Notitie Subsidieverlening Sociaal Domein Gemeente Nieuwkoop 2025

Geldend van 28-12-2024 t/m heden

Intitulé

Notitie Subsidieverlening Sociaal Domein Gemeente Nieuwkoop 2025

Inleiding en leeswijzer

Met het verstrekken van subsidie 1 heeft een gemeente verschillende doelen; het stimuleren van (maatschappelijke) ontwikkelingen, het ondersteunen van bewoners en het in stand houden van een bepaald voorzieningenniveau.

Ook de gemeente Nieuwkoop kent om die redenen subsidies toe, onder meer aan instellingen die wettelijke, bij de gemeente belegde taken uitvoeren (bijvoorbeeld in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning). Daarnaast wordt aan verenigingen en vrijwilligersorganisaties subsidie verleend voor de uitvoering van hun activiteiten. Voor 2024 gaat het in dit verband om € 248.858 2.

De Algemene Wet Bestuursrecht stelt voorwaarden aan de gemeentelijke subsidieverlening: er mag alleen subsidie gegeven worden wanneer er een ‘regeling’ is vastgesteld of wanneer de te subsidiëren instelling op de gemeentebegroting wordt vermeld3 .

Om subsidieverlening mogelijk te maken heeft de gemeente Nieuwkoop, zoals iedere Nederlandse gemeente, een regeling ‘Algemene Subsidie Verordening (ASV)’ waarin de voorwaarden voor subsidieverlening zijn vastgelegd. Daarin staan de verplichtingen van de gemeente en van de subsidievrager en zijn vormvereisten en termijnen bepaald. Het vaststellen van de regeling Algemene Subsidie Verordening is een bevoegdheid van de gemeenteraad.

Maar de ASV is een procedureel verhaal en zegt niets over de bedoeling van subsidieverlening. De ASV geldt voor alle Nieuwkoopse gemeentelijke subsidies, dus ook voor bijvoorbeeld de subsidieregelingen Duurzaamheid (2021), monumentenzorg (2020) of de subsidieregeling Groene Daken (2023-2024).

Onder verwijzing naar de ASV heeft de gemeente Nieuwkoop vervolgens in aparte subsidieregelingen en beleidsregels per beleidsterrein geregeld welke inhoudelijke doelen worden nagestreefd en welke voorwaarden er gelden voor inwoners, betrokken organisaties, instellingen en verenigingen waarmee die doelen bereikt kunnen worden. In deze regelingen wordt ook meestal ingegaan op de inhoud van de activiteiten en de looptijd, de financiële randvoorwaarden, de verdeling van budgetten en hoe er met reserves bij de organisaties wordt omgegaan. Het vaststellen van deze subsidieregelingen en beleidsregels is een bevoegdheid die door de gemeenteraad is overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders4 .

In deze notitie gaat het om de ondersteuning en subsidiering van instellingen en verenigingen, werkzaam binnen sectoren die te maken hebben met de sociale kant van het gemeentelijk beleid, zoals Zorg, Welzijn, Sport, Cultuur, Onderwijs, Gezondheid, Opvoeding, inburgering en sociale activering kortweg het sociaal domein in de gemeente Nieuwkoop. Veel van deze organisaties maken op dit moment gebruik van budget-, activiteiten- en innovatiesubsidies.

In 2024 worden de bestaande regelingen voor subsidiering binnen het sociaal domein aangepast; daarmee wordt onder meer gevolg gegeven aan de opmerkingen uit het onderzoek van de gemeentelijke rekenkamer uit 2019. Deze richtten zich onder meer op enkele bepalingen uit de Algemene Subsidie Verordening (artikel 13, 14 en 15) waarin de financiële verantwoording van verleende subsidies wordt geregeld. Deze artikelen zijn aangepast in de nieuwe ASV. Daarnaast maakte de rekenkamer, onder verwijzing naar artikel 8.2 van de ASV, een opmerking over het toetsen van de mogelijkheden die een subsidievrager heeft om, uit eigen vermogen, de activiteit te financieren waar subsidie voor wordt aangevraagd. Dit onderwerp komt terug in de beleidsregel ‘nadere uitwerking‘, waar nadere regels voor onder andere het omgaan met reserves worden voorgesteld.

Opmerkingen van de rekenkamer over de organisatie en procesgang van de subsidieverlening vallen buiten het bereik van deze notitie.

Andere aanpassingen in de ASV en subsidieregelingen hebben betrekking op de doelen uit de in februari 2024 vastgestelde Lokale preventieagenda Sociaal Domein.

Het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad hebben verschillende rollen in het proces van subsidieverlening. De gemeenteraad is bevoegd om op de gemeentebegroting geld beschikbaar te stellen voor de verschillende beleidsterreinen en het college kan op basis daarvan subsidieplafonds vaststellen. Het college is, met de Algemene Subsidie Verordening, gedelegeerd om een verdeelsysteem te ontwikkelen door middel van subsidieregelingen. Het is daarmee de rol van het college om aan te geven wat subsidiabel is en hoe het budget verdeeld wordt.

Wat de voorgestelde wijzigingen in het subsidieproces betreft, wordt ingezet op vereenvoudiging. De achterliggende gedachte is dat wanneer verenigingen wordt gevraagd om meer activiteiten, dorpsfeesten en evenementen te organiseren, dit te realiseren moet zijn met eenvoudige aanvraagformulieren voor activiteiten en evenementen5 .

Om te kunnen toetsen of de aanpassingen in de subsidiesystematiek voldoen aan behoeften en wensen van organisaties en verenigingen, is op 21 februari 2024 een discussiebijeenkomst georganiseerd met een tiental verenigingen. De tijdens die bijeenkomst opgedane inzichten zijn in de stukken verwerkt, gedeeld met alle aanvragers van subsidie voor 2024 en in de nu voorliggende notitie opgenomen.

In deze notitie worden eerst de inhoudelijke doelen en achtergronden toegelicht van het gemeentelijke subsidiebeleid (hoofdstuk 1). In de hoofdstukken 2 en 3 komen respectievelijk de voorgestelde nieuwe subsidievormen en de overige voorgestelde aanpassingen aan de orde.

Nieuw in de subsidieverleningsprocedure is het voorstel om een beleidsregel te formuleren waarin wordt aangegeven hoe wordt omgegaan met:

  • -

    Financiële reserves;

  • -

    Termijnoverschrijding, bijvoorbeeld bij in te dienen aanvragen;

  • -

    Subsidiebedragen voor basissubsidies.

1. Wat wil Nieuwkoop bereiken met subsidieverlening binnen het Sociaal Domein.

1.1. Inhoudelijke overwegingen

Het gemeentebestuur streeft naar een inclusieve samenleving waarin er binnen het totale aanbod van verenigingen en maatschappelijke organisaties plaats is voor iedereen. Niet alleen voor de gezonde zelfredzame burgers die overal op afstappen, maar ook voor diegenen die iets meer aanmoediging of ondersteuning nodig hebben om mee te kunnen doen.

De gemeente Nieuwkoop gaat uit van het gedachtegoed van positieve gezondheid in de contacten rond de maatschappelijke bijdrage van inwoners, professionele zorgverleners, verenigingen, stichtingen en organisaties.

Het beleid en de subsidietoekenning is op dit moment gebaseerd op de ASV 2017 en de subsidieregeling Sociaal Domein 2018. In deze stukken is aangegeven dat het beleid van de gemeente Nieuwkoop gericht is op:

  • -

    Het bieden van kansen om gedurende de hele levensloop mee te doen naar eigen vermogen, interesse en talent;

  • -

    Aan iedere inwoner van onze gemeente een passend aanbod bieden van activiteiten die plezier geven, zinvol zijn;

  • -

    De mogelijkheid bieden om vaardigheden te ontwikkelen die leiden tot sociaal contact met dorpsgenoten.

1.2. De preventieagenda als basis

In februari 2023 hebben Zorgverzekeraars, rijksoverheid en gemeenten afspraken gemaakt over beleid en activiteiten, gericht op een gezonde leef- en woonomgeving. Dit akkoord, het Gezond en Aktief leven akkoord (GALA) is de basis voor beleid dat op regionaal en gemeentelijk niveau moet leiden tot een integrale aanpak van preventie, gezondheid en de sociale basis.

In de afgelopen jaren is in Nieuwkoop regelmatig nieuw beleid ontwikkeld op deelgebieden van het Sociaal Domein. Voorbeelden zijn onder andere een sportvisie, gezondheidsbeleid, een eenzaamheidsaanpak en een pakket aan maatregelen om de gevolgen van corona te bestrijden. Ook is er in Nieuwkoop een breed aanbod van vrijwilligers, (in)formele activiteiten en welzijnsvoorzieningen.

Om het beleid op de verschillende terreinen te bundelen is de Lokale Preventieagenda opgesteld. Daarin is het beleid, gericht op een gezonde samenleving en een sterke sociale basis, aangevuld met doelen die betrekking hebben op vroegtijdig ingrijpen en laagdrempelige oplossingen, samengebracht. De preventieagenda dient niet alleen als plan van aanpak voor GALA, maar is de komende jaren een belangrijk referentiepunt voor het verlenen van subsidies aan maatschappelijke instellingen.

In de preventieagenda zijn per beleidsdomein thema’s en doelen geformuleerd. De doelen van de preventieagenda worden de basis voor de subsidieverlening: activiteiten moeten passen in (ten minste één van) deze uitgangspunten om voor subsidie in aanmerking te komen (zie par. 2.2 en bijlage 2).

In de nieuwe subsidieregeling sociaal domein is dit verder uitgewerkt. Daar wordt aangegeven om welk type activiteiten het gaat en aan welke eisen de activiteiten moeten voldoen. Het gaat hier om het ombouwen en deels verschuiven van activiteiten en budgetten. Het gemeentebestuur wil activiteiten gerichter inzetten op de gemeentelijke doelen, maar daarnaast de bestaande verenigings-infrastructuur in stand houden en die activiteiten die aan de bestaande vraag voldoen, blijven ondersteunen.

2. Subsidievormen

Het gemeentebestuur geeft op dit moment subsidie aan drie verschillende typen activiteiten:

  • -

    Activiteitensubsidies, voor eenmalige of meerjarige initiatieven van verenigingen / vrijwilligersorganisaties;

  • -

    Budgetsubsidies voor activiteiten van veelal professionele instellingen die wettelijke taken ten uitvoer brengen;

  • -

    Innovatiesubsidie, gericht op het stimuleren van vernieuwing en vormen van samenwerking tussen instanties binnen de gemeente Nieuwkoop.

In de subsidieregeling Sociaal Domein 2018 wordt beschreven aan welke voorwaarden voldaan moet worden om subsidie te ontvangen.

In de nieuwe subsidieregeling Sociaal Domein 2024 wordt voorgesteld om de bestaande subsidievormen te vervangen door:

  • -

    Een basissubsidie (een ‘fijn dat u er bent’ bijdrage);

  • -

    Een preventiesubsidie (voor nieuwe of extra activiteiten, waar de preventieagenda de basis voor vormt);

  • -

    Budgetsubsidie (inhoudelijk ongewijzigd ten opzichte van de bestaande situatie).

Onderstaand worden de voorstellen nader toegelicht.

2.1. De Basissubsidie

De gemeente Nieuwkoop vindt dat in iedere woonkern van de gemeente een ‘basis sociale infrastructuur’ aanwezig moet zijn. Het gaat hier om het geheel van organisaties, diensten en betrekkingen die het mogelijk maken dat mensen in sociale verbanden kunnen samenleven en meedoen in de samenleving. Organisaties die deel uitmaken van een sociale infrastructuur zijn bijvoorbeeld:

  • -

    Dorpsraad

  • -

    Cultuur en recreatie (muziek-, toneelvereniging)

  • -

    Sport (voetbal of andersoortige bewegingsactiviteiten)

  • -

    EHBO

  • -

    Kindervakantiespelen

  • -

    Ouderen activiteiten (ontmoeting / vrije tijd)

Waar deze voorzieningen aanwezig zijn - en aan nader te stellen voorwaarden voldoen - wil het college de instandhouding mogelijk maken met het toekennen van een jaarlijkse ‘basis-subsidie’; een ‘fijn dat u er bent‘ bijdrage. Het gaat om een tegemoetkoming in de kosten die voortvloeien uit de uitvoering van de kernactiviteit(en) ten behoeve van de eigen leden of doelgroep (dus de inzet voor de inwoners van de gemeente Nieuwkoop).

Met de basissubsidie wordt ook invulling gegeven aan de doelstelling om procedures en processen voor met name vrijwilligersorganisaties zo laagdrempelig en eenvoudig mogelijk te houden.

Verschillen tussen de basissubsidie en de activiteitensubsidie waar verenigingen nu gebruik van maken zijn:

  • -

    de vorm van de aanvragen (zo eenvoudig mogelijk);

  • -

    inhoudelijke voorwaarden voor de te ondersteunen activiteiten (zo min mogelijk overheidsbemoeienis);

  • -

    de hoogte van de toe te kennen bedragen (op basis van criteria die voor alle organisaties met een soortgelijk aanbod gelijk zijn);

  • -

    de verantwoording van de bestedingen (zo licht mogelijk en gebaseerd op vertrouwen).

De basissubsidie is uitsluitend bestemd voor een vrijwilligersorganisatie. Eisen en procedures rond de basissubsidie zijn opgenomen in de voorgestelde ‘subsidieregeling Sociaal Domein in gemeente Nieuwkoop 2025’.

In een beleidsregel ‘Nadere uitwerking Basis- en Preventiesubsidies gemeente Nieuwkoop 2025’ wordt vastgelegd welke bedragen bij de verschillende basissubsidies worden gehanteerd.

2.2. De preventiesubsidie

Een preventiesubsidie is een extra subsidie, in aanvulling op een basissubsidie, waar organisaties voor in aanmerking kunnen komen wanneer die naast hun kernactiviteit(en) extra activiteiten organiseren met maatschappelijke (meer)waarde. Deze activiteiten dienen niet primair gericht te zijn op eigen leden of exclusief op de kernactiviteit.

Bij de nieuwe preventiesubsidie ligt het accent met name op het preventieve en vernieuwende oogmerk van de activiteiten. Verenigingen hebben in de toekomst meer ruimte om hier invulling aan te geven, omdat voor de instandhouding van de reguliere of kernactiviteiten gebruik gemaakt kan worden van de basissubsidie. Bij de beoordeling van preventiesubsidie-aanvragen zal het preventieve aspect een belangrijker rol spelen dan tot nu toe het geval was.

Een preventiesubsidie wordt uitsluitend aan rechtspersonen toegekend en kan als meerjarige subsidie worden verleend.

De preventieagenda geeft 14 doelen waarop activiteiten gericht kunnen zijn. Om in aanmerking te komen voor een activiteiten subsidie moet een subsidieaanvraag gericht zijn op minimaal één van deze doelen:

  • 1.

    Problemen bij jeugdigen worden vroegtijdig herkend en zo eenvoudig mogelijk aangepakt

  • 2.

    Door de inzet van laagdrempelige oplossingen wordt de zelfredzaamheid van onze inwoners vergroot

  • 3.

    Het verkleinen van kansenongelijkheid en het voorkomen van armoede en schuldenproblematiek

  • 4.

    Gespecialiseerde hulp en informele organisaties (verenigingsleven) weten elkaar te vinden en werken samen

  • 5.

    We voorkomen en verminderen waar mogelijk ernstige eenzaamheid onder inwoners

  • 6.

    Iedereen voelt zich thuis in Nieuwkoop en kan zijn wie hij wil ongeacht beperking, afkomst of geaardheid

  • 7.

    Inwoners zijn betrokken, kijken naar elkaar om en kunnen meedoen. Als gemeente ondersteunen we waar nodig

  • 8.

    Er is in Nieuwkoop voldoende cultureel aanbod

  • 9.

    Het stimuleren van een gezonde leefstijl bij kinderen en jongeren en het tegengaan van overgewicht

  • 10.

    Het voorkomen, signaleren en terugdringen van middelengebruik

  • 11.

    Inwoners van Nieuwkoop bewegen regelmatig

  • 12.

    Een schone en gezonde leefomgeving en een aantrekkelijke buitenruimte die uitnodigt tot sporten, ontmoeten en bewegen.

  • 13.

    Het versterken van de mentale weerbaarheid en -gezondheid

  • 14.

    Inwoners worden vitaal ouder en maken actief onderdeel uit van de samenleving

Deze doelen zijn in de nieuwe regeling opgenomen (artikel 3.1 van de nieuwe subsidieregeling), maar veel van de bestaande voorwaarden voor het verkrijgen van een (activiteiten-) subsidie blijven ongewijzigd (artikel 8.2 ASV 2017).

2.3. De relatie tussen de basis- en de preventiesubsidie

In de voorgestelde subsidiesystematiek is er een duidelijk verschil tussen de basis- en de activiteitensubsidie. Voor de basissubsidie is de ‘bestendiging van het bestaande aanbod’ een belangrijk doel, terwijl de preventiesubsidie vooral gericht is op vernieuwing en de implementatie van de preventieagenda.

In voorkomende gevallen geven verenigingen met hun activiteiten al invulling aan de doelen uit de preventieagenda. Een voorbeeld hiervan is de scouting, een organisatie die met de kernactiviteiten ook nu al invulling geeft aan verschillende doelen uit de preventieagenda (bijvoorbeeld iedereen voelt zich thuis en kan meedoen ondanks beperking, afkomst, geaardheid, stimuleren van een gezonde leefstijl of problemen bij jeugdigen worden vroegtijdig herkend en eenvoudig aangepakt).

Het zou onlogisch zijn om de subsidie voor verenigingen te beperken tot een – mogelijk lagere – basissubsidie, wanneer die ook nu al, met de aangeboden activiteiten in aanmerking zouden komen voor een preventiesubsidie.

Voorgesteld wordt om, ter beoordeling aan het college, voor deze verenigingen een uitzondering te maken en waar nodig een hogere basissubsidie toe te kennen dan de, in de beleidsregel ‘nadere uitwerking’ opgenomen maximum bedragen.

2.4. De budgetsubsidie

De gemeente heeft met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), de Jeugdwet en verschillende andere wetten de opdracht om beleid te voeren, gericht op verschillende aspecten van het sociaal domein. De uitvoering van deze taken wordt verzorgd door maatschappelijke organisaties, met behulp van gemeentelijke (budget) subsidies. Het gaat om de wettelijke taken: a. anti-discriminatievoorziening (Wet gemeentelijke anti-discriminatievoorzieningen);

  • b.

    begeleiding statushouders (Wet Inburgering);

  • c.

    cliëntondersteuning (Wet maatschappelijke ondersteuning);

  • d.

    dierenopvang (Wet op de dierenbescherming);

  • e.

    jeugdcriminaliteitspreventie (Wetboek van strafrecht);

  • f.

    jeugd- en jongerenwerk; (Jeugdwet)

  • g.

    lichte ondersteuning (Wet maatschappelijke ondersteuning);

  • h.

    lokale omroep (Mediawet);

  • i.

    mantelzorgondersteuning (Wet maatschappelijke ondersteuning);

  • j.

    (preventieve) jeugdhulp (Wet Publieke Gezondheid en Jeugdwet);

  • k.

    voor- en vroegschoolse educatie (VVE)(Wet OKE en Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen).

  • l.

    bibliotheek (Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen)

Budgetsubsidies worden uitsluitend aan rechtspersonen toegekend en kunnen als meerjarige subsidie worden verleend.

In de nieuwe subsidieopzet blijft de budgetsubsidie ongewijzigd, met uitzondering van de bepaling dat

‘voor de uitvoering van een wettelijke taak een uitvoeringsovereenkomst gesloten wordt’ (artikel 2.3 lid d, subsidieregeling Sociaal Domein 2018).

Deze bepaling wordt geschrapt. In paragraaf 3.3 ‘zekerheid’ worden de overwegingen toegelicht om niet langer uitvoeringsovereenkomsten af te sluiten.

3. Voorgestelde aanpassingen en veranderingen

De hierboven genoemde wijzigingen moeten doorgevoerd worden in de gemeentelijke regelingen en procedures: het gaat om aanpassingen in de ASV, subsidieregeling en de (noodzaak om) beleidsregels op te stellen. In het geval van de ASV gaat het om een besluit van de gemeenteraad, de subsidieregeling en de beleidsregels kunnen door het college van B en W worden vastgesteld.

3.1. Te beëindigen of aan te passen subsidievormen

3.1.1. De Innovatiesubsidie

De innovatiesubsidie, die vanaf 2018 in de subsidieregeling opgenomen was, wordt beëindigd. Doel van een innovatiesubsidie was om projecten te ondersteunen die gericht zijn op vernieuwing of verbetering van het bestaande aanbod: nieuwe vormen van dienstverlening en hulp door samenwerking tussen meerdere organisaties of het opzetten van nieuwe evenementen door samenwerking tussen meerdere organisaties.

De afgelopen jaren is er marginaal beroep gedaan op de innovatiesubsidie. De aan de innovatiesubsidie gestelde voorwaarden, zoals de beperkte vooraf afgebakende looptijd en de (ontbrekende) ondersteuning bij de opzet en realisatie van de activiteiten zullen hierbij een rol gespeeld hebben.

De voorgestelde nieuwe preventiesubsidie heeft veel inhoudelijke overeenkomsten met de innovatiesubsidie. Belangrijke verschillen zijn met name het meer structurele karakter van de subsidie en de gerichte ondersteuning waar verenigingen gebruik van kunnen maken. Met de inzet van het gemeentelijk team ‘de Verbinding’ wordt deze ondersteuning vormgegeven. De medewerkers van het team kennen de lokale verenigingen en activiteiten en zijn een intermediair tussen andere organisaties en professionele partners in de gemeente Nieuwkoop.

Het team verricht zelf taken, maar heeft ook een regie- of een coördinerende rol. De buurtcoaches, de beweegcoach voor ouderen, Sociaal Makelaars, de Sportmakelaar en de cultuurcoach maken deel uit van het team de Verbinding. Tenslotte heeft de Verbinding een taak bij de voortgangsbewaking van de ondersteunende projecten en activiteiten.

Naast de inzet van het team de Verbinding, kan ook het dorpsgericht werken6 met de dorpsraden een rol spelen bij het betrekken van de inwoners bij het opstellen van plannen en subsidieaanvragen. Het feit dat iedere kern/dorp haar eigen identiteit heeft, met een eigen specifieke aanpak met betrekking tot het dorpsgericht werken. Daarmee wordt invulling gegeven aan een andere voorwaarde die bij de innovatiesubsidie gold: de directe betrokkenheid van bewoners. Met overleg en afstemming tussen dorpsraden, verenigingen en betrokken inwoners kan een goede invulling worden geven aan de keuzes die voor de betreffende kern gemaakt moeten worden.

3.1.2. De activiteitensubsidie ‘oude stijl’

De activiteitensubsidie ‘oude stijl’ komt te vervallen. In artikel 3.1 van de huidige subsidieregeling Sociaal Domein 2018 wordt een opsomming gegeven van de activiteiten die in aanmerking komen voor een activiteitensubsidie oude stijl. Die doelen worden vervangen door de doelen uit de preventie-agenda (de 14 doelen uit de preventieagenda staan vermeld in paragraaf 2.2 en in bijlage

2).

3.2. Financieel kader

3.2.1. Subsidieplafond

Artikel 4.1 van de ASV geeft aan dat burgemeester en wethouders subsidieplafonds kunnen vaststellen als bedoeld in artikel 4:25 van de Algemene Wet Bestuursrecht. Een subsidieplafond geeft een afwijzingsgrond voor subsidiering en daarmee kan begrotingsoverschrijding voorkomen worden. Wel moeten burgemeester en wethouders aangeven hoe om te gaan met de situatie waarin het totaalbedrag van de ingediende subsidieaanvragen hoger is dan het beschikbare budget. In de subsidieregeling Sociaal Domein 2018 (artikel 3.3 lid c) wordt aangegeven dat in het geval van overschrijding verdeling zal plaatsvinden op basis van een kwalitatieve toets7 .

Voorgesteld wordt om deze bepaling te wijzigen en - in het geval van overschrijding - het beschikbare budget naar evenredigheid te verdelen over de ingediende aanvragen (wanneer het subsidieplafond met 10% wordt overschreden worden alle aanvragen met 10% gekort om binnen het beschikbare budget te blijven).

3.2.2. Relatie tussen indieningstermijn en het subsidieplafond

Of de aanvraag op tijd of te laat is, kan consequenties hebben voor de subsidieerbaarheid. Wanneer de gemeenteraad een subsidieplafond heeft ingesteld voor het betreffende beleidsterrein, worden eerst de tijdig en volledig ingediende aanvragen behandeld. De eventueel na de deadline ingediende aanvragen komen vervolgens alleen in aanmerking voor subsidiering wanneer het maximum van het subsidieplafond nog niet bereikt is.

3.2.3. Verantwoording subsidies

In de artikelen 13, 14 en 15 van de ASV 2017 is aangegeven hoe de verantwoording van verleende subsidies plaatsvindt. Daarbij wordt een grens gehanteerd van € 5.000. Tot een subsidiebedrag van € 5.000 kunnen subsidies bij de toekenning ook direct vastgesteld worden. Boven de € 5.000 moet de subsidie ontvangende instelling eerst een verzoek tot vaststelling en een verantwoording met een financieel verslag indienen. Bij een subsidievaststelling van meer dan € 100.000 moet hier ook een accountantsverklaring bij geleverd worden.

Met het oog op het verminderen van administratieve lasten en de inflatie van de laatste jaren, wordt voorgesteld de verantwoordingsgrens te verhogen tot € 10.000. Daarbij wordt expliciet vermeld dat het college de bevoegdheid heeft om nadere voorwaarden te verbinden aan de directe subsidievaststelling, zoals het insturen van een inhoudelijk verslag. Wanneer hier sprake van is, staan deze nadere voorwaarden in de subsidiebeschikking.

Als inhoudelijke voorwaarde bij het financieel verslag wordt aangegeven dat dit zodanig ingericht moet zijn, dat per activiteit kan worden beoordeeld hoeveel subsidie is aangewend.

3.2.4. Reserves

Artikel 8 van de ASV 2017 geeft weigeringsgronden voor te verlenen subsidies. Lid 2.c. van dit artikel stelt:

‘als niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze worden gevraagd’.

Dit betekent dus dat subsidie geweigerd kan worden wanneer de instelling ook zonder subsidie over voldoende eigen geld (eigen middelen of middelen van derden) kan beschikken om de kosten van de activiteit te dekken. Voorgesteld wordt om dit artikel te handhaven (in de nieuwe ASV wordt het door hernummering artikel 9.1 e) en daarnaast nadere regels te stellen voor de inzet van eventuele reserves waarover verenigingen beschikken.

De gemeente Nieuwkoop heeft op dit moment geen beleidsregel waarin duidelijk wordt aangegeven onder welke voorwaarden het vormen van reserves (met subsidiegeld) is toegestaan, of boven welk bedrag het aanwenden van reserves voor activiteiten verplicht is.

Voor het jaar 2024 hebben ruim 90 verenigingen een subsidie aangevraagd. Op een enkele aanvraag na, zijn alle subsidiebedragen onder de € 5.000 gebleven. Deze subsidies zijn ook toegekend. Ongeveer tweederde van het aantal subsidie vragende verenigingen heeft de beschikking over een algemene reserve, daarvan hebben ruim 30 verenigingen een algemene reserve van € 10.000 of hoger.

Artikel 12 van de ASV 2017 (artikel 13 van de nieuwe ASV) geeft aan dat burgemeester en wethouders bepalingen over het vormen van reserves kunnen opnemen bij de subsidieverlening of in de subsidieovereenkomst.

Tijdens de eerdergenoemde discussiebijeenkomst op 21 februari jl. brachten verschillende verenigingen naar voren dat een (in omvang beperkt) vermogen voor gesubsidieerde instellingen belangrijk is om slagvaardig en bedrijfsmatig te werken, maar dat dit vermogen, de ‘algemene reserve’ in relatie moet staan tot de bedrijfsvoering. Met verenigingen die over grote reserves beschikken moet in overleg worden bekeken hoe die reserves zijn ontstaan en of een afbouw binnen een redelijke termijn mogelijk is.

In de beleidsregel ‘nadere uitwerking’ is aangegeven hoe met de reserves zal worden omgegaan bij de subsidieverlening. Dit onderdeel van de beleidsregel zal stapsgewijs worden ingevoerd.

3.3. Uitvoeringszekerheid: de overeenkomst

Artikel 3.4 lid c van de subsidieregeling geeft aan:

‘Ten uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening voor een activiteitensubsidie boven de € 5000 wordt een overeenkomst gesloten’.

Een uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 4:36 lid 2 van de Algemene Wet Bestuursrecht, wordt ook wel een afdwingovereenkomst genoemd. De uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten is alleen juridisch afdwingbaar wanneer er een uitvoeringsovereenkomst is gesloten. Die juridische afdwingbaarheid geldt niet wanneer er alleen een subsidieovereenkomst is. In dat geval krijgt de subsidieontvanger alleen een voorlopige aanspraak op financiële middelen. Wanneer een subsidieontvanger de activiteiten niet of niet volledig uitvoert, kan de subsidiegever / de gemeente alleen de subsidie intrekken of lager vaststellen. De prestatie zelf kan niet bij de rechter worden afgedwongen.

Als een gemeente een verplichting heeft om bepaalde taken uit te voeren, bijvoorbeeld op grond van medebewind als gevolg van decentralisatie zoals in de Jeugdwet of de WMO, dan geeft een uitvoeringsovereenkomst, door de juridische afdwingbaarheid, meer zekerheid dat de betreffende activiteiten ook daadwerkelijk verricht worden. Dit kan van toepassing zijn bij budgetsubsidies. Belangrijk nadeel is echter dat met deze afdwingovereenkomst de subsidieovereenkomst het karakter kan krijgen van een ‘overheidsopdracht’, met een mogelijke aanbestedingsplicht.

Om die reden wordt zowel voor budgetsubsidies als voor preventiesubsidies voorgesteld de verplichting om naast een subsidietoekenning ook een overeenkomst te sluiten, te laten vervallen. Het gaat om de artikelen 2.3 lid d en l 3.4 lid c van de subsidieregeling Sociaal Domein 2018.

3.4. Aanvraag en beoordelingsformulier

Een subsidieaanvraag bij de gemeente Nieuwkoop moet schriftelijk ingediend worden (bij voorkeur met een e-formulier). Artikel 5 lid 2, a t/m d, van de ASV geeft aan welke informatie de aanvrager moet overleggen, zoals een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, het doel en de resultaten van die activiteiten, een begroting en een dekkingsplan voor de kosten.

Voorgesteld wordt om in het geval van de basissubsidie deze informatie uitvraag alleen te doen wanneer het om wijzigingen van bestaande – of om nieuwe aanvragen gaat. De bedoeling van de basissubsidie is om een vereniging in staat te stellen de reguliere activiteiten uit te voeren.

Verondersteld wordt dat die activiteiten van jaar op jaar sterke overeenkomst vertonen. Het jaarlijks opnieuw verstrekken van oude informatie heeft weinig meerwaarde en zal in de nieuwe situatie dus achterwege kunnen blijven. Het onder voorwaarden meerjarig toekennen van een basissubsidie is een optie.

Bij de beoordeling van subsidieaanvragen wordt - door de ambtelijke beoordelaar(s) - gebruik gemaakt van een beoordelingsformulier. Ook hier geldt dat jaarlijks oude informatie opnieuw invullen weinig toevoegt. Het beoordelingsformulier blijft wel gehandhaafd als controlemogelijkheid en om objectiviteit bij de toekenning te waarborgen. Het formulier zal dus aan die eisen moeten voldoen.

3.5. Indieningstermijnen

In de ASV 2017 (artikel 6, 13, 14 en 15) en in de subsidieregeling 2018 (artikel 1.7) worden tijdstippen genoemd waarop subsidieaanvragen en verantwoordingen moeten worden ingediend. Om consequenties te kunnen verbinden aan het niet – of niet binnen de termijnen indienen van stukken, wordt voorgesteld hiervoor regels op te stellen en die op te nemen in de beleidsregel ‘nadere uitwerking’.

Ondertekening


Noot
1

Algemene Wet Bestuursrecht, artikel 4:21 lid 1 geeft een definitie van subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.

Noot
2

Het subsidieplafond 2024 voor structurele activiteiten is vastgesteld op € 218.959,- en voor incidentele activiteiten op € 29.899,-.

Noot
3

Algemene Wet Bestuursrecht, artikel 4:23 lid 1: Een bestuursorgaan verstrekt slechts subsidie op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt, of artikel 4:23, lid 3c indien de begroting de subsidie-ontvanger en het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, vermeldt.

Noot
4

Gemeentewet, artikel 156, lid 1: de raad kan aan het college en aan een door hem ingestelde bestuurscommissie bevoegdheden overdragen, tenzij de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet.

Noot
5

Nieuwkoop heeft zich geconformeerd aan het regionale evenementenkader. Ook in dit kader wordt gebruik gemaakt van aanvraagformulieren die mogelijk vereenvoudigd kunnen worden.

Noot
6

Met een de brief van 17 januari 2024 informeerde het college de raad over de voortgang van het dorpsgericht werken. Met ingang van 2024 is de jaarlijkse bijdrage voor Dorpsraden verhoogd tot € 1.000. Op deze bijdrage zal de ASV van toepassing zijn.

Noot
7

Vooral wanneer de kwaliteit van een aanvraag van invloed is op het bereiken van de doelen die met de subsidiering worden beoogd, is het gebruik van kwalitatieve criteria zinvol.