het nog haalbaar is om de aanvraag volledig te behandelen. Als dat niet het geval is, dan kan de burgemeester de aanvraag geheel of gedeeltelijk weigeren. Dat staat in artikel 1:8, tweede lid onder a, van de APV.

Artikel 9 Weigeringsgronden

lid 1

In artikel 1:8 van de APV zijn een aantal algemene weigeringsgronden opgenomen. In artikel 9 van deze nadere regel zijn in aanvulling hierop specifieke weigeringsgronden opgenomen. Als een van deze gronden aanwezig is, dan kan de burgemeester de vergunningaanvraag geheel of gedeeltelijk weigeren of wijzigen.

Als de vergunning al is verleend en een van deze gronden wordt alsnog geconstateerd, dan kan de burgemeester de reeds verleende vergunning tijdelijk of voor onbepaalde tijd intrekken of wijzigen.

De weigeringsgronden worden hierna toegelicht.

Sub a.

Heftige gebeurtenissen, zoals op Koninginnedag 2009 in Apeldoorn, maar ook de dreiging van terroristische aanslagen, kunnen een dusdanig effect op het gemeenschapsleven hebben dat het wenselijk kan zijn om een evenement niet door te laten gaan of aan te passen of een al gestart evenement te beëindigen.

Sub b.

Als een evenement wordt aangevraagd op een datum en locatie waarop een krachtens de Gemeentewet ingestelde markt (weekmarkt) wordt gehouden, dan kan het gevraagde evenement worden geweigerd of gewijzigd (verplaatst) om de weekmarkt door te kunnen laten gaan.

Sub c.

Als de gevraagde tijd en locatie bezet of gereserveerd is voor andere activiteiten dan een evenement en daardoor niet beschikbaar is voor een evenement, dan kan de vergunning worden geweigerd. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om geplande wegwerkzaamheden.

lid 2

Belastende evenementen

Er zijn een aantal evenementen van bijzondere aard waarvan het college vindt dat zij in strijd met de openbare orde en openbare veiligheid zijn. Het gaat om de volgende evenementen. Vechtevenementen of vergelijkbare evenementen in strijd met de menselijke waardigheid, snelheidswedstrijden met gemotoriseerde voertuigen en voetbalwedstrijden tussen twee betaalde voetbalclubs op het terrein van een amateurclub en risicovolle evenementen als monstertruckevenementen en autovoetbal. Dergelijke evenementen zijn in beginsel in Ede niet toegestaan.

Vechtsportwedstrijden of –gala’s

Hiermee worden alle vechtsportwedstrijden en alle vechtsportgala’s bedoeld die onder de definitie van evenement (artikel 2:24 van de APV) vallen. Vechtsportwedstrijden of -toernooien, georganiseerd door een Edese vechtsportvereniging, die niet wezenlijk verschillen van andere sportwedstrijden/-competities vallen niet onder de definitie van ‘evenement’ en daarvoor is dus ook geen evenementenvergunning nodig. Het gaat hier ook niet om reguliere verdedigingssporten, zoals judo.

Bij vechtsportwedstrijden, - toernooien en -gala’s die wel als evenement kunnen worden aangemerkt, zoals kooigevechten en vechtwedstrijden in het bos waarbij niet of nauwelijks regels gelden, kunnen ongewenste neveneffecten optreden zoals illegale weddenschappen en vechtpartijen buiten de ring. Kooigevechten en dergelijke evenementen zijn in strijd met zedelijkheid en daarmee een gevaar voor de openbare orde. Bij deze gevechten gelden vaak nauwelijks regels. Hetzelfde geldt voor andere evenementen waarbij de menselijke waardigheid in het geding is zoals bijvoorbeeld ‘dwergwerpen’.

Door het verbod worden risico’s voor de volksgezondheid en openbare orde voorkomen. Naar hun aard laten de ongewenste effecten bij dit soort evenementen zich niet reguleren met een vergunning of het eisen van extra beveiliging.

Snelheidswedstrijden met gemotoriseerde voertuigen

Hiermee wordt bedoeld snelheidswedstrijden met auto’s, motoren of andere gemotoriseerde voertuigen op de openbare weg, waarbij dus in beginsel uitsluitend of hoofdzakelijk de snelheid van het voertuig doorslaggevend is en waarvoor ook een ontheffing nodig is zoals bedoeld in artikel 148 Wegenverkeerswet. Een voorbeeld daarvan zijn autorally’s. Het niet toestaan van deze evenementen is in het belang van verkeersveiligheid, ter voorkoming van overlast en ter bescherming van het milieu.

Een dergelijke wedstrijd betekent in de praktijk dat een groot gebied met daarin openbare wegen moet worden afgesloten. Dit veroorzaakt gevaarlijke situaties, overlast, hinder of schade. Zo’n afsluiting verdraagt zich niet met het waarborgen van de bruikbaarheid van de weg en de vrijheid van het verkeer. Een dergelijk grote afsluiting is moeilijk met omleidingen aan te geven en veroorzaakt veel onveilige situaties door onvoorspelbaar verkeersgedrag. Bovendien kan de verkeersveiligheid niet voldoende worden gegarandeerd. Hierbij valt te denken aan de veiligheid voor omwonenden en eigenaren van omliggende percelen en bezoekers. Omwonenden moeten toch van deze weg gebruik maken om hun huis/perceel te bereiken. Ook weegt mee de veiligheid van spelende kinderen en loslopende dieren door het niet goed kunnen afsluiten van op- en afritten. Een dergelijk evenement geeft geluidsoverlast en daardoor mogelijk schade aan de veestapel, stankoverlast en schaadt flora en fauna. Het heeft daarmee negatieve gevolgen voor het milieu.

Een rally, waarbij hard gereden wordt over de openbare weg, heeft geen positieve uitstraling op het imago van gemeente. In het buitengebied wordt doorgaans hard gereden, vaak door jongeren, al dan niet met alcohol op. De politie voert dan ook regelmatig snelheidscontroles uit. Een rally sluit niet aan bij de inspanningen die de gemeente en politie doen om de verkeersveiligheid te bevorderen. Bestuurlijk is er specifiek aandacht voor verkeersveiligheid, zowel op het gebied van alcoholgebruik als op snelheid (Bestuursakkoord 2022-2026, p. 39). Bezien tegen de achtergrond van deze problematiek, het verkeer en de veiligheid is een snelheidswedstrijd met gemotoriseerd verkeer belastend.

Het verbod is geschikt om risico’s voor de volksgezondheid en openbare orde te voorkomen. Zonder snelheidswedstrijd kunnen daardoor ook geen gevaarlijke situaties ontstaan. Dit type evenementen op de openbare weg wordt naar hun aard gezien als dermate gevaar zettend dat zij niet kunnen worden gereguleerd met een vergunning.

Evenementen met gemotoriseerde voertuigen met gevaarzettend element

Bij de beoordeling of er sprake is van een gevaarzettend element, wordt gekeken naar de wijze waarop een object of een situatie onacceptabel nadelig effect kan veroorzaken. Hieronder vallen in ieder geval monstertruckevenementen en autovoetbal. Dit zijn risicovolle evenementen. Er kan niet worden gegarandeerd dat de veiligheid voldoende wordt gewaarborgd. Voor monstertruckevenementen geldt dat er geen geschikte terreinen zijn binnen de gemeente Ede. In het verleden zijn er bij dit soort evenementen in Nederland dodelijke slachtoffers gevallen (bijvoorbeeld bij het incident met een monstertruck in Haaksbergen in 2014).

Autovoetbal is een spel waarbij bestuurders van aangepaste auto’s spelen om een grote metalen bal. Voor autovoetbal geldt dat er geen erkende overkoepelende organisatie is die onafhankelijke deskundige veiligheidsregels kent. Hierdoor kan onvoldoende worden ingeschat aan welke veiligheidseisen het evenement moet voldoen, waardoor de veiligheid niet kan worden gewaarborgd. Het gaat dan om specifieke regels of andere regelgeving over de voertuigen en veilige afstanden tot het publiek.

Het verbod is geschikt om risico’s voor de volksgezondheid en openbare orde te voorkomen. Dit type evenementen wordt naar hun aard gezien als dermate gevaar zettend dat zij niet kunnen worden gereguleerd met een vergunning.

Voetbalwedstrijden tussen twee betaalde voetbalclubs op het terrein van een amateurclub.

De terreinen van de amateurvoetbalclubs zijn niet op een zodanige manier ingericht dat deze berekend zijn op de hoeveelheid supporters die een wedstrijd tussen twee betaalde voetbalclubs met zich mee kunnen brengen. Een dergelijke wedstrijd heeft een sterk publiek aantrekkende werking. Vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid is het niet wenselijk deze wedstrijden plaats te laten vinden op het terrein van een amateurvoetbalclub.

Hierbij heeft de burgemeester meegewogen dat bij voetbalwedstrijden met regelmaat vechtpartijen plaatsvinden tussen supporters. Op terreinen van amateurvoetbalclubs zijn geen voorzieningen aanwezig die zorgen dat supporters van rivaliserende clubs elkaar niet eenvoudig kunnen bereiken. Het risico voor de volksgezondheid en openbare orde wordt daarom ingeschat als te groot om hier wedstrijden tussen betaald voetbalclubs toe te staan.

Het verbod is geschikt om risico’s voor de volksgezondheid en openbare orde te voorkomen. Dit type evenementen wordt naar hun aard gezien als dermate gevaar zettend dat zij niet kunnen worden gereguleerd met een vergunning.

Lid 3.

Veiligheidsnormen vanuit overkoepelende organisaties en regelgeving

Bestaan er veiligheidsnormen vanuit een overkoepelende vereniging of organisatie, dan worden deze als voorwaarden in de vergunning opgenomen. Ook als de organisator zelf geen lid is van die overkoepelende instantie. Alleen organisatoren die aan de regelgeving voldoen, komen in aanmerking voor een vergunning.

Als er geen overkoepelende organisatie is, kan een onafhankelijk deskundige veiligheidsregels opstellen. Over de keuringsprocedure worden afspraken gemaakt en de gegevens overlegd. Tevens wordt dit vastgelegd als vergunningsvoorwaarden. Is er geen overkoepelende organisatie die vanuit deskundigheid voorschriften oplegt en ook geen wet- of regelgeving? Dan kan afdeling Veiligheid de veiligheid niet goed inschatten. Beleidsadviseur Veiligheid brengt de risico’s in kaart en legt deze voor aan de burgemeester. De burgemeester kan besluiten geen vergunning te verlenen.

Artikel 10 Voorwaarden aan vergunning

De vergunninghouder is verantwoordelijk en aansprakelijk voor een ordentelijk verloop van het evenement, zowel in de voorbereidingsfase, de realisatiefase als de afbouwfase en zowel binnen het eigen evenemententerrein als in de directe omgeving waarvan men gebruik maakt. De vergunninghouder is vanuit deze verantwoordelijkheid de eerst aangewezene om risico’s ten aanzien van de veiligheid te analyseren, noodzakelijke maatregelen te treffen en de restrisico’s te overwegen en daar eventueel

maatregelen op te treffen, overlast te voorkomen en te beperken en onnodige schadelijke effecten op de omgeving te voorkomen en beperken. De vergunninghouder moet zich houden aan de voorwaarden die verbonden zijn aan de verleende evenementenvergunning. Als de vergunninghouder dat niet doet, kan de burgemeester handhaven.

Artikel 11 Begin- en eindtijd

Om de overlast van een evenement te beperken wordt in de evenementenvergunning een voorschrift opgenomen waarin de begin- en de eindtijd van een evenement worden bepaald. Ook wordt een voorschrift opgenomen waarin is bepaald op welke dagen en tijden de opbouw en afbouw van een evenement mag plaatsvinden.

Begin- en eindtijd evenementen op maandag t/m zaterdag

Evenementen vinden in beginsel plaats tussen 09.00 uur en 24.00 uur. De burgemeester kan hiervan afwijken als dat naar zijn oordeel wenselijk is gelet op de aard van het evenement.

Begin- en eindtijd evenementen zon- en feestdagen

Voor zon- en feestdagen geldt een begintijd van 12.00 uur voor activiteiten zonder geluid, activiteiten die gepaard gaan met geluid zijn toegestaan vanaf 13.00 uur. De Zondagswet is van toepassing bij evenementen die op zon- en feestdagen worden gehouden. Dat betekent dat in sommige gevallen ook een ontheffing van de Zondagswet zal zijn vereist. Voor evenementen op zon- en feestdagen geldt in beginsel een eindtijd van 17.00 uur. De burgemeester kan hiervan afwijken als dat naar zijn oordeel wenselijk is gelet op de aard van het evenement.

Op- en afbouw

Er moet rekening worden gehouden met overlap van een ander evenement op de evenementenlocatie. De ervaring leert dat organisatoren in een zo kort mogelijke tijd willen op- en afbouwen, omdat hier kosten aan verbonden zijn. De tijden zijn in overleg met de afdeling

Veiligheid en dienen bij de aanvraag duidelijk te worden vermeld. Op- en afbouwen op zon- en feestdagen moet zo veel mogelijk worden voorkomen; mocht het toch noodzakelijk zijn, dan moet de overlast zo veel mogelijk worden beperkt.