Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732956
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732956/1
Verordening reinigingsrechten en afvalstoffenheffing 2025
Geldend van 31-12-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening reinigingsrechten en afvalstoffenheffing 2025De raad besluit
Vast te stellen de navolgende middels een amendement aangepaste Verordening reinigingsrechten en afvalstoffenheffing 2025.
Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2025
Begripsomschrijvingen.
- 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
- 2.
Van een medische indicatie in de zin van deze verordening is sprake, indien in een huishouden extra huishoudelijke afvalstoffen ontstaan vanwege een chronische ziekte of een handicap waarbij gebruik van stoma-, dialyse- of incontinentiemateriaal nodig is.
Algemeen
Artikel 1.
Krachtens deze verordening worden geheven:
- a.
een afvalstoffenheffing;
- b.
reinigingsrechten.
Hoofdstuk 1 Afvalstoffenheffing
Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit.
-
1. Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
-
2. De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 3. Belastingplicht.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4. Vrijstellingen.
-
1. De belasting als bedoeld in Hoofdstuk 1, onderdeel 5.5 van de bij deze verordening behorende tarieventabel wordt niet geheven als er in een woning geen containers en/of milieupas aanwezig zijn en dit door de nieuwe bewoners, binnen drie maanden na datum van de inschrijving in Basisregistratie Personen van die bewoners, wordt gemeld.
-
2. De belasting als bedoeld in Hoofdstuk 3, onderdeel 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel wordt niet geheven als de nieuwe bewoners een ander formaat container voor restafval willen en dit door de nieuwe bewoners, binnen drie maanden na datum van de inschrijving in Basisregistratie Personen van die bewoners, wordt gemeld.
-
3. De belasting als bedoeld in Hoofdstuk 3, onderdeel 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel wordt, na overlegging van een medische verklaring (niet ouder dan 3 maanden) van een behandelend arts of van de apotheek, niet geheven als de bewoners een ander formaat container voor restafval willen in verband met medische indicatie.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief.
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 6. Belastingjaar.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7. Wijze van heffing.
De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.
-
1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.
Artikel 9. Termijnen van betaling.
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in één termijn welke vervalt twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
-
3. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 125,- doch minder dan € 2.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
-
4. Indien de automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige als bedoeld in het derde lid driemaal niet kan plaatsvinden dan wordt deze van gemeentewege stopgezet. De aanslagen moeten hierna worden betaald ingevolge het gestelde in het eerste lid.
Hoofdstuk 2 Reinigingsrechten
Artikel 10. Belastbaar feit.
Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichten die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
Artikel 11. Belastingplicht.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 12. Maatstaf van heffing en belastingtarief.
-
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de hoofdstukken 2 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 13. Belastingjaar
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 14. Wijze van heffing
-
1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
-
2. De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 15. Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten.
-
1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.
Artikel 16. Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten.
De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 17. Termijnen van betaling.
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in één termijn welke vervalt twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
-
3. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 125,- doch minder dan € 2.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
-
4. Indien de automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige als bedoeld in het derde lid driemaal niet kan plaatsvinden dan wordt deze van gemeentewege stopgezet. De aanslagen moeten hierna worden betaald ingevolge het gestelde in het eerste lid.
Artikel 18. Overgangsrecht.
De “Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2024”, van 18 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 20, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 19. Inwerkingtreding.
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 20. Citeertitel.
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2025”.
Ondertekening
de griffier,
mr. M. Smits - Jansen
de voorzitter,
drs. A.J. van Hout
Bijlage 1 TARIEVENTABEL 2024
Hoofdstuk 1: Tarieven afvalstoffenheffing 2025 |
||
|
|
|
1. |
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar |
€ 177,00 |
2. |
Onverminderd het bepaalde in lid 1 van dit artikel, bedraagt de belasting per lediging van: |
|
2.1. |
een container van 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen |
€ 13,43 |
2.2. |
een container van 140 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen |
€ 10,84 |
2.3.1. |
Indien er sprake is van een medische indicatie wordt op verzoek van de belastingplichtige het totaal aantal ledigingen van een container verminderd met het aantal ledigingen boven het aantal van 8 voor een container van 240 liter. |
|
2.3.2. |
Indien er sprake is van een medische indicatie wordt op verzoek van de belastingplichtige het totaal aantal ledigingen van een container verminderd met het aantal ledigingen boven het aantal van 6 voor een container van 140 liter. |
|
3.1. |
In afwijking van het bepaalde in lid 1 en lid 2 van dit artikel, bedraagt het belastingtarief voor belastingplichtigen, aan wie een verzamelcontainer beschikbaar is gesteld |
|
€ 279,41 |
||
3.2. |
In afwijking van het bepaalde in lid 3.1 van dit artikel, bedraagt het belastingtarief voor alleenwonenden en aan wie een verzamelcontainer beschikbaar is gesteld: indien zij op 1 januari van enig belastingjaar alleenwonend zijn, 75% van het belastingtarief genoemd in lid 3.1 van dit artikel |
€ 209,52 |
4.1. |
Het tarief voor het ophalen van grof huishoudelijk restafval bedraagt |
€ 28,86 |
4.2. |
Voor het tarief genoemd in lid 4.1. kan voor een ophaaladres één keer per jaar vermindering worden aangevraagd. De vermindering wordt toegekend als er op het betreffende ophaaladres geen auto is geregistreerd en de belastingplichtige wonende op dat ophaaladres in aanmerking komt voor kwijtschelding gemeentelijke belastingen voor het betreffende belastingjaar. De vermindering kan worden aangevraagd bij de heffingsambtenaar. |
|
5. |
Bij gebruik van een ondergrondse container gelden de volgende tarieven |
|
5.1. |
De belasting bedraagt per perceel |
€ 177,00 |
5.2.1 |
De kosten per storting/vuilniszak bedragen |
€ 1,50 |
5.2.2. |
Indien er sprake is van een medische indicatie wordt op verzoek van de belastingplichtige het totaal aantal stortingen verminderd met het aantal stortingen boven het aantal van 24. |
|
5.3 |
Van een medische indicatie in de zin van de leden 2.3.1., 2.3.2. en 5.2.2. van deze tarieventabel is sprake, indien in een huishouden extra huishoudelijke afvalstoffen ontstaan vanwege een chronische ziekte of een handicap waarbij gebruik van stoma-, dialyse- of incontinentiemateriaal nodig is. |
|
5.4 |
Voor de toepassing van de vermindering, bedoeld in de leden 2.3.1., 2.3.2. en 5.2.2. van deze tarieventabel is vereist dat de belastingplichtige een aanvraagformulier indient bij de heffingsambtenaar, waaruit blijkt dat binnen het huishouden sprake is van een chronische ziekte of een handicap waardoor extra huishoudelijk restafval ontstaat. Een medische verklaring (niet ouder dan 3 maanden) van de behandelend arts of van de apotheker moet bij de aanvraag worden gevoegd. |
|
5.5 |
De kosten voor de vervanging van een milieupas voor een ondergrondse container bedraagt |
€ 11,10 |
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2: Tarieven reinigingsrechten |
|
2 |
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar |
€ 177,00 |
2.1 |
Onverminderd het bepaalde in lid 1 van dit artikel, bedraagt de belasting per lediging van |
|
2.2 |
een container van 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen |
€ 13,43 |
2.3 |
een container van 140 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen |
€ 10,84 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 3: Diversen |
|
3 |
Wisseling van een mini-container per container |
€ 17,50 |
Hoofdstuk 4: Tarieven en acceptatiecriteria Afvalbrengstation (Arnhem- Noord) Westervoort 2024
Gratis afvalsoorten |
Acceptatiecriteria |
Tarief |
Opmerkingen |
Papier en karton |
Gratis |
- |
Geen plastics, sanitair papier, behang, foto's, koffiefilters e.d. |
Glas |
Gratis |
- |
Flessen en ander verpakkingsglas |
Vlakglas (schoon) |
Gratis |
- |
Venster-,dubbel-,draad-, gekleurd of gefigureerd glas |
Spiegelglas (schoon) |
Gratis |
- |
Spiegels, geen lijsten of andere materialen |
Afgedankte elektrische en elektronische apparaten |
Gratis |
- |
Complete apparaten |
Textiel |
Gratis |
- |
In gesloten zakken aanleveren |
Klein chemisch afval |
Gratis |
- |
|
Luier- en incontinentiemateriaal |
Gratis |
- |
|
Grof tuinafval |
Gratis |
- |
Takken en overig groenafval, geen graszoden |
Metaal |
Gratis |
- |
Geen autowrakken, vaten (mits leeg en schoon) |
Gasflessen |
Gratis |
- |
Max. kniehoogte |
Brandblussers |
Gratis |
- |
CO2, Poeder, Halon e.d. |
Asbest |
|
€ 2,50 per strekkende meter inpakfolie |
Aanlevering met asbestformulier gemeente Westervoort, in daarvoor bestemde verpakkingsmaterialen |
Frituurvet |
Gratis |
- |
In de originele (plastic) verpakking, geen glazen verpakkingen |
PMD (Plastic verpakkingen, metalen verpakkingen(blik) en drinkpakken) |
Gratis |
- |
|
Autobanden zonder velg |
Gratis |
- |
Betreft standaard autoband |
Piepschuim/EPS |
Gratis |
- |
|
Harde kunststoffen |
Gratis |
- |
|
Matrassen |
Gratis |
- |
|
Gelimiteerde afvalsoorten |
Acceptatiecriteria € 6 per bezoek (max. 6 keer per jaar) plús: |
Tarief boven gratis hoeveelheid/ Vanaf het 7e bezoek * |
Opmerkingen |
Autobanden met velg |
Per band € 2,50 |
Per band € 2,50 |
|
Overige banden |
Per band € 60,- |
per band € 60,- |
vrachtwagenband, tractorband |
Geïmpregneerd hout |
Gratis tot ¼ m³ |
Per ¼ m³ € 17,50 |
Tuinhekken, speeltoestellen, tuinmeubelen |
Bielzen |
2 stuks gratis |
Per biels € 9,50 |
|
Dakgrind |
Per ¼ m³ € 41,-- |
Per ¼ m³ € 41,-- |
Schoon dakgrind, geen resten van dakleer e.d. |
Dakbedekking mix. |
Per ¼ m³ € 70,-- |
Per ¼ m³ € 70,-- |
Teerhoudende dakbedekking, dakgrind, bitumen |
Gasbeton |
Gratis tot ¼ m³ |
Per ¼ m³ € 41,-- |
|
Gips |
Gratis tot ¼ m³ |
Per ¼ m³ € 41,-- |
|
Grond |
Gratis tot ¼ m³ |
Per ¼ m³ € 17,50 |
Niet verontreinigd, maximaal 10% puin |
Isolatiemateriaal |
Gratis tot ¼ m³ |
Per ¼ m³ € 17,50 |
Steenwol |
Puin (schoon) |
2 emmers |
Per ¼ m³ € 5,80 |
Maximaal 5% vervuild, geen asbest, dakbedekkingsmaterialen e.d. |
Puin (vervuild) |
2 emmers |
Per ¼ m³ € 17,50 |
Vervuiling groter dan 5%, geen asbest, dakbedekkingsmaterialen e.d. |
Grof restafval (brandbaar) |
Gratis tot 1 m³ |
Per ¼ m³ € 17,50 |
Wat niet in de restafval container past of hoort |
Hout-, bouw- en sloopafval |
Gratis tot ¼ m³ |
Per ¼ m³ € 5,80 |
Sloophout, houten kozijnen, pallets e.d. |
Hout huishoudelijk |
Gratis tot 1 m³ |
Per ¼ m³ € 17,50 |
Houten meubels (geen rotan), kasten e.d. |
Vloerbedekking |
Gratis tot 1 m³ |
Per ¼ m³ € 5,80 |
|
Kunstgras |
Gratis tot 1 m³ |
Per ¼ m³ € 17,50 |
|
Zak met restafval |
Per zak € 3,50 |
Per zak € 3,50 |
|
* Vanaf het 7e bezoek per jaar betaalt u meteen de standaardtarieven, dus geen starttarief van € 6,-.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl