Beleidsregel pilot gebiedsontzeggingen APV Kapelle 2024

Geldend van 25-12-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel pilot gebiedsontzeggingen APV Kapelle 2024

De burgemeester van de gemeente Kapelle;

Overwegende, dat:

  • -

    het gewenst is om beleidsregels vast te stellen omtrent de toepassing van artikel 2:78 Algemene Plaatselijke Verordening Kapelle (APV Kapelle), gelet op de artikelen 4:81, eerste lid 4:83 en 1:3, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende beleidsregels:

‘Beleidsregel pilot gebiedsontzeggingen APV Kapelle 2024’

Artikel 1 Toepassingsbereik

  • 1. Een gebiedsontzegging kan worden opgelegd indien:

    • a.

      een in artikel 2 genoemd feit wordt gepleegd binnen de gebieden zoals aangewezen in het Aanwijzingsbesluit 12 uurs gebiedsontzegging gemeente Kapelle 2024 behorende bij deze beleidsregels;

    • b.

      de handelingen zijn gepleegd binnen het in artikel 3 tweede lid genoemde tijdvak.

  • 2. het gebied waarvoor een gebiedsontzegging kan worden opgelegd de gebieden zoals aangewezen in het Aanwijzingsbesluit 12 uurs gebiedsontzegging gemeente Kapelle 2024 behorende bij deze beleidsregels betreft.

Artikel 2 Strafbare feiten

Bij constatering van de volgende overtredingen kan een gebiedsontzegging worden opgelegd:

  • -

    Artikel 2:1 APV Samenscholing en ongeregeldheden

  • -

    Artikel 2:44 APV Vervoer inbrekerswerktuigen

  • -

    Artikel 2:45 APV Betreden van plantsoenen en dergelijke

  • -

    Artikel 2:26 APV Ordeverstoring bij evenementen

  • -

    Artikel 2:47 APV Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen

  • -

    Artikel 2:48 APV Verboden drankgebruik

  • -

    Artikel 2:49 APV Verboden gedrag bij of in gebouwen

  • -

    Artikel 2:50 APV Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten

  • -

    Artikel 2:65 APV Bedelarij

  • -

    Artikel 4:6 APV Overige geluidhinder

  • -

    Artikel 4:8 APV Natuurlijke behoefte doen

  • -

    Artikel 5:15 APV Ventverbod

  • -

    Artikel 461 Sr Verboden voor onbevoegden

  • -

    Artikel 180 jo. 182 Sr Wederspannigheid

  • -

    Artikel 239 Sr Schennis

  • -

    Artikel 300 Sr Eenvoudige mishandeling

  • -

    Artikel 310 jo. 311 Sr Diefstal

  • -

    Artikel 350 jo. 351 jo. 352 Sr Vernieling

  • -

    Artikel 424 Sr Baldadigheid

  • -

    Artikel 426 Sr Ordeverstoring in dronkenschap

  • -

    Artikel 2:74 APV Drugshandel op straat

  • -

    Artikel 3:19 APV Straatprostitutie

  • -

    Artikel 141 Sr Openlijke geweldpleging

  • -

    Artikel 184 Sr Niet voldoen aan ambtelijk bevel

  • -

    Artikel 266 jo. 267 Sr Belediging

  • -

    Artikel 285 Sr Bedreiging

  • -

    Artikel 287 Sr (Poging tot) doodslag

  • -

    Artikel 302 Sr Zware mishandeling

  • -

    Artikel 312 Sr Diefstal met geweldpleging

  • -

    Artikel 317 jo. 318 Sr Afpersing en afdreiging

  • -

    Artikel 453 Sr Openbare dronkenschap

  • -

    Artikel 13 WWM Vervaardigen van wapens

  • -

    Artikel 26 jo. 27 WWM Beschikking over wapens

  • -

    Artikel 2 Opw Harddrugs *

  • -

    Artikel 3 Opw Softdrugs *

* indien de aangetroffen hoeveelheid groter is dan de gebruikshoeveelheid als bedoeld in de richtlijn van het college van procureurs-generaal.

Artikel 3 Mandaat

  • 1. Alle politiefunctionarissen van de eenheid Zeeland-West-Brabant zijn in het kader van deze beleidsregel gemandateerd tot het opleggen van een bevel tot gebiedsontzegging.

  • 2. Het mandaat is alleen van toepassing indien de in artikel 2 genoemde strafbare feiten zijn gepleegd gedurende de jaarwisseling 2024-2025 in het volgende tijdvak:

    • a.

      dinsdag 31 december 2024 om 09:00 uur tot woensdag 1 januari 2025 om 13:00 uur.

Artikel 4 duur gebiedsontzegging

Een gebiedsontzegging kan worden bevolen voor de duur van ten hoogste 12 uur bij een eerste constatering.

Artikel 5 Voorwaarden gebiedsontzeggingen

  • 1. Een bevel tot gebiedsontzegging wordt gegeven in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid. De politiefunctionaris die krachtens mandaat het bevel geeft dient in het bevel eenduidig aan te geven op grond waarvan de ontzegging wordt opgelegd. Er moet omschreven worden welke belangen door welke gedragingen zijn geschaad.

  • 2. Een gebiedsontzegging kan worden opgelegd nadat een betrokkene door de politie is aangehouden en/of geverbaliseerd voor overtreding van een of meer van de onder artikel 2 genoemde wettelijke bepalingen.

  • 3. De betrokkene dient voorafgaand aan het opleggen van een gebiedsontzegging in de gelegenheid te worden gesteld een verklaring af te leggen. De betrokkene wordt tevens gevraagd naar zijn belang aangaande de aanwezigheid in het aangewezen gebied. Zijn verklaring wordt schriftelijk vastgelegd.

  • 4. In de bekendmaking van de gebiedsontzegging wordt duidelijk aangegeven voor welke duur en/of welk(e) tijdvak(ken) de ontzegging geldt.

Artikel 6 Dossiervorming en verslaglegging

  • 1. De gebiedsontzegging wordt door de politiefunctionaris uitgereikt aan de betrokkene.

  • 2. De mandaathouder meldt elk afgegeven bevel zo spoedig mogelijk aan de burgemeester.

  • 3. Op verzoek van de burgemeester levert de politiefunctionaris een dossier aan bij de burgemeester.

  • 4. Het in het derde lid bedoelde dossier bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      contactgegevens van de politiefunctionarissen als bedoeld in artikel 3 eerste lid;

    • b.

      (kopie van) gemotiveerd bevel tot gebiedsontzegging middels het daartoe vastgestelde model, ondertekend door de betrokkene en de politiefunctionarissen als bedoeld in artikel 3 vierde lid;

    • c.

      een kopie van het proces-verbaal dat aanleiding heeft gegeven voor een gebiedsontzegging dan wel de in het proces-verbaal genoemde informatie in de vorm van een bestuurlijke rapportage.

  • 5. Indien de betrokkene door omstandigheden niet in staat is de gebiedsontzegging te tekenen voor ontvangst, vermeldt de politiefunctionaris dit in een proces-verbaal van bevindingen. Dit proces-verbaal wordt toegevoegd aan het in het derde lid bedoelde dossier.

Artikel 7 Afwijkingsbevoegdheid

  • 1. De burgemeester kan de ontzegging beperken, een tijdelijke ontheffing verlenen en/of maatwerk toepassen indien dat in verband met persoonlijke omstandigheden van de betrokkene noodzakelijk is.

  • 2. Een gebiedsontzegging is niet van toepassing op personen die zich binnen het aangewezen gebied bevinden in een openbaar middel van vervoer.

  • 3. De burgemeester kan gemotiveerd afwijken van deze beleidsregel, bijvoorbeeld in die gevallen waarin de uitwerking ervan voor betrokkene onevenredig bezwarend is.

Artikel 8 Rechtsmiddelen

De betrokkene aan wie een bevel tot gebiedsontzegging is uitgereikt kan binnen zes weken na uitreiking van het bevel bezwaar maken tegen het bevel of direct na oplegging een voorlopige voorziening aanvragen.

Artikel 9 Overtreding gebiedsontzegging

  • 1. Het is verboden zich te gedragen in strijd met een door of namens de burgemeester opgelegde gebiedsontzegging. Ingevolge artikel 6:1 van de Algemene plaatselijke verordening Kapelle kan overtreding van het bevel bestraft worden met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

  • 2. Het opzettelijk niet voldoen aan een bevel of een vordering, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast of door een ambtenaar belast met of bevoegd verklaard tot het opsporen of onderzoeken van strafbare feiten levert op grond van artikel 184 Sr een strafbaar feit op.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 11 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel pilot gebiedsontzeggingen APV Kapelle 2024”.

Ondertekening