Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732776
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732776/1
DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES MIDDELBURG 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES MIDDELBURG 2025Besluit van de raad van de gemeente Middelburg tot vaststelling van de Verordening op de heffing en de invordering van leges Middelburg 2025
De raad van de gemeente Middelburg
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
besluit:
vast te stellen de
DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES MIDDELBURG 2025
____________________________________________________________________
Artikel 1 Definities
In deze verordening wordt verstaat onder:
a. ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
b. ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
c. ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
d. ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
e. 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
a. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
b. het verlenen van een dienst op aanvraag; of
c. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
b. diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektrische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
c. langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
d. langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
a. van zuiver redactionele aard zijn;
b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
1. paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
2. paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
3. artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
4. artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);
5. artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
één en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
1. De "Verordening leges Middelburg 2024", vastgesteld bij raadsbesluit van 14 december 2023, wordt tezamen met alle wijzigingsverordeningen die hierop van toepassing zijn, ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: de Verordening Leges Middelburg 2025.
Tarieventabel Leges Middelburg 2025
Tarieventabel behorende bij de legesverordening 2025
|
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING |
Tarief 2025 |
Paragraaf 1.1 |
Burgerlijke stand |
|
|
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk |
|
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk door een bezoldigd of onbezoldigd ambtenaar van de burgerlijke stand (obabs), met uitzondering van de tijden waarop kosteloos voltrekkingen kunnen plaatsvinden in het stadhuis van Middelburg en Arnemuiden, of op een aangewezen locatie. |
|
b. |
maandag tot en met vrijdag |
€ 494,45 |
c. |
zaterdag en andere dagen waarop de burgerlijke stand gesloten is en op donderdagavond tussen 18.00 uur en 20.00 uur |
€ 985,85 |
d. |
Indien de voltrekking plaatsvindt in de burgerzaal op maandag tot en met vrijdag, bedragen de leges: |
€ 967,25 |
e. |
Indien de voltrekking plaatsvindt in de burgerzaal op zaterdag, bedragen de leges: |
€ 1.784,50 |
f. |
zaterdag en zondag met een obabs op een aangewezen locatie |
€ 494,45 |
g. |
huwelijken/partnerschap op woensdag en vrijdag om 10.00 uur in het stadskantoor aan de Kanaalweg 3 |
€ 106,55 |
|
Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
|
|
[gereserveerd] |
|
|
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in bijzonder huis |
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie partnerschap of omzetting van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek: |
€ 141,70 |
|
Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis |
|
|
[gereserveerd] |
|
|
Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
|
|
[gereserveerd] |
|
|
Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
|
|
[gereserveerd] |
|
|
Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum |
|
|
[gereserveerd] |
|
|
Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
a. |
een huwelijks-/partnerschapsboekje in een normale uitvoering |
€ 27,00 |
b. |
een huwelijks-/partnerschapsboekje in een luxe uitvoering |
€ 42,40 |
c. |
Het tarief voor het gebruikmaken van een (telefonische) tolk bij de voltrekking van een huwelijk, geregistreerd partnerschap of omzetting bedraagt |
€ 59,45 |
Paragraaf 1.2 |
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
|
Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten |
|
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: een reisdocument van het Koninkrijk der Nederlanden als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Paspoortwet, ten behoeve van een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt het maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit Paspoortengelden afgerond op € 0,05 naar beneden. |
|
b. |
Een reisdocument van het Koninkrijk der Nederlanden als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Paspoortwet, die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt het maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden. |
|
|
Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart |
|
c. |
Een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Paspoortwet ten behoeve van een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt het maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden. |
|
d. |
Een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Paspoortwet ten behoeve van een persoon, die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt het maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden |
|
|
Artikel 1.11 Modaliteiten |
|
|
De tarieven genoemd onder 1.9 en 1.10 worden bij spoedlevering vermeerderd met het tarief zoals is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden. |
|
Paragraaf 1.3 |
Rijbewijzen |
|
|
Artikel 1.12 Rijbewijzen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het geldende maximale tarief zoals genoemd in artikel 104b van het Reglement rijbewijzen, verhoogd met het tarief zoals dit laatstelijk is vastgesteld in bijlage VI van de Regeling Tarieven Dienst Wegverkeer voor een rijbewijs bij de RDW, afgerond op € 0,05 naar beneden |
|
|
Artikel 1.13 Modaliteiten |
|
1. |
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met het geldende tarief zoals dit laatstelijk is vastgesteld in bijlage VI van de Regeling Tarieven Dienst Wegverkeer voor een spoedaanvraag rijbewijs. |
|
2. |
Indien bij een aanvraag als bedoeld in artikel 1.13 lid 1 een eerder aan de aanvrager afgegeven rijbewijs niet kan worden overlegd, wordt de leges verhoogd met: |
€ 19,20 |
3. |
Het bepaalde in artikel 1.13. lid 2 geldt niet indien de aanvrager zijn identiteit kan aantonen met een ander Nederlands reisdocument of wanneer de identiteit van de aanvrager kan worden vastgesteld door het raadplegen van het RAAS van de gemeente Middelburg. |
|
4. |
Voor een gezondheidsverklaring Centraal Bureau Rijvaardigheidbewijzen (CBR) ten behoeve van een aanvraag tot een rijbewijs geldt het tarief zoals dat door het CBR wordt gebruikt |
|
Paragraaf 1.4 |
Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens |
|
|
Artikel 1.14 Definities |
|
1. |
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
2. |
Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|
|
Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verstrekken van een afschrift uit de basisregistratie personen |
€ 10,85 |
b. |
tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap |
€ 10,85 |
c. |
op persoonlijke aanvraag of op schriftelijk verzoek van abonnementhouders (inlichting basisregistratie personen voor depothouders) |
€ 10,85 |
d. |
op schriftelijk verzoek van niet-abonnementhouders (inlichting basisregistratie personen) |
€ 15,40 |
e. |
tot het verstrekken van een exemplaar van een persoonslijst |
€ 19,95 |
f. |
tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L200) |
€ 15,70 |
|
Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens |
|
|
[gereserveerd] |
|
|
Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking |
|
|
In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
€ 7,50 |
|
Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen of een andere administratie, voorafgaand aan de basisregistratie personen bedraagt, voor ieder daaraan te besteden kwartier |
€ 13,65 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 1.5 |
Bestuursstukken |
|
|
Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken |
|
|
[gereserveerd] |
|
|
Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken |
|
|
[gereserveerd] |
|
Paragraaf 1.6 |
Vastgoedinformatie |
|
|
Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b |
|
a. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde of per digitale scan |
€ 0,30 |
b. |
in formaat A3, per bladzijde of per digitale scan |
€ 0,50 |
c. |
in formaat A2 of groter, per bladzijde of per digitale scan |
€ 0,50 |
d. |
in digitale vorm |
€ 0,50 |
e. |
tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per dm2 lichtdruk of per digitale scan |
€ 3,40 |
|
Artikel 1.22 Informatie uit registers |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift, een digitale scan of een uittreksel uit: |
|
a. |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of per object |
€ 0,30 |
b. |
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet |
€ 0,30 |
c. |
de inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente gezonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet |
€ 0,30 |
d. |
het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed |
€ 0,30 |
|
Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën of digitale scannen van: |
|
a. |
het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres |
€ 0,30 |
b. |
het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie |
€ 0,30 |
c. |
het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat |
€ 0,30 |
Paragraaf 1.7 |
Overige publiekszaken |
|
|
Artikel 1.24 Gemeentegarantie |
|
a. |
tot het verkrijgen van een gemeentegarantie |
€ 667,25 |
b. |
tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening |
€ 170,65 |
|
Artikel 1.25 Overige publiekszaken |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag conform de tariefstelling zoals opgenomen in de vigerende Regeling vergoeding verklaring omtrent gedrag en gedragsverklaring aanbesteden |
|
b. |
tot het legaliseren van een handtekening: |
€ 10,85 |
c. |
voor een optie voor de Nederlandse nationaliteit of een aanvraag tot naturalisatie, conform de tariefstelling zoals deze zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002, dan wel recentelijk is gewijzigd |
|
Paragraaf 1.8 |
Gemeentearchief |
|
|
Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier |
€ 13,65 |
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken |
|
|
Artikel 1.27 afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
|
|
[gereserveerd] |
|
|
Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
a. |
een afschrift, fotokopie of digitale scan van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina |
€ 0,30 |
b. |
een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk |
€ 10,85 |
Paragraaf 1.9 |
Bijzondere wetten |
|
|
Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014 |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1. |
een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014: |
|
2. |
indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 |
|
|
Artikel 1.30 Leegstandwet |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ 66,80 |
b. |
tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet |
€ 33,35 |
2. |
Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.] |
|
|
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat |
€ 56,50 |
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten |
€ 56,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 34,00 |
c. |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd |
€ 226,50 |
d. |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 226,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 136,00 |
2. |
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden. |
|
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning): |
€ 30,80 |
|
Artikel 1.32 Telecommunicatiewet |
|
|
[gereserveerd] |
|
|
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 41,45 |
b. |
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ 56,15 |
c. |
tot het aanleggen en/of verkrijgen en beschikbaar stellen van een parkeerplaats voor een gehandicapte |
€ 272,20 |
d. |
Het tarief bedraagt voor de uitvoering van een geneeskundig onderzoek als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart, het geen gevolg geven aan een gemaakte afspraak voor een dergelijk onderzoek, en de afgifte van een verklaring ingevolge artikel 2, tweede lid van de Regeling gehandicaptenkaart dat een onderzoek als bedoeld in het eerste lid van dat artikel achterwege kan blijven: per onderzoek, per niet gevolgde afspraak en per verklaring met dien verstande dat geen hoger bedrag in rekening wordt gebracht dan de onderzoekende instelling bij de gemeente in rekening brengt |
€ 204,20 |
Paragraaf 1.10 |
Diversen |
|
|
Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
a. |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 3,30 |
b. |
tot het verstrekken van duplicaten of digitale scans van beschikkingen |
€ 10,00 |
2. |
fotokopieën of digitale scans van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
a. |
in formaat A4-formaat of kleiner of per digitale scan, per bladzijde |
€ 0,30 |
b. |
per pagina op bladzijde van een ander formaat |
€ 0,30 |
|
Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen |
|
a. |
het op verzoek door de gemeente te maken aansluiting aan het gemeenteriool, aansluitingsrechten en leges vergunning ex artikel 2.1 Verordening particuliere rioolaansluitingen inbegrepen, tot afvoer van fecaliën, huisverbruik- of hemelwater |
€ 201,60 |
b. |
het gebruik van een aansluiting op een gemeentelijke electriciteitskast per aansluiting voor de eerste dag: |
€ 18,10 |
voor elke volgende dag |
|
|
c. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding of aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit of vergunning voor het leggen, in stand houden, onderhouden, verleggen of verwijderen van kabels en leidingen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Algemene Verordening Ondergrondse infrastructuren - AVOI |
€ 451,50 |
en per strekkende meter bodemsleuf (voor sleuflengtes langer dan 25.m) een bedrag van |
€ 1,46 |
|
d. |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 21,50 |
e. |
ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van milieu-informatie als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, Wet Milieubeheer per locatie per milieuaspect. |
€ 43,10 |
|
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET |
|
Paragraaf 2.1 |
Algemene bepalingen |
|
|
Artikel 2.1 Definities |
|
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
3. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: |
|
|
- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; |
|
|
- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; |
|
|
- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting. |
|
4. |
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling worden de bouwkosten berekend en vastgesteld aan de hand van de bedragen exclusief BTW van de ‘ROEB-lijst’ (Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht), zoals opgenomen in bijlage A bij deze tarieventabel. Voor zover deze ‘ROEB-lijst’ niet voorziet in een passende hoofcategorie (vetgedrukt in de lijst) wordt onder bouwkosten verstaan hetgeen onder lid 3 is opgenomen. |
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
omgevingsoverleg; |
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
Paragraaf 2.2 |
Voorfase |
|
|
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg |
|
1. |
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
a. |
voor het overleg zijnde de intaketafel excl. bestuurlijke afstemming (wenselijkheid initiatief) |
€ 155,15 |
b. |
voor het overleg zijnde de intaketafel incl. bestuurlijke afstemming (wenselijkheid initiatief) |
€ 517,25 |
c. |
voor elk volgend overleg zijnde de omgevingstafel (haalbaarheid initiatief) |
€ 1.034,50 |
|
per in te schakelen externe adviseur / ketenpartner verhoogd met: |
€ 258,60 |
2. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een omgevingsoverleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het omgevingsoverleg vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten. |
|
Paragraaf 2.3 |
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
|
|
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
indien de bouwkosten minder dan € 50.000 bedragen |
1,00% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 155,15 |
b. |
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.0000 bedragen |
€ 500,00 |
|
vermeerderd met |
0,26% |
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 50.000,- te boven gaat. |
|
c. |
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen |
€ 894,00 |
|
vermeerderd met |
0,84% |
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 200.000,- te boven gaat. |
|
d. |
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen |
€ 3.406,00 |
|
vermeerderd met |
0,41% |
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 500.000,- te boven gaat. |
|
e. |
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen |
€ 5.468,00 |
|
vermeerderd met |
0,68% |
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van €1.000.000,- te boven gaat. |
|
f. |
indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen |
€ 32.468,00 |
|
vermeerderd met |
0,59% |
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 5.000.000,- te boven gaat. |
|
|
met een maximum van: |
€ 155.175,00 |
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
1. |
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit |
|
a. |
indien de bouwkosten minder dan € 5.000 bedragen |
€ 75,00 |
b. |
indien de bouwkosten € 5.000 tot € 50.000 bedragen |
3,00% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 155,15 |
c. |
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.0000 bedragen |
€ 1.500,00 |
|
vermeerderd met |
0,79% |
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 50.000,- te boven gaat. |
|
d. |
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen |
€ 2.681,00 |
|
vermeerderd met |
2,51% |
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 200.000,- te boven gaat. |
|
e. |
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen |
€ 10.218,00 |
|
vermeerderd met |
1,24% |
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 500.000,- te boven gaat. |
|
f. |
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen |
€ 16.405,00 |
|
vermeerderd met |
2,03% |
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van €1.000.000,- te boven gaat. |
|
g. |
indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen |
€ 97.405,00 |
|
vermeerderd met |
1,76% |
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 5.000.000,- te boven gaat. |
|
|
met een maximum van: |
€ 362.075,00 |
2 |
voor een omgevingsplanactiviteit die uitsluitend bestaat uit het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk en waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit: |
€ 155,15 |
3 |
Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het tarief verhoogd met: |
|
a. |
indien de aanvraag is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4: |
|
1. |
voor activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage B: |
€ 387,25 |
2. |
voor overige activiteiten die wel overeenkomen met de gevallen zoals genoemd in bijlage B: |
€ 5.172,50 |
b. |
Indien de aanvraag niet is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4 worden de tarieven genoemd in het voorgaande lid 3 sub a onder 2 vermeerderd met: |
€ 1.034,50 |
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 64,50 |
Paragraaf 2.4 |
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
|
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 10 van de Erfgoedverordening Middelburg in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
|
|
1˚ voor het slopen, verstoren, verplaatsen, herstellen of gebruiken of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 32,15 |
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Middelburg is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: |
|
a. |
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en |
|
b. |
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven. |
|
|
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit (zie artikel 2.8) |
|
|
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de Erfgoedverordening Middelburg in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
€ 32,15 |
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 32,15 |
Paragraaf 2.5 |
Milieubelastende activiteiten |
|
|
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten per milieubelastende activiteit: |
€ 1.140,35 |
|
Artikel 2.13 Overige milieubelastende activiteiten (afdeling 3.2 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.901,40 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 2.417,80 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.934,25 |
Paragraaf 2.6 |
Lozingsactiviteiten |
|
|
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 413,80 |
|
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 413,80 |
Paragraaf 2.7 |
Aanlegactiviteiten |
|
|
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
|
|
[gereserveerd] |
|
|
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
|
|
[gereserveerd] |
|
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|
|
[gereserveerd] |
|
|
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 175,00 |
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 175,00 |
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 517,25 |
Paragraaf 2.8 |
Overige activiteiten |
|
|
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie |
|
|
[gereserveerd] |
|
|
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 175,00 |
|
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame: |
€ 97,35 |
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd: |
€ 97,35 |
|
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg] |
|
|
[gereserveerd] |
|
|
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
|
|
[gereserveerd] |
|
|
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 32,15 |
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
1. |
voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 20,60 |
2. |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
€ 20,60 |
|
Artikel 2.34a Omgevingsplanactiviteit: Geluidwaarde |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit betreffende het vaststellen van een hogere geluidwaarde als bedoeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving |
€ 1.290,95 |
Paragraaf 2.9 |
Maatwerkvoorschriften |
|
|
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
|
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: |
|
1. |
het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
2. |
bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
3. |
het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of |
|
4. |
het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
|
per maatwerkvoorschrift: |
€ 413,80 |
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 413,80 |
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
1. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
|
a. |
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 2.417,80 |
b. |
twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.934,25 |
c. |
vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.571,55 |
2. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit |
€ 1.647,15 |
|
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 413,80 |
Paragraaf 2.10 |
Gelijkwaardigheid |
|
|
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
|
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
€ 827,60 |
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: |
€ 827,60 |
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: |
|
1. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.417,80 |
2. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.934,25 |
3. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.571,55 |
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief: |
€ 827,60 |
Paragraaf 2.11 |
Overige tarieven |
|
|
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 827,60 |
|
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ 129,05 |
|
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning voor wat betreft een milieubelastende activiteit |
€ 827,60 |
|
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning |
|
|
[gereserveerd] |
|
|
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens |
|
|
[gereserveerd] |
|
|
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of van het nemen van een ander besluit. |
|
|
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan, tenzij kostenverhaal op andere wijze is overeengekomen: |
€ 7.758,75 |
|
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 33,45 |
Paragraaf 2.12 |
Modaliteiten (vermeerderingen) |
|
|
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
50% |
|
met een minimumbedrag van € 263,75 en een maximumbedrag van € 1.000,00 |
|
|
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 2.417,80 |
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 413,80 |
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 413,80 |
|
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 266,95 |
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 355,55 |
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 413,80 |
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 413,80 |
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 413,80 |
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 4.138,00 |
g. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 413,80 |
|
Artikel 2.50 Advies |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 413,80 |
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie dat betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet of een ander aspect |
|
1. |
indien geen bouwkosten van toepassing zijn of de bouwkosten minder dan € 50.000 bedragen |
€ 103,45 |
2. |
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.0000 bedragen |
€ 258,60 |
3. |
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen |
€ 517,25 |
4. |
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen |
€ 775,85 |
5. |
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen |
€ 1.034,50 |
6. |
indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen |
€ 1.551,75 |
c. |
voor het uitgebrachte advies van de Agrarische Adviescommissie Zeeland met inbegrip van de beoordeling (exclusief BTW) |
€ 940,00 |
d. |
voor een bedrijfsbezoek van de Adviescommissie Zeeland |
€ 95,00 |
e. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met d: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
Artikel 2.51 Instemming |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.13 |
Vermindering |
|
|
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
100% |
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges. |
|
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
|
|
a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; |
|
|
b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en |
|
|
c. binnen 9 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
|
|
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag |
|
|
[gereserveerd] |
|
Paragraaf 2.14 |
Teruggaaf |
|
|
Artikel 2.54 Aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist is een vast tarief verschuldigd van: |
€ 150,00 |
|
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
85%. |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
85% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
85% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen twee jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
Een bedrag minder dan € 25,00 wordt niet teruggegeven. |
|
Paragraaf 3.1 |
Horeca |
|
|
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2 |
|
Paragraaf 3.1 |
Horeca |
|
|
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
a. |
Een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning op grond van artikel 2.17, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening Middelburg |
€ 97,30 |
|
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
a. |
tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet |
€ 194,55 |
b. |
Het tarief voor een ontheffing van het sluitingsuur van op grond van een art. 2.22, derde lid van de Algemene plaatselijke verordening Middelburg voor een inrichting waarvoor een vergunning ingevolge de Alcoholwet is verleend, bedraagt |
€ 69,20 |
c. |
Het tarief voor een ontheffing van de voorschriften of beperkingen als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet bedraagt |
€ 69,20 |
d. |
Het tarief voor het toevoegen/wijzigen van leidinggevenden op een drank- en Horecavergunning en/of een verlof alcoholvrij: |
€ 49,95 |
e. |
Het tarief voor een ontheffing voor het verstrekken van zwak-alcoholische drank als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Alcoholwet bedraagt |
€ 69,20 |
|
Het tarief voor een ontheffing van het sluitingsuur (zgn. nachtvergunning) op grond van artikel 2.22, lid 3 onder b en c van de Algemene plaatselijke verordening Middelburg voor een inrichting waarvoor een vergunning ingevolge de Alcoholwet is verleend, bedraagt |
€ 168,00 |
Paragraaf 3.2 |
Seksbedrijven |
|
|
Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening Middelburg: |
|
b. |
voor een seksinrichting |
€ 1.258,95 |
c. |
voor een escortbedrijf |
€ 898,95 |
|
Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf |
|
|
wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening Middelburg: |
|
a. |
voor een seksinrichting |
€ 628,95 |
b. |
voor een escortbedrijf |
€ 448,95 |
Paragraaf 3.3 |
Winkeltijdenwet |
|
|
Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet |
€ 20,65 |
b. |
tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel a bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander |
€ 20,65 |
c. |
tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel a bedoelde ontheffing |
€ 20,65 |
Paragraaf 3.4 |
Organiseren evenement of markt |
|
|
Artikel 3.6 Organiseren evenement |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het maken van muziek en of het geven van zang op de openbare weg: |
|
a. |
voor een dag of keer |
€ 20,65 |
b. |
voor een maand |
€ 42,40 |
c. |
voor een jaar |
€ 127,20 |
|
Artikel 3.7 Organiseren markt |
|
|
[gereserveerd] |
|
Paragraaf 3.5 |
Standplaatsen |
|
|
Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt |
|
|
[gereserveerd] |
|
|
Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt |
|
|
[gereserveerd] |
|
|
Artikel 3.10 Losse standplaatsen |
|
|
[gereserveerd] |
|
Paragraaf 3.6 |
Huisvestingswet 2014 |
|
|
Artikel 3.11 Vergunning [of ontheffing] onttrekken woonruimte |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
Tot het verkrijgen van een vergunning tot gehele of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte, anders dan ten behoeve van de woning of het gebruik als kantoor of praktijkruimte door de eigenaar, aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef onder a, van de huisvestingswet 2014 |
€ 542,05 |
|
Artikel 3.12 Vergunning [ of ontheffing] samenvoegen woonruimte |
|
b. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om woonruimte met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder b, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014: |
€ 1.084,15 |
|
Artikel 3.13 Vergunning [ of ontheffing] omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte |
|
c. |
Tot het verkrijgen van een vergunning voor het verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten als bedoeld in artikel 21, aanhef onder d, van de Huisvestingswet 2014 |
€ 1.084,15 |
|
Artikel 3.14 Vergunning [ of ontheffing] verbouwen woonruimte tot meer woonruimten |
|
d. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder d, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014: |
€ 1.084,15 |
|
Artikel 3.15 Splitsingsvergunning [of -ontheffing] |
|
e. |
tot het verlenen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014 |
€ 1.084,15 |
|
Artikel 3.16 Vergunning of ontheffing toeristische verhuur |
|
f. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing van het verbod om woonruimte voor toeristische verhuur in gebruik te geven als bedoeld in artikel 23c, eerste, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014: |
€ 66,80 |
|
Artikel 3.17 Verhuurvergunning opkoopbescherming (gereserveerd) |
|
|
[gereserveerd] |
|
|
Artikel 3.18 Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte (gereserveerd) |
|
|
[gereserveerd] |
|
Paragraaf 3.7 |
In dit hoofdstuk niet benoemd besluit |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking |
€ 33,40 |
Paragraaf 3.8 |
Diverse |
|
a. |
Het tarief bedraagt voor het toevoegen of wijzigen van een terras of lokaliteit of het wijzigen van de oppervlakte in een onder 3.1.1.1 of 3.1.1.2 bedoelde vergunning voor een inrichting: |
€ 49,95 |
b. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen |
|
|
van een terrasvergunning als bedoeld in artikel 2.17 lid 4, van de Algemene Plaatselijke Verordening Middelburg bedraagt: |
€ 63,60 |
c. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een reclamevergunning als bedoeld in artikel 4.12 van de Algemene plaatselijke verordening Middelburg bedraagt: |
€ 97,30 |
d. |
het tarief bedraagt voor een ontheffing op grond van artikel 5.22, derde lid van de Algemene plaatselijke verordening Middelburg (kampeerverbod) als bedoeld in artikel 5.22 eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening Middelburg, per ontheffing: |
€ 60,30 |
e. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een ontheffing door de Veiligheidsregio Zeeland: |
|
f. |
per afleveradres voor het vervoer van gevaarlijke stoffen |
€ 100,10 |
g. |
voor het vervoer van gevaarlijke stoffen bij meerdere locaties |
€ 300,70 |
De griffier gemeente Middelburg,
Alex Rijpert
Bijlage A ROEB lijst
Overzicht bouwkosten ten behoeve van berekeningen voor de bouwleges-toets
Vastgesteld in ROEB-overleg 3 september 2024
2025 |
2025 |
|||
De vermelde prijzen gelden per eenheid zoals vermeld |
excl. BTW |
incl. 21% BTW |
eenheid |
|
(euro) |
(euro) |
(bruto) |
||
1. |
WONINGEN |
|||
1.1 Rijtjeswoningen |
281,00 |
340,01 |
per m3 |
|
1.2 Halfvrijstaande woningen |
340,00 |
411,40 |
per m3 |
|
1.3 Vrijstaande woningen / appartementen |
379,00 |
458,59 |
per m3 |
|
1.4 Bungalows |
405,00 |
490,05 |
per m3 |
|
1.5 Woonwagens (nieuw en verplaatst) |
255,00 |
308,55 |
per m3 |
|
1.6 (Tijdelijke) woonunit |
255,00 |
308,55 |
per m3 |
|
1.7 Recreatiewoning |
255,00 |
308,55 |
per m3 |
|
2. |
WONINGUITBREIDINGEN EN VERBOUWINGEN |
|||
2.1 Uitbreiding woonruimte / dakopbouw |
386,00 |
467,06 |
per m3 |
|
2.2 Uitbreiding bergruimte / garage |
170,00 |
205,70 |
per m3 |
|
2.3 Kelder |
353,00 |
427,13 |
per m3 |
|
2.4 Serre |
764,00 |
924,44 |
per m2 |
|
2.5 Verandering woonruimte (inpandig) |
177,00 |
214,17 |
per m3 |
|
2.6 Dakkapel |
1.463,00 |
1.770,23 |
per ml |
|
2.7 Gevelwijziging |
791,00 |
957,11 |
per m2 |
|
2.8 Nieuw dak |
157,00 |
189,97 |
per m2 |
|
3. |
BIJGEBOUWEN |
|||
3.1 Berging/garage met plat dak |
177,00 |
214,17 |
per m3 |
|
3.2 Berging/garage met kapconstructie |
164,00 |
198,44 |
per m3 |
|
3.3 Carport / Overkapping |
209,00 |
252,89 |
per m2 |
|
3.4 Tuinhuisje (prefab) |
196,00 |
237,16 |
per m2 |
|
3.5 Zwembad |
262,00 |
317,02 |
per m3 |
|
4. |
TUIN en STRAATMEUBILAIR |
|||
4.1 Houten schutting/pergola |
92,00 |
111,32 |
per ml |
|
4.2 Gemetselde tuinmuur |
164,00 |
198,44 |
per ml |
|
4.3 Schotelantenne |
1.319,00 |
1.595,99 |
per st. |
|
4.4 Hout + metselwerk tuinmuur |
125,00 |
151,25 |
per ml |
|
4.5 Gaashekwerk |
66,00 |
79,86 |
per ml |
|
5. |
BEDRIJFSHALLEN - Gemetselde wandconstructie: geldt voor gehele pand (geen opsplitsing) |
|||
5.1 Bedrijfshal hoogte tot en met 3m |
131,00 |
158,51 |
per m3 |
|
5.2 Bedrijfshal hoogte tussen 3 en 6 m |
79,00 |
95,59 |
per m3 |
|
5.3 Tussenvloer in de hal extra |
177,00 |
214,17 |
per m2 |
|
5.4 Bedrijfskantoor in de hal - Systeembouw: geldt voor gehele pand (geen opsplitsing) |
268,00 |
324,28 |
per m3 |
|
5.5 Hal hoogte tot en met 6m |
79,00 |
95,59 |
per m3 |
|
5.6 Hal hoogte tussen 6 tot en met 9 m |
66,00 |
79,86 |
per m3 |
|
5.7 Hal hoger dan 9 m, opp. Kleiner dan 5.000 m2 |
59,00 |
71,39 |
per m3 |
|
5.8 Hal hoger dan 9 m, opp. Tussen 5.000 en 10.000 m2 |
59,00 |
71,39 |
per m3 |
|
5.9 Hal hoger dan 9 m, opp. Tussen 10.000 en 20.000 m2 |
53,00 |
64,13 |
per m3 |
|
5.10 Hal hoger dan 9 m, opp. Groter dan 20.000 m2 |
53,00 |
64,13 |
per m3 |
|
5.11 Tussenvloer in de hal extra |
112,00 |
135,52 |
per m2 |
|
5.12 Kantoorvloer in de hal extra |
170,00 |
205,70 |
per m2 |
|
5.13 Open loods |
170,00 |
205,70 |
per m2 |
|
5.14 Semi-permanente unit |
268,00 |
324,28 |
per m3 |
|
5.15 Romneyloods |
37,00 |
44,77 |
per m3 |
Overzicht bouwkosten ten behoeve van berekeningen voor de bouwleges-toets
Vastgesteld in ROEB-overleg 3 september 2024
2025 |
2025 |
|||
De vermelde prijzen gelden per eenheid zoals vermeld |
excl. BTW |
incl. 21% BTW |
eenheid |
|
(euro) |
(euro) |
(bruto) |
||
6. |
OVERIGE GEBOUWEN |
|||
6.1 Kantoor |
379,00 |
458,59 |
per m3 |
|
6.2 Showroom |
223,00 |
269,83 |
per m3 |
|
6.3 Winkel |
379,00 |
458,59 |
per m3 |
|
6.4 Bouwmarkt |
170,00 |
205,70 |
per m3 |
|
6.5 Horeca |
347,00 |
419,87 |
per m3 |
|
6.6 Sporthal |
340,00 |
411,40 |
per m3 |
|
6.7 Kleedgebouwen |
314,00 |
379,94 |
per m3 |
|
6.8 Scholen / kinderdagverblijven |
301,00 |
364,21 |
per m3 |
|
6.9 Noodscholen |
249,00 |
301,29 |
per m3 |
|
6.10 Zorgfunctie (kleinschalig) |
451,00 |
545,71 |
per m3 |
|
6.11 Interne wijzigingen overige gebouwen |
131,00 |
158,51 |
per m3 |
|
6.12 Gevelwijzigingen overige gebouwen |
797,00 |
964,37 |
per m2 |
|
7. |
TUINBOUWKAS |
|||
7.1 Verwarmde kas |
59,00 |
71,39 |
per m2 |
|
7.2 Onverwarmde kas |
40,00 |
48,40 |
per m2 |
|
8. |
VARKENSSTAL |
|||
8.1 Stal fokzeugen en biggen (traditioneel metselwerk) |
523,00 |
632,83 |
per m2 |
|
8.2 Stal voor vleesvarkens ( traditioneel metselwerk) |
484,00 |
585,64 |
per m2 |
|
8.3 Stal voor fokzeugen (groepshuisvesting op stro) * Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een |
340,00 |
411,40 |
per m2 |
|
tariefreductie van |
60,00 |
72,60 |
per m2 |
|
9. |
KOEIENSTAL |
|||
9.1 Stal voor vleeskalveren (traditioneel metselwerk) |
471,00 |
569,91 |
per m2 |
|
9.2 Grupstal (traditioneel metselwerk) |
379,00 |
458,59 |
per m2 |
|
9.3 Ligboxenstal (traditioneel metselwerk) * Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een |
405,00 |
490,05 |
per m2 |
|
tariefreductie van |
60,00 |
72,60 |
per m2 |
|
9.4 Gedeelte voor rnelkinrichting, installatie en tank |
804,00 |
972,84 |
per m2 |
|
10. |
KIPPENSTAL |
|||
10.1 Vleeskuikens (traditioneel metselwerk) |
392,00 |
474,32 |
per m2 |
|
10.2 Legkippen (traditioneel metselwerk) * Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een |
418,00 |
505,78 |
per m2 |
|
tariefreductie van |
60,00 |
72,60 |
per m2 |
|
10.3 Extra kosten legbatterijen/mestverwijdering |
125,00 |
151,25 |
per m2 |
|
11. |
PAARDENSTAL |
|||
11.1 Paardenstal (traditioneel metselwerk) |
791,00 |
957,11 |
per m2 |
|
11.2 Manege (rijhal) (traditioneel metselwerk) * Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een |
386,00 |
467,06 |
per m2 |
|
tariefreductie van |
60,00 |
72,60 |
per m2 |
Overzicht bouwkosten ten behoeve van berekeningen voor de bouwleges-toets
Vastgesteld in ROEB-overleg 3 september 2024
2025 |
2025 |
|||
De vermelde prijzen gelden per eenheid zoals vermeld |
excl. BTW |
incl. 21% BTW |
eenheid |
|
(euro) |
(euro) |
(bruto) |
||
12. |
OVERIGE ARGRARISCHE BEDRIJFSGEBOUWEN |
|||
12.1 Opslagloods agrarische (spouwmuur traditioneel) |
281,00 |
340,01 |
per m2 |
|
12.2 Opslagloods (houten gevels) |
151,00 |
182,71 |
per m2 |
|
12.3 Opslagloods (beton gevels) |
151,00 |
182,71 |
per m2 |
|
12.4 Prefab werktuigen/opslagloods (stalen gevels) |
125,00 |
151,25 |
per m2 |
|
12.5 Prefab veldschuur open (stalen gevels) |
72,00 |
87,12 |
per m2 |
|
12.6 Aardappelloods (incl. kelderventilatie + inrichting) |
431,00 |
521,51 |
per m2 |
|
12.7 Champignonkwekerij (incl. basisinrichting) |
778,00 |
941,38 |
per m2 |
|
12.8 Nertsen |
190,00 |
229,90 |
per m1 |
|
13. |
MEST SILO / KELDER |
|||
13.1 Bovengronds van staal en/of hout systeembouw |
51,00 |
61,71 |
per m3 |
|
13.2 Mest kelder (losse kelder) |
177,00 |
214,17 |
per m2 |
|
13.3 Sleufsilo |
320,00 |
387,20 |
per m1 |
|
14. |
(PARKEER)KELDER |
|||
14.1 Gedeeltelijk boven- of ondergronds |
229,00 |
277,09 |
per m3 |
|
14.2 Geheel ondergronds |
307,00 |
371,47 |
per m3 |
|
14.3 Geheel bovengronds |
144,00 |
174,24 |
per m3 |
|
14.4 (Parkeer)kelder onder gebouw |
151,00 |
182,71 |
per m3 |
BIJLAGE B Lijst met gevallen waarvoor advies van de gemeenteraad nodig is voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit en waarbij verplichte participatie geldt.
Wanneer het college van burgemeester en wethouders voornemens is een positief besluit ( artikel 16.15 OW) te nemen over een aanvraag omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, is een advies met instemming vereist in de volgende gevallen:
Mogelijkecategorieënvangevallent.b.v.adviesrecht |
Advies gemeenteraad |
Participatie |
Matevanimpact |
1.Eenantenne-installatiehogerdan40m |
X |
X |
1 |
2.Hetrealiserenvanwindmolenparkenenweidenmetzonnepanelen; |
X |
X |
1 |
3.Hetuitbreidenofoprichtenvanbebouwinginennabij natuurgebieden |
X |
X |
1 |
4.Hetontwikkelenvaneenbedrijventerrein |
X |
X |
1 |
Woningbouw Het oprichten van nieuwe bebouwing binnen de bebouwde kom ( = gebied zoals aangewezen in het omgevingsplan) ten behoeve van een woonfunctie en daarmee samenhangendebebouwingindiendeomvangvandenieuwebebouwinggroteris dan 20 zelfstandige woningen; Het oprichten van nieuwe bebouwing buiten de bebouwde kom ( = gebied zoals aangewezen in het omgevingsplan) ten behoeve van een woonfunctie en daarmee samenhangendebebouwingindiendeomvangvandenieuwebebouwinggroteris dan 5 zelfstandige woningen; |
X X |
X X |
1 1 |
6.Het transformerenvanniet-woonpandennaar kamers/ wooneenhedenvanaf 15kamers tenbehoevevandoelgroependienietvallenonderdebegripsomschrijvinghuishouden |
X |
X |
2 |
7.Het uitbreiden met maximaal [20 %] van de oppervlakte van sportvelden, recreatieterreinen en begraafplaatsen en de daarop aanwezige bebouwing mits de omvangvandebebouwingnadeuitbreidinginovereenstemmingismetdeaardende capaciteit van de terreinen; |
X |
X |
2 |
8.Indiendeactiviteitnietpastbinnendedoelenvanhet omgevingsplan; |
X |
X |
3 |
9.Hetgebruikenvaneenrecreatiewoningvoorpermanentebewoning; |
3 |
1 = hoge mate van impact => intensieve participatie ( veel invloed vanuit samenleving op planactiviteit) altijd advies uitbrengen door raad; 2= redelijke mate van impact => participatie ( invloed vanuit samenleving op planactiviteit); college informeert periodiek de raad via memo;
3= beperkte mate van impact => geen participatie: weinig of geen invloed vanuit de samenleving op de planactiviteit; college handelt alle aanvragen af,
binnen de door de raad gestelde kaders zoals de omgevingsvisie en het omgevingsplan.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Middelburg d.d. 19 december 2024.
de griffier, de voorzitter,
Alex Rijpert,Yvonne van Mastrigt
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl