Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732905
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732905/1
Participatie- en inspraakverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2024
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Participatie- en inspraakverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2024Het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;
gelezen het voorstel van het college van dijkgraaf en hoogheemraden van 9 januari 2024
gelet op artikel 79 van de Waterschapswet;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
-
1. In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
Waterschap: Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;
- b.
Bestuursorgaan: het college van dijkgraaf en hoogheemraden of het algemeen bestuur van het waterschap;
- c.
College van dijkgraaf en hoogheemraden: het dagelijks bestuur van het waterschap;
- d.
Beleidsvoornemen: voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.
- e.
Participatie: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden (burgers, maatschappelijke organisaties, bedrijven en bestuursorganen) bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het beleid en bij de voorbereiding en uitvoering van een besluit over een project of activiteit;
- f.
Inspraak: een door of namens het college van dijkgraaf en hoogheemraden geboden gelegenheid voor ingezetenen en belanghebbenden een zienswijze naar voren te brengen over door het bestuursorgaan te nemen besluiten en voorgenomen beleid.
- g.
Belanghebbende: belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht;
- h.
Ingezetene: ingezetene van het waterschap in de zin van artikel B4 van de Kieswet;
- i.
Uitdaagrecht: een specifieke vorm van participatie in de uitvoeringsfase, te weten het recht van ingezetenen en maatschappelijke organisaties op het overnemen van de feitelijke uitvoering van een taak van het waterschap.
- a.
Artikel 2 Reikwijdte verordening
-
1. Deze verordening is van toepassing op de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het beleid en de voorbereiding en uitvoering van een besluit over een project of activiteit van het waterschap.
-
2. Deze verordening is niet van toepassing op participatie of initiatieven van ingezetenen en belanghebbenden die op een andere wijze in regelgeving of procedures is geregeld.
Hoofdstuk 2 Participatie
Artikel 3 Object van participatie
-
1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of participatie wordt toegepast, in welke mate en op welke wijze, met in achtneming van het participatiebeleid.
-
2. Het algemeen bestuur stelt het participatiebeleid vast.
-
3. Participatie wordt altijd toegepast in de gevallen waarin de wet daartoe verplicht, en op de wijze waartoe de wet verplicht.
-
4. Participatie hoeft niet te worden verleend:
- a.
Wanneer sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan weinig tot geen ruimte heeft om eigen afwegingen te maken en dus weinig tot geen beleidsvrijheid heeft;
- b.
Bij beslissingen over de financiën van het waterschap, zoals het opstellen en vaststellen van de begroting en de rekening, tarieven voor de dienstverlening door het waterschap en belastingen als bedoeld in de Waterschapswet;
- c.
Bij beslissingen of beleidsvoornemens die uitsluitend of hoofdzakelijk betrekking hebben op interne of organisatorische aangelegenheden, waaronder de inrichting en samenstelling van het waterschapsbestuur;
- d.
Wanneer het naar het oordeel van het bestuursorgaan gaat om een ondergeschikte (partiele) herziening van eerder vastgesteld beleid, een besluit of een eerder vastgestelde verordening of regeling;
- e.
Als de aard van de door het bestuursorgaan uit te oefenen bevoegdheid zich hiertegen verzet;
- f.
Wanneer participatie bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;
- g.
Wanneer de besluitvorming over of uitvoering van een beleidsvoornemen naar het oordeel van het bestuursorgaan dermate spoedeisend is dat participatie niet kan worden afgewacht.
- a.
Artikel 4 Procedure participatie
-
1. Het bestuursorgaan stelt bij de start van een beleidsvoornemen of bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van plannen en projecten tenminste een participatieparagraaf vast waarin staat omschreven:
- a.
of er al dan niet een participatieprocedure zal worden doorlopen en waarom wel/niet;
- b.
zo ja, op welke manier de participatieprocedure wordt vormgegeven;
- c.
of er voor de participatieprocedure een participatieplan wordt opgesteld.
- a.
-
2. Als voor het in lid 1 genoemde traject een participatieplan wordt opgesteld, dan gaat het plan in ieder geval in op:
- a.
het doel van de participatie;
- b.
de kaders van participatie;
- c.
de wijze waarop het bestuursorgaan over deze kaders vooraf communiceert;
- d.
welke ingezetenen of belanghebbenden worden betrokken en hun inbreng kunnen leveren;
- e.
de wijze waarop en tijdvak waarin ingezetenen en belanghebbenden hun inbreng kunnen leveren;
- f.
waar eventueel aanvullende informatie beschikbaar is.
- a.
-
3. Het waterschap geeft voorafgaand aan de start van het participatieprocedure kennis van het voornemen hiertoe op de voor die procedure geschikte wijze. In deze kennisgeving wordt ingegaan op de in het tweede lid bedoelde punten.
Artikel 5 Eindverslag bij participatie
-
1. Ter afronding van de participatie maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.
-
2. Het eindverslag bevat in ieder geval:
- -
een beschrijving van het gevolgde participatieproces;
- -
een weergave van de inbreng en een reactie daarop, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven hoe hier mee is omgegaan.
- -
-
3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag openbaar op de wijze waarop ook de kennisgeving voor participatie heeft plaatsgevonden.
-
4. In een bestuursvoorstel wordt melding gemaakt van het gevolgde participatieproces en wordt het eindverslag bijgevoegd.
-
5. De initiatiefnemer, zoals bedoeld in het derde lid van artikel 4 maakt een eindverslag dat inzicht geeft van wat is gedaan met de inbreng van het waterschap.
Hoofdstuk 3 Uitdaagrecht
Artikel 6 Procedure uitdaagrecht
-
1. Elk bestuursorgaan beslist ten aanzien van de uitvoering van zijn eigen taken of hierop het uitdaagrecht van toepassing is.
-
2. Ingezetenen en maatschappelijke initiatieven kunnen onder de noemer van uitdaagrecht, bij het bestuursorgaan een plan indienen voor het uitvoeren van taken.
-
3. Wanneer het verzoek wordt ingewilligd worden afspraken tussen het waterschap en de verzoeker vastgelegd in een overeenkomst.
Hoofdstuk 4 Inspraak
Artikel 7 Object van inspraak
-
1. Elk bestuursorgaan kan ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden besluiten of inspraak wordt geboden bij de voorbereiding van waterschapsbeleid, het vaststellen van verordeningen, regelingen of besluiten, behoudens het bepaalde in lid 2.
-
2. De volgende besluiten vallen in ieder geval onder de werking van deze verordening:
- a.
Verordeningen;
- b.
Het handhaven dan wel aanpassen van waterstanden;
- c.
De aanleg of verbetering van waterstaatswerken;
- d.
De legger;
- e.
Beleidsregels.
- a.
-
3. Geen inspraak wordt verleend, indien het besluit:
- a.
Strekt tot uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;
- b.
Uitsluitend interne werking heeft;
- c.
Ziet op een wijziging van beleid of van een besluit van het bestuursorgaan van ondergeschikte betekenis, dan wel die uitsluitend of hoofdzakelijk om juridisch-technische dan wel redactionele redenen plaatsvindt;
- d.
Een belastingverordening betreft;
- e.
De vereiste spoed zich daartegen naar het oordeel van het college van dijkgraaf en heemraden verzet.
- a.
Artikel 8 Wijze van inspraak
De ontwerpbesluiten die onder de werking van deze verordening vallen, worden voorbereid met inachtneming van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 9 Terinzagelegging
-
1. Een ontwerpbesluit wordt voor ingezetenen en belanghebbenden gedurende zes weken:
- -
elektronisch ter inzage gelegd op de website van het waterschap en/of,
- -
bij toepassing van artikel 3 tweede lid Verordening elektronisch bekendmaken Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, fysiek op het kantoor van het waterschap ter inzage gelegd.
- -
-
2. Een ontwerpbesluit wordt voor een ieder gedurende zes weken ter inzage gelegd middels publicatie in het Waterschapsblad.
-
3. De bekendmaking, bedoeld in het eerste lid, omvat in ieder geval:
- a.
De samenvattende zakelijke inhoud van het ontwerpbesluit;
- b.
De plaatsen met tijdstippen waarop het ontwerpbesluit ter inzage ligt;
- c.
De wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden overeenkomstig het bepaalde in artikel 10 hun zienswijze over het te nemen besluit kenbaar kunnen maken;
- d.
De wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden kennis kunnen nemen van de beschouwingen van het dagelijks bestuur omtrent de ingekomen reacties.
- a.
Artikel 10 Reacties
Ingezetenen en belanghebbenden, kunnen gedurende in artikel 9 genoemde termijn hun zienswijze omtrent het te nemen besluit naar keuze schriftelijk of mondeling kenbaar maken aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden.
Artikel 11 Rapportages
-
1. In het bestuursvoorstel wordt melding gemaakt van de gehouden inspraakprocedure en de beschouwingen over de ingekomen zienswijzen.
-
2. Het voorstel en het dienaangaande vastgestelde besluit van het college van dijkgraaf en hoogheemraden of van het algemeen bestuur, wordt toegezonden aan degenen die hun zienswijze naar voren hebben gebracht.
Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 12 Intrekking en inwerkingtreding
-
1. De Participatie- en inspraakverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2024 treedt in werking met ingang van de dag van inwerkingtreding van de Wet versterking participatie op decentraal niveau.
-
2. De Inspraakverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2007 wordt ingetrokken met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze verordening;
Artikel 13 Overgangsregeling
Op inspraakprocedures die zijn gestart voor de inwerkingtreding van deze verordening, blijven de bepalingen van toepassing van de Inspraakverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2007 zoals die luidden ten tijde van dat besluit.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Participatie- en inspraakverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2024
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van 6 maart 2024
van het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Voorzitter
J.C.H. Haan
Loco-secretaris
G. Zegers
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl