Besluit nadere regels Jeugdhulp 2025 gemeente Venray

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Besluit nadere regels Jeugdhulp 2025 gemeente Venray

Het college van burgemeester en wethouder van de gemeente Venray;

gelet op “Verordening Sociaal Domein 2025 van de gemeente Venray”;

besluit vast te stellen:

Besluit nadere regels Jeugdhulp 2025 gemeente Venray

Hoofdstuk 1 Inleiding

De gemeente Venray vindt het belangrijk dat inwoners actief mee kunnen doen in de samenleving en hun financiën op orde hebben. Ook is het belangrijk dat inwoners een eigen huishouden kunnen voeren en dat kinderen gezond en veilig opgroeien. Inwoners moeten in de eerst plaats daar zelf voor zorgen. Lukt dat niet, dan is het de taak van de gemeente om inwoners te helpen.

Op basis van de landelijke regels en de Verordening Sociaal Domein 2025 gemeente Venray (verder te noemen de Verordening) heeft de gemeente aanvullende beleidsregels opgesteld voor de situatie in Venray. Het streven is hierbij dat wij uitgaan van de vragen van de inwoners maar ook van de eigen kracht van de inwoner en de omgeving. Deze nadere regels geven aanvullend gemeentelijke regels over de volgende onderwerpen:

  • -

    Gezond en veilig opgroeien (hoofdstuk 4 van de Verordening)

Bij het toepassen van de nadere regels houdt de gemeente rekening met de doelen van de landelijke wetten. De gemeente zorgt ervoor dat het gevolg van een besluit past bij de bedoeling van die wetten. De gemeente gaat daarbij uit van de volgende kernwaarden:

Inwoners zijn in de eerste plaats (als het mogelijk is) zelf verantwoordelijk om hun eigen doelen te realiseren en zetten zich daar ook voor in.

De gemeente helpt waar dat nodig is en stimuleert inwoners om zelf oplossingen te vinden voor hun hulpvraag bijvoorbeeld met hulp van familie, vrienden en bekenden (de omgeving). De ondersteuning vanuit de gemeente is gericht op de intrinsieke motivatie van de inwoner en er wordt gehandeld vanuit vertrouwen.

Inwoners die hulp niet zelf kunnen regelen kan de gemeente extra ondersteunen om mee te doen aan de samenleving.

De gemeente Venray bevordert preventie, een sterke omgeving en een duurzame uitstroom en voorkomt instroom.

Gemeente Venray normaliseert de hulpvraag, versterkt de toegang tot ondersteuning en werkt samen met (zorg)aanbieders.

Gemeente Venray gaat voor maatwerk (hulp op maat voor wie dat echt nodig heeft).

Gemeente Venray zet in op vitale inwoners en een sterke omgeving.

Inwoners worden zoveel mogelijk thuis en in hun eigen wijk geholpen.

Deze kernwaarden geven richting aan de uitvoering van de regels in de Verordening maar ook van het Besluit nadere regels. Het zijn geen regels, maar principes en overtuigingen. Die vormen de basis van de regels.

Artikel 1 Algemeen beoordelingskader

De gemeente beoordeelt een aanvraag Jeugdwet voor een maatwerkvoorziening of pgb met de volgende vragen:

  • 1.

    Wat is de hulpvraag?

    Welke problemen worden ondervonden bij de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie, bij de opvoeding (Jeugdwet) dan wel het zich kunnen handhaven in de samenleving (Wmo)?

  • 2.

    Welke ondersteuning is naar aard en omvang nodig om een passende bijdrage te leveren aan het gezond en veilig opgroeien, zelfredzaamheid, participatie of het zich kunnen handhaven in de samenleving?

  • 3.

    In hoeverre zijn er eigen mogelijkheden om een oplossing te bieden voor het probleem, waaronder gebruikelijke hulp, mantelzorg, ondersteuning door andere personen uit het sociale netwerk, de eigen financiële mogelijkheden, algemene voorzieningen of voorzieningen op grond van een andere wet?

  • 4.

    Is de persoon inwoner van de gemeente? Is de gemeente volgens het woonplaatsbeginsel verantwoordelijk voor een jeugdige?

Als de hulpvraag met eigen kracht, het netwerk, gebruikelijke hulp, mantelzorg, voorliggende voorzieningen, of algemeen gebruikelijke voorzieningen kan worden opgelost verstrekt de gemeente geen maatwerkvoorziening of pgb.

Artikel 2 Eigen kracht

Eigen kracht is de mogelijkheid die inwoners hebben om hun eigen leven zelf vorm te geven en om hun problemen op te lossen. Inwoners hebben een eigen verantwoordelijkheid voor hoe ze hun leven inrichten. Als het niet goed lukt om mee te doen in de samenleving, kijkt de gemeente eerst naar wat iemand nog zelf kan. De gemeente kijkt naar wat inwoners zelf kunnen doen om hun problemen te voorkomen en op te lossen.

Binnen de Jeugdwet mag van ouders richting hun minderjarige kinderen meer worden verwacht. Ook bovengebruikelijke hulp van ouders aan hun minderjarige kinderen kan binnen de Jeugdwet onder de eigen kracht vallen. Ook kunnen financiën van de ouders een rol spelen. De mogelijkheid van het inkomen is van belang bij de vraag of er sprake is van voldoende eigen probleemoplossend vermogen. De financiële situatie mag niet het enige argument zijn om de aanvraag af te wijzen.

Artikel 3 Gebruikelijke hulp van ouders

Gebruikelijke zorg is de normale, dagelijkse zorg die ouders geacht worden aan hun kinderen te bieden. Voor minderjarige kinderen (tot 18 jaar) geldt dat ouders hen behoren te verzorgen, op te voeden en toezicht aan hen te bieden, ook als er sprake is van een kind met een ziekte, aandoening of beperking. Om deze reden worden handelingen die vallen onder gebruikelijke zorg in principe niet vergoed.

Artikel 4 Het onderzoek

  • 1. Bij de beoordeling of een voorziening nodig is als ook wat de aard van de voorziening moet zijn wordt betrokken:

    • a.

      het geheel van problemen en beschermende factoren met betrekking tot de jeugdige;

    • b.

      de eigen verantwoordelijkheid en de mogelijkheden van de jeugdige en zijn ouders;

    • c.

      indien meerdere voorzieningen mogelijk zijn wordt de goedkoopst adequate voorziening verstrekt.

  • 2. De zorgtaken van ouders en de te verstrekken voorzieningen worden op elkaar afgestemd.

  • 3. Een reeds verstrekte voorziening kan worden in getrokken of aangepast als zij niet langer passend is naar inhoud of als voorliggende problemen eerst moeten worden opgelost.

  • 4. De gemeente beoogt dat voor iedere jeugdige met een hulpvraag passende zorg geboden wordt. De consulent coördineert dit proces in de rol van procesregisseur. Dit betekent dat de jeugdige en zijn of haar ouders begeleid worden gedurende dit proces van keukentafelgesprek tot aan de evaluatie van de geboden zorg.

Artikel 5 Voorzieningen die voorgaan

Soms kan een inwoner gebruik maken van hulp uit andere wetten of voorzieningen die vrij toegankelijk zijn. Dit zijn voorzieningen die voorgaan. Is er aanspraak mogelijk op een voorziening die voorgaat dan wordt in principe geen maatwerkvoorziening verstrekt. Dit geldt onder andere voor:

  • -

    Zorgverzekeringswet (Zvw)

  • -

    Passend onderwijs

  • -

    Wet langdurige zorg (Wlz), bijvoorbeeld als de jeugdige recht heeft op verblijf en daarmee samenhangende zorg in een instelling op grond van Wlz

  • -

    Wet werkloosheidsuitkering (WW)

  • -

    Toeslagenwet

Hulp uit een andere wet is voorliggend wanneer dit een passende oplossing biedt voor de vraag van de inwoner. In elke situatie wordt beoordeeld of er sprake is van een voorliggende voorziening en of die voorliggende voorziening een passende oplossing biedt. Alleen wanneer dat niet zo is, kan de inwoner een maatwerkvoorziening of pgb vanuit de gemeente krijgen.

Artikel 6 Opstellen onderzoeksverslag

De gemeente gaat met de inwoner in gesprek. In het gesprek wordt de hulpvraag verhelderd.

Voorafgaand en tijdens het gesprek kan de inwoner ondersteuning krijgen van de onafhankelijke clientondersteuner. Het gesprek leidt tot een onderzoeksverslag (leefzorgplan). Dit verslag is een weergave van het gesprek en aanvullende onderzoek dat wellicht heeft plaats gevonden.

Het volgende wordt besproken in het gesprek en opgenomen in het onderzoeksverslag:

  • -

    Hulpvraag ouders / jeugdige

  • -

    Aard en ernst van het probleem

  • -

    Situatie van ouders en jeugdige

Het afwegingskader:

  • -

    Het vermogen van de inwoner om zelf, of met behulp van het sociale netwerk, een (gedeeltelijke) oplossing voor de hulpvraag te vinden.

  • -

    De mogelijkheid om de hulpvraag (gedeeltelijk) op te lossen door inzet van een algemene, voorliggende of andere voorziening.

  • -

    De mogelijkheid en noodzaak om de hulpvraag te beantwoorden door een maatwerkvoorziening of pgb.

  • -

    Doelen over de oplossing van de hulpvraag.

  • -

    Het doel en verwachte resultaat van de inzet van een maatwerkvoorziening of pgb.

  • -

    De termijn van de inzet van een maatwerkvoorziening of pgb.

  • -

    Wie het aanspreekpunt is.

Artikel 7 Aanvraag maatwerkvoorziening of pgb

Tijdens het onderzoek wordt voorlichting gegeven de mogelijkheid van het pgb of Zin.

Maar of iemand een voorziening kan krijgen kan pas beoordeeld worden als vast staat dat iemand niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, voorliggende voorzieningen of algemene voorzieningen het probleem niet kan oplossen en een maatwerkvoorziening verstrekt moet worden.

Pas dan gaat de vraag spelen of dit in natura of in de vorm van een pgb gaat gebeuren.

Als verstrekking van een voorziening door de gemeente noodzakelijk is wordt het onderzoek

Afgerond met het vullen van het afwegingskader. Hierin staat:

  • -

    Welke ondersteuning in de vorm van een maatwerkvoorziening of pgb wordt aangevraagd?

  • -

    Welk resultaat moet met deze maatwerkvoorziening of pgb worden behaald?

De inwoner krijgt het onderzoeksverslag thuis gestuurd. Dit onderzoeksverslag moet worden ondertekend en terug worden gestuurd, dat geldt dan als een aanvraag.

Als een maatwerkvoorziening nodig is dan is deze voldoende in inzet en van kwaliteit, zodat de inwoner het gewenste resultaat kan bereiken. De maatwerkvoorziening is niet duurder dan nodig is en duurt niet langer dan nodig is. De gemeente kiest daarom voor de goedkoopste voorziening die passend is om het probleem van de inwoner langdurig te verminderen of op te lossen.

Artikel 8 Geldig besluit

Voor een maatwerkvoorzienig of pgb is een geldig besluit nodig. Dit is een beschikking van de Gemeente. Op grond van de Jeugdwet kan dit ook een verwijzing van de huisarts, medisch specialist of jeugdarts of een bepaling van de rechter of gecertificeerde instelling zijn. De datum die in het besluit staat is de datum waarop de maatwerkvoorziening of pgb kan starten. Als er geen geldig besluit is afgegeven, zal de gemeente de maatwerkvoorziening of pgb niet vergoeden.

Ook zal de gemeente hulp niet vergoeden als de maatwerkvoorziening of pgb wordt gegeven Buiten de start- en einddatum die in het besluit is vermeld.

In crisis- en spoedsituaties wordt er een uitzondering gemaakt. In deze gevallen kan een maatwerkvoorziening of pgb starten zonder besluit. Een voorwaarde is wel dat er afstemming heeft plaatsgevonden met de gemeente, gecertificeerde instelling, huisarts of medisch specialist, die erkent dat de maatwerkvoorziening of pgb met spoed dient te worden ingezet.

Artikel 9 Vervoer Jeugdwet

Bij het bepalen of een vervoersvoorziening naar een individuele voorziening jeugdhulp noodzakelijk is in verband met een medische noodzaak of beperking in de zelfredzaamheid die het reizen in het openbaar vervoer onmogelijk maakt, hanteert de gemeente het volgende criteria

  • -

    De regeling is alleen van toepassing indien het gaat om een vervoersvraag voor een jeugdige die een geldig besluit heeft voor een maatwerkvoorziening jeugd.

  • -

    Indien dit het geval is, wordt vervolgens nagegaan of en in hoeverre de ouders het vervoer van de jeugdige naar de voorzienig voor jeugdhulp zelf kunnen regelen (eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid).

  • -

    Als ouders het vervoer naar de jeugdhulpvoorziening zelf niet of niet volledig kunnen regelen, wordt nagegaan of er iemand uit het sociale netwerk is die wat kan betekenen in het vervoer van de jeugdige naar de voorzienig voor jeugdhulp.

  • -

    Indien de inzet van het sociaal netwerk niet of onvoldoende mogelijk is, dan wordt nagegaan welke vervoersvoorziening het meest passend is.

Wanneer bovenstaande van toepassing is en contractueel is vastgelegd dat de zorgaanbieder niet het vervoer verzorgt, kan er door de gemeente een vervoersindicatie worden afgegeven.

Artikel 10 Aanvullende criteria persoonsgebonden budget (PGB)

Een PGB kan worden verstrekt als naar oordeel van het college is gewaarborgd dat de ondersteuning van goede kwaliteit is. Het college toetst vooraf door middel van een budgetplan zoals bedoeld in artikel 11 lid 1 Verordening of de kwaliteit van de voorzieningen die de aanvrager van het budget wil betrekken voldoende is gegarandeerd. De belangrijkste eisen zijn dat de zorg veilig, doeltreffend en cliëntgericht geleverd wordt.

  • 1.

    Algemene PGB criteria

    • a.

      De jeugdhulp die met PGB wordt gefinancierd, leidt in het geval van de aanvrager tot tenminste even effectieve en doelmatige ondersteuning dan Zorg in natura;

    • b.

      De regie en het beheer van het PGB mag niet worden neergelegd bij de PGB-hulpverlener;

    • c.

      De aanvrager van het PGB mag als vertegenwoordiger het PGB niet aan zichzelf uitkeren als zijnde de PGB-hulpverlener. Dit is niet van toepassing indien de PGB hulpverlener in de eerste graad tot de jeugdige staat;

    • d.

      De aanvrager van het PGB en de PGB-hulpverlener sluiten een zorgovereenkomst (model van de Sociale verzekeringsbank) met daarin tenminste de afspraken over looptijd van de overeenkomst, omvang uren en werktijden, de vergoeding en de wijze van declareren;

    • e.

      De PGB-hulpverlener biedt ondersteuning die voldoet aan de eisen van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving;

    • f.

      De PGB-hulpverlener kan de grenzen van het eigen kunnen en bevoegdheden inschatten en aangeven wanneer andere ondersteuning dan de door hem/haar geleverde ondersteuning gewenst is.

    • g.

      De PGB-hulpverlener zorgt voor verslaglegging van de resultaten en is bereid deze op verzoek van het college te tonen;

    • h.

      Iedere PGB-budgethouder legt verantwoording af over (de besteding van) het PGB;

    • i.

      De controle van de verantwoording van het PGB door de budgethouder aan het college kan steekproefsgewijs plaatsvinden na afloop van de verstrekking dan wel na afloop van enig kalenderjaar.

  • 2.

    PGB voorwaarden professionele hulp:

    • a.

      De PGB-hulpverlener moet geregistreerd staan in het Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of in het register voor Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG);

    • b.

      De PGB-hulpverlener verleent verantwoorde hulp, waaronder wordt verstaan hulp van goed niveau, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige of ouder(s);

    • c.

      De PGB-hulpverlener organiseert zich op zodanige wijze, voorziet zich kwalitatief en kwantitatief zodanig van personeel en materieel en draagt zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling.

    • d.

      De PGB-hulpverlener neemt bij zijn werkzaamheden de rol van een goed hulpverlener in acht en handelt daarbij in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor die hulpverlener geldende professionele standaard zoals genoemd in artikel 4.1.1. Jeugdwet;

    • e.

      De PGB-hulpverlener voldoet aan de voor hem van toepassing zijnde minimumeisen zoals vastgelegd in het Productenboek (beschrijving diensten en producten Maatwerkdiensten Jeugd) van de modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg-Noord.

    • f.

      De kwaliteit van de voorziening moet voldoende zijn om de gestelde doelen te kunnen realiseren. De geleverde voorziening wordt afgestemd met de persoonlijke situatie van de aanvrager en eventuele andere vormen van hulp/zorg in het gezin;

    • g.

      De PGB-hulpverlener beschikt over een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) voor natuurlijke personen die niet eerder is afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip, waarop de PGB-hulpverlener voor de instelling ging werken of als zelfstandige zonder personeel. De PGB-hulpverlener is bereid deze op verzoek van het college te tonen;

    • h.

      De PGB-hulpverlener is aangemeld bij het Inspectieloket Sociaal Domein. Zodra de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking is getreden, is de hulpverlener aangemeld bij de Inspectie Gezondheid en Jeugd;

    • i.

      De PGB-hulpverlener is bekend met en maakt indien nodig gebruik van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

    • j.

      De PGB-hulpverlener doet melding van iedere calamiteit of geweld die bij de verlening van jeugdhulp of bij de uitvoering ervan plaatsvindt;

  • 3.

    PGB voorwaarden niet-professionele hulp:

    • a.

      Er is sprake van een langdurige, omvangrijke en frequente ondersteuningsvraag waarbij geen specifieke deskundigheid is vereist;

    • b.

      De kwaliteit van de hulp die de PGB-hulpverlener biedt, is passend en toereikend gelet op de problematiek en ontwikkelingsdoelen van de jeugdige;

    • c.

      Bij de PGB-hulpverlener is geen sprake van dreigende overbelasting;

    • d.

      Als het college dit nodig acht in het kader van de veiligheid van de hulpverlening, kan het college bepalen dat de PGB-hulpverlener beschikt over een VOG die niet eerder is afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop deze PGB-hulpverlener is gestart met het bieden van de hulpverlening.

Artikel 11. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor professionele hulp

  • 1. De maximale hoogte van het persoonsgebonden budget voor professionele hulp in de vorm van dienstverlening bedraagt voor:

SEGMENT 2

etmaaltarieven

micro

Reguliere

aanbieder

Aanbieder

Pleegzorg (excl toeslag pleegzorgvergoeding) tarieven 2025 nog niet bekend

€ 53,02

€ 57,36

Gezinshuizen

N.v.t

€ 166,62

Zelfstandig wonen training

€ 115,13

€ 126,38

Kleinschalige woongroepen

€ 206,82

€ 229,62

Logeren etmaal (licht/midden)

€ 228,03

€ 254,59

Logeren etmaal (zwaar)

€ 319,68

€ 362,18

 

Dagdeeltarieven

Logeren dagdeel (licht/midden)

€ 53,32

€ 60,93

Logeren dagdeel (zwaar)

€ 79,60

€ 91,79

SEGMENT 3

Dagdeeltarieven

Micro

Reguliere

aanbieder

Aanbieder

Ernstig meervoudige beperking

€ 92,15

€ 107,25

Opgroeiproblematiek kind

€ 92,15

€ 107,25

 

Uurtarieven

Terug naar school

€ 24,31

€ 28,45

Duurzame daginvulling respijtzorg dagbesteding

€ 17,29

€ 20,25

Duurzame daginvulling respijtzorg 2 dagbesteding

€ 17,50

€ 20,12

Duurzame daginvulling groepsleiding midden (naschools)

€ 15,54

€ 17,82

Duurzame daginvulling groepsleiding midden (schoolvervangend)

€ 18,81

€ 21,67

SEGMENT 4

Uurtarieven

Micro

Reguliere

Aanbieder

Aanbieder

GGZ MAATWERK

€ 110,55

€ 129,79

Ambulante hulp duurzaam

€ 75,88

€ 89,08

Ambulante hulp perspectief 1

€ 82,72

€ 97,10

Ambulante hulp perspectief 2

€ 124,17

€ 145,77

Vaktherapie

€ 84,30

€ 98,97

EED diagnostiek

€ 89,25

€ 104,77

EED behandeling

€ 94,23

€ 110,62

Overig

Stuks

Vervoer jeugdhulp enkele reis

€ 13,09

€ 13,09

Artikel 12 Meldingsregeling calamiteiten en geweld

  • 1. Aanbieders melden iedere calamiteit en ieder geweldsincident dat zich heeft voorgedaan bij de uitvoering van een voorziening onverwijld:

    • a.

      in geval van jeugdhulp aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd zoals bedoeld in artikel 4.1.8 Jeugdwet;

Artikel 13 Nadere regels betreffende de bevoegdheden van de toezichthouder rechtmatigheid Jeugdwet en Wmo

  • 1. De toezichthouder kwaliteit Wmo en de toezichthouder rechtmatigheid Jeugdwet en Wmo zijn bevoegd om met gebruikmaking van de aan hen toegekende bevoegdheden ingevolge de artikelen 5:15 t/m 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 6.1 van de Wmo, onafhankelijk onderzoek te doen naar de kwaliteit en de rechtmatigheid van de ondersteuning. Zij kunnen onderzoek doen op basis van signalen, meldingen of klachten, dan wel proactief, op basis van een steekproefsgewijze aanpak.

  • 2. De toezichthouders zijn bevoegd om het college onafhankelijk te adviseren om op basis van de bevindingen van een onderzoek:

    • a.

      de betreffende aanbieder, al dan niet tijdelijk, uit te sluiten van overleggen in het kader van inkoop of van verlengen van overeenkomsten voor zorg in natura;

    • b.

      tijdelijk geen Pgb’s te verstrekken ten behoeve van het verlenen van hulp, ondersteuning of hulpmiddelen door de betreffende aanbieder;

    • c.

      tijdelijk geen cliënten toe te wijzen aan de betreffende aanbieder;

    • d.

      tijdelijk de betalingen op te schorten;

    • e.

      een aanwijzing met hersteltermijn te bieden;

    • f.

      indien er sprake is van ernstige en/of herhaalde overtreding de overeenkomsten met de betreffende aanbieder voor zorg in natura te beëindigen, dan wel het Pgb waarmee de betreffende aanbieder wordt bekostigd, te beëindigen;

    • g.

      aangifte te doen

    • h.

      andere maatregelen te treffen.

  • 3. De maatregelen zoals bedoeld in lid 2. dienen in alle gevallen proportioneel te zijn naar de aard van de overtreding of melding.

  • 4. Indien het onderzoek als bedoeld in lid 1. betrekking heeft op een aanbieder die namens de gemeente door de Modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg-Noord, hierna te noemen MGR, is gecontracteerd voor de levering van voorzieningen in het kader van de Wmo of de Jeugdwet, adviseert de toezichthouder ook aan de MGR.

  • 5. De toezichthouders zijn voorts bevoegd om op basis van de bevindingen in hun onderzoekspraktijk, aanbevelingen aan het college dan wel de MGR te doen ten aanzien van aanpassing van beleid of van werkwijzen.

Artikel 14 Begrippenlijst

  • 1. In deze nadere regels wordt verstaan onder:

    • -

      professionele instelling: een organisatie, die is ingeschreven in het handelsregister en/of KvK als zijnde verlener van jeugdhulp en die voldoen aan door het college vast te stellen kwaliteitseisen voor onder meer de medewerkers die bij de instelling in dienst zijn;

    • -

      verordening: de verordening Sociaal Domein 2025 gemeente Venray;

    • -

      zorg vanuit het sociaal netwerk: informele, niet professionele zorg die wordt ingeschakeld via het netwerk van de jeugdige en zijn ouders.

    • -

      Micro aanbieder: Micro-aanbieders zijn organisaties die bedrijfsmatig/beroepsmatig jeugdhulp verlenen onder de verantwoordelijkheid van de gemeente en voldoen aan ten minste twee van de volgende drie criteria, gemeten over de afgelopen 3 boekjaren:

      • Balanstotaal van maximaal € 350.000.

      • Netto omzet van maximaal € 700.000.

      • Maximaal 10 fte personeel.

    • -

      Reguliere aanbieder: Reguliere aanbieders zijn alle aanbieders met uitzondering van aanbieders die voldoen aan de hierboven beschreven eisen voor micro-aanbieders en die bedrijfsmatig/beroepsmatig jeugdhulp verleent onder de verantwoordelijkheid van de gemeente

Artikel 15 Afwijkingsbevoegdheid

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige of zijn ouders afwijken van deze nadere regels indien toepassing van deze regels gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de nadere regels te dienen doelen. Bij bijzondere omstandigheden gaat het om omstandigheden die niet al in de nadere regels zijn verdisconteerd en waarin de strikte navolging van de nadere regel zou leiden tot een niet beoogde uitkomst.

Artikel 16 Intrekking oude besluit nadere regels

Het besluit nadere regels Jeugdhulp 2024 wordt ingetrokken met ingang 1 januari 2025

Artikel 17 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking per 1 januari 2025

Artikel 18 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: “Besluit nadere regels Jeugdhulp 2025 gemeente Venray”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 17 december 2024.

De burgemeester,

M.C. Uitdehaag

De secretaris,

E.G.J. Voorn