Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden Ommen 2025

Geldend van 28-12-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden Ommen 2025

De raad van de gemeente Ommen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2024 met zaaknummer 787934.

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden Ommen 2025

(Verordening marktgelden Ommen 2025).

Artikel 1. Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    etmaal: 00.00 uur tot 24.00 uur;

  • b.

    meter: strekkende meter (m¹);

  • c.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt, op grond van de Marktverordening Ommen;

  • d.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • e.

    GBLT: het openbaar lichaam GBLT.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam marktgelden worden rechten geheven te zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van een standplaats voor het uitoefenen van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen en/of gebruik van verstrekte hulpmiddelen.

Artikel 3. Belastingplicht

De marktgelden wordt geheven van degene, die op een markt in de gemeente Ommen een standplaats inneemt.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De marktgelden bedragen tijdens de wekelijks te houden marktdag:

    Voor alle soorten kramen en stallen, hetzij overdekt of onoverdekt en voor op de grond uitgestalde waren:

    Per strekkende meter of een gedeelte daarvan € 1,75 met een minimum van € 9,20

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid bedragen de marktgelden per jaar, indien een jaarabonnement wordt afgesloten 52 x € 1,25 maal het aantal strekkende meters of gedeelten daarvan, met een minimum van € 142,50.

Artikel 5. Aanvang jaarabonnement

Het jaarabonnement genoemd in artikel 4, lid 2, van deze verordening, vangt aan met de ingang van de eerste dag van het belastingjaar.

Artikel 6. Wijze van heffing

  • 1. De marktgelden als bedoeld in artikel 4, lid 1, van deze verordening, worden geheven bij wege van mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.

  • 2. De marktgelden als bedoeld in artikel 4, lid 2, van deze verordening, worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8. Restitutie

Indien van het jaarabonnement zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, van deze verordening, geen gebruik meer wordt gemaakt, bestaat aanspraak op restitutie van het teveel betaalde marktgeld met dien verstande dat over de dagen waarop het jaarabonnement wel is gebruikt het marktgeld wordt berekend naar het tarief genoemd in artikel 4, lid 1, van deze verordening.

Artikel 9. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, lid 1 van de Invorderingswet 1990 moeten de marktgelden zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, van deze verordening, dan wel op één aanslagbiljet verenigde aanslagen worden betaald in één termijn, die vervalt twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van lid 1 van dit artikel worden belastingaanslagen waarvoor de belastingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, betaald in tien maandelijkse termijnen. Als de dagtekening van het aanslagbiljet is gelegen voor of op de 15de van een kalendermaand, vervalt de eerste incassotermijn nog in diezelfde kalendermaand. In alle andere gevallen vervalt de eerste incassotermijn aan het einde van de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin de dagtekening van het aanslagbiljet is gelegen.

  • 3. Indien het totaal te betalen bedrag zoals vermeld op het aanslagbiljet € 10,00 of minder bedraagt, wordt dit bedrag in afwijking van lid 2 van dit artikel in één termijn afgeschreven twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 4. In afwijking van artikel 9, lid 1 van de Invorderingswet 1990 moeten de marktgelden zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, van deze verordening worden betaald

    • a.

      Ingeval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van uitreiking;

    • b.

      Ingeval van toezending van de kennisgeving: binnen twee maanden na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 10. Kwijtschelding

Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11. Nadere regels

Het dagelijks bestuur van GBLT kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening marktgelden 2024’ van 21 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in lid 3 van dit artikel genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening marktgelden 2025’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ommen d.d. 19 december 2024.

De raad voornoemd,

De griffier,

S.G.M. Dijk Horenberg

De voorzitter,

mr. drs. J.M. Vroomen