Nadere uitwerking Basis- en Preventiesubsidies gemeente Nieuwkoop 2025

Artikel 3: Vorming van reserves en voorzieningen

• 1. Voor het vormen van een aan subsidie gerelateerde algemene reserve dient de subsidieontvan-ger schriftelijk vooraf toestemming te vragen aan het college.

• 2. Het vormen en voeden van een reserve met gemeentelijke subsidiegelden is uitsluitend toege-staan wanneer er bij de gesubsidieerde instelling sprake is van een positief jaarresultaat.

• 3. Het positief jaarresultaat als bedoeld in het tweede lid van dit artikel mag niet veroorzaakt zijn door het niet of slechts ten dele uitvoeren van activiteiten waarvoor een subsidie is verstrekt;

• 4. Het college kan aanvullende gegevens opvragen die nodig zijn om zich een juist oordeel te vor-men.

Artikel 4: Toegestane algemene reserve

• 1. Een ontvanger van subsidie kan, indien het college dat toestaat, eventuele exploitatieover-schotten in enig jaar toevoegen aan een algemene reserve, waarbij de hoogte van de algemene reserve wordt afgestemd op de omzet en het risico;

• 2. Instellingen is een algemene reserve toegestaan van maximaal €20.000. Dit bedrag is niet van invloed op de beoordeling van de subsidieaanvraag;

• 3. Indien de algemene reserve groter is dan het in artikel 4.2 bepaalde maximumbedrag kan het college het meerdere in mindering brengen op de subsidie voor de huidige of voor de komende periode;

• 4. Voor de toetsing van de algemene reserve is het noodzakelijk dat de instelling in haar jaarstukken verantwoordt welke subsidie- en activiteiteninkomsten gegenereerd worden in de gemeente Nieuwkoop.

Artikel 5: Bestemmingsreserve

• 1. Voor het vormen van een aan subsidie gerelateerde bestemmingsreserve of het aanvullen van een bestemmingsreserve dient de subsidieontvanger schriftelijk vooraf toestemming te vragen aan het college om in aanmerking te komen voor de subsidie;

• 2. In een aanvraag voor een bestemmingsreserve moet worden aangegeven:

  • a.

    het doel;

  • b.

    een onderbouwing van de gewenste maximale omvang;

  • c.

    een bestedingsplan;

  • d.

    de verwachte duur/looptijd.

• 3. De hoogte van een bestemmingsreserve en/of een voorziening staat in een redelijke relatie tot het specifieke doel waarvoor deze zijn ingesteld;

• 4. De subsidieontvanger verantwoordt de onttrekkingen uit de jaarlijkse exploitatie en de toevoe-gingen aan de bestemmingsreserve op de balans, jaarlijks op een overzichtelijke wijze in de jaar-rekening met toelichting.

• 5. Voor andere aanwendingen van gelden uit de bestemmingsreserve dan het doel waarvoor die is ingesteld, is vooraf schriftelijke toestemming vereist van het college.

Artikel 6: Verdeelregels

• 1. Op grond van artikel 2.3 subsidieregeling Sociaal Domein stelt het college per terrein of werkveld een maximum basissubsidiebedrag per organisatie of vereniging vast;

• 2. De basissubsidie wordt verstrekt aan vrijwilligersorganisaties als tegemoetkoming in de kosten die voorvloeien uit de uitvoering van de kernactiviteit(en) ten behoeve van de eigen leden en/of doelgroep op de in artikel 2.1 van de subsidieregeling sociaal domein genoemde terreinen of werkvelden;

• 3. De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van de categorie-indeling van de vereniging of organisatie als bedoeld in artikel 7;

• 4. Voor de basissubsidies geldt een subsidieplafond. Wanneer het subsidieplafond wordt bereikt, wordt het beschikbare subsidiebudget naar rato verdeeld onder de subsidieaanvragers.

• 5. Een vereniging krijgt maar 1 basissubsidie per jaar;

• 6. Burgemeester en wethouders kunnen de genoemde bedragen jaarlijks aanpassen.

Artikel 7: Maximale bijdragen basissubsidie

• 1. Voor de in artikel 2.1 subsidieregeling Sociaal Domein 2024 bedoelde instellingen en verenigin-gen die in aanmerking komen voor een basissubsidie gelden de volgende maximale subsidiebij-dragen per categorie

• Categorie	Basissubsidie
  Jeugd en jongeren
  Scouting	€ 2.500
  Jeugd- en jongerenorganisaties	€ 1.000
  Zorg en ouderen
  Vrijwilligersorganisaties op het gebied van ouderen, zorg en	Tussen € 500 en
  ondersteuning	€ 3.000
  Deskundigheidsbevordering en EHBO	€ 1.000
  Oudheidkunde, Cultuur en recreatie
  Organisaties voor cultureel erfgoed	€ 1.000
  Vrijwilligersorganisaties op het gebied van kunst, cultuur, toerisme, recreatie en natuur	€ 1.000
  Zang-, dans en toneelverenigingen	€ 1.000
  Muziek- en musicalverenigingen	€ 2.500
  Sport en sportstimulering
  Alle verenigingen gericht op binnen, buiten en denksport	€ 1.000

• 2. De berekening van de maximale basissubsidie voor de in artikel 2.1 subsidieregeling Sociaal Do-mein 2024 bedoelde instellingen en verenigingen in de categorie ‘Zorg en ouderen’, die in aan-merking komen voor een basissubsidie, is gebaseerd op aantallen deelnemers:

  • 0 - 49 € 500

  • 50 - 100 € 1.000

  • > 100 € 1.500

• De bijdrage wordt verhoogd met een bedrag waarbij de frequentie van het aanbod bepalend is (uitgezonderd de vakantieperiode):

• Twee keer per maand € 500

• Wekelijks€ 1.000

• Meerdere keren per week € 1.500

Artikel 8: Korten bij termijnoverschrijding in verleningsfase

• 1. Als een aanvrager zijn aanvraag om subsidie niet of niet volledig indient voor de datum van 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het subsidiejaar, zoals bedoeld in de Asv of nadere re-gels, kan het te verlenen subsidiebedrag worden verlaagd met 10%;

• 2. Als een aanvrager een onvolledige aanvraag tijdig indient, wordt deze in de gelegenheid gesteld de aanvraag binnen 14 dagen aan te vullen;

• 3. Indien de aanvraag om subsidie wordt ingediend na 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het subsidiejaar, wordt er, met inachtneming van deze beleidsregel, slechts subsidie verleend in-dien er ruimte binnen het subsidieplafond is.

Artikel 9: korten bij termijnoverschrijding in de verantwoordings- of vaststellingsfase

• 1. Een instelling die een subsidie heeft ontvangen en die de aanvraag tot vaststelling, of verant-woording in het kader van de steekproef niet heeft ingediend binnen de in de Asv of nadere re-gels bedoelde termijnen, of termijnen gesteld in het kader van de steekproef, ontvangt een voornemen tot ambtshalve subsidievaststelling;

• 2. Als een aanvrager een onvolledige aanvraag tijdig indient wordt deze in de gelegenheid gesteld de aanvraag binnen 14 dagen aan te vullen;

• 3. Als een aanvrager de aanvraag, zoals bedoeld in het eerste lid, volledig heeft aangevuld maar niet binnen de hersteltermijn, is artikel 8 lid 1 van overeenkomstige toepassing.