Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732822
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732822/1
Regeling vervalt per 01-01-2029
Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 17 december 2024, UTSP-1070387110-3309, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022, voor het versterken van museale samenwerking en het benutten en beleven van cultureel erfgoed (Subsidieregeling Cultuur en Erfgoed Provincie Utrecht 2025-2028)
Geldend van 01-01-2025 t/m 31-12-2028
Intitulé
Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 17 december 2024, UTSP-1070387110-3309, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022, voor het versterken van museale samenwerking en het benutten en beleven van cultureel erfgoed (Subsidieregeling Cultuur en Erfgoed Provincie Utrecht 2025-2028)Gedeputeerde staten van Utrecht;
Gelet op het gestelde in de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022, de Beleidsregel subsidiabele kosten projectsubsidies en de Beleidsregel Toezicht en naleving subsidieverplichtingen provincie Utrecht;
Overwegende dat:
- a.
Provinciale Staten op 10 maart 2021 de Omgevingsvisie hebben vastgesteld;
- b.
Gedeputeerde Staten op 2 juli 2024 het Omgevingswetprogramma Cultuur en Erfgoed provincie Utrecht 2025-2028 ‘Verbindende Cultuur en inspirerend Erfgoed: toekomstbestendig en voor iedereen’ hebben vastgesteld;
- c.
de provincie Utrecht zich wil inzetten voor het versterken van museale samenwerking en het benutten en beleven van cultureel erfgoed;
Besluiten de volgende subsidieregeling vast te stellen:
Paragraaf 1 Algemeen
Artikel 1.1 Begripsbepalingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
- a.
AGVV: de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (EU), nr. 651/2014 (PB L187, Verordening van de Europese Commissie van 17 juni 2014);
- b.
Archeologische onderzoeksagenda: document dat de stand van kennis op het gebied van archeologie in een gemeente of regio weergeeft, alsmede de kennislacunes; de onderzoeksagenda benoemt onderzoeksthema’s en -vragen voor toekomstig archeologisch onderzoek;
- c.
AsvpU: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022;
- d.
Awb: Algemene wet bestuursrecht;
- e.
Beleidsregel subsidiabele kosten projectsubsidies: beleidsregel waarin is aangegeven welke kosten bij projectsubsidies wel of niet subsidiabel zijn;
- f.
Beleidsregel Toezicht en naleving subsidieverplichtingen: beleidsregel waarin, met het oog op toezicht en naleving van rechtmatig en doelmatig gebruik van subsidies, het beleid is aangegeven ten aanzien van het uitvoeren van risicoanalyses, het uitvoeren van beoordelingen van de afgelegde verantwoording, het uitvoeren van aanvullende controles en het toepassen van de beschikbare handhavingsmogelijkheid;
- g.
Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS): cultuurhistorisch waardevolle ruimtelijke of landschappelijke structuren van door de provincie Utrecht aangewezen agrarisch cultuurlandschap, historische buitenplaatszones, militair erfgoed, historische infrastructuur en archeologische zones;
- h.
Digitale continuïteit: projecten zijn gedurende de looptijd van het project, en daarna, digitaal en online beschikbaar met het doel het verbeteren van de zichtbaarheid, bruikbaarheid en houdbaarheid van erfgoed. Daarmee zorgen we voor een grotere maatschappelijke meerwaarde van ons erfgoed en krijgen de gebruikers ervan een betere en rijkere ervaring;
- i.
Erfgoedgemeenschap: een groep mensen die zich vanuit interesse en intrinsieke motivatie voor het erfgoed formeert in een sociaal verband en zich op vrijwillige basis in haar vrije tijd bezighoudt met cultureel erfgoed;
- j.
Historisch onderzoek: onderzoek in het kader van de (ontwikkeling van de) fysieke leefomgeving dat zich richt op de aanwezigheid, aard, betekenis en waarde van erfgoed;
- k.
Maatschappelijke non-profit instellingen: organisaties zonder winstoogmerk en met een maatschappelijk doel, bijvoorbeeld historische verenigingen, stichtingen met (een) op erfgoed gerichte doelstelling(en) in de statuten, en scholen.
- l.
Musea voor beeldende kunst: organisaties, in bezit van een eigen collectie, die tentoonstellingen programmeren op het gebied van (actuele) beeldende kunst en die makers betalen voor hun activiteit;
- m.
Nationale Onderzoeksagenda Archeologie (NOaA): de belangrijkste nationale onderzoeksvragen binnen de archeologie, verdeeld over 23 archeologische thema’s, welke inzicht geven in de kansen die er liggen om kennis te ontwikkelen. De NOaA is bedoeld om te inspireren op lokaal niveau, bij gebruik is het vaak nodig om de vragen aan te passen zodat ze bruikbaar worden in de lokale situatie, passen bij de verwachtingen en gespiegeld zijn aan de regionale stand van kennis, https://noaa.cultureelerfgoed.nl/search;
- n.
Ontwerpend onderzoek: een proces waarbij het doen van onderzoek en het (direct) ontwerpen van mogelijke oplossingen in één proces verweven zijn;
- o.
Partnerorganisaties erfgoed: Landschap Erfgoed Utrecht, Monumentenwacht Utrecht, Utrechts Landschap en Steunpunt Archeologie en Monumenten Utrecht;
- p.
Professionele tentoonstelling: kwalitatieve, zorgvuldig samengestelde presentatie die bedoeld is om een bepaald thema op een inspirerende manier over te brengen op publiek;
- q.
Provinciale erfgoedthema’s: de belangrijke ‘Utrechtse erfgoedkwaliteiten’ verdeeld over de zeven thema’s historische buitenplaatszone, agrarisch cultuurlandschap, historische infrastructuur, archeologisch waardevolle zone, militair, maritiem en immaterieel erfgoed;
- r.
Tentoonstellingsorganisatie: organisatie met een tentoonstellingsruimte maar zonder een eigen collectie, die een visie en programma hebben ten aanzien van het exposeren van (actuele) beeldende kunst en makers betaalt voor hun werk;
- s.
UtrechtAltijd.nl: website en webplatform opgezet en onder redactie van Landschap Erfgoed Utrecht om Utrechts erfgoed makkelijker toegankelijk te maken voor publiek, door verhalen, activiteiten, voorwerpen en plekken om te bezoeken via één provinciebrede ingang aan te bieden, in nauwe samenwerking met erfgoedorganisaties in de provincie Utrecht en met partner-platforms binnen en buiten de provinciegrenzen, UtrechtAltijd.nl;
- t.
Utrechtse kasteelmusea: kastelen in de provincie Utrecht met een museale functie. Zij vertellen naast de bewonersgeschiedenis ook de geschiedenis van de omgeving van het kasteel in een museale opstelling, met een kasteelgebonden collectie;
- u.
Utrechtse streekmusea: musea in de provincie Utrecht die beschikken over een unieke streekgebonden Utrechtse erfgoedcollectie, met de geschiedenis van de streek en het streekeigene als centrale onderwerpen, inclusief kleine stadsmusea in de provincie Utrecht die als centraal onderwerp de geschiedenis van de stad en de omgeving van de stad hebben;
- v.
Verhaal van Utrecht: verhalen die samen de geschiedenis van de provincie Utrecht vertellen;
- w.
Werelderfgoed Hollandse Waterlinies: het deel van het UNESCO werelderfgoed Hollandse Waterlinies (HWL) dat in de provincie Utrecht ligt.
Artikel 1.2 Staatssteun
-
1. Als er sprake is van staatssteun, gebeurt dit met inachtneming van de algemene en procedurele bepalingen in Hoofdstuk I en II en artikel 53 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV).
-
2. Met het oog op staatssteunregels geldt, gelet op artikel 4.7 lid 2 van de AsvpU, het volgende:
- a.
subsidie wordt verleend als percentage van de subsidiabele kosten; en
- b.
subsidie wordt op grond van artikel 5.3 lid 4 AsvpU vastgesteld na een aanvraag tot vaststelling door de subsidieontvanger.
- a.
Artikel 1.3 Aanvraag
-
1. Subsidieaanvragen kunnen jaarlijks doorlopend worden ingediend van 1 januari tot en met 30 september.
-
2. De aanvragen worden digitaal ingediend, met gebruikmaking van het daarvoor beschikbare aanvraagformulier op het subsidieportaal van de provincie Utrecht.
Artikel 1.4 Bij de aanvraag te overleggen gegevens
Onverminderd artikel 4.4 van de AsvpU, dienen bij de aanvraag de volgende gegevens te worden overlegd:
- a.
een projectplan, waarin wordt omschreven welke activiteiten de subsidieaanvrager beoogt te realiseren en op welke wijze, wat het tijdspad is en, indien van toepassing, wie de samenwerkingspartner(s) is of zijn; en
- b.
een gespecificeerde begroting van de subsidiabele kosten, waarin wordt omschreven welke investering door de aanvrager en/of anderen wordt gedaan en welke bijdrage gevraagd wordt van de provincie.
Artikel 1.5 Algemene verplichtingen subsidieontvanger
-
1. De ontvanger van subsidie op grond van deze regeling, met uitzondering van subsidie op grond van paragraaf 2, is verplicht een bijdrage te leveren aan UtrechtAltijd.nl, tenzij dit inhoudelijk niet mogelijk is.
-
2. Bij de subsidieverleningsbeschikking kunnen aan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen worden opgelegd die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.
Artikel 1.6 Algemene weigeringsgronden
-
1. In aanvulling op artikel 4.6 lid 1 van de AsvpU wordt subsidie geweigerd indien de aanvrager een ‘onderneming in moeilijkheden’ betreft, zoals bedoeld in artikel 2 onder 18 AGVV.
-
2. In aanvulling op artikel 4.6 lid 2 van de AsvpU kan subsidie worden geweigerd indien:
- a.
de activiteiten in aanmerking komen voor bekostiging in het kader van een provinciaal gebiedsprogramma;
- b.
sprake is van onderzoeken en projecten gericht op de waarden van het Werelderfgoed Hollandse Waterlinies.
- a.
Artikel 1.7 Subsidiabele kosten
Onverminderd artikel 4.8 AsvpU zijn kosten slechts subsidiabel als deze vallen onder de kosten zoals genoemd in artikel 53, vierde lid of vijfde lid van de AGVV.
Paragraaf 2 Regionale museale samenwerking beeldende kunst
Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten en criteria
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op regionale museale samenwerking beeldende kunst, bestaande uit:
- a.
fysieke investeringen, zoals klimaat- en beveiligingsmaatregelen, om professionele tentoonstellingen mogelijk te maken;
- b.
professionele tentoonstellingen van beeldende kunst waarbij sprake is van een samenwerking tussen twee of meerdere musea en/of tentoonstellingsorganisaties;
- c.
onderzoek en uitvoering op het gebied van collectiemobiliteit en dan met name het uitlenen van werken.
Artikel 2.2 Subsidieontvangers
Subsidie als bedoeld in artikel 2.1 kan worden verstrekt aan musea en tentoonstellingsorganisaties voor beeldende kunst, met uitzondering van streek- en kasteelmusea en amateurinstellingen en -verenigingen, mits het museum, dan wel de tentoonstellingsorganisatie minimaal gedurende acht maanden per jaar vier dagen per week voor publiek toegankelijk is.
Artikel 2.3 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt ten hoogste 50 procent van de subsidiabele kosten.
Artikel 2.4 Bij de aanvraag te overleggen gegevens
In aanvulling op artikel 1.4 wordt in het projectplan opgenomen een beschrijving op welke wijze het museum, dan wel de tentoonstellingsorganisatie invulling geeft aan de drie gedragscodes ‘Diversiteit en Inclusie’, ‘Fair Practice Code’ en ‘Governance Cultuur Code’.
Artikel 2.5 Subsidieplafond
Het subsidieplafond voor subsidies op grond van deze paragraaf bedraagt in de periode van 2025 tot en met 2028 jaarlijks € 30.000.
Paragraaf 3 Versterken kwaliteit van de leefomgeving door middel van erfgoed
Artikel 3.1 Subsidiabele activiteiten en criteria
-
1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op het versterken van de kwaliteit van de leefomgeving door middel van het benutten van erfgoed, bestaande uit:
- a.
historisch of ontwerpend onderzoek gericht op de inzet van cultuurhistorische en archeologische waarden als dragers en aanjagers van omgevingskwaliteit en als inspiratiebron bij gebiedsontwikkeling, mits:
- i.
het onderzoek betrekking heeft op de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS);
- ii.
gebruik wordt gemaakt van de Cultuurhistorische Atlas van de provincie Utrecht (CHAT); en
- iii.
eventueel te maken GIS-bestanden thematisch worden opgebouwd conform de systematiek van de CHAT en beschikbaar worden gesteld voor online publicatie en open-data service in de CHAT;
- i.
- b.
het door middel van inventarisatie en waardering opstellen dan wel actualiseren van een cultuurhistorische of archeologische waardenkaart gericht op de bescherming van erfgoed in ruimtelijke plannen en omgevingsvisies, mits:
- i.
de waardenkaart een digitale GIS-kaart en -gegevensbestand is;
- ii.
bij het opstellen van de waardenkaart gebruik wordt gemaakt van de Cultuurhistorische Atlas van de provincie Utrecht (CHAT); en
- iii.
GIS-bestanden van de waardenkaart thematisch worden opgebouwd conform de systematiek van de CHAT en beschikbaar worden gesteld voor online publicatie en open-data service in de CHAT;
- i.
- c.
het opstellen van een archeologische onderzoeksagenda, gericht op de vergroting van kennis over het Utrechts verleden, mits:
- i.
bij het opstellen van de onderzoeksagenda gebruik wordt gemaakt van de Nationale Onderzoeksagenda Archeologie (NOaA); en
- ii.
de onderzoeksagenda naast gemeentelijke, ook regionale thema’s bevat.
- i.
- a.
-
2. Het maken van een publiekstoepassing op basis van het onderzoek (sub a), de waardenkaart (sub b) of de onderzoeksagenda (sub c) kan onderdeel uitmaken van de activiteit onder a, b of c.
Artikel 3.2 Subsidieontvangers
-
1. Subsidie als bedoeld in artikel 3.1, lid 1 onder a kan worden verstrekt aan gemeenten, eigenaren van het te onderzoeken cultuurhistorisch erfgoed en partnerorganisaties erfgoed.
-
2. Subsidie als bedoeld in artikel 3.1, lid 1 onder b en onder c kan worden verstrekt aan gemeenten.
Artikel 3.3 Hoogte van de subsidie
-
1. Subsidie als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 onder a en onder c bedraagt maximaal € 25.000.
-
2. Subsidie als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 onder b bedraagt maximaal € 50.000.
-
3. Subsidie voor het onderdeel publiekstoepassing als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 bedraagt ten hoogste 10 procent van de hoogte van de subsidie.
-
4. Subsidie bedraagt ten hoogste 70 procent van de subsidiabele kosten.
Artikel 3.4 Bij de aanvraag te overleggen gegevens
In aanvulling op artikel 1.4, worden bij de aanvraag, voor zover beschikbaar, de offertes overlegd van werkzaamheden uit te voeren door derden.
Artikel 3.5 Subsidieplafond
Het subsidieplafond voor subsidies op grond van deze paragraaf bedraagt in de periode van 2025 tot en met 2028 jaarlijks € 150.000.
Paragraaf 4 Bekend en beleefbaar maken van het Verhaal van Utrecht
Artikel 4.1 Subsidiabele activiteiten en criteria
-
1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die het Verhaal van Utrecht op een vernieuwende manier zichtbaar en beleefbaar maken voor publiek.
-
2. Subsidie wordt slechts verstrekt als de activiteiten bedoeld in het eerste lid:
- a.
aansluiten bij de provinciale erfgoedthema’s;
- b.
bovenlokaal van inhoud zijn;
- c.
een samenwerkingscomponent hebben;
- d.
digitale continuïteit in zich dragen, minimaal door het leveren van een bijdrage aan Utrecht Altijd; en
- e.
aansluiten bij of niet in strijd zijn met vastgesteld gemeentelijk beleid.
- a.
Artikel 4.2 Subsidieontvangers
Subsidie als bedoeld in artikel 4.1 kan worden verstrekt aan mede-overheden en maatschappelijke non-profit instellingen.
Artikel 4.3 Hoogte van de subsidie
-
1. Subsidie op grond van deze paragraaf bedraagt maximaal € 50.000.
-
2. De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 50 procent van de subsidiabele kosten.
Artikel 4.4 Bij de aanvraag te overleggen gegevens
In aanvulling op artikel 1.4 wordt in het projectplan een beknopt overzicht opgenomen van hoe, naar inzicht van de subsidieaanvrager, wordt voldaan aan de criteria gesteld in artikel 4.1.
Artikel 4.5 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.6 kan subsidie worden geweigerd als het een periodiek terugkerende activiteit betreft waarvoor reeds eerder op grond van deze paragraaf subsidie is verleend.
Artikel 4.6 Subsidieplafond
Het subsidieplafond voor subsidies op grond van deze paragraaf bedraagt in de periode van 2025 tot en met 2028 jaarlijks € 250.000.
Paragraaf 5 Utrechtse Streek- en Kasteelmusea
Artikel 5.1 Subsidiabele activiteiten en criteria
-
1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op het versterken van de Utrechtse streek- en kasteelmusea door middel van:
- a.
vernieuwing van de presentatie van de collectie, waarbij aandacht is voor nieuwe perspectieven en verhalen over de streek en collectie;
- b.
vergroting van de toegankelijkheid, zichtbaarheid en meerstemmigheid van Utrechtse museale collecties, bestaande uit:
- i.
(gezamenlijke) onderzoeksprojecten naar witte vlekken in de eigen collectie of het Verhaal van Utrecht;
- ii.
verzamelprojecten naar nieuw erfgoed, met extra aandacht voor immaterieel erfgoed;
- iii.
activiteitenprogramma’s gericht op nieuwe doelgroepen;
- iv
de ontwikkeling van producten om collectie(s) buiten de muren van het museum zichtbaar te maken;
- v
de ontwikkeling van diensten en producten binnen het museum waardoor deze een toegangspoort naar de omgeving wordt.
- i.
- a.
-
2. Subsidie wordt slechts verstrekt als de activiteiten bedoeld in het eerste lid:
- a.
aansluiten bij of niet in strijd zijn met vastgesteld gemeentelijk beleid;
- b.
een digitale component hebben, om zo de online zichtbaarheid van het museum te vergroten en een breder publiek te trekken; en
- c.
een samenwerking betreft tussen het streek-/kasteelmuseum en minstens één ander museum, regionaal archief, historische vereniging of erfgoedgemeenschap.
- a.
Artikel 5.2 Subsidieontvangers
Subsidie als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, kan worden verstrekt aan Utrechtse streek- en kasteelmusea, mits het museum minimaal gedurende acht maanden per jaar vier dagen per week voor publiek toegankelijk is.
Artikel 5.3 Hoogte van de subsidie
De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 50 procent van de subsidiabele kosten.
Artikel 5.4 Bij de aanvraag te overleggen gegevens
In aanvulling op artikel 1.4 wordt in het projectplan opgenomen
- a)
een beknopt overzicht opgenomen van hoe, naar inzicht van de subsidieaanvrager, wordt voldaan aan de criteria gesteld in artikel 5.1;
- b)
een beschrijving op welke wijze het museum invulling geeft aan de drie gedragscodes ‘Diversiteit en Inclusie’, ‘Fair Practice Code’ en ‘Governance Cultuur Code’.
Artikel 5.5 Subsidieplafond
Het subsidieplafond voor subsidies op grond van deze paragraaf bedraagt
- a.
voor 2025 € 330.000, waarbij dit plafond als volgt is verdeeld:
- -
voor activiteiten bedoeld in het eerste lid onder a, € 300.000;
- -
voor activiteiten bedoeld in het eerste lid onder b, € 30.000.
- -
- b.
in de periode van 2026 tot en met 2028 jaarlijks € 0.
Paragraaf 6 Slotbepalingen
Artikel 6.1 Inwerkingtreding en looptijd
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025 en vervalt op 1 januari 2029.
Artikel 6.2 Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Subsidieregeling Cultuur en Erfgoed provincie Utrecht 2025-2028.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 17 december 2024.
Gedeputeerde Staten van Utrecht,
Voorzitter,
mr. J.H. Oosters
Secretaris,
mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen
Toelichting
Algemeen
Deze subsidieregeling richt zich op het versterken van museale samenwerking en het benutten en beleven van cultureel erfgoed.
Paragraaf 2
Regionale samenwerking in museale beeldende kunst speelt een cruciale rol bij het versterken van zowel de kwaliteit als de toegankelijkheid van tentoonstellingen. Door gezamenlijk op te treden, kunnen musea en tentoonstellingsorganisaties programma’s realiseren met een landelijke uitstraling en een breder, nieuw publiek bereiken. Een belangrijk element van deze samenwerking is het delen van middelen en kennis zoals op het gebied van collectiebeheer, tentoonstellingsorganisatie en collectiemobiliteit. Dit omvat niet alleen het uitlenen van kunstwerken, maar ook het bundelen van expertise om professionele tentoonstellingen mogelijk te maken. Denk hierbij aan fysieke investeringen in klimaat- en beveiligingsmaatregelen die noodzakelijk zijn voor het realiseren van een hoogwaardig aanbod, maar ook aan samenwerking en het delen van kennis op het gebied van marketing, educatie en digitalisering. Deze gezamenlijke aanpak bevordert de uitwisseling van ideeën, verbreed het netwerk en versterkt de verbinding tussen musea in stad en regio. Dit leidt tot een kwalitatief hoogwaardig, divers en toegankelijk aanbod van beeldende kunst.
Paragraaf 3
Gezien de grote ruimtelijke transities waar we in Nederland voor staan, zal inzet nodig zijn op het uitdragen van de cultuurhistorische waarden van de leefomgeving. Bij ruimtelijke transities moet duidelijk zijn over welke cultuurhistorische kwaliteiten het gebied beschikt. Soms is daarvoor nog aanvullend onderzoek nodig, zoals historisch of ontwerpend onderzoek gericht op de inzet van cultuurhistorische en archeologische waarden. Dit kan bijvoorbeeld resulteren in ‘gebiedspaspoorten’, ‘landschapsbiografieën’ of ‘gebiedsanalyses’, maar ook – meer traditioneel – in cultuurhistorische en archeologische waardenkaarten.
We willen stimuleren en ondersteunen dat gemeenten (en eigenaren van cultuurhistorisch erfgoed en partnerorganisaties erfgoed) cultuurhistorische en archeologische waarden gedegen kunnen inbrengen in ruimtelijke ontwikkelingen. Met de gestelde criteria zorgen wij ervoor dat de resultaten ook aan de CHAT worden toegevoegd en zo breder benutbaar en onderling vergelijkbaar zijn.
De archeologische onderzoeksagenda is nieuw in de regeling. Een archeologische onderzoeksagenda benoemt belangrijke archeologische thema’s, kennislacunes en onderzoeksvragen die tot nu toe onbeantwoord zijn gebleven. Doordat onderzoeksagenda’s helpen kennisgaten te dichten, dragen zij ook bij aan het completer maken van het Verhaal van Utrecht.
Paragraaf 4
Erfgoed maakt Utrecht mooier en verbindt en verleidt bewoners en bezoekers. Het versterkt de identiteit van onze provincie en heeft invloed op vele aspecten van onze samenleving: wonen en recreëren, economie en toerisme, gezonde en aantrekkelijke leefomgeving. Wij willen het waardevolle erfgoed van de provincie dan ook goed laten beheren en bekend maken. Utrechts erfgoed staat voor een veelzijdig scala aan verhalen, die mensen met verschillende culturele achtergronden, leeftijden en leefstijlen met elkaar kunnen verbinden. De noodzaak om nieuw en divers publiek te trekken, is duidelijk aanwezig. Dat is ook van belang om het toeristisch potentieel van ons erfgoed te verzilveren. We hechten eraan dat instellingen durven te experimenteren met nieuwe vormen en technieken, minder voor de hand liggende samenwerkingspartners en prikkelende inhoud.
Een breed en meerstemmig publiek moet zich betrokken (kunnen) voelen bij erfgoed en het erfgoed en haar verhalen willen doorgeven. Goede verhalen wakkeren de nieuwsgierigheid aan en smaken altijd naar meer. Daarom is het belangrijk dat verhalen die in en achter ons erfgoed schuilgaan goed worden ontsloten en boeiend worden verteld. Als provincie willen we dit stimuleren en daarom continueren we onze subsidieregeling voor publieksbereik van cultureel erfgoed. Bovendien is het van belang om niet alleen losse verhalen te vertellen maar deze ook met elkaar in verband te brengen en het publiek te verleiden om steeds meer te willen weten.
In dit kader zijn we in het bijzonder geïnteresseerd in bijdragen aan:
- •
projecten die jonge inwoners en inwoners met een cultureel diverse achtergrond bereiken en betrekken;
- •
projecten die de meerstemmigheid van het Verhaal van Utrecht vergroten en nieuwe perspectieven toevoegen;
- •
projecten op het gebied van immaterieel erfgoed;
- •
projecten met een vernieuwende digitale component.
Paragraaf 5
De streek- en kasteelmusea nemen een speciale plek in, in de provinciale erfgoedinfrastructuur. Zij bewaren én vertellen het ‘Verhaal van Utrecht’, de geschiedenis van de provincie Utrecht. Als provincie willen we vernieuwing van de streek- en kasteelmusea aanjagen en de musea toekomstbestendig maken. De subsidie voor streek- en kasteelmusea stimuleert musea daarom om in hun plannen rekening te houden met de drie doelen van het streek- en kasteelmuseumbeleid ‘Beter in Verbinding’: het versterken en toekomstbestendig maken van de musea, het stimuleren om musea inclusieve en toegankelijke plekken te maken én om te werken aan een complete en zichtbare geschiedenis van de provincie Utrecht. Daarnaast is er speciale aandacht voor projecten die aandacht besteden aan immaterieel erfgoed en het verzamelen van verhalen van nieuwe gemeenschappen.
Artikelsgewijs
Artikel 1.5 Algemene verplichtingen subsidieontvanger
De bijdrage aan UtrechtAltijd.nl, genoemd in het eerste lid, bestaat uit het aanleveren voor publicatie van een verhaal over het project en projectactiviteiten. Uw bijdrage heeft een historische insteek en is geschreven voor een breed publiek. Wij adviseren u om vroegtijdig contact op te nemen met de webredactie van UtrechtAltijd.nl en uw bijdrage met hen te bespreken. De webredactie bepaalt of de bijdrage gepubliceerd wordt. Ook geeft u projectactiviteiten die op het publiek gericht zijn door aan de webredactie, zodat deze op UtrechtAltijd.nl (in de kalender) kunnen worden gepubliceerd. Uw bijdrage/activiteit kan extra in de schijnwerpers worden gezet via de social-mediakanalen van UtrechtAltijd.nl. De webredactie van UtrechtAltijd.nl van Landschap Erfgoed Utrecht is bereikbaar via info@utrechtaltijd.nl of via telefoonnummer 030 - 220 55 34.
Artikel 1.7 Subsidiabele kosten
Bij de beoordeling of kosten subsidiabel zijn wordt de Beleidsregel subsidiabele kosten projectsubsidies gehanteerd.
Artikel 2.2 Subsidieontvangers [Regionale museale samenwerking beeldende kunst]
Onder artikel 2.2 komen Streek- en Kasteelmusea niet in aanmerking voor subsidie. Zij kunnen een aanvraag indienen onder artikel 5 (of eventueel artikel 4). Wel kunnen deze musea optreden als samenwerkingspartner binnen een project waarvoor subsidie onder artikel 2.2 wordt verstrekt.
Artikel 2.4 Bij de aanvraag te overleggen gegevens [Regionale museale samenwerking beeldende kunst]
De provincie Utrecht hecht grote waarde aan de drie gedragscodes Diversiteit en Inclusie’, ‘Governance Code Cultuur’ en de ‘Fair Practice Code’. We zien graag dat organisaties die een subsidie aanvragen onder artikel 2.1 zo veel mogelijk rekening houden met deze codes. Wij zijn benieuwd hoe uw organisatie hiermee aan de slag is. Daarom vragen wij u ons hierin inzicht te geven bij uw aanvraag. Dit heeft geen invloed op de besluitvorming omtrent uw subsidieaanvraag.
Artikel 3.1 Subsidiabele activiteiten en criteria [Versterken kwaliteit van de leefomgeving door middel van erfgoed]
De Geografisch Informatiesysteem (GIS) bestanden, genoemd in het eerste lid sub a en sub b, worden thematisch opgebouwd conform de systematiek van de CHAT en beschikbaar gesteld voor opname en online toegankelijk maken in de CHAT. Hierover vindt gedurende het project bij voorkeur tenminste drie keer overleg plaats. In ieder geval bij aanvang teneinde de opbouw van de CHAT toe te lichten en voor afronding, om te beoordelen of de GIS-bestanden voldoen aan de opbouw van de CHAT. Bij voorkeur vindt er tussendoor nog een, of indien nodig, meerdere gesprekken plaats ter afstemming en nadere toelichting. Het belang van het thematisch opbouwen van de GIS-bestanden van de waardenkaarten (en in voorkomende gevallen de GIS-bestanden horend bij historisch of ontwerpend onderzoek) conform de systematiek van de CHAT is dat een uniforme opbouw van de individuele producten het mogelijk maakt om deze informatie provinciebreed te bekijken en te vergelijken.
Artikel 4.1 Subsidiabele activiteiten en criteria [Bekend en beleefbaar maken van het Verhaal van Utrecht]
Wij vragen dat het Verhaal van Utrecht op een vernieuwende manier zichtbaar en beleefbaar wordt gemaakt voor publiek.
Deze vernieuwende manier gaat in de eerste plaats over de inhoud. Veel van de verhalen over de geschiedenis van onze provincie worden vanuit eenzelfde perspectief verteld. We willen dat hier andere perspectieven aan woren toegevoegd, zodat het Verhaal van Utrecht vanuit verschillende perspectieven wordt verteld. We noemen dit ook wel meerstemmigheid. Iedereen zou gehoord en gezien moeten worden. We zetten ons daarom extra in om samen met erfgoedgemeenschappen nieuwe perspectieven toe te voegen aan het Verhaal van Utrecht, zoals de verhalen over het koloniaal slavernijverleden in de provincie.
Een andere manier van vernieuwing kan naast de inhoud, ook de vorm van de activiteit zijn, waarbij de vorm aansprekend is voor nieuwe doelgroepen, zoals jonge inwoners of inwoners met een cultureel diverse achtergrond.
Artikel 4.5 Weigeringsgronden [Bekend en beleefbaar maken van het Verhaal van Utrecht]
Wij willen voorkomen dat periodiek terugkerende activiteiten, zoals een evenement dat ieder jaar wordt georganiseerd, een te groot beslag leggen op het opengestelde budget, omdat dit ten koste kan gaan van de diversiteit van de ondersteunde projecten. Wanneer tijdens de looptijd van deze regeling als eens een eerdere editie van de periodiek terugkerende activiteit vanuit de regeling subsidie heeft ontvangen, kan subsidie geweigerd worden.
Artikel 5.1 Subsidiabele activiteiten en criteria [Utrechtse Streek- en Kasteelmusea]
De term ‘witte vlekken’ in het eerste lid onder b, i, komt van oude topografische kaarten die toen de wereld nog niet helemaal was ‘ontdekt’ ook witte vlekken vertoonden. Die plekken die wit waren op de kaart, waren in werkelijkheid natuurlijk al begroeid (en vaak ook al bewoond), maar de plek was dan simpelweg nog niet ‘ontdekt’ door de kaartenmakers. Witte vlekkenonderzoek van een collectie is kijken naar welke collectiestukken/verhalen ontbreken om een completer Verhaal van Utrecht te vertellen.
Met toegangspoort (lid 1 onder b, v) wordt bedoeld dat het museum fungeert als startpunt voor de bezoeker; na het museumbezoek kan de bezoeker de rest van de omgeving (streek) ontdekken.
Artikel 5.4 Bij de aanvraag te overleggen gegevens [Utrechtse Streek- en Kasteelmusea]
De provincie Utrecht hecht grote waarde aan de drie gedragscodes Diversiteit en Inclusie’, ‘Governance Code Cultuur’ en de ‘Fair Practice Code’. We zien graag dat organisaties die een subsidie aanvragen onder artikel 5.1 zo veel mogelijk rekening houden met deze codes. Wij zijn benieuwd hoe uw organisatie hiermee aan de slag is. Daarom vragen wij u ons hierin inzicht te geven bij uw aanvraag. Dit heeft geen invloed op de besluitvorming omtrent uw subsidieaanvraag.
Artikel 5.5 Subsidieplafond [Utrechtse Streek- en Kasteelmusea]
Er is enkel budget opgenomen voor 2025. Het huidige streek- en kasteelmuseumbeleid ‘Beter in verbinding’ loopt tot en met 2025. In 2024 is een evaluatie gestart van de uitvoering en impact van het streek- en kasteelmuseumbeleid. In 2025 vindt besluitvorming over een eventueel vervolg plaats.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl