Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732751
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732751/1
Beleidsregel vaste en tijdelijke standplaatsengemeente Overbetuwe 2024
Geldend van 28-12-2024 t/m heden
Intitulé
Beleidsregel vaste en tijdelijke standplaatsengemeente Overbetuwe 2024Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe;
gelezen het advies van 29 oktober 2024;
gelet op artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;
gelet op artikelen 2.6, 2.7, 2.8, 2.9 en 2.10 van de Verordening fysieke leefomgeving gemeente Overbetuwe 2024;
Overwegende dat,
- -
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in haar jurisprudentie heeft benadrukt dat vaste standplaatsvergunningen tot de schaarse vergunningen worden gerekend;
- -
op grond van de Dienstenrichtlijn mogen vaste standplaatsvergunningen niet meer voor onbepaalde tijd verleend worden;
b e s l u i t e n:
vast te stellen de
Beleidsregel vaste en tijdelijke standplaatsengemeente Overbetuwe 2024
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze beleidsregel verstaat onder:
- 1.
aanvraag: een aanvraag om vergunning om een vaste of tijdelijke standplaats;
- 2.
aanvrager: degene die een vergunning om een vaste of tijdelijke standplaats aanvraagt;
- 3.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe;
- 4.
feestdag: een in Nederland algemeen erkende feestdag, zoals een nationale feestdag of een christelijke feestdag;
- 5.
locatie: de plaats waar een vaste of tijdelijke standplaats kan worden ingenomen;
- 6.
openbare inrichting: als bedoeld in artikel 2:27, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Overbetuwe 2024;
- 7.
standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of het anderszins aanbieden van goederen of diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel (als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid van de Verordening fysieke leefomgeving gemeente Overbetuwe 2024);
- 8.
tijdelijke standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 9 van deze beleidsregel. Het innemen van een standplaats:
- a.
voor eenmalige verkoop van producten voor directe consumptie met de maximale duur van vier aaneengesloten dagen uitsluitend tijdens voor publiek toegankelijke activiteiten; of
- b.
specifiek voor het te koop aanbieden, verkopen of verstrekken van seizoensgebonden producten, die maximaal vier maanden vanuit de standplaats aangeboden worden; of
- c.
voor producten, waaronder gedrukte of geschreven stukken, van ideële instellingen en politieke partijen, die maximaal vier maanden vanuit de standplaats aangeboden worden; of
- d.
voor het aanbieden van info aan personen ten behoeve van gezondheid gerelateerde zaken of zaken ten behoeve van veiligheid of maatschappelijke doeleinden, die maximaal vier maanden vanuit de standplaats aangeboden worden;
- a.
- 9.
toezichthouder: de daartoe aangewezen ambtenaar;
- 10.
vaste standplaats: een standplaats, die gedurende het gehele jaar op één of meerdere dagen per week op een vaste locatie wordt ingenomen;
- 11.
vergunning: een vergunning voor een vaste of tijdelijke standplaats;
- 12.
vergunninghouder: degene aan wie door het college een vergunning voor een vaste of tijdelijke standplaats is verleend;
- 13.
VFL: de actueel geldende Verordening fysieke leefomgeving gemeente Overbetuwe.
Artikel 2 Aanwijzingsbesluit locaties
-
1. Het college stelt een “Aanwijzingsbesluit locaties vaste standplaatsen” vast, met daarin in ieder geval:
- a.
de dagen en uren waarop de standplaatsen ingenomen kunnen worden;
- b.
een kaart met aanduiding locaties vaste standplaatsen;
- c.
het maximum aantal vaste standplaatsvergunningen dat per locatie kan worden afgegeven;
- d.
de maximale afmeting van de beschikbare vaste standplaats;
- e.
de locaties van de vaste standplaatsen.
- a.
Artikel 3 Toepassingsbereik
Deze beleidsregel is van toepassing bij het besluiten op een aanvraag om een standplaats, als bedoeld in de artikelen 2.6 tot en met 2.10 van de VFL.
Artikel 4 Algemene bepalingen standplaatsvergunning
-
1. Een aanvraag om vergunning moet door middel van een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier worden ingediend dat daartoe door of namens het college wordt verstrekt.
-
2. Een vergunning kan enkel en alleen worden verleend aan een natuurlijk persoon die:
- a.
handelingsbekwaam is; en
- b.
een bewijs van inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel kan overleggen.
- a.
-
3. De aanvraag om een standplaatsvergunning bevat in elk geval de volgende gegevens en documenten:
- a.
naam, adres, woonplaats, telefoonnummer en emailadres aanvrager;
- b.
een bewijs van inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, niet ouder dan drie maanden;
- c.
gewenste locatie;
- d.
gewenste dag/dagen en tijden waarop de standplaats wordt ingenomen;
- e.
een opsomming van de aan te bieden, te verkopen of te verstrekken verkoopwaren, diensten of het doel waarvoor de standplaats wordt ingenomen;
- f.
een opgave van de afmetingen van de verkoopinrichting;
- g.
een opgave van of er stroomverbruik wordt gebruikt, zo ja:
- -
kleinverbruik (alleen voor kassa en/of verlichting); of
- -
grootverbruik (voor bakken en/of koelen).
- -
- a.
-
4. Bij een standplaats op een privé terrein zorgt de aanvrager zelf voor de stroomvoorziening. De bepaling in derde lid aanhef en onder g van dit artikel is niet van toepassing.
-
5. De vergunning geldt uitsluitend voor de vergunninghouder en is niet overdraagbaar.
Artikel 5 Vergunning voor een vaste standplaats
-
1. Op grond van artikel 2.7 van de VFL is het verboden zonder een vergunning van het college een vaste standplaats in te nemen of te hebben.
-
2. Het college kan voorschriften verbinden aan de vergunning ter bescherming van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. De vergunninghouder is verplicht aan de vergunning verbonden voorschriften na te leven.
-
3. Een vergunning voor een vaste standplaats wordt verleend voor één of meerdere dag(del)en per week.
-
4. Voor een vergunning voor een dagdeel op maandag tot en met zaterdag wordt een dag ingedeeld in twee dagdelen:
- a.
de ochtend: van 08.00 tot 13.00 uur;
- b.
de middag/avond: van 14.00 tot 21.00 uur.
- a.
-
5. Een vergunning voor een hele dag op maandag tot en met zaterdag wordt verleend voor de tijd van 08.00 tot 21.00 uur.
-
6. Een vergunning voor een zon- of feestdag wordt verleend voor de tijd van 12.00 tot 20.00 uur, met dien verstande dat geen vergunning wordt verleend voor eerste Paasdag, eerste Pinksterdag en eerste Kerstdag en voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen zon- en feestdagen.
-
7. Een vergunning voor een vaste standplaats wordt uitsluitend verleend voor locaties, dagen en dagdelen, en maximum aantal vierkante meters, zoals aangewezen in het geldende “Aanwijzingsbesluit locaties vaste standplaatsen gemeente Overbetuwe”.
-
8. De vergunninghouder is verplicht de vergunning op eerste verzoek aan de toezichthouder te tonen.
-
9. Een vergunninghouder is verplicht onmiddellijk aan het college te melden als hij wegens ziekte of andere dringende redenen zijn standplaats niet kan innemen.
-
10. Standplaatsen kunnen niet worden ingenomen wanneer op de betreffende locatie werkzaamheden plaatsvinden.
-
11. Indien er op privé terrein een standplaats wordt opgezet, hebben degenen die de standplaats innemen toestemming nodig van de eigenaar van het terrein.
-
12. Een vergunning voor een vaste standplaats kan voor een periode van maximaal 12 jaar worden verleend.
-
13. Het college kan gemotiveerd de geldigheidsduur van een vergunning, in afwijking van het gestelde in het twaalfde lid van dit artikel beperken.
-
14. Op een aanvraag om een vaste standplaatsvergunning zijn de procedures zoals opgenomen in artikelen 7 en 8 van deze beleidsregel van toepassing.
Artikel 6 Pilotproject vaste standplaats “Bedrijventrein De Aam / Merm”
-
1. Het college kan een standplaatsvergunning verlenen voor het innemen van een vaste standplaats op het bedrijventerrein De Aam / Merm als een Pilotproject.
-
2. Het college heeft in het geldende “Aanwijzingsbesluit locaties vaste standplaatsen gemeente Overbetuwe” de locatie aangewezen waar een Pilotproject mag worden opgestart.
-
3. De vergunning voor een standplaats op het Bedrijventerrein De Aam / Merm wordt verleend voor maximaal de duur van het Pilotproject.
-
4. Op een aanvraag om een standplaatsvergunning voor een Pilotproject zijn de procedures opgenomen in de artikelen 7 en 8 van deze beleidsregel van toepassing.
-
5. In afwijking van het bepaalde in artikel 5 van deze beleidsregel worden in de vergunning voor een Pilotproject de periode en de begin- en eindtijd voor het innemen van de standplaats aangegeven.
-
6. Het college kan extra voorschriften verbinden aan de vergunning. De vergunninghouder is verplicht aan de vergunning verbonden voorschriften na te leven.
Artikel 7 Verlenging na afroep
-
1. Bij het vrij komen van een vaste standplaatsvergunning vanwege het einde van de vergunningsduur kan het college de procedure van verlenging na afroep toepassen, als voldoende aannemelijk is dat er naast de betreffende vergunninghouder geen andere gegadigden voor deze vergunning zijn.
-
2. Bij de verlenging na afroep maakt het college acht weken voor het einde van de duur van de vaste standplaatsvergunning door een openbare kennisgeving in het elektronisch gemeenteblad (Officiële bekendmakingen.nl) en Het Gemeente Nieuws bekend dat deze vergunning vrij komt voor de duur van 12 jaar.
-
3. In deze openbare kennisgeving worden gegadigden uitgenodigd om hun belangstelling voor de vaste standplaatsvergunning binnen vier weken na de kennisgeving kenbaar te maken op de door het college aangegeven wijze.
-
4. Als binnen de gestelde termijn alleen de betreffende vergunninghouder belangstelling kenbaar heeft gemaakt en is voldaan aan het bij of krachtens deze beleidsregel bepaalde, verlengd het college zijn vaste standplaatsvergunning met de in het tweede lid van dit artikel genoemde duur.
-
5. Als binnen de gestelde termijn naast de betreffende vergunninghouder ook een of meer andere gegadigden belangstelling kenbaar hebben gemaakt, wordt de vergunning niet verlengd. In dat geval past het college de in deze beleidsregel vastgelegde procedure van artikel 8 van deze beleidsregel toe, met uitzondering van het tweede lid van artikel 8 van deze beleidsregel.
-
6. In het vijfde lid van dit artikel bedoelde geval stelt het college de gegadigden ervan in kennis dat de procedure van artikel 8 van deze beleidsregel wordt toegepast en dat zij vóór de door het college genoemde datum een aanvraag kunnen indienen.
Artikel 8 Verdeling vaste standplaatsvergunning via loting
-
1. Bij het vrijkomen van een vaste standplaatsvergunning en bij een nieuwe standplaats verdeelt het college deze via loting.
-
2. Bij de verdeling via loting maakt het college door een openbare kennisgeving in het elektronisch gemeenteblad (Officiële bekendmakingen.nl) en Het Gemeente Nieuws bekend dat de vaste standplaatsvergunning voor de duur van 12 jaar vrijkomt. Hierin staat in ieder geval aangegeven:
- a.
de vrijgekomen of nieuwe standplaats;
- b.
de beschikbare tijden;
- c.
de begindatum voor aanvragen (vanaf die datum kan een aanvraag worden ingediend);
- d.
de einddatum voor aanvragen (tot die datum kan een aanvraag worden ingediend);
- e.
hoe een aanvraag kan worden ingediend;
- f.
welke gegevens bij de aanvraag moeten worden gevoegd om als volledig te worden aangemerkt;
- g.
de selectie plaats vindt op grond van loting;
- h.
een omschrijving van de vrijgekomen / nieuwe standplaats naar locatie, dag/dagdelen en tijdstippen. Hierbij wordt een kaartje van de locatie gevoegd met daarop aangegeven de vrijgekomen standplaats;
- i.
plaats en tijdstip van de loting.
- a.
-
3. Huidige vergunninghouders van een vaste standplaats, worden over het bepaalde in het tweede lid van dit artikel persoonlijk geïnformeerd.
-
4. Het aanvragen van een standplaatsvergunning garandeert niet dat een vergunning ook daadwerkelijk wordt verleend. Om voor een vergunning voor een vaste standplaats in aanmerking te komen dient zich geen weigeringsgrond, zoals genoemd in de VFL, voor te doen. Daarnaast dient de aanvraag in overeenstemming te zijn met deze beleidsregel.
-
5. Het college behandelt alleen volledige aanvragen, inclusief de op het formulier gevraagde bijlagen.
-
6. Alleen binnen het tijdvak kan een volledige aanvraag worden ingediend of kan een onvolledige aanvraag worden aangevuld tot een volledige aanvraag. Na sluiting van het tijdvak kan een ingediende aanvraag niet meer worden aangevuld of gewijzigd en kan ook geen nieuwe vergunningaanvraag meer worden ingediend.
-
7. Een aanvrager die een onvolledige aanvraag heeft ingediend, krijgt de gelegenheid om zijn aanvraag aan te vullen, mits de aanvraag minimaal één week voor de einddatum is ingediend. De aanvulling moet vóór de einddatum worden ingediend. Als de aanvraag daarna nog niet volledig is, dan wordt deze op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling gesteld.
-
8. Aanvragen die vóór de aanvang en ná de sluiting van de inschrijvingstermijn worden ontvangen worden niet in behandeling genomen.
-
9. Indien er meer aanvragen dan uit te geven vergunningen zijn, vindt selectie van de aanvraag plaats door middel van een openbare loting. Alleen aanvragen die volledig zijn en waar geen weigeringsgronden zoals genoemd in de VFL en deze beleidsregel aanwezig zijn, zullen meedoen aan de loting.
-
10. De loting gaat als volgt:
- a.
Alle aanvragen krijgen bij binnenkomst een lotnummer;
- b.
Teammanager Omgeving trekt, tijdens een openbare loting, een lot;
- c.
De aanvrager van wie het lot wordt getrokken, komt in aanmerking voor een vergunning. De overige aanvragen worden afgewezen;
- d.
De aanvragers mogen bij de loting aanwezig zijn;
- e.
Er is geen wachtlijst.
- a.
-
11. De standplaatsvergunning wordt verleend met inachtneming van de volgorde van trekking. De overige aanvragen worden geweigerd.
-
12. Alle standplaatsen die niet vergund zijn na inwerkingtreding van deze beleidsregel en als tijdens de selectieprocedure van loting geen aanvraag is ingediend, is deze standplaats beschikbaar. Wij noemen dit ‘vrije standplaatsen’. Een overzicht van de vrije standplaatsen kan worden aangevraagd. Gedurende het gehele jaar kunnen aanvragen voor een vrije standplaats worden ingediend. Deze worden verleend op volgorde van binnenkomst.
Artikel 9 Vergunning voor een tijdelijke standplaats
-
1. Een vergunning voor een tijdelijke standplaats, als bedoeld in artikel 1, achtste lid, aanhef en onder b, c en d van deze beleidsregel wordt verleend voor een aaneengesloten periode van maximaal 4 maanden per kalenderjaar voor de tijd op maandag tot en met zaterdag van 08.00 tot 21.00 uur, en op zon- en feestdagen voor de tijd van 12.00 tot 20.00 uur, met dien verstande dat geen vergunning wordt verleend voor eerste Paasdag, eerste Pinksterdag en eerste Kerstdag en voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen zon- en feestdagen.
-
2. Een vergunning voor een tijdelijke standplaats, als bedoeld in artikel 1, achtste lid, aanhef en onder a van deze beleidsregel wordt verleend voor een aaneengesloten periode van maximaal 4 dagen:
- a.
de standplaats bevindt zich in de directe nabijheid van een openbare inrichting en mag met toestemming van en onder verantwoordelijkheid van de eigenaar van de openbare inrichting worden ingenomen;
- b.
voor het gehele grondgebied van gemeente Overbetuwe (met uitzondering van centrum Elst) is het innemen van een standplaats, inclusief op- en afbouw, toegestaan op zondag tot en met donderdag tot maximaal 00.30 uur en op vrijdag en zaterdag tot maximaal 01.30 uur;
- c.
voor het centrum van Elst (omgeving Dorpsstraat en Europaplein) is het innemen van een standplaats, inclusief op- en afbouw, toegestaan op zondag tot en met donderdag tot maximaal 23.30 uur en op vrijdag en zaterdag tot maximaal 00.30 uur;
- d.
voor Oud en Nieuw wordt jaarlijks een eindtijd bepaald. Eerste Paasdag, eerste Pinksterdag, Koningsnacht, carnaval en Nacht van Elst worden gezien als een zaterdagavond. Dit geldt voor het hele grondgebied van gemeente Overbetuwe;
- e.
voor een vergunning moet de standplaatshouder tenminste vier weken voor het innemen van de standplaats een aanvraag indienen via een aanvraagformulier;
- f.
de bepaling in derde lid, aanhef en onder c van dit artikel is niet van toepassing.
- a.
-
3. Een vergunning voor een tijdelijke standplaats wordt, onverminderd het bepaalde in deze beleidsregel, geweigerd:
- a.
als de locatie is gelegen in een bocht of nabij een kruispunt of op een andere naar het oordeel van het college verkeersonveilige plek;
- b.
als op privé terrein of in de directe nabijheid langs de openbare weg niet kan worden voorzien in minimaal drie parkeerplaatsen;
- c.
als de afstand tussen twee opeenvolgende of tegenover elkaar liggende tijdelijke standplaatsen buiten de bebouwde kom hemelsbreed minder dan 500 meter is.
- a.
-
4. Op een vergunning voor een tijdelijke standplaats zijn de bepalingen in artikel 5, achtste lid tot en met elfde lid van deze beleidsregel van overeenkomstige toepassing.
-
5. Het college kan voorschriften verbinden aan de vergunning. De vergunninghouder is verplicht aan de vergunning verbonden voorschriften na te leven.
-
6. Voor een standplaats op privé terrein geldt het volgende:
- a.
verkoop van fruit en groenten vanaf privé terrein, waar ook fruit en groenten wordt gekweekt en geteeld, is vrijgesteld van de vergunningplicht. De bepalingen in het derde lid, aanhef en onder a tot en met c van dit artikel zijn van toepassing;
- b.
verkoop van kerstbomen vanaf privé terrein is vrijgesteld van de vergunningplicht. De bepalingen in het derde lid, aanhef en onder a tot en met c van dit artikel zijn van toepassing.
- a.
-
7. Op het zesde lid van dit artikel zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
- a.
de tijden als bedoeld in eerste lid van dit artikel zijn hier van toepassing;
- b.
indien er op privé terrein een standplaats wordt opgezet, hebben degenen die de standplaats innemen toestemming nodig van de eigenaar van het terrein;
- c.
voor Oud en Nieuw wordt jaarlijks een eindtijd bepaald;
- d.
er mag geen standplaats worden ingenomen op eerste Paasdag, eerste Pinksterdag en eerste Kerstdag en door het college per kalenderjaar aan te wijzen zon- en feestdagen. Dit geldt voor het hele grondgebied van gemeente Overbetuwe;
- e.
het bevoegde bestuursorgaan kan bij bijzondere omstandigheden, die ten tijde van het vaststellen van deze beleidsregel niet voorzien waren afwijken van de genoemde maximale eindtijden;
- f.
er mag geen belemmering zijn voor de verkeersveiligheid;
- g.
er geen onevenredige geur- of geluidhinder of enige ander vorm van overlast te verwachten is voor gebruikers of zakelijk gerechtigden van in de nabijheid van de locatie gelegen onroerende zaken;
- h.
de ter plaatse benodigde vrije doorgang voor het verkeer en hulpdiensten (politie, bandweer en ambulance) mag niet worden belemmerd (minimaal doorgang van 3,5 meter);
- i.
de toegang tot gebouwen en brandkranen mag niet belemmerd worden;
- j.
er moet worden voldaan aan de gestelde brandveiligheidsvoorschriften zoals benoemd in het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen (Bgbop);
- k.
er binnen een afstand van 500 meter geen door het college ingestelde markt wordt gehouden.
- a.
Artikel 10 Weigeringsgronden standplaatsvergunning
-
1. Een vergunning voor een vaste en tijdelijke standplaats wordt, onverminderd het bepaalde in deze beleidsregel, in ieder geval geweigerd indien:
- a.
een vergunning wordt aangevraagd voor een andere locatie, een andere dag/dagdelen of een andere tijd, dan aangegeven in de bekendmaking zoals bedoeld in artikel 8, tweede lid van deze beleidsregel;
- b.
de afmetingen van de verkoopinrichting groter zijn dan de afmetingen van de beschikbare/vrijgekomen standplaats;
- c.
de aanvraag is uitgeloot;
- d.
een weigeringsgrond zoals opgenomen in artikel 7.8 of artikel 2.7, tweede lid en derde lid van de VFL van toepassing is;
- e.
meerdere aanvragen zijn ingediend door of in relatie tot dezelfde natuurlijke persoon.
- a.
Artikel 11 Intrekkingsgronden standplaatsvergunning
-
1. Het college trekt een vaste en een tijdelijke standplaatsvergunning in:
- a.
op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of
- b.
twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling.
- a.
-
2. Het college kan de vaste en tijdelijke standplaatsvergunning intrekken als:
- a.
de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;
- b.
de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of het bij of krachtens deze beleidsregel bepaalde heeft overtreden;
- c.
niet redelijkerwijs alle mogelijke maatregelen worden getroffen ter voorkoming dat de gemeente dan wel derden ten gevolge van het gebruik van de vergunning hinder ondervinden of schade lijden;
- d.
van de vergunning gedurende ten minste drie maanden geen gebruik is gemaakt;
- e.
de vergunninghouder niet of niet tijdig de verschuldigde leges heeft betaald;
- f.
de aan de vergunning verbonden voorschriften niet zijn of worden nageleefd.
- a.
Artikel 12 Personen die een vaste of tijdelijke standplaats innemen / Vervanging
-
1. Een standplaats moet, behoudens bijzondere omstandigheden, door de vergunninghouder persoonlijk worden ingenomen dan wel door zijn werknemer(s).
-
2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats door andere personen doen bijstaan.
-
3. In geval van bijzondere omstandigheden kan een vervanger de standplaats voor maximaal drie maanden innemen.
Artikel 13 Overschrijven vaste standplaatsvergunning
-
1. Als de vergunninghouder niet langer zelf van de vaste standplaatsvergunning wil gebruikmaken, overleden is of onder curatele gesteld is, kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of zijn kind.
-
2. Als de in het eerste lid bedoelde overschrijving niet kan worden gedaan, kan het college de vaste standplaatsvergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of curator overschrijven op naam van een medewerker van de vergunninghouder of een mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste 2 jaren in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar.
-
3. De overschrijving van de vaste standplaatsvergunning geldt voor de resterende vergunningsduur.
-
4. In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.
-
5. Het college wijst de aanvraag tot overschrijving af als niet wordt voldaan aan het bij of krachtens deze beleidsregel bepaalde.
Artikel 14 Voorrecht locatie tijdelijke standplaats
Als vergunning wordt aangevraagd voor dezelfde locatie en periode als aan aanvrager vergund in het voorafgaande jaar, dan heeft aanvrager een eerste aanspraak op het verkrijgen van vergunning voor een tijdelijke standplaats voor dezelfde locatie en periode.
Artikel 15 Reclame bij tijdelijke standplaats
-
1. Per tijdelijke standplaats zijn maximaal twee reclame-uitingen toegestaan.
-
2. Deze reclame-uitingen mogen maximaal 90 centimeter breed en 125 centimeter hoog zijn en mogen niet geplaatst worden op een naar het oordeel van het college verkeersonveilige plek.
Artikel 16 Schoonhouden en ontruimen vaste of tijdelijke standplaats
-
1. De vergunninghouder zorgt ervoor dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt.
-
2. Bij het ontruimen van de standplaats moet de vergunninghouder zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving schoon opleveren.
Artikel 17 Tijdelijk andere locatie of dag(deel) of andere eindtijd
-
1. Het college kan, als dringende redenen of bijzondere omstandigheden dit noodzakelijk maken, in afwijking van de vergunning besluiten:
- a.
tijdelijk een andere locatie voor het innemen van een vaste of tijdelijke standplaats aan te wijzen;
- b.
als een daartoe aangewezen locatie niet beschikbaar is, een ander(e) dag(deel) aan te wijzen voor het innemen van een vaste of tijdelijke standplaats;
- c.
een eerdere eindtijd voor een dag(deel) te bepalen voor het gebruik van de vaste of tijdelijke standplaats.
- a.
-
2. Een besluit als bedoeld in het eerste lid onder a tot en met c van dit artikel wordt tijdig aan vergunninghouder en eventuele belanghebbenden medegedeeld.
Artikel 18 Tijdstip opbouw en ontruiming vaste en tijdelijke standplaats
-
1. Met de opbouw van een standplaats mag niet eerder worden begonnen dan een uur vóór het in de vergunning opgenomen begintijdstip voor het innemen van de vaste of tijdelijke standplaats.
-
2. De standplaats moet volledig zijn ontruimd binnen een half uur na het in de vergunning opgenomen eindtijdstip voor het innemen van een vaste of tijdelijke standplaats.
-
3. Als de locatie in de ochtend voor een andere standplaats in gebruik was, geldt in afwijking van het bepaalde in het eerste lid dat met de opbouw van de standplaats niet eerder mag worden begonnen dan een half uur vóór het in de vergunning opgenomen begintijdstip in de middag voor het innemen van de vaste of tijdelijke standplaats.
-
4. Indien een standplaatshouder minimaal 7 aaneengesloten hele dagen eenzelfde standplaats inneemt hoeft de verkoopwagen die dagen en nachten niet verwijderd te worden.
Artikel 19 Standplaats tijdens de Nijmeegse Vierdaagse
-
1. Voor de derde dinsdag van juli, tijdens de Nijmeegse Vierdaagse, kan het college vergunning verlenen voor een standplaats op die dag langs of in de directe nabijheid van de route van de Nijmeegse Vierdaagse.
-
2. Het aantal standplaatsen tijdens de Nijmeegse Vierdaagse is niet beperkt. Mocht een aanvraag worden ingediend voor exact dezelfde locatie, dan wordt de vergunning verleend op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.
-
3. In afwijking van het bepaalde in artikelen 9 en 18 van deze beleidsregel worden in de vergunning de locatie, de omvang, de begin- en de eindtijd voor het innemen van de standplaats aangegeven en de tijdstippen voor opbouwen en ontruimen van de standplaats.
-
4. Het college kan specifieke voorschriften aan de vergunning verbinden onder andere voor locatie en inrichting van de standplaats.
Artikel 20 Standplaats voor mobiel onderzoekscentrum bevolkingsonderzoek of ander dienstverlenend gebruik
-
1. Het college kan vergunning verlenen voor een standplaats voor een langere aaneensluitende periode (dag en nacht) voor een mobiel onderzoekscentrum voor bevolkingsonderzoek of ander dienstverlenend gebruik, bijvoorbeeld informatieverstrekking door zorgverzekeraars of nutsbedrijven.
-
2. Op een aanvraag om een standplaatsvergunning voor een mobiel onderzoekscentrum bevolkingsonderzoek of ander dienstverlenend gebruik zijn de procedures opgenomen in de artikelen 7 en 8 van deze beleidsregel niet van toepassing.
-
3. In afwijking van het bepaalde in artikelen 5 en 18 van deze beleidsregel worden in de vergunning de periode en de begin- en eindtijd voor het innemen van de standplaats en de tijdstippen voor opbouwen en ontruimen van de standplaats aangegeven. De locaties worden aangewezen in het geldende “Aanwijzingsbesluit locaties vaste standplaatsen gemeente Overbetuwe”.
-
4. Het college kan specifieke voorschriften aan de vergunning verbinden onder andere voor de locatie en inrichting van de standplaats.
Artikel 21 Standplaats voor het aanbieden van info aan personen ten behoeve van gezondheid gerelateerde zaken of zaken ten behoeve van veiligheid of maatschappelijke doeleinden.
-
1. Het college kan vergunning verlenen voor een standplaats voor het aanbieden van info aan personen ten behoeve van gezondheid gerelateerde zaken of zaken ten behoeve van veiligheid of maatschappelijke doeleinden.
-
2. Op een aanvraag om een standplaatsvergunning voor het aanbieden van info aan personen ten behoeve van gezondheid gerelateerde zaken of zaken ten behoeve van veiligheid of maatschappelijke doeleinden zijn de procedures opgenomen in de artikelen 7 en 8 van deze beleidsregel niet van toepassing.
-
3. In afwijking van het bepaalde in artikelen 5 en 18 van deze beleidsregel worden in de vergunning de periode en de begin- en eindtijd voor het innemen van de standplaats en de tijdstippen voor opbouwen en ontruimen van de standplaats aangegeven. De locaties worden aangewezen in het geldende “Aanwijzingsbesluit locaties vaste standplaatsen gemeente Overbetuwe”.
-
4. Het college kan specifieke voorschriften aan de vergunning verbinden onder andere voor de locatie en inrichting van de standplaats.
Artikel 22 Kosten
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een standplaatsvergunning zijn leges verschuldigd. De hoogte hiervan wordt jaarlijks vastgesteld in de Legesverordening gemeente Overbetuwe. Voor zover men gebruik wil maken van gemeentelijke stroomvoorziening, wordt een vergoeding in rekening gebracht. De hoogte hiervan wordt jaarlijks vastgesteld in de Legesverordening gemeente Overbetuwe. Daarnaast is voor het gebruik van een standplaats op gemeentegrond een vergoeding verschuldigd. De tarieven staan vermeld in de Verordening precariobelasting gemeente Overbetuwe.
Artikel 23 Hardheidsclausule
Het college kan op grond van afweging van de te behartigen belangen en met inachtneming van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en te motiveren gevallen afwijken van de bepalingen in deze beleidsregel of deze buiten toepassing laten.
Artikel 24 Intrekking oude regeling
De Beleidsregel vaste en tijdelijke standplaatsen gemeente Overbetuwe 2017, zoals vastgesteld bij besluit van 2 mei 2017, wordt ingetrokken.
Artikel 25 Overgangsrecht
-
1. Vergunningen die zijn verleend voor inwerkingtreding van deze beleidsregel, blijven gelden, totdat het college deze ambtshalve heeft gewijzigd of ingetrokken. Het college kan deze ambtshalve vervangen door een vergunning op grond van deze beleidsregel. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van voorschriften.
-
2. Bij de ambtshalve wijziging van een vaste standplaatsvergunning kan het college in afwijking van artikel 5, twaalfde lid van deze beleidsregel, een kortere duur van de vergunning bepalen, afhankelijk van de omstandigheden van het geval.
-
3. Aanvragen die zijn ingediend onder de Beleidsregel vaste en tijdelijke standplaatsen gemeente Overbetuwe 2017, maar waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze beleidsregel, worden afgehandeld overeenkomstig deze beleidsregel.
-
4. Op bezwaarschriften tegen besluiten op grond de Beleidsregel vaste en tijdelijke standplaatsen gemeente Overbetuwe 2017, waarop bij de inwerkingtreding van deze beleidsregel nog niet is beslist, wordt beslist met toepassing van deze beleidsregel.
Artikel 26 Inwerkingtreding
De beleidsregel treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.
Artikel 27 Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel vaste en tijdelijke standplaatsen gemeente Overbetuwe 2024.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van 29 oktober 2024.
Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Overbetuwe,
de gemeentesecretaris,
N.M.P. van Hooy
de burgemeester,
R.P. Hoytink-Roubos
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl