Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom inhoudende Marktreglement Bergen op Zoom 2024

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom inhoudende Marktreglement Bergen op Zoom 2024

Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom

B E S L U I T:

vast te stellen het volgende

Marktreglement gemeente Bergen op Zoom 2024

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Bergen op Zoom 2024 weergegeven begripsomschrijvingen zijn tevens van toepassing op deze nadere regels.

HOOFDSTUK 2. BEPALINGEN OVER VERGUNNINGEN

Artikel 2 Inrichting van de weekmarkt

1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt op donderdag:

a. Afsluiting marktterrein in verband met weekmarkt: van 06.00 uur tot 18.30 uur.

b. Openingstijden voor publiek: van 09.00 uur tot en met 16.00 uur.

c. Opruimen en inladen: vanaf 16.00 uur.

d. Locatie: Korenbeursplein-Van der Rijtstraat-Stationsstraat-Wouwsestraat-Zuivelplein-Zuivelstraat.

2. De begrenzing van het onder lid 1 aangewezen marktterrein staat aangegeven in de bij dit marktreglement behorende kaart (bijlage 1);

3. Het aantal standplaatsen voor de weekmarkt op donderdag bedraagt 60 vaste standplaatsen (380 meter);

4. De indeling van de in lid 3 vastgestelde standplaatsen staat aangegeven in de bij dit marktreglement behorende kaart (bijlage 2)

5. In voorkomend geval kan de indeling gewijzigd worden in verband met evenementen (braderie etc.) en kunnen binnen het marktterrein plaatsen aangewezen worden voor met die evenementen samenhangende activiteiten.

6. Het college draagt zorg voor goed werkende elektra- en watervoorzieningen.

7. Het college draagt er zorg voor dat het aangewezen marktterrein sneeuw- en ijsvrij wordt gehouden voor zover dit gezien de omstandigheden redelijkerwijs kan worden gevergd.

8. Het college draagt er zorg voor dat het marktterrein vrij is van obstakels, zoals auto’s, steigers, hoogwerkers, kermis, voor zover voor het plaatsen van deze obstakels geen vergunning of anderszins toestemming is gegeven.

Artikel 3. Inhoud vaste standplaatsvergunning

1. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

a. de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

b. een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

c. de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

d. het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

e. de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitlijst;

f. dat de vergunninghouder zelf zorgdraagt voor de inzameling en afvoer van het eigen afval en dat hij de standplaats schoon oplevert;

g. de wijze waarop de vergunninghouder elektriciteit betrekt;

h. welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan;

i. de vergunningsduur;

2. Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 4. Afgelasting markt

1. Indien bij aanvang van de markt, of gedurende de tijdsperiode waarop de markt wordt gehouden, weersinvloeden, calamiteiten e.d. de orde op de markt kunnen verstoren, er direct gevaar dreigt voor de vergunninghouder, marktbezoekers en/of objecten in de nabijheid van het marktterrein, waardoor de openbare orde in gevaar komt of schade kan worden toegebracht aan derden, kan het college in overleg met de marktcommissie besluiten:

a. de vergunninghouder te verplichten de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te treffen;

b. de markt anders op te stellen c.q. in te richten;

c. de markt niet te laten aanvangen, of;

d. de markt onmiddellijk te beëindigen.

2. In de gevallen als bedoeld in lid 1 onder c en d wordt niet eerder besloten dan nadat is overlegd met een vertegenwoordiger van de marktcommissie.

Artikel 5. Marktcommissie

1. De marktcommissie bestaat uit vertegenwoordigers van de markt en de gemeente.

2. Deze commissie vergadert 4 keer per jaar en adviseert het college inzake marktaangelegenheden.

3. In bijzondere gevallen kan de commissie buiten de genoemde vergaderingen in lid 2 vergaderen.

Artikel 6. Volgorde toewijzing vrijgekomen vaste standplaatsen

1. Als er een vaste standplaats op de markt vrijkomt, worden de vergunninghouders van een vaste standplaats door het college in de gelegenheid gesteld hun interesse voor de vrijgekomen standplaats kenbaar te maken en wordt de vrijgekomen standplaats toegewezen aan de vergunninghouders die hun interesse kenbaar hebben gemaakt, in volgorde van hun plaatsing op de anciënniteitlijst.

2. Als er, na toepassing van de procedure als bedoeld in lid 1 van dit artikel, nog vaste plaatsen op de markt vrij zijn, wordt dit door het college openbaar bekend gemaakt en worden gegadigden voor de vrijgekomen vaste standplaats uitgenodigd om hun interesse in de vrijgekomen standplaats schriftelijk kenbaar te maken.

3. De marktcommissie selecteert uit alle gegadigden die schriftelijk hun belangstelling voor de vrijgekomen vaste standplaats kenbaar hebben gemaakt en draagt deze gegadigde voor aan het college voor verlening van een vergunning.

4. Selectie van een gegadigde door de marktcommissie vindt plaats aan de hand van de branche waarin de gegadigden actief zijn. Deze branche moet dezelfde zijn als de branche van de vrijgekomen standplaats of een branche welke nog niet op de markt staat. Selectie vindt vervolgens plaats door toekenning van maximaal honderd punten aan iedere aanvraag die is overgebleven na selectie op basis van de branchering. De gegadigde met het hoogst aantal punten wordt aan het college voorgedragen voor verlening van de vergunning.

5. De marktcommissie kent de punten toe aan de hand van de volgende criteria:

a. De sollicitatiebrief en de motivering van de aanvraag: maximaal 10 punten;

b. Het assortiment vormt een toevoeging aan het aanbod van de markt: maximaal 30 punten;

c. De algemene uitstraling van de uitstalling: maximaal 20 punten;

d. Het gebruikte verkoopmateriaal: maximaal 20 punten;

e. Referenties: de aanvrager heeft geen problemen met andere gemeenten of marktorganisatoren, bijvoorbeeld betalingsachterstanden of disciplinaire problemen: maximaal 10 punten;

f. De ondernemer houdt zich bezig met duurzaamheidsaspecten: maximaal 10 punten.

6. Indien sprake is van gegadigden met een gelijk hoogste aantal punten wordt geloot tussen deze gegadigden. De ingelote gegadigde wordt aan het college voorgedragen voor verlening van de vergunning.

Artikel 7: Volgorde toewijzing standplaatsen bij wijziging opstelling en indeling

Bij wijziging van de opstelling en indeling van de markt worden de standplaatsen op de markt eerst toegewezen aan de vergunninghouders van een vaste standplaats, in volgorde van plaatsing van de vergunninghouders op de anciënniteitlijst. Toewijzing van de vergunningen voor de standplaatsen die daarna nog vrij zijn, vindt plaats volgens de procedure zoals beschreven in lid 2 tot en met 6 van artikel 4.

Artikel 8. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

1. Wenst de houder van een vergunning voor een vaste standplaats niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning, is de vergunninghouder overleden, in staat van faillissement of onder curatele gesteld, dan kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, erven of curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

2. De vergunning kan door het college op aanvraag van de vergunninghouder, erven of curator ook worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of mede-eigenaar van het bedrijf van vergunninghouder.

3. Bij overschrijving van de vergunning op kind, medewerker of mede-eigenaar, vervalt de anciënniteit van vergunninghouder en geldt voor de nieuwe vergunninghouder de datum van overschrijving als anciënniteitsdatum. Overschrijving van de vergunning vindt plaats voor de resterende duur van de bepaalde tijd waarvoor de vergunning volgens artikel 3 is verleend.

Artikel 9. Toewijzing dagplaats

1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

2. De dagplaats wordt toegewezen aan gegadigden die zich daarvoor op de marktdag voor 8.00 uur bij de marktmeester hebben gemeld. Toewijzing vindt plaats aan achtereenvolgens gegadigden die actief zijn in dezelfde branche als de branche van de dagplaats, vervolgens aan gegadigden die niet actief zijn in deze branche, waarbij voorrang wordt gegeven aan gegadigden die actief zijn in een branche die nog niet op de markt vertegenwoordigd is en daarna aan alle overige gegadigden. Bij meerdere gegadigden die bij toepassing van deze procedure in aanmerking komen voor de dagplaats, wordt de dagplaats toegewezen door middel van loting door de marktmeester.

Artikel 10. Toewijzing standwerkersplaats

1. Een vergunning voor een standwerkersplaats kan door het college worden verleend voor die plaatsen die zijn aangewezen voor standwerken.

2. Een vergunning voor een standwerkersplaats wordt verleend door middel van loting.

3. De loting vindt plaats door de marktmeester op de marktdag om 8.00 uur.

4. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

5. Een vergunning voor een standwerkersplaats geldt voor de in de vergunning vermelde dag en plaats en voor het in de vergunning omschreven artikel.

HOOFDSTUK 3. BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS

Artikel 11. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

1. De vergunninghouder neemt de op de vaste standplaatsvergunning vermelde standplaats persoonlijk in.

2. In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders erin toestemmen dat een vervanger de standplaats inneemt. Een aanvraag om toestemming vermeldt de reden en verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger. Tevens waaruit blijkt door wie de vergunninghouder wordt vervangen en dat deze vervanger aan de eisen van artikel 8. Marktverordening gemeente Bergen op Zoom 2024 voldoet.

3. De vervanger treedt op namens de vergunninghouder en handelt namens de vergunninghouder. Het bepaalde in de Marktverordening gemeente Bergen op Zoom 2024 en dit Marktreglement is van overeenkomstige toepassing op de vervanger. Alle handelingen van de vervanger op de markt worden aan de vergunninghouder toegerekend. De vergunninghouder blijft, ook bij een vervanger, altijd verantwoordelijk voor het gebruik van de standplaats.

Artikel 12. Afwezigheid van de vergunninghouder van een vaste standplaats wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit minimaal 12 uur, voor aanvang van de desbetreffende markt mee aan de marktmeester (behoudens bijzondere omstandigheden en ziekte).

2. Bij plotselinge verhindering wordt de marktmeester mondeling, telefonisch of per tekstbericht ingelicht, gevolgd door een schriftelijke bevestiging van deze melding.

3. Bij afwezigheid van de vergunninghouder wegens ziekte langer dan 1 week deelt de vergunninghouder dit schríftelijk mee aan de marktmeester.

4. Bij vakantie geeft de vergunninghouder vooraf aan hoe lang zijn afwezigheid duurt. Het is geoorloofd om in verband met vakantie voor een periode van maximaal vier aaneengesloten weken per kalenderjaar afwezig te zijn.

Artikel 13. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 3 uur voor aanvang en meer dan 2 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan op aanvraag van de vergunninghouder ontheffing verlenen.

3. Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 9.00 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

4. De houder van een standplaats is bij aanvang van de markt om 9.00 uur uitgestald en verkoopklaar, ter beoordeling van de marktmeester. Op- en afrijden van het marktterrein met voertuigen is gedurende de openingstijden, genoemd in artikel 2 lid 1 onder b, niet meer toegestaan. De standplaats dient gedurende de openingstijden uitgestald en verkoopklaar te blijven.

5. Eerst na de openingstijden als bedoeld in artikel 2 lid 1 onder b is het toegestaan om de standplaats op te ruimen.

Artikel 14. Gebruik van eigen materiaal

1. Het is de vergunninghouder toegestaan het in zijn aanvraag aangegeven eigen verkoopmateriaal op de standplaats te gebruiken, mits dit materiaal past binnen de afmetingen van de toegewezen standplaats en voldoet aan de voor het materiaal geldende reguliere constructieve en veiligheidseisen.

2. Alleen op standplaatsen die daarvoor door het college zijn aangewezen (bakplaatsen) mag door de vergunninghouder worden gebakken en gebraden.

Artikel 15. Voertuigen en koelwagens

1. Het is verboden om gedurende de verkooptijden van de markt een voertuig, transportmiddel en/of koelwagen op het marktterrein aanwezig te hebben.

2. Het verbod in lid 1 geldt niet voor een voertuig dat tevens is ingericht als middel van waaruit artikelen worden verkocht.

3. Van het verbod in lid 1 kan door het college ontheffing worden verleend onder te stellen voorschriften.

Artikel 16. Obstakels en doorgang

1. Het is verboden de doorgang en de wandelgangen op en langs het marktterrein tussen de kramen, voor (winkel)panden en de loopruimte op enigerlei wijze te verhinderen of te belemmeren.

2. In het kader van de veiligheid moet de doorgang langs de kramen voor hulpverlenende instanties tenminste 3 meter breed zijn.

3. De in het indelingsplan van het marktterrein vastgestelde breedte en hoogte van de (loop)paden dient in alle opzichten in acht te worden genomen.

Artikel 17. Gebruik van geluidsapparatuur

1. Het is niet toegestaan om gebruik te maken van geluidsapparatuur, tenzij hiervoor toestemming is verleend door of namens het college.

2. Als toestemming is verleend mogen overige standplaatshouders of bezoekers van de markt van het gebruik van de geluidsapparatuur geen hinder ondervinden.

3. Het is verboden om verkoopwaren op een te luide en/of hinderlijke wijze aan te prijzen.

Artikel 18. Veiligheidsnormen elektriciteit

1. De vergunninghouder is verplicht, voor zover hij gebruik maakt van elektrische energie, deze te betrekken vanuit de door het college beschikbaar gestelde middelen.

2. De elektrische installatie die de vergunninghouder gebruikt moet voldoen aan de norm NEN 1010 (veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties).

3. Kabels die in de looppaden op de grond liggen, moeten door de vergunninghouder afgedekt worden met afdekmatten, dit ter goedkeuring door de marktmeester.

Artikel 19. Veiligheidsnormen bakken en braden

1. Het gebruik van kook-, bak- en braadinstallaties en van verwarmingsapparatuur is alleen toegestaan na toestemming door of namens het college.

2. Kook-, bak- en braadinstallaties en verwarmingsapparatuur dient aangelegd te zijn overeenkomstig de norm NPR 2577 (installaties in mobiele werktuigen).

3. De bak- en braadtoestel toestellen moeten vast op de vloer of tafel staan opgesteld en tegen omvallen of omstoten worden beschermd.

4. Het draagvlak onder bak- en braadtoestellen moet tenminste 15 centimeter buiten de toestellen onbrandbaar zijn, dan wel zijn bekleed met een onbrandbaar en de warmte slecht warmtegeleidend materiaal. De wanden en zeilen, in de nabijheid waarvan toestellen zijn geplaatst, moeten tot op een meter van het toestel onbrandbaar zijn dan wel zijn voorzien van de warmte slecht geleidend materiaal.

5. Elk bak- en braadtoestel moet zijn voorzien van een goed functionerende thermostaat of thermokoppel met een maximaal ingestelde waarde van 190° C.

6. Bakken, braden, verhitten en koken is niet toegestaan vanuit een marktkraam.

7. Indien in de verkoopwagen wordt gebakken, gekookt of verhit moet een goedgekeurd blustoestel met een inhoud van ten minste 6 kg poeder of 5 kg koolzuursneeuw of gelijkwaardige vulling aanwezig zijn.

8. In de onmiddellijke nabijheid van een bak-, braad-, kook-, of frituurtoestel moeten goed passende deksels of een blusdeken aanwezig zijn om het toestel in geval van brand te kunnen afdekken.

Artikel 20. Veiligheidsnormen gasinstallatie

1. Er mogen niet meer aanwezige losse gastank(s) en/of gasflessen aanwezig zijn dan de benodigde werkvoorraad per dag. Een losse gasfles/tank mag een waterinhoud hebben van ten hoogste 115 liter.

2. De gasflessen moeten voldoende geventileerd en buiten bereik van onbevoegden staan opgesteld; Lege of niet in gebruik zijnde gasflessen moeten buiten de kraam of verkoopinrichting staan opgesteld.

3. Een gasinstallatie moet blijvend voldoen aan het bepaalde in norm NPR 2577, (Mobiele verwarmingssystemen).

4. Een buigzame verbindingsslang tussen drukhouder en verbruikstoestel dient voorzien te zijn van het GASTEC keurmerk en door middel van deugdelijke rvs slangklemmen te zijn bevestigd. De tussen de gasfles en verbruikers toestel aanwezige buigzame verbinding dient te voldoen aan de richtlijnen, vermeld in de geldende NPR 3378.

Artikel 21. Markt schoonhouden en verzorging standplaats

1. De standplaatshouder is verplicht er voor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien heeft.

2. Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder begrepen verpakkingsmateriaal, op zijn standplaats op een zodanige wijze te bewaren dat zwerfaval wordt voorkomen en het niet door onbevoegden kan worden weggehaald. De vergunninghouder dient zelf en onmiddellijk na afloop van de markt voor afvoer van het afval zorg te dragen.

3. Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving van zijn standplaats bezemschoon achter te laten en verontreiniging van het marktterrein te voorkomen.

Artikel 22. Legitimatie

Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen moet zich kunnen legitimeren.

HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN

Artikel 23. Intrekken oude regeling

Het Marktreglement 2019, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 5 februari 2019, wordt ingetrokken.

Artikel 24. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking de dag nadat de Marktverordening gemeente Bergen op Zoom 2024 in werking is getreden.

Artikel 25. Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Marktreglement gemeente Bergen op Zoom 2024

Ondertekening

Bergen op Zoom, 20 februari 2024

Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom.

de secretaris,

mr. Drs. Ing. M. van Vliet

de burgemeester

drs. M. Mulder MSc.

Bijlage 1

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2

afbeelding binnen de regeling