Gemeente Rhenen - Afvalstoffenverordening Gemeente Rhenen 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Gemeente Rhenen - Afvalstoffenverordening Gemeente Rhenen 2025

De raad van de gemeente Rhenen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2024 gelet op de artikelen 10.23, eerste lid, 10.24, tweede lid, 10.25 en 10.26, eerste lid, van de Wet milieubeheer, alsmede artikel 3.5 van de Wet dieren; overwegende Rhenen Circulair 2050 en gezien het advies van de commissie Economie en Ruimte; besluit vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening Gemeente Rhenen 2025.

§ 1. Algemeen

Artikel 1. Definities

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

- inzamelmiddel: voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, ten behoeve van een huishouden;

- inzamelplaats: daartoe op grond van artikel 5 lid 3 aangewezen plaats;

- inzamelvoorziening: voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of plaats ten behoeve van meerdere huishoudens;

- perceel: perceel waar geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan.

Artikel 2. Doelstelling

De toepassing van deze verordening is gericht op de bescherming van het milieu, met inbegrip van een doelmatig beheer van afvalstoffen.

§ 2. Huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 3. Aanwijzing van de inzameldienst

1. De gemeentelijke inzameldienst is als inzameldienst belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen over de wijze waarop de inzameldienst huishoudelijke afvalstoffen inzamelt.

Artikel 4. Regulering van andere inzamelaars

1. Het is voor anderen dan de inzameldienst verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, tenzij de inzamelaar:

a. daartoe is aangewezen door burgemeester en wethouders;

b. bij nadere regels van burgemeester en wethouders van het verbod is vrijgesteld; of

c. verplicht is tot inname, bedoeld in artikel 9.5.2, derde lid, aanhef en onderdeel b, of vierde lid, van de Wet milieubeheer.

2. Burgemeester en wethouders kunnen aan een aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, onder a, voorschriften verbinden en beperkingen stellen. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 5. Aanwijzing van inzamelmiddelen en -voorzieningen

1. De inzameling kan plaatsvinden via:

a. een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

b. een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

c. een inzamelvoorziening op wijkniveau;

2. Het college kan aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

3. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor ten minste één daartoe ter beschikking gestelde plaats binnen de gemeente, waar in voldoende mate gelegenheid wordt geboden om huishoudelijke afvalstoffen, met inbegrip van grof huishoudelijk afval, achter te laten.

Artikel 6. Algemene verboden

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen:

a. ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst of een inzamelaar als bedoeld in artikel 4, eerste lid;

b. over te dragen aan een ander dan een inzamelaar als bedoeld in artikel 4, eerste lid; of

c. achter te laten op een andere plaats dan de inzamelplaats, bedoeld in artikel 5 lid3.

Artikel 7. Afvalscheiding

1. Burgemeester en wethouders stellen regels over de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk door de inzameldienst worden ingezameld, over de frequentie van de inzameling van elk van deze bestanddelen, en over de locaties van deze inzameling bij of nabij elk perceel.

2. In ieder geval de volgende bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen worden afzonderlijk ingezameld:

- bioafval (zijnde groente-, fruit- en tuinafval en etensresten);

- papier en karton;

- glas;

- textiel;

- plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankenkartons (afgekort: PMD)

- elektrische of elektronische apparatuur;

- klein chemisch afval;

- verduurzaamd hout;

- grof tuinafval;

- asbest en asbesthoudend afval;

- grof huishoudelijk afval;

- huishoudelijk restafval;

- metaal en oud ijzer;

- TL-lampen;

- autobanden;

- frituurvet en frituurolie;

- kringloopgoederen;

- schoon puin;

- matrassen;

- harde kunststoffen;

- piepschuim;

- kadavers;

- luier- en incontinentiemateriaal;

- inflatables

3. Plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons worden gezamenlijk ingezameld.

Artikel 8. Gescheiden aanbieding

1. Het is verboden de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen, bedoeld in artikel 7, anders dan afzonderlijk:

a. ter inzameling aan te bieden;

b. achter te laten op een inzamelplaats als bedoeld in artikel 5 lid 3.

2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen. Deze regels kunnen voor categorieën van gevallen of personen een vrijstelling inhouden van het verbod, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 9. Tijdstip van aanbieding

1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan op de door burgemeester en wethouders daartoe bepaalde dag en tijden. Deze kunnen voor verschillende bestanddelen verschillend worden vastgesteld

2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan op de door burgemeester en wethouders daartoe bepaalde dag en tijden. Deze kunnen voor verschillende bestanddelen verschillend worden vastgesteld. In het geval van onvoorziene of bijzondere omstandigheden, is het college van burgemeester en wethouders bevoegd van deze dagen en tijden af te wijken.

Artikel 10. Wijze en plaats van aanbieding

1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan in overeenstemming met de door burgemeester en wethouder te stellen regels over het gebruik van:

a. inzamelmiddelen voor het aanbieden ter inzameling bij een perceel;

b. inzamelvoorzieningen voor het aanbieden ter inzameling nabij een perceel;

c. inzamelvoorzieningen voor het aanbieden ter inzameling op wijkniveau;

d. inzamelplaats als bedoeld in artikel 5 lid 3;

2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor de plaatsen waar het huishoudelijk afval op percelen moet worden aangeboden.

3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor categorieën van percelen. Deze regels kunnen een vrijstelling van het verbod inhouden.

§ 3. Bedrijfsafvalstoffen

Artikel 11. Aanbieding ter inzameling van bedrijfsafvalstoffen

1. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan de gemeentelijke inzameldienst ter inzameling aan te bieden, over te dragen of bij de inzamelplaats, bedoeld in artikel 5 lid 3, achter te laten.

2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor het aanbieden, overdragen of achterlaten van bedrijfsafvalstoffen. Deze regels kunnen mede worden vastgesteld voor anderen dan de inzameldienst. Deze regels kunnen een vrijstelling van het verbod inhouden.

§ 4. Zwerfafval en overige

Artikel 12. Dumpingsverbod

1. Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders, buiten een inrichting, hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu te veroorzaken, door een afvalstof, een stof of een voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins daar te plaatsen.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op:

a. het aanbieden, overdragen of achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen in overeenstemming met deze verordening;

b. het composteren van huishoudelijk groente-, fruit- of tuinafval op het perceel waar dit is ontstaan;

c. het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen, met inbegrip van daarbij niet te vermijden plaatsing van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen op de weg, bedoeld in artikel 1 van de

Wegenverkeerswet 1994;

d. handelingen die zijn verboden bij of krachtens de Wet bodembescherming, de Waterwet of het Besluit bodemkwaliteit.

3. Indien de overtreder van dit artikel onbekend is, wordt de persoon tot wie de aangetroffen afvalstof, stof of voorwerp kan worden herleid, geacht te hebben gehandeld in strijd met dit artikel.

Artikel 13. Zwerfafval in de openbare ruimte

1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen van beperkte omvang en gewicht die zijn ontstaan buiten een perceel (ook wel straatafval genoemd), achter te laten in de openbare ruimte, anders dan in daartoe bestemde afvalbakken of andere middelen ter inzameling van deze afvalstoffen.

2. Reclamedrukwerk, ander promotiemateriaal en de verpakking daarvan, die in weerwil van het eerste lid in de openbare ruimte wordt weggeworpen of achtergelaten, wordt terstond opgeruimd door degene die het in de betreffende omgeving onder het publiek verspreidde en/of degene die opdracht tot verspreiding heeft gegeven.

3. Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken. Dit verbod geldt niet voor ambtenaren in de rechtmatige uitoefening van de aan hen opgedragen taak. Het verwijderen van grof huishoudelijke afvalstoffen is toegestaan, mits dit niet gepaard gaat met het veroorzaken van verontreiniging van de omgeving.

4. Het is verboden ter inzameling gereedstaande afvalstoffen of inzamelmiddelen te verspreiden, te stoten, te schoppen, omver te werpen of door deze anderszins te behandelen.

5. Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 14. Zwerfafval rondom inrichtingen

1. Degene die een inrichting drijft waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, draagt zorg voor de aanwezigheid in of nabij de inrichting van een steeds voor gebruik door het publiek beschikbare en tijdig geleegde afvalbak of soortgelijk middel voor het houden van afval.

2. Degene die de inrichting drijft verwijdert zo vaak als nodig etenswaren, verpakkingen, afval of andere materialen, die kennelijk uit de inrichting afkomstig zijn of voor de inrichting zijn bestemd, binnen een straal van ten minste 25 meter van de inrichting.

Artikel 15. Afval en verontreiniging op de weg

1. Het is verboden een weg, bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994, te verontreinigen of het milieu nadelig te beïnvloeden door afvalstoffen, stoffen of voorwerpen te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten.

2. Degene die in strijd met het eerste lid de weg verontreinigt of het milieu nadelig beïnvloedt, of diens opdrachtgever, zorgt terstond na de beëindiging van de werkzaamheden van die dag voor het reinigen van de weg, of zoveel eerder als nodig is om de veiligheid van het verkeer of de bescherming van het wegdek te verzekeren.

Artikel 16. Geen opslag van afval in de open lucht

Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek waarneembare plaats in de open lucht en buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben, anders dan door het in overeenstemming met paragraaf 2 van deze verordening aanbieden, achterlaten of overdragen van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 17. Ontdoen van autowrakken

Het is verboden zich te ontdoen van een autowrak dat afkomstig is van een perceel, anders dan door afgifte aan een inrichting als bedoeld in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken.

§ 4a. Kadavers van gezelschapsdieren

Artikel 17a. Kadavers van gezelschapsdieren

1. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder gezelschapsdier verstaan: een dier dat de mens in of rond het huis houdt en verzorgt, niet zijnde een hobby- of landbouwhuisdier.

2. Burgemeester en wethouders kunnen een ondernemer aanwijzen die belast is met de inzameling van kadavers van gezelschapsdieren.

3. Van ingezamelde kadavers wordt aangifte gedaan bij Rendac Son B.V. De kadavers worden bewaard en overgedragen aan Rendac Son B.V. in overeenstemming met het bepaalde bij of krachtens artikel 3.1 van de Wet dieren.

4. Uiterlijk op de eerste werkdag die volgt op de dag waarop het gezelschapsdier dood is aangetroffen, geeft de houder van het kadaver dit af aan de ondernemer, bedoeld in het tweede lid.

5. Tot het tijdstip van afgifte bewaart de houder het kadaver zodanig dat er geen vermenging is met ander materiaal.

6. Het vierde lid is niet van toepassing op het kadaver dat wordt begraven op een terrein dat ter beschikking staat van de houder van het kadaver of dat uiterlijk de eerste werkdag na overlijden wordt afgegeven aan een ondernemer die is erkend op grond van artikel 24, eerste lid, onder b, c of d, van de Verordening 1069/2009/EG.]

§ 5. Handhaving en toezicht

Artikel 18. Strafbare feiten

Overtreding van het bij of krachtens de artikelen 4, 6, 8 tot en met 10 en 11 tot en met artikel 17a bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen, is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onderdeel 3, van de Wet op de economische delicten.

Artikel 19. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

§ 6. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 20. Intrekking oude verordening

De Afvalstoffenverordening Gemeente Rhenen 2024 wordt ingetrokken.

Artikel 21. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025

2. Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening Gemeente Rhenen 2025.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 10 december 2024

De raadsgriffier, de voorzitter,

K. Koopman C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld

G. Kaai

Ondertekening