Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732628
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732628/1
Uitvoeringsbesluit Parkeren Rotterdam 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Uitvoeringsbesluit Parkeren Rotterdam 2025Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van de directeur Stadsbeheer Toezicht en Handhaving,
van 5 december 2024, kenmerk M2409-3459;
gelet op artikel 2, vierde lid, van de Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2025;
overwegende, dat het in het kader van regulering van parkeerdruk gewenst is nadere regels te stellen met betrekking tot het verlenen, intrekken en weigeren van vergunningen, de geldigheid van vergunningen en het gebruik van vergunningen;
besluit:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
- -
adres: adres als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen;
- -
autodeelorganisatie: natuurlijk persoon of rechtspersoon, niet zijnde bewoner, die is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel;
- -
autodelen: herhaaldelijk en opeenvolgend gezamenlijk gebruik maken van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een autodeelorganisatie, waarbij de voertuigen zijn voorzien van een systeem dat ritgegevens registreert;
- -
bedrijfsauto: bedrijfsauto als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen;
- -
bestelauto: motorvoertuig, bestemd voor het vervoer van goederen, waarvan de toegestane maximum massa niet meer bedraagt dan 3500 kg;
- -
bewoner: persoon die blijkens de Basisregistratie Personen woont op een adres in gereguleerd gebied of op een geregistreerd binnenvaartuig in gereguleerd gebied;
- -
bijbehorende of toegewezen parkeervoorziening: parkeervoorziening met eigen dan wel gezamenlijke toegang, behorend bij of toegewezen aan een gebouw of gebouwencomplex blijkens een omgevingsvergunning of enig ander document, bestemd voor het parkeren van motorvoertuigen van eigenaren of houders, die wonen of werken op het adres van het gebouw of gebouwencomplex waarbij deze voorziening behoort of waaraan deze voorziening is toegewezen, waarbij inbegrepen een individuele garagebox, carport, in,- of oprit of een ruimte of een perceel dat is bedoeld voor parkeren;
- -
bijzondere vrijstelling van de parkeereis: vrijstelling van de parkeereis in een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Beleidsregeling Parkeernormen auto en fiets gemeente Rotterdam 2018;
- -
bijzonder gemeentelijk belang: belang zoals bedoeld in artikel 6, tweede lid van de Beleidsregeling Parkeernomen auto en fiets gemeente Rotterdam 2018 of artikel 15 van de Beleidsregeling Parkeernormen auto en fiets gemeente Rotterdam 2022 of een regel uit het van toepassing zijnde omgevingsplan op basis waarvan vrijstelling is verleend van de parkeereis in een omgevingsvergunning;
- -
BPM: belasting van personenauto’s en motorrijwielen als bedoeld in de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992;
- -
BRP: Basisregistratie Personen;
- -
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;
- -
free-floating autodelen: autodelen zonder vaste parkeerplaats;
- -
gereguleerd gebied: deel van de gemeente waarbinnen sprake is van betaald parkeren;
- -
jachthaven: in het handelsregister van de Kamer van Koophandel geregistreerd bedrijf, dan wel geregistreerde vereniging of stichting binnen de branche jachthaven, roei-, kano-, zeil- en surfsport met SBI-onderverdeling 'Cultuur, sport en recreatie’ met een hiertoe aangewezen beheerder of jachthavenmeester;
- -
personenauto: personenauto als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990;
- -
SBI-code: code van de Standaard BedrijfsIndeling, gekoppeld aan de hoofdactiviteit van een bedrijf in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;
- -
sector: omschreven groep straten binnen gereguleerd gebied;
- -
stationbased autodelen: autodelen met een vaste aangewezen belanghebbendenplaats;
- -
verklaring ledenaantal: schriftelijke verklaring van het ledenaantal, ondertekend door een vertegenwoordiger van het bestuur van de instelling, ten behoeve van het verkrijgen van een parkeervergunning op basis van ledenaantal;
- -
volkstuin: particuliere tuin die niet bij de eigen woning ligt, wordt beheerd door een volkstuinvereniging en gelegen is op grond in bezit van de gemeente Rotterdam;
- -
volverklaring: schriftelijke verklaring, niet ouder dan zes weken gerekend vanaf datum aanvraag, van de eigenaar of beheerder van een bijbehorende of toegewezen parkeervoorziening, op papier met logo en ondertekend, ten behoeve van het verkrijgen van een parkeervergunning, gericht aan de aanvrager inclusief verklaring dat de aanvrager op de wachtlijst is geplaatst voor de bijbehorende of toegewezen parkeervoorziening;
- -
vrijwilligersverklaring: schriftelijke verklaring ten behoeve van het verkrijgen van een parkeervergunning maatschappelijke instellingen inzake het aantal vrijwilligers, ondertekend door een vertegenwoordiger van het bestuur van de instelling;
- -
zone-floating autodelen: autodelen binnen een parkeersector zonder vaste parkeerplaats.
Artikel 2 Bewonersparkeervergunning
-
1. Het college verleent op aanvraag een bewonersvergunning aan een bewoner, indien:
- a.
de aanvrager volgens de BRP woonachtig is op een adres in de sector waarvoor de vergunning is aangevraagd;
- b.
de aanvrager woonachtig is op een adres in een gebouw of gebouwen-complex zonder een bijbehorende of toegewezen parkeervoorziening en
- c.
de aanvrager kentekenhouder is van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is aangevraagd of
- d.
de aanvrager een motorvoertuig gebruikt van het bedrijf waarbij hij in loondienst is en waarbij het motorvoertuig op naam staat van het bedrijf dan wel sprake is van een leaseovereenkomst op naam van het bedrijf, of;
- e.
de aanvrager feitelijk gebruiker is van een motorvoertuig dat voor ten minste drie maanden van een autoverhuurbedrijf is gehuurd of geleased, of;
- f.
de aanvrager feitelijk gebruiker maar niet zijnde eigenaar is van het motorvoertuig waarbij het gebruik van het motorvoertuig is vastgelegd middels een notariële akte tussen eigenaar en feitelijke gebruiker.
- a.
-
2. Het college verleent op aanvraag een bewonersvergunning aan een bewoner indien de aanvrager een vergunning krijgt overgedragen van een huisgenoot, onverminderd het bepaalde in het eerste lid.
-
3. Indien de aanvraag een motorvoertuig met een niet-Nederlands kenteken betreft, wordt op aanvraag een vergunning verleend indien aan de BPM-plicht is voldaan of sprake is van BPM-vrijstelling.
-
4. Een vergunning wordt voor ten hoogste de duur van een arbeidscontract verleend indien de aanvrager beschikt over een geldig arbeidscontract, niet ouder dan zes weken gerekend vanaf datum aanvraag, hiervoor tijdelijk in Rotterdam woont en werkt en beschikt over een koop- of huurovereenkomst of verhuurdersverklaring voor het adres waarvoor de vergunning is aangevraagd.
-
5. Er wordt eenmalig een tijdelijke vergunning op een nieuw woonadres verleend, indien:
- a.
het nieuwe woonadres niet in dezelfde sector ligt als het oude woonadres;
- b.
de aanvrager verhuist en tijdelijk twee woonadressen heeft en
- c.
de aanvrager nog niet op het nieuwe woonadres staat ingeschreven dan wel nog op het oude woonadres staat ingeschreven in de BRP en met een koop- of huurovereenkomst of verhuurdersverklaring het nieuwe woonadres kan aantonen.
- a.
-
6. Een vergunning wordt, indien gewenst, overgedragen aan de partner of een familielid van een overleden vergunninghouder, die volgens de BRP op hetzelfde adres staat ingeschreven als de overleden vergunninghouder. Een verzoek hiertoe wordt binnen drie maanden na het overlijden van de vergunninghouder ingediend.
-
7. Er wordt maximaal één vergunning verleend aan een bewoner op een adres met een bijbehorende individuele garagebox, carport, inrit of oprit.
-
8. Een vergunning wordt verleend aan de beheerder van een jachthaven ten behoeve van de eigenaar of gebruiker van een vaste ligplaats, zijnde een plaats in de jachthaven voor een bepaalde periode waarbij deze in samenspraak met de jachthaven is bepaald, tot het maximum dat is gekoppeld aan de parkeernorm voor jachthavens.
-
9. Er wordt maximaal één vergunning verleend aan de eigenaar of huurder van een recreatiewoning, zijnde een gebouw dat dient als recreatiewoonverblijf waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
-
10. Een vergunning wordt verleend aan de bestuurder van een volkstuinvereniging ten behoeve van de huurder of gebruiker van een volkstuin tot een maximum op complexniveau dat is gekoppeld aan de parkeernorm voor volkstuinen.
-
11. Een vergunning wordt verleend aan de verhuurder van flexwoningen, flexibele, tijdelijke woningen, geïnitieerd door de gemeente Rotterdam onder de naam StartR, ten behoeve van de huurder tot een maximum van de parkeereis in de omgevingsvergunning.
-
12. Op een adres worden maximaal twee parkeervergunningen verleend.
-
13. De stadsbrede vergunning, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel p, geldt als een bewonersparkeervergunning als bedoeld in het twaalfde lid en telt dientengevolge mee in het aantal verleende bewonersparkeervergunningen op een adres.
-
14. Een vergunning wordt voor maximaal twaalf maanden verleend indien de aanvrager via een volverklaring aantoont dat aanvrager op het moment van de aanvraag feitelijk niet over de bijbehorende of toegewezen parkeervoorziening beschikt of had kunnen beschikken.
-
15. In de wijken Pendrecht, Wielewaal, Zuidwijk, Zuiderpark, Lombardijen en IJsselmonde worden, in de eerste twee jaar na invoering betaald parkeren, ten hoogste drie parkeervergunningen op een adres verleend.
-
16. De vergunningen, bedoeld in het eerste, vierde, vijfde, achtste, negende, tiende en veertiende lid worden niet verleend als sprake is van een gebouw of gebouwencomplex waarvoor een omgevingsvergunning is verleend met gebruikmaking van de Beleidsregeling Parkeernormen auto en fiets gemeente Rotterdam 2022. Uitzondering hierop is als toepassing is gegeven aan artikel 4, artikel 6, eerste lid, onderdeel b, of artikel 8 van de Beleidsregeling Parkeernormen auto en fiets gemeente Rotterdam 2022.
-
17. De vergunningen, bedoeld in het eerste, vierde, vijfde, achtste, negende, tiende en veertiende lid worden niet verleend als sprake is van een gebouw of gebouwencomplex waarvoor een omgevingsvergunning is verleend met gebruikmaking van een bijzonder gemeentelijk belang. Deze afwijking geldt niet wanneer in de omgevingsvergunning naar het straatparkeren wordt verwezen als parkeermogelijkheid.
-
18. De vergunningen, bedoeld in het eerste, vierde, vijfde, achtste, negende, tiende en veertiende lid worden niet verleend als sprake is van een gebouw of gebouwencomplex, waarvoor een omgevingsvergunning is verleend met gebruik van een bijzondere vrijstelling van de parkeereis.
-
19. De vergunningen, bedoeld in het veertiende lid wordt niet verleend als de aanvrager woonachtig is in een gebouw of gebouwencomplex met een bijbehorende of toegewezen parkeervoorziening waarover deze op het moment van de aanvraag feitelijk niet beschikt of had kunnen beschikken, maar er vanuit de eigenaar of beheerder van de bijbehorende of toegewezen parkeervoorziening een parkeeralternatief geboden wordt binnen 500 meter loopafstand tot het adres van de aanvrager.
-
20. De vergunningen, bedoeld in het eerste, vierde, vijfde, achtste, negende, tiende en veertiende lid worden niet verleend als sprake is van een gebouw of gebouwencomplex waarvoor een omgevingsvergunning is verleend met gebruikmaking van artikel 4, onderdeel b van de Beleidsregeling Parkeernormen auto en fiets gemeente Rotterdam 2018. Deze afwijking geldt niet wanneer in de omgevingsvergunning naar het straatparkeren wordt verwezen als parkeermogelijkheid.
-
21. Vijfmaal per kalenderjaar mag de vergunninghouder met een ander voertuig gebruik maken van de vergunning voor een periode van maximaal twee aaneengesloten weken. De weigeringsgronden genoemd in artikel 14 en 15 zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 3 Bezoekersvergunning
-
1. Het college verleent op aanvraag een bezoekersvergunning.
-
2. De bezoekersvergunning wordt verleend voor de sector waartoe het adres behoort, waarop de aanvragende bewoner in de BRP staat ingeschreven.
-
3. Per kalenderjaar heeft de bezoekersvergunninghouder ten aanzien van het adres waarop hij staat ingeschreven recht op maximaal 500 uur parkeren met eenheden van 10 minuten.
-
4. Per adres wordt maximaal één bezoekersvergunning verleend.
-
5. In afwijking van het vierde lid wordt in woonzorgcomplexen en verzorgingshuizen per zelfstandige woonunit een bezoekersvergunning verleend.
Artikel 4 Mantelzorgvergunning
-
1. Het college verleent op aanvraag een mantelzorgvergunning.
-
2. De mantelzorgvergunning wordt verleend voor de sector waartoe het adres behoort, waarop de bewoner in de BRP staat ingeschreven.
-
3. Per kalenderjaar heeft de mantelzorgvergunninghouder recht op maximaal 750 uur parkeren met eenheden van 10 minuten.
-
4. De mantelzorgvergunning wordt verleend aan een bewoner die blijkens een indicatie van het Centrum Indicatiestelling Zorg of een beschikking bij of krachtens de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, mantelzorgbehoevend is.
Artikel 5 Bedrijfsparkeervergunning
-
1. Het college verleent op aanvraag een bedrijfsparkeervergunning aan een bedrijf, indien:
- a.
het bedrijf blijkens het handelsregister van de Kamer van Koophandel gevestigd is op een adres in de sector waarvoor de vergunning is aangevraagd;
- b.
het bedrijf gevestigd is op een adres in een gebouw of gebouwen-complex zonder bijbehorende of toegewezen parkeervoorziening.
- a.
-
2. Het maximaal aantal te verlenen vergunningen is afhankelijk van de mate van ambulantie en wordt bepaald op basis van de branche waartoe het bedrijf behoort en het aantal medewerkers. Daarbij geldt als uitgangspunt de registratie in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en de sector waarbinnen het bedrijf gevestigd is. Op dit aantal te verlenen parkeervergunningen wordt in mindering gebracht het aantal parkeerplaatsen waarover het bedrijf kan beschikken indien sprake is van een bijbehorende of toegewezen parkeervoorziening.
-
3. Op door het college aangewezen bedrijfsterreinen is het ambulantiecriterium, bedoeld in het tweede lid niet van toepassing.
-
4. Het college stelt het maximale aantal bedrijfsvergunningen per branche en sector vast.
-
5. Het college verleent op aanvraag aan organisaties in het onderwijs en kinderopvang een maximum aantal vergunningen dat gelijk is aan 75% van het totaal aantal medewerkers. Daarbij geldt als uitgangspunt de registratie in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Om in aanmerking te komen voor deze vergunningen dienen de organisaties ingeschreven te zijn met een van onderstaande SBI-codes:
- a.
85.20.1 basisonderwijs voor leerplichtigen;
- b.
85.20.2 speciaal basisonderwijs;
- c.
85.20.3 speciaal onderwijs in expertisecentra;
- d.
85.31.1 havo en vwo;
- e.
85.31.2 voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs;
- f.
85.31.3 praktijkonderwijs;
- g.
85.31.4 brede scholengemeenschappen voor voortgezet onderwijs;
- h.
85.32.1 middelbaar beroepsonderwijs;
- i.
85.32.2 educatie;
- j.
85.32.3 middelbaar beroepsonderwijs en educatie (gecombineerd);
- k.
85.41 niet-universitair hoger onderwijs;
- l.
85.42 universitair hoger onderwijs;
- m.
88.91.1 kinderopvang;
- n.
88.91.2 peuterspeelzaalwerk.
- a.
-
6. Indien de uitkomst van deze berekening leidt tot een breuk vindt afronding naar boven plaats.
-
7. Een vergunning wordt verleend aan een manege ten behoeve van de eigenaar of gebruiker van een pensionstalling, tot het maximum dat is gekoppeld aan de parkeernorm voor maneges.
-
8. Een vergunning wordt voor maximaal twaalf maanden verleend indien de aanvrager via een volverklaring aantoont dat aanvrager op het moment van de aanvraag feitelijk niet over de bijbehorende of toegewezen parkeervoorziening beschikt of had kunnen beschikken.
-
9. De vergunningen, bedoeld in het eerste, vijfde, zevende en achtste lid worden niet verleend als sprake is van een gebouw of gebouwencomplex waarvoor een omgevingsvergunning is verleend met gebruikmaking van de Beleidsregeling Parkeernormen auto en fiets gemeente Rotterdam 2022. Uitzondering hierop is als toepassing is gegeven aan artikel 4, artikel 6, eerste lid, onderdeel b of artikel 8 van de Beleidsregeling Parkeernormen auto en fiets gemeente Rotterdam 2022.
-
10. De vergunningen, bedoeld in het eerste, vijfde, zevende en achtste lid worden niet verleend als sprake is van een gebouw of gebouwencomplex waarvoor een omgevingsvergunning is verleend met gebruikmaking van een bijzonder gemeentelijk belang. Deze afwijking geldt niet wanneer in de omgevingsvergunning naar het straatparkeren wordt verwezen als parkeermogelijkheid.
-
11. De vergunningen, bedoeld in het eerste, vijfde, zevende en achtste lid worden niet verleend als sprake is van een gebouw of gebouwencomplex, waarvoor een omgevingsvergunning is verleend met gebruik van een bijzondere vrijstelling van de parkeereis.
-
12. De vergunningen, bedoeld in het eerste, vijfde, zevende en achtste lid worden niet verleend als de aanvrager gevestigd is in een gebouw of gebouwencomplex met een bijbehorende of toegewezen parkeervoorziening waarover deze op het moment van de aanvraag feitelijk niet beschikt of had kunnen beschikken, maar er vanuit de eigenaar of beheerder van de bijbehorende of toegewezen parkeervoorziening een parkeeralternatief geboden wordt binnen 500 meter loopafstand tot het adres van de aanvrager.
-
13. De vergunningen, bedoeld in het eerste, vijfde, zevende en achtste lid worden niet verleend als sprake is van een gebouw of gebouwencomplex waarvoor een omgevingsvergunning is verleend met gebruikmaking van artikel 4, onderdeel b van de Beleidsregeling Parkeernormen auto en fiets gemeente Rotterdam 2018. Deze afwijking geldt niet wanneer in de omgevingsvergunning naar het straatparkeren wordt verwezen als parkeermogelijkheid.
-
14. De vergunninghouder kan via een kentekenwijziging met een ander voertuig gebruik maken van de vergunning. De weigeringsgronden genoemd in artikel 14 en 15 zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6 Parkeervergunning maatschappelijke instellingen
-
1. Het college verleent op aanvraag een parkeervergunning aan verenigingen ten behoeve van hun leden indien:
- a.
de vereniging blijkens het handelsregister van de Kamer van Koophandel gevestigd is op een adres in de sector waarvoor de vergunning is aangevraagd;
- b.
de vereniging gevestigd is op een adres in een gebouw of gebouwencomplex zonder bijbehorende of toegewezen parkeervoorziening;
- c.
de vereniging is geregistreerd in het handelsregister van de Kamer van Koophandel met een van onderstaande SBI-codes:
- 1°.
93.12.1 veldvoetbal;
- 2°.
93.12.2 veldsport in teamverband (geen voetbal);
- 3°.
93.12.3 atletiek;
- 4°.
93.12.4 tennis;
- 5°.
93.12.5 paardensport en maneges;
- 6°.
93.12.6 wielersport;
- 7°.
93.12.8 wintersport;
- 8°.
93.12.9 overige buitensport;
- 9°.
93.14.1 individuele zaalsport;
- 10°.
93.14.2 zaalsport in teamverband;
- 11°.
93.14.3 kracht- en vechtsport;
- 12°.
93.14.4 bowlen, kegelen, biljarten e.d.;
- 13°.
93.14.5 denksport;
- 14°.
93.14.6 sportscholen;
- 15°.
93.14.9 overige binnensport en omnisport;
- 16°.
93.15.1 zwem- en onderwatersport;
- 17°.
93.15.2 roei-, kano-, zeil- en surfsport e.d.;
- 18°.
93.19.2 hengelsport;
- 19°.
93.19.9 overige sportactiviteiten (rest).
- 1°.
- a.
-
2. Het college verleent op aanvraag een parkeervergunning aan maatschappelijke instellingen ten behoeve van hun vrijwilligers indien:
- a.
de instelling blijkens het handelsregister van de Kamer van Koophandel gevestigd is op een adres in de sector waarvoor de vergunning is aangevraagd;
- b.
de instelling gevestigd is op een adres in een gebouw of gebouwen-complex zonder bijbehorende of toegewezen parkeervoorziening;
- c.
de instelling is geregistreerd in het handelsregister van de Kamer van Koophandel met een van onderstaande SBI-codes:
- 1°.
32.99.1 sociale werkvoorziening;
- 2°.
88.99.2 maatschappelijk werk;
- 3°.
88.99.3 lokaal welzijnswerk;
- 4°.
88.99.9 overig maatschappelijk advies, gemeenschapshuizen, samenwerkingsverbanden welzijn;
- 5°.
94.91.1 religieuze organisaties.
- 1°.
- a.
-
3. Het maximaal aantal te verlenen parkeervergunningen is afhankelijk van de SBI-code waarmee de instelling geregistreerd staat en het aantal leden of vrijwilligers. Daarbij geldt als uitgangspunt de verklaring ledenaantal of vrijwilligersverklaring. Op dit aantal te verlenen parkeervergunningen wordt in mindering gebracht het aantal parkeerplaatsen waarover de instelling kan beschikken indien sprake is van een bijbehorende of toegewezen parkeervoorziening.
-
4. Het college stelt het maximaal aantal te verlenen parkeervergunningen maatschappelijke instellingen per sector vast.
Artikel 7 Bedrijfsurenvergunning
-
1. Het college verleent op aanvraag een bedrijfsurenvergunning aan:
- a.
de in artikel 5, vijfde lid genoemde organisaties;
- b.
de in artikel 6, eerste lid, onderdeel c, genoemde instellingen;
- c.
de in artikel 6, tweede lid, onderdeel c, genoemde instellingen;
- d.
de in artikel 8, eerste lid, onderdeel e, genoemde instellingen;
- e.
zorginstellingen ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel met een van onderstaande SBI-codes:
- 1°.
86.10.4 geestelijke gezondheids- en verslavingszorg met overnachting;
- 2°.
86.22.1 praktijken van medisch specialisten en medische dagbehandelcentra (geen tandheelkunde of psychiatrie);
- 3°.
86.22.2 praktijken van psychiaters en dagbehandelcentra voor geestelijke gezondheids- en verslavingszorg;
- 4°.
86.23.1 praktijken van tandartsen;
- 5°.
86.23.2 praktijken van tandheelkundig specialisten;
- 6°.
86.92.1 gezondheidscentra;
- 7°.
86.92.2 arbobegeleiding en re-integratie;
- 8°.
86.92.9 samenwerkingsorganen op het gebied van gezondheidszorg en overige;
- 9°.
87.10 verpleeghuizen;
- 10°.
87.20 huizen en dagverblijven voor verstandelijk gehandicapten en psychiatrische cliënten;
- 11°.
87.30.1 huizen en dagverblijven voor niet-verstandelijk gehandicapten;
- 12°.
87.30.2 verzorgingshuizen;
- 13°.
87.90.1 jeugdzorg met overnachting en dagverblijven voor jeugdzorg;
- 14°.
87.90.2 maatschappelijk opvang met overnachting.
- 1°.
- f.
bedrijven gevestigd op door het college aangewezen bedrijfsterreinen.
- a.
-
2. Artikel 5, eerste tot en met zevende lid en het negende tot en met het dertiende lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de verlening van bedrijfsurenvergunningen met dien verstande dat voor ‘bedrijfsvergunning’ wordt gelezen ‘bedrijfsurenvergunning’.
-
3. Artikel 6, eerste en tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de verlening van bedrijfsurenvergunningen met dien verstande dat voor ‘parkeervergunning aan maatschappelijke instellingen’ wordt gelezen bedrijfsurenvergunning’.
-
4. De vergunning op grond van artikel 5, eerste, vijfde en zevende lid, en artikel 6, eerste en tweede lid, kan door bedrijven genoemd in het eerste lid, worden uitgewisseld voor een bedrijfsurenvergunning.
-
5. Per kalendermaand heeft het bedrijf per vergunning recht op maximaal 132 uur parkeren met eenheden van 10 minuten.
Artikel 8 Stadsbrede vergunning
-
1. Het college verleent op aanvraag een stadsbrede vergunning aan de hierna vermelde organisaties, instellingen, functionarissen of personen:
- a.
huisartsen met praktijk in Rotterdam;
- b.
verloskundigen met praktijk in Rotterdam;
- c.
Vereniging Dierenambulance Rotterdam ten behoeve van de ambulances;
- d.
Stichting Dierenambulance Rotterdam en Omstreken ten behoeve van de ambulances;
- e.
zorginstellingen welke hoofdzakelijk ambulante zorg verlenen die zijn ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel met een van onderstaande SBI-codes, ten behoeve van de uitvoering van ambulante zorg in Rotterdam, onderbouwd met een schriftelijke verklaring ambulante zorg:
- 1°.
86.21 praktijken van huisartsen;
- 2°.
86.91.1 praktijken van verloskundigen;
- 3°.
86.92.3 preventieve gezondheidszorg (geen arbo-begeleiding);
- 4°.
88.10.1 thuiszorg;
- 5°.
88.10.2 welzijnswerk voor ouderen;
- 6°.
88.10.3 ondersteuning en begeleiding van gehandicapten;
- 7°.
88.99.1 ambulante jeugdzorg;
- 1°.
- f.
Politie Eenheid Rotterdam ten behoeve van de niet-herkenbare politievoertuigen;
- g.
Gemeentelijke Gezondheidsdienst ten behoeve van de röntgenbus;
- h.
Stichting Zwerfkatten ten behoeve van de motorvoertuigen die zwaar materiaal vervoeren;
- i.
non-profit organisaties met voertuigen ten behoeve van voedseluitgifte;
- j.
wijkbussen en wijkauto's, waarmee georganiseerd aanvullend vervoer wordt geboden aan ouderen en gehandicapten;
- k.
rechtercommissaris en griffiers van de rechtbank Rotterdam ten behoeve van de voertuigen die worden gebruikt bij piketdiensten;
- l.
Veiligheidsregio Rotterdam ten behoeve van de voertuigen die gebruikt worden bij piketdiensten;
- m.
gemeentelijke diensten ten behoeve van dienstvoertuigen;
- n.
Slachtofferhulp Nederland ten behoeve van acute zorgverlening;
- o.
Maasstad Ziekenhuis ten behoeve van de dialyseauto;
- p.
houders van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in de Regeling gehandicaptenparkeerkaart, die volgens de BRP woonachtig zijn in Rotterdam en waarbij de aanvrager of diens huisgenoot:
- 1°.
kentekenhouder is van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is aangevraagd;
- 2°.
de aanvrager een motorvoertuig gebruikt van het bedrijf waarbij hij in loondienst is en waarbij het motorvoertuig op naam staat van het bedrijf dan wel sprake is van een leaseovereenkomst op naam van het bedrijf; of
- 3°.
de aanvrager feitelijk gebruiker is van een motorvoertuig dat van een autoverhuurbedrijf is gehuurd of geleased.
- 1°.
- a.
-
2. Aan de houder van een gehandicaptenparkeerkaart zoals bedoeld in het eerste lid, onderdeel p, wordt maximaal één stadsbrede vergunning verleend.
-
3. Indien de aanvraag een motorvoertuig met een niet-Nederlands kenteken betreft wordt op aanvraag een vergunning verleend indien aan de BPM-plicht is voldaan of sprake is van BPM-vrijstelling.
-
4. De stadsbrede vergunning geldt voor het gehele gereguleerde gebied.
Artikel 9. Parkeervergunning voor autodelen
-
1. Het college verleent op volgorde van binnenkomst van de aanvraag een stadsbrede vergunning voor free-floating autodelen aan een autodeelorganisatie indien:
- a.
de autodeelorganisatie blijkens een uittreksel uit het handelsregister, niet ouder dan zes weken gerekend vanaf datum aanvraag, is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel of bij een gelijkwaardig register in een lidstaat van de Europese Unie en
- b.
de autodeelorganisatie in Rotterdam uitsluitend free-floating voertuigen aanbiedt die elektrisch zijn en
- c.
de autodeelorganisatie op grond van een overeenkomst motorvoertuigen 24 uur per dag beschikbaar stelt voor autodelen aan meerdere deelnemers en
- d.
de autodeelorganisatie een exploitatieplan heeft ingediend waaruit blijkt dat wordt of zal worden voldaan aan de volgende eisen:
- 1°.
de autodeelorganisatie stimuleert het gebruik van de voertuigen in het algemeen en voor ritten van meer dan 7,5 kilometer in het bijzonder;
- 2°.
de spreiding van auto’s van de autodeelorganisatie is passend bij de vraag;
- 3°.
de autodeelorganisatie levert een bijdrage aan de vervoersinclusiviteit;
- 4°.
de autodeelorganisatie draagt zorg voor monitoring, dataverzameling, kennisdeling en communicatie over het gebruik en de kwaliteit van de dienst;
- 5°.
de autodeelorganisatie maakt gebruikers bewust van de geldende wet- en regelgeving;
- 6°.
de autodeelorganisatie is servicegericht tegenover zowel klanten als derden, waaronder in ieder geval begrepen bewoners;
- 7°.
de autodeelorganisatie is bereikbaar en garandeert de communicatie met gebruikers, de gemeente en derden, waaronder in ieder geval begrepen bewoners;
- 8°.
de autodeelorganisatie handelt klachten en meldingen binnen 24 uur af;
- 9°.
de autodeelorganisatie werkt mee aan een halfjaarlijkse evaluatie van het gebruik van het deelsysteem door middel van een evaluatiegesprek met de gemeente op basis van de informatie die op grond van het vierde lid is verstrekt;
- 10°.
de autodeelorganisatie maakt gebruik van een open standaard en deelt geanonimiseerde verplaatsingsgegevens van het deelsysteem met de gemeente;
- 11°.
de autodeelorganisatie doet jaarlijks onderzoek naar de gebruikers van de dienst, waarbij de aspecten modal shift, effecten op autogebruik, trends en ontwikkelingen over het verplaatsingsgedrag van gebruikers worden betrokken.
- 1°.
- a.
-
2. Het college verleent op volgorde van binnenkomst van de aanvraag een parkeervergunning voor zone-floating autodelen aan een autodeelorganisatie die voldoet aan de voorwaarden zoals beschreven in het eerste lid.
-
3. Het college verleent per autodeelorganisatie maximaal 200 stadsbrede autodeelvergunningen.
-
4. De autodeelorganisatie levert het college per kwartaal de volgende informatie aan:
- a.
aantal actieve voertuigen;
- b.
aantal deelautogebruikers;
- c.
aantal verhuringen;
- d.
gemiddelde gebruikersratio per deelauto;
- e.
gemiddelde stilstand tijd;
- f.
totaal aantal gereden kilometers;
- g.
gemiddelde ritlengte;
- h.
gemiddelde ritduur;
- i.
gemiddeld gebruik per sector;
- j.
ritgegevens met locatie en tijdstip van herkomst en bestemming;
- k.
spreiding servicegebied bij free-floating autodelen of locatieoverzicht van de deelauto’s bij zone-floating autodelen;
- l.
aantal klachten en overlastmeldingen;
- m.
laadpasgegevens voor gemiddelde laad- en parkeertijd bij laadpalen.
- a.
Artikel 10 Belanghebbendenvergunning
Het college kan op aanvraag aan de hierna genoemde aanvragers een belanghebbendenvergunning verlenen, die uitsluitend geldt op de aan hen door het college toegewezen vaste parkeerplaatsen:
- a.
consuls;
- b.
houders van het door de gemeente Rotterdam uitgereikte keurmerk voor taxichauffeurs;
- c.
houders van dienstvoertuigen van de RET.
Artikel 11 Belanghebbendenvergunning voor stationbased autodelen
-
1. Het college verleent op aanvraag een belanghebbendenvergunning voor stationbased autodelen.
-
2. Artikel 9, eerste en vierde lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de verlening van belanghebbendenvergunning voor stationbased autodelen met dien verstande dat voor ‘stadsbrede vergunning’ wordt gelezen ‘belanghebbendenvergunning’ en voor ‘free-floating’ wordt gelezen ‘stationbased’.
Artikel 12 Maximering aantal vergunningen per sector
-
1. Het college stelt het maximaal aantal uit te geven vergunningen per sector vast.
-
2. Het college stelt het maximaal aantal uit te geven stadsbrede parkeervergunningen voor free-floating autodelen vast.
-
3. Indien het maximaal aantal uit te geven vergunningen per sector is verleend, wordt de aanvrager op een wachtlijst voor deze sector geplaatst, waarbij bewoners en bedrijven op aparte wachtlijsten staan.
-
4. Deze wachtlijsten worden aangelegd op volgorde van binnenkomst van de aanvragen van bewoners en bedrijven, waarbij de datum van registratie door de gemeente Rotterdam bepalend is.
-
5. Bij de wachtlijst voor bewoners worden de aanvragen voor een bewonersvergunning op volgorde van binnenkomst gerangschikt waarbij geldt dat de aanvragen voor de eerste bewonersvergunningen voor gaan op de aanvragen voor de tweede bewonersvergunningen en de aanvragen voor de tweede bewonersvergunningen voor gaan op de aanvragen voor de derde bewonersvergunningen.
-
6. Aan de op de wachtlijst geplaatste aanvrager kan op diens verzoek een tijdelijke vergunning worden verleend voor een aangrenzende sector op voorwaarde dat deze tijdelijke vergunning voor de betreffende aangrenzende sector beschikbaar is.
-
7. Deze sector wordt door het college bepaald binnen de grenzen van redelijkheid en billijkheid voor wat betreft de afstand tot het adres waarvoor de vergunning wordt aangevraagd.
-
8. De tijdelijke vergunning wordt verleend voor bepaalde tijd met een maximale duur van twaalf maanden, maar niet langer dan de duur van de plaatsing op de wachtlijst voor de eigen sector.
Artikel 13 Weigeren van een vergunning
Het college kan een vergunning weigeren indien:
- a.
de aanvrager niet voldoet aan de aanvraagvereisten, die aan het verlenen van een vergunning zijn gesteld;
- b.
de aanvrager volgens opgave van de gemeente Rotterdam een invorderbare belastingschuld heeft openstaan of een verschuldigde parkeerbelasting niet heeft betaald.
Artikel 14 Weigeren van een vergunning vanwege belasting van de luchtkwaliteit
-
1. Het college kan tevens een vergunning weigeren indien vergunning wordt gevraagd voor een:
- a.
geregistreerde personenauto of bestelauto op benzine of LPG met een emissieklasse 0;
- b.
geregistreerde personenauto of bestelauto op diesel met een emissieklasse lager dan 3;
- c.
geregistreerde vrachtauto zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990 met een euroklasse lager dan de Europese emissieklasse 4.
- a.
-
2. Deze weigeringsgronden zijn niet van toepassing indien de aanvraag om een vergunning betrekking heeft op:
- a.
overdracht van een vergunning voor een ongewijzigd kenteken binnen een adres;
- b.
aanvraag van de parkeervergunning binnen één maand na ingangsdatum van de invoering betaald parkeren in de nieuwe sector.
- a.
-
3. Deze weigeringsgronden zijn evenmin van toepassing indien de vergunning wordt aangevraagd voor:
- a.
een oldtimer, voertuig met een datum van eerste toelating van 40 jaar of ouder;
- b.
een teruggekeurd voertuig zoals bedoeld in artikel 6.1, vierde lid, van de Regeling voertuigen;
- c.
een personen- of bestelauto op benzine of LPG die blijkens de voertuiggegevens van de Basisregistratie Voertuigen van de Dienst Wegverkeer de aanduiding E2, K6-G of U9 heeft.
- a.
Artikel 15 Weigeren van een vergunning vanwege toekenning RDW code
Het college kan tevens een vergunning weigeren indien vergunning wordt gevraagd voor een voertuig waaraan door de Dienst Wegverkeer een van onderstaande codes is toegekend:
- a.
code 34: ongeldig vanwege sloop, uitvoer zonder inlevering van deel I of ongeldig vanwege speciale situaties;
- b.
code 51: voertuig gesloopt door erkend bedrijf (KR 37.4);
- c.
code 52: uitvoer voertuig (KR 37.3b);
- d.
code 55: voertuig gesloopt niet door erkend bedrijf (KR 37.5);
- e.
code 60: voertuig voldoet niet aan technische eisen (total loss);
- f.
code 93: vervallen, dat wil zeggen ongeldig vanwege sloop, uitvoer met inlevering van minimaal deel I.
Artikel 16 Intrekken van een vergunning
-
1. Het college kan een vergunning intrekken indien:
- a.
de vergunninghouder niet, niet tijdig of niet volledig de parkeerbelasting, bedoeld in artikel 5, onderdeel a, van de Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2025 heeft voldaan;
- b.
de vergunninghouder niet of niet meer voldoet aan de aanvraagvereisten die aan de vergunning zijn gesteld;
- c.
de vergunninghouder bij de gemeente Rotterdam een invorderbare belastingschuld heeft openstaan;
- d.
de vergunninghouder bij zijn aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens heeft verstrekt.
- a.
-
2. Het college kan tevens een vergunning intrekken indien:
- a.
de vergunninghouder om intrekking verzoekt;
- b.
de vergunninghouder niet meer woont of werkt in het gebied waarvoor de vergunning is afgegeven;
- c.
sprake is van redenen van algemeen belang;
- d.
zich een wijziging voordoet in de omstandigheden die zijn betrokken bij de vergunningverlening;
- e.
de vergunninghouder in liquidatie of in staat van faillissement is gesteld;
- f.
het voertuig, waarvoor de vergunning is verleend, niet voldoet aan de eisen genoemd in artikel 14 of 15;
- g.
de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning gestelde voorschriften of het overeengekomen contract ten behoeve van de toekenning van de vergunning.
- a.
Artikel 17 Hardheidsclausule
Het college kan de artikelen 2 tot en met 16 buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de regulering van de parkeerdruk zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 18 Overgangsregeling
Autodeelorganisaties die op het moment van inwerkingtreding van dit besluit reeds in het bezit zijn van een vergunning voor stationbased autodelen zoals bedoeld in artikel 11, behoeven tot en met 31 december 2025 niet te voldoen aan artikel 9, eerste lid, onderdeel b, onder de voorwaarde dat deelauto’s die reeds elektrisch zijn niet (terug)vervangen mogen worden door fossiele voertuigen.
Artikel 19 Intrekking oude regeling
Het Uitvoeringsbesluit Parkeren Rotterdam 2024 wordt ingetrokken.
Artikel 20 Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.
Artikel 21 Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Parkeren Rotterdam 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van 17 december 2024.
De secretaris,
G.J.D. Wigmans
De burgemeester,
C.J. Schouten
Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl
Toelichting
Op grond van artikel 2 lid 4 van de Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2025 kan het college nadere regels en beperkingen vaststellen met betrekking tot:
- a.
het verlenen, intrekken en weigeren van parkeervergunningen;
- b.
de geldigheid van parkeervergunningen;
- c.
het gebruik van parkeervergunningen.
Het college doet dit via vaststelling van het Uitvoeringbesluit Parkeren Rotterdam 2025.
Aanpassingen per 1 januari 2025
Artikel 1 Begripsbepalingen
In de begripsbepalingen is het begrip ledenlijst vervangen door het begrip verklaring ledenaantal. In de praktijk is gebleken dat bij gebruik van bij het NOC*NSF gedeponeerde ledenlijsten er mogelijk problemen kunnen ontstaan in het kader van de AVG.
Artikel 2 Bewonersparkeervergunning
Er is een twintgste lid ingevoegd, waarin wordt geregeld dat er geen bewonersparkeervergunningen worden verleend als sprake is van een gebouw of gebouwencomplex waarvoor een omgevingsvergunning is verleend met gebruikmaking van artikel 4, onderdeel b van de Beleidsregeling Parkeernormen auto en fiets gemeente Rotterdam 2018. Deze afwijking geldt niet wanneer in de omgevingsvergunning naar het straatparkeren wordt verwezen als parkeermogelijkheid.
Artikel 4 Mantelzorgvergunning
Het vierde lid is aangescherpt in die zin dat bij de beschikking krachtens de Wet maatschappelijke ondersteuning expliciet moet blijken dat de aanvrager van de mantelzorgvergunning daadwerkelijk mantelzorgbehoevend is.
Artikel 5 Bedrijfsparkeervergunning
Er is een zevende lid ingevoegd, waarin wordt geregeld dat er een bedrijfsparkeervergunning wordt verleend aan een manege ten behoeve van de eigenaar of gebruiker van een pensionstalling, tot een maximum dat is gekoppeld aan de parkeernorm voor maneges.
Er is een dertiende lid ingevoegd, waarin wordt geregeld dat er geen bedrijfsparkeervergunningen worden verleend als sprake is van een gebouw of gebouwencomplex waarvoor een omgevingsvergunning is verleend met gebruikmaking van artikel 4, onderdeel b van de Beleidsregeling Parkeernormen auto en fiets gemeente Rotterdam 2018. Deze afwijking geldt niet wanneer in de omgevingsvergunning naar het straatparkeren wordt verwezen als parkeermogelijkheid.
Artikel 7 Bedrijfsurenvergunning
Aan het eerste lid is een onderdeel f toegevoegd, waarin wordt geregeld dat de bedrijfsurenvergunning ook kan worden aangevraagd door bedrijven die gevestigd zijn op door het college aangewezen bedrijfsterreinen.
Artikel 8 Stadsbrede vergunning
Het eerste lid, onderdeel e is aangescherpt in die zin dat de aanvraag voor een stadsbrede vergunning door de zorginstelling met een schriftelijke verklaring ambulante zorg dient te worden onderbouwd.
Artikel 12 Maximering aantal vergunningen per sector
Het vijfde lid is aangepast waarbij wordt geregeld dat bij wachtlijsten voor bewoners de aanvragen voor een tweede bewonersvergunning worden geplaatst boven de aanvragen voor een derde bewonersvergunning.
Artikel 18 Overgangsregeling
Artikel 18 wordt aangepast in die zin dat autodeelorganisaties die op het moment van inwerkingtreding van dit besluit reeds in het bezit zijn van een vergunning voor stationbased autodelen zoals bedoeld in artikel 11, tot en met 31 december 2025 niet behoeven te voldoen aan artikel 9, eerste lid, onderdeel b (gebruik van elektrische voertuigen), onder de voorwaarde dat deelauto’s die reeds elektrisch zijn niet (terug)vervangen mogen worden door fossiele voertuigen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl