Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732916
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732916/1
Gemeente Rhenen – Gewijzigde beleidsregels: Beleidsregels Regeling opvang ontheemden Oekraïne gemeente Rhenen 2024
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Gemeente Rhenen – Gewijzigde beleidsregels: Beleidsregels Regeling opvang ontheemden Oekraïne gemeente Rhenen 2024Intitulé
Gemeente Rhenen – BELEIDSREGELS REGELING OPVANG ONTHEEMDEN OEKRAINE GEMEENTE RHENEN 2024
Burgemeester en wethouders van de gemeente Rhenen;
gelet op het bepaalde in artikel:
- Artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
- Artikel 2 en 3 van de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne
- Artikel 2a, 2b, 6, 7, 8, 10, 11, 11a, 12 en 13 van de Regeling opvang ontheemden Oekraïne;
Overwegende dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen over de toepassing en uitleg van de voornoemde wettelijke voorschriften;
Besluiten
vast te stellen de navolgende Beleidsregels Regeling opvang ontheemden Oekraïne gemeente Rhenen 2024.
HOOFDSTUK 1 BEGRIPPEN
Artikel 1: Definities
1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
a. Buitengewone kosten: noodzakelijke kosten die vanwege hun aard of hoogte in redelijkheid niet geacht worden door de ontheemde zelf te worden betaald;
b. Wet: Wet tijdelijke opvang ontheemden Oekraïne (TWOO);
c. Regeling: Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO);
d. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rhenen;
e. Ontheemde: de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet als bedoeld in artikel 1 van de Vreemdelingenwet 2000, omdat hij onder de reikwijdte valt van het Uitvoeringsbesluit van 4 maart 2022 van de richtlijn 2001/55/EG of een verlenging daarvan;
f. Eigen bijdrage: een vergoeding in de kosten van de gemeentelijke opvang van de meerderjarige ontheemde alsmede van diens meerderjarige gezinslid, als bedoeld in artikel 8 van de Regeling;
g. Leefgeld: een financiële toelage als bedoeld in artikel 6 lid 1 sub b en e van de Regeling;
h. Gezin: tot een gezin behoren:
- echtgenoten of aan gehuwden gelijkgestelde partners;
- hun minderjarige kinderen, mits ongehuwd en van hen afhankelijk;
- een ouder of voogd die volgens het recht of de praktijk in Nederland verantwoordelijk is voor de minderjarige en ongehuwde kinderen.
i. Gemeentelijke opvang: door of vanwege het college aangeboden of beschikbaar gestelde opvangvoorziening voor ontheemden;
j. Particuliere opvang: opvangvoorziening voor ontheemden, anders dan:
- een gemeentelijke opvangvoorziening; of
- een woning van de ontheemde of van een gezinslid van de ontheemde.
2. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne (TWOO), de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
HOOFDSTUK 2 LEEFGELD
Artikel 2: Aanvraag leefgeld
1. Het college verstrekt op aanvraag van de ontheemde leefgeld aan de ontheemde en diens gezin.
2. In afwijking van het eerste lid, kan de aanvraag namens de ontheemde worden gedaan door een daartoe aangewezen persoon of hulpverlenende instantie.
3. Een aanvraag kan schriftelijk worden ingediend door middel van het daartoe bestemde formulier, dat kan worden ingeleverd bij de woonbegeleider of diens vervanger.
Artikel 3: Recht op leefgeld
1. Een recht op leefgeld bestaat jegens de ontheemde, die:
a. in de gemeente is ingeschreven in het BRP, en
b. verblijft in een gemeentelijke opvang voorziening of een particuliere opvang, en
c. geen inkomsten uit arbeid of uitkering of toeslag ontvangt.
2. Geen recht op leefgeld bestaat jegens de ontheemde:
a. die verblijft in een door hemzelf gehuurde of gekochte woning;
b. die tevens de Nederlandse nationaliteit bezit;
c. van wie rechtens de vrijheid is ontnomen;
d. van wie tijdelijke bescherming wordt geweigerd vanwege het bepaalde in artikel 28 van de Richtlijn Tijdelijke bescherming Oekraïners.
Artikel 4: Ingangsdatum leefgeld
1. Leefgeld wordt toegekend per de datum van aanvraag.
2. In afwijking van het eerste lid, kan leefgeld eerder of later toegekend worden per:
a. de datum van inschrijving in het BRP van de gemeente Rhenen;
b. de datum van het feitelijk verblijf in een gemeentelijke opvang;
c. de eerste van de maand volgend op de maand van aanvraag in het geval de ontheemde afkomstig is uit een andere gemeente binnen Nederland en aldaar leefgeld ontving;
d. de dag volgend op de laatste dag waarop door de ontheemde inkomsten uit arbeid of uitkering of toeslag is ontvangen.
Artikel 5: Hoogte leefgeld
1. De hoogte van het leefgeld wordt bepaald conform artikel 10 van de Regeling voor een ontheemde in de gemeentelijke opvang of artikel 12 van de Regeling voor een ontheemde in een particuliere opvang.
2. Het leefgeld wordt verstrekt per volledige maand, behoudens
a. in de maand van eerste toekenning van leefgeld, waarbij het leefgeld naar rato van het aantal dagen in de maand waarop de ontheemde aan de voorwaarden voor leefgeld voldoet wordt verstrekt;
b. in de maand waarin een minderjarig kind in een gezin de leeftijd van 18 jaar bereikt, waarbij het leefgeld van het gezin naar rato van het aantal dagen waarop het gezin aan de voorwaarden voor leefgeld voldoet wordt verstrekt.
Artikel 6: Betaling leefgeld
1. Leefgeld wordt maandelijks op de eerste dag van de maand uitbetaald.
2. In afwijking van het eerste lid kan het leefgeld op de voorafgaande of eerstvolgende werkdag worden uitbetaald, indien de eerste dag van de maand in een weekend valt, dan wel een erkende feestdag betreft.
3. Uitbetaling van leefgeld vindt plaats op een op naam van de ontheemde geopende bankrekening.
4. Ontheemden die nog niet beschikken over een bankrekening ontvangen het leefgeld in de vorm van een tweewekelijkse betaling op een vooraf kenbaar gemaakt tijdstip.
5. Indien daar in individuele gevallen aanleiding toe is, kan gekozen worden voor afwijkende periodiciteit van de betaling.
6. Ouders en/of verzorgers van een kind jonger dan 18 jaar ontvangen de toelage ten behoeve van het kind. Hierbij wordt als hoofdregel gekozen voor de moeder van het kind.
7. De ontheemde ontvangt bij het voor het eerst toekennen van het leefgeld informatie over de daaraan verbonden rechten en plichten en over het doorgeven van wijzigingen in een voor hem begrijpelijke taal.
8. Ontheemden die vrijwillige werkzaamheden verrichten op of rond de gemeentelijke opvanglocatie krijgen daarvoor, als het werkzaamheden betreft waarvan door de gemeente is vastgesteld dat deze in aanmerking komen voor een vrijwilligersvergoeding, een vrijwilligersvergoeding. De medewerker van de gemeente die zorgdraagt voor de verstrekkingen aan de ontheemden stelt vast welke werkzaamheden in aanmerking komen voor een vrijwilligersvergoeding en draagt zorg voor de afwikkeling hiervan.
Artikel 7: Beëindiging leefgeld
1. De verstrekking van het leefgeld wordt beëindigd indien de ontheemde:
a. Inkomsten uit arbeid in loondienst of als zelfstandige in Nederland of in een ander land heeft;
b. Een loondervingsuitkering of een toeslag op grond van de Toeslagenwet ontvangt;
c. Gedurende twee weken niet heeft voldaan aan verzoeken van of namens het college om informatie te verstrekken over zijn inkomsten en gezinssamenstelling;
d. Inkomsten verborgen heeft gehouden en daardoor ten onrechte van de verstrekkingen gebruik heeft gemaakt;
e. Geen gebruik meer maakt van opvang omdat opvang (of onderdak) elders is voorzien;
f. De opvang definitief verlaat of langer dan 28 dagen per kalenderjaar niet in de opvang is verschenen;
g. Ernstig inbreuk maakt op de verplichtingen, genoemd in artikel 6, derde lid van de Regeling;
h. Een ernstige vorm van geweld pleegt jegens medebewoners die in dezelfde opvangvoorziening verblijven, aan personen die werkzaam zijn in de voorziening, of aan anderen.
2. Indien de in het eerste lid bedoelde ontheemde meerderjarig is en deel uitmaakt van een gezin, dan eindigt de verstrekking van het leefgeld van het gehele gezin.
3. Indien de in het eerste lid bedoelde ontheemde minderjarig is, dan eindigt uitsluitend de verstrekking van het leefgeld van die minderjarige.
4. Indien één persoon vertrekt of enkele personen van het gezin vertrekken of langer dan 28 dagen per kalenderjaar niet in de opvang is/zijn verschenen, wordt de hoogte van het leefgeld aangepast naar de situatie van het gezin dat nog wel in de opvangvoorziening verblijft.
5. De beëindiging gaat in vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin één of meer van de bovengenoemde omstandigheden is gebleken.
Artikel 8: Inlichtingenplicht
1. De ontheemde is verplicht om onverwijld uit eigen beweging, dan wel uiterlijk binnen twee weken nadat door of namens het college hierom is verzocht, mededeling te doen over zijn inkomsten en gezinssamenstelling. De ontheemde is tevens verplicht om in geval van verandering in inkomsten of gezinssamenstelling het college daarvan onverwijld mededeling te doen.
2. Onder inkomsten als bedoeld in het eerste lid wordt in ieder geval verstaan:
a. inkomsten uit arbeid in Nederland of in een ander land;
b. een loondervingsuitkering of een toeslag op grond van de Toeslagenwet.
3. De mededeling als bedoeld in het eerste lid kan door de ontheemde schriftelijk worden gedaan via het daarvoor bestemde formulier, dat kan worden ingeleverd bij de woonbegeleider of diens vervanger.
Artikel 9: Terugvordering leefgeld
1. Het college kan teveel of ten onrechte verstrekt leefgeld van de ontheemde terugvorderen. Het college vordert niet meer terug dan er verstrekt is.
2. Indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn, kan het college besluiten geheel of gedeeltelijk van terugvordering af te zien.
Artikel 10: Invordering leefgeld
1. Het college start de invordering gelijktijdig met de afgifte van het besluit tot terugvordering en hanteert daarbij de in artikel 4:87 Awb genoemde betalingstermijn van zes weken.
2. Het gelijktijdig met het terugvorderingsbesluit afgegeven invorderingsbesluit omvat daarbij het volgende:
a. De hoogte van (het saldo van) de vordering;
b. De betalingsverplichting om de vordering in zijn geheel te voldoen;
c. De datum waarop de betalingsverplichting in gaat;
d. De mogelijkheid voor de ontheemde om binnen 6 weken na verzenddatum van de beschikking als bedoeld in artikel 4:87 Awb een betalingsregeling te treffen.
3. De maandelijkse aflossingsverplichting bij een betalingsregeling of beslaglegging wordt zo bepaald dat de ontheemde ten minste blijft beschikken over een bedrag van 100 procent van het van toepassing zijnde leefgeld.
Artikel 11: Niet of niet meer voldoen aan de betalingsverplichting
Indien de ontheemde niet bereid is tot het treffen van een betalingsregeling of een eerder opgelegde betalingsverplichting niet meer nakomt, kan het terugvorderingsbesluit ten uitvoer gelegd worden door middel van een executoriaal beslag.
Artikel 12: Buitengewone kosten
1. Buitengewone kosten kunnen bestaan uit het volgende:
a. Reiskosten van de ontheemde voor (acute) medische redenen;
b. Kosten van een officiële vertaling van verblijfsdocumenten en/of bewijsstukken van de ontheemde en bijbehorende noodzakelijke reiskosten;
c. Reiskosten van de ontheemde voor een verblijfsrechtelijke procedure zoals een bezoek aan de ambassade van Oekraïne of de Immigratie- en Naturalisatiedienst;
d. Leerlingenvervoer voor leerlingen aan het basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet (speciaal) onderwijs, waarbij wordt aangesloten op het bepaalde in de Verordening bekostiging Leerlingenvervoer Rhenen 2023 en de Beleidsregels Leerlingenvervoer Rhenen 2023;
e. Vervoersvoorziening voor leerlingen aan de Internationale Schakelklas, waarbij wordt aangesloten op het bepaalde in de Verordening bekostiging Leerlingenvervoer Rhenen 2023 en de Beleidsregels Leerlingenvervoer Rhenen 2023;
f. Reisproduct voor schoolbezoek door ontheemde leerlingen (tot 23 jaar) die volgens de Nederlandse regelgeving nog niet beschikken over een startkwalificatie;
g. Kosten van begrafenis of crematie waarbij aangesloten wordt op de regeling die geldt bij het aanvragen van bijzondere bijstand voor kosten begrafenis of crematie;
2. Een nadere toelichting op de buitengewone kosten vermeld in het eerste lid is opgenomen in de bij deze beleidsregels behorende toelichting. Deze toelichting maakt onlosmakelijk deel uit van de beleidsregels.
3. Tenzij anders bepaald in lid 1, moet ontheemde eerst zijn leefgeld, inkomen uit werk of vermogen gebruiken om buitengewone kosten te betalen. Blijven er kosten over die ontheemde niet op een andere manier kan betalen, dan kan ontheemde een vergoeding aanvragen voor deze buitengewone kosten.
4. Een aanvraag kan schriftelijk worden ingediend door middel van het daartoe bestemde formulier, dat kan worden ingeleverd bij de woonbegeleider of diens vervanger.
5. Buitengewone kosten worden slechts vergoed als vooraf aan de ontheemde toestemming is verleend voor het maken van deze kosten, met uitzondering van kosten die voortvloeien uit noodsituaties waarin geen mogelijkheid bestond tot het verzoeken om toestemming. De toestemming wordt uitsluitend verleend als de kosten noodzakelijk zijn.
6. De vergoeding voor buitengewone kosten wordt op dezelfde manier verstrekt als het leefgeld.
7. Voor de beoordeling van de noodzakelijkheid van de kosten wordt aangesloten bij het beleidskader voor bijzondere bijstand als bedoeld in de Participatiewet.
HOOFDSTUK 3 EIGEN BIJDRAGE
Artikel 13: Opleggen eigen bijdrage
1. Het college brengt een eigen bijdrage in rekening bij de meerderjarige ontheemde alsmede bij diens meerderjarige gezinslid, indien de meerderjarige ontheemde of een meerderjarig gezinslid verblijft in een gemeentelijke opvang en:
a. inkomsten uit arbeid in loondienst of als zelfstandige in Nederland of in een ander land heeft;
b. een loondervingsuitkering of een toeslag op grond van de Toeslagenwet ontvangt;
c. gedurende twee weken niet heeft voldaan aan verzoeken van of namens het college om informatie te verstrekken over zijn inkomsten en gezinssamenstelling, of
d. inkomsten verborgen heeft gehouden en daardoor ten onrechte van de verstrekkingen gebruik heeft gemaakt.
2. In afwijking van het eerste lid onderdeel a en b, wordt geen eigen bijdrage opgelegd indien het netto inkomen van meerderjarige ontheemde en diens meerderjarige gezinslid tezamen onder aftrek van de eigen bijdrage minder bedraagt dan 115% van het van toepassing zijnde leefgeld.
3. De eigen bijdrage wordt door middel van een voornemen medegedeeld aan de meerderjarige ontheemde en, indien van toepassing, diens meerderjarige gezinslid.
4. Ontheemde kan op het voornemen reageren middels een zienswijze, die het college vervolgens zal betrekken bij het uiteindelijke besluit om wel of niet over te gaan tot het in rekening brengen van de eigen bijdrage. Ontheemde kan binnen twee weken na de datum van het voornemen reageren.
5. Op de zienswijze reageert het college door middel van een beschikking. Tegen de beschikking staat bezwaar en beroep open.
6. Als de ontheemde niet of niet op tijd middels een zienswijze op het voornemen reageert, wordt twee weken na de datum van het voornemen de beschikking met de definitieve beslissing opgesteld.
7. Alleen als het inkomen wijzigt dient ontheemde inlichtingen te verstrekken. Anders kan het heffen van de eigen bijdrage automatisch doorlopen. Indien het inkomen erg varieert kan het college met ontheemde afspraken maken over de hoogte van de eigen bijdrage.
Artikel 14: Hoogte eigen bijdrage
De hoogte van de eigen bijdrage wordt vastgesteld op het bedrag als bedoeld in artikel 8 lid 2 van de Regeling.
Artikel 15: Ingangsdatum eigen bijdrage
De eigen bijdrage wordt opgelegd vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin van één of meer van de omstandigheden als bedoeld in artikel 13 van deze beleidsregels is gebleken.
Artikel 16: Betaling eigen bijdrage
1. De eigen bijdrage is maandelijks achteraf verschuldigd.
2. De eigen bijdrage dient uiterlijk op de laatste dag van de maand te zijn betaald door overmaking op de daartoe aangewezen bankrekening.
3. Onder betaling als bedoeld in het tweede lid wordt bedoeld de feitelijke bijschrijving van de eigen bijdrage op de bankrekening.
Artikel 17: Beëindiging eigen bijdrage
1. De eigen bijdrage is over een volledige kalendermaand verschuldigd.
2. De eigen bijdrage is niet langer verschuldigd, indien de meerderjarige ontheemde niet langer:
a. in gemeentelijke opvang verblijft;
b. inkomsten uit arbeid in loondienst of als zelfstandige in Nederland of een ander land heeft;
c. een loondervingsuitkering of een toeslag op grond van de Toeslagenwet ontvangt.
3. In afwijking van het eerste lid, wordt de eigen bijdrage naar rato van het aantal dagen berekend, indien zich een situatie voordoet als bedoeld in het tweede lid.
Artikel 18: Niet of niet meer voldoen van de eigen bijdrage
Indien ontheemde een opgelegde eigen bijdrage niet (meer) betaalt, kan de inning van de eigen bijdrage ten uitvoer gelegd worden door middel van een executoriaal beslag.
HOOFDSTUK 4 OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 19: Hardheidsclausule
Door of namens het college kan met toepassing van artikel 4:84 van de Awb in bijzondere gevallen ten gunste van de ontheemde worden afgeweken van deze beleidsregels, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 20: Inwerkingtreding en intrekken vorige beleidsregels
1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2025.
2. De “Beleidsregels Regeling opvang ontheemden Oekraïne Rhenen 2023” worden per 1 januari 2025 ingetrokken.
Artikel 21: Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Regeling opvang ontheemden Oekraïne gemeente Rhenen 2024.
TOELICHTING
Inleiding algemeen
Op 24 februari 2022 is Rusland Oekraïne binnengevallen. Hierdoor zijn veel Oekraïners ontheemd geraakt. Zij hebben hun toevlucht gezocht in de lidstaten van de Europese Unie, waaronder Nederland.
Per 1 juli 2024 zijn een aantal wijzigingen in de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO) en de Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne (BooO) in werking getreden. Daarnaast is de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne (TWOO) op 27 juni 2024 in werking getreden. De reden hiervoor is dat het conflict in Oekraïne doorgaat en opvang hierdoor nodig blijft. Daarom is het belangrijk om toe te werken naar een hogere mate van participatie en zelfredzaamheid door ontheemden uit Oekraïne. Op basis van de aanpassingen van deze regelingen en het ontstaan van deze nieuwe wet, zijn deze beleidsregels opgesteld. Deze beleidsregels vervangen de Beleidsregels regeling opvang ontheemden Oekraïne gemeente Rhenen 2023.
De Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne (TWOO) dient ter vervanging van de Voortduringswet artikelen 2c en 4 Wet verplaatsing bevolking. Deze bepalingen gaven burgemeesters de wettelijke taak om zorg te dragen voor de opvang en verzorging van ontheemden uit Oekraïne, in plaats van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Met de TWOO worden gemeenten langer belast met de opvang van ontheemden uit Oekraïne. Het introduceert geen aanvullende of andere taken of bevoegdheden. Wel wordt de verantwoordelijkheid van deze opvangtaak overgedragen van de burgemeester aan het college van burgemeester en wethouders.
HOOFDSTUK 1 BEGRIPPEN
Artikel 1: Definities
Dit artikel is gebaseerd op de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne (TWOO), de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
HOOFDSTUK 2 LEEFGELD
Artikel 2 t/m 6 geven aan hoe leefgeld kan worden aangevraagd, wie in aanmerking komen voor leefgeld, hoe de ingangsdatum en hoogte van het leefgeld worden bepaald en hoe het leefgeld wordt uitbetaald.
Artikel 7 geeft aan wanneer de verstrekking van het leefgeld wordt beëindigd.
Artikel 8 geeft aan in welke situaties en op welke manier de ontheemde verplicht is om mededeling te doen over zijn inkomsten en gezinssamenstelling.
Artikel 9 t/m 11 geven aan hoe de terugvordering en invordering van het leefgeld in zijn werk gaat en wat er gebeurt wanneer de ontheemde niet of niet meer voldoet aan de betalingsverplichting.
Artikel 12 beschrijft de buitengewone kosten die het college voor de ontheemde kan vergoeden.
1. Reiskosten voor (acute) medische redenen: ontheemden met een Burgerservicenummer met verblijfstitelcode code 46 vallen onder de Regeling medische zorg ontheemden uit Oekraïne (RMO). Code 46 geeft aan dat een vluchteling tijdelijke bescherming heeft in Nederland. Dit is op basis van de Europese Richtlijn tijdelijke bescherming. Ontheemden kunnen via de RMO aanspraak maken op zittend ziekenvervoer indien hiervoor een indicatie is. De RMO heeft hiervoor een lijst met limitatieve indicaties opgesteld. Uitzonderingen zijn op basis van indicatie door een (huis)arts.
Als een ontheemde reiskosten voor (acute) medische redenen maakt die niet vanuit de RMO vergoed kunnen worden, kan het college deze als buitengewone kosten vergoeden.
2. Kosten van een officiële vertaling van verblijfsdocumenten en/of bewijsstukken van de ontheemde en bijbehorende noodzakelijke reiskosten: indien noodzakelijk komt een beëdigde vertaling van documenten voor vergoeding in aanmerking. Naast vertaling van verblijfsdocumenten gaat het ook om vertaling van bewijsstukken zoals voogdijschap, huwelijk en echtscheiding.
3. Reiskosten voor een verblijfsrechtelijke procedure zoals een bezoek aan de ambassade van Oekraïne of de Immigratie- en Naturalisatiedienst: het gaat hier om het verplicht nakomen van een afspraak.
4. Leerlingenvervoer voor leerlingen aan het basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet (speciaal) onderwijs, waarbij wordt aangesloten op het bepaalde in de Verordening bekostiging Leerlingenvervoer Rhenen 2023 en de Beleidsregels Leerlingenvervoer Rhenen 2023: gelet op het belang van het volgen van onderwijs dat aansluit bij de wensen en behoeften van de leerling, zijn de hier genoemde Verordening en Beleidsregels van toepassing.
5. Vervoersvoorziening voor leerlingen aan de Internationale Schakelklas, waarbij wordt aangesloten op het bepaalde in de Verordening bekostiging Leerlingenvervoer Rhenen 2023 en de Beleidsregels Leerlingenvervoer Rhenen 2023: gelet op het belang van het volgen van het onderwijsprogramma bij de Internationale Schakelklas, zijn de hier genoemde Verordening en Beleidsregels van toepassing.
6. Reisproduct voor schoolbezoek door ontheemde leerlingen (tot 23 jaar) die volgens de Nederlandse regelgeving nog niet beschikken over een startkwalificatie: deze reiskosten voor schoolbezoek komen niet in aanmerking voor vergoeding vanuit de Rijksoverheid (DUO). De reiskosten maken ook geen onderdeel uit van de opbouw van het leefgeld. Gelet op het belang van het beschikken over een startkwalificatie kan de aanvragende ontheemde, met onvoldoende inkomen, in aanmerking komen voor een reisproduct.
7. Kosten van begrafenis of crematie waarbij aangesloten wordt op de regeling die geldt bij het aanvragen van bijzondere bijstand voor kosten begrafenis of crematie: bij het niet kunnen betalen van de uitvaart bestaat de mogelijkheid om bijzondere bijstand aan te vragen voor de kosten van de uitvaart. Oekraïense ontheemden kunnen echter geen beroep doen op bijzondere bijstand, wel op een vergoeding van buitengewone kosten. In deze vergoeding trekken we één lijn met de regelgeving vanuit de bijzondere bijstand.
Reiskosten worden als volgt berekend:
1. De reiskosten worden vergoed op basis van het goedkoopste tarief openbaar vervoer vanaf de opvanglocatie naar het bezoekadres.
2. De reiskosten van de heen- en terugreis komen volledig voor vergoeding in aanmerking.
3. Is reizen met het openbaar vervoer aantoonbaar geen optie, dan is de vergoeding voor reizen met de auto gelijk aan de onbelaste vergoeding woon-werkverkeer volgens de Belastingdienst. De kilometers worden berekend op basis van de kortste route volgens de ANWB routeplanner. Parkeergeld komt ook voor vergoeding in aanmerking.
4. Bij de aantoonbaarheid bij punt 3 gaat het om:
a. Er zijn binnen 2 kilometer van het woonadres of bestemmingadres geen haltes beschikbaar om gebruik te maken van openbaar vervoer;
b. Gebruik van openbaar vervoer is vanwege ziekte of beperking geen mogelijkheid.
HOOFDSTUK 3 EIGEN BIJDRAGE
Artikel 13 t/m 16 geven aan wie verplicht zijn tot het betalen van een eigen bijdrage, hoe de ontheemde op deze verplichting kan reageren, hoe de hoogte en ingangsdatum van de eigen bijdrage worden bepaald en hoe de eigen bijdrage betaald dient te worden.
Om werken te stimuleren en lonend te laten zijn, wordt er geen eigen bijdrage opgelegd indien het netto inkomen van meerderjarige ontheemde en diens meerderjarige gezinslid tezamen onder aftrek van de eigen bijdrage minder bedraagt dan 115% van het van toepassing zijnde leefgeld.
Artikel 17 geeft aan wanneer ontheemde niet langer de eigen bijdrage verschuldigd is en hoe het nog verschuldigde bedrag naar rato kan worden berekend.
Artikel 18 geeft aan dat de inning van de eigen bijdrage ten uitvoer gelegd kan worden door middel van een executoriaal beslag indien ontheemde een opgelegde eigen bijdrage niet (meer) betaalt.
HOOFDSTUK 4 OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 19 is toegevoegd om expliciet te maken dat er van het gestelde in de beleidsregels afgeweken kan worden als het handhaven van de beleidsregels in de voorliggende situatie gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Hierbij volgen wij artikel 4:84 van de Awb.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl