Legesverordening 2025

Geldend van 25-12-2024 t/m heden

Intitulé

Legesverordening 2025

De gemeenteraad van gemeente Leudal

Gezien het voorstel het college d.d.29 oktober 2024 met nummer Z/24/162410/492637 .

Gelet op

Gelet op de artikelen 156,eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet en 13.1a van de Omgevingswet;

Besluit

vast te stellen de volgende:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2025 en bijbehorende Tarieventabel 2025 en Bouwkostenindicator.

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag, of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 3.10 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een algemeen nut beogende instelling of plaatselijke non-profitinstelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1, In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 1 maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

  • 1. De legesverordening 2024 van 11 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

  • 5. Deze verordening wordt aangehaald als: “Legesverordening 2025”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Leudal van 10 december 2024, DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL,

De griffier,De burgemeester,

drs. W.A.L.M. CornelissenD.H. Schmalschläger

Bijlage Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2025

Hoofdstuk 1

ALGEMENE DIENSTVERLENING

 

Paragraaf 1.1

Burgerlijke stand

 

Artikel 1.1

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

1.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

a.

maandag- of woensdagochtend om 09.00 uur in de vergaderruimte de vier Uitersten in het gemeentehuis te Heythuysen of, in een op dat moment beschikbare ruimte, waarbuiten het bruidspaar/partners waarvan een van beide inwoner van de gemeente Leudal moet zijn, maximaal 4 personen aanwezig zijn, gedurende een ceremonie die in totaal niet meer dan 15 minuten in beslag zal nemen en waarverdere (persoonlijke) wensen etc. niet aan de orde zijn

 

b.

maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 19.00 uur met uitzondering van de gratis mogelijkheden als vermeld onder a.

€ 403,75

c.

zaterdag en zondag of een algemeen erkende feestdag als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Algemene Termijnenwet uitgezonderd de vijfde mei, tussen 09.00 en 19.00 uur

€ 646,55

2.

Het tarief voor het aanwijzen van een vrije trouwlocatie voor één dag bedraagt:

€ 153,50

Artikel 1.2

Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

 
 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daargebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

 

a.

maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 19.00 uur

€ 403,75

b.

zaterdag en zondag of een algemeen erkende feestdag als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Algemene Termijnenwet uitgezonderd de vijfde mei, tussen 09.00 en 19.00 uur

€ 646,55

Artikel 1.3

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 
 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op:

 

a.

op maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 19.00 uur

€ 565,80

b.

op zaterdag en zondag of een algemeen erkende feestdag als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Algemene Termijnenwet uitgezonderd de vijfde mei, tussen 09.00 en 19.00 uur

€ 889,10

Artikel 1.4

Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

 
 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in en bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op:

 

a.

op maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 19.00 uur

€ 565,80

b.

op zaterdag en zondag of een algemeen erkende feestdag als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Algemene Termijnenwet uitgezonderd de vijfde mei, tussen 09.00 en 19.00 uur

€ 889,10

Artikel 1.5

Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

 

a.

als beëdiging de rechtbank al heeft plaatsgevonden:

€ 121,15

b.

als beëdiging de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden:

€ 204,40

Artikel 1.6

Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 
 

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige

 

a.

in het gemeentehuis te Heythuysen:

€ 40,30

b.

op elke andere locatie:

€ 80,70

Artikel 1.7

Annuleren of wijzigen datum

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen zodra de gereserveerde datum door de gemeente schriftelijk bevestigd is:

€ 105,00

Artikel 1.8

Trouwboekje of partnerschapsboekje

 
 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje:

€ 48,35

Paragraaf 1.2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

Artikel 1.9

Paspoorten of andere reisdocumenten

 
 

Het tarief voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een nationaal paspoort, zakenpaspoort of een faciliteitenpaspoort

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op 0,05 naar beneden.

€ 86,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op 0,05 naar beneden.

€ 65,70

b.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op 0,05 naar beneden.

€ 65,70

Artikel 1.10

Nederlandse identiteitskaart

 
 

Het tarief voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op 0,05 naar beneden.

€ 78,50

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op 0,05 naar beneden.

€ 42,35

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op 0,05 naar beneden.

€ 38,25

Artikel 1.11

Modaliteiten

 
 

Het tarief voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag

 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op 0,05 naar beneden

€ 59,10

b.

voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document bedraagt, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen:

€ 5,15

Paragraaf 1.3

Rijbewijzen

 

Artikel 1.12

Rijbewijzen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het in de bijlage VI van de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer genoemde bedrag, vermeerderd met het in artikel 104b van het Reglement rijbewijzen genoemde bedrag, waarde som van deze bedragen naar beneden wordt afgerond op een veelvoud van 0,05.

€ 51,10

2.

Indien op het moment van aanvraag het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen heeft verklaard dat de aanvrager op basis van een medische indicatie geschikt is voor het besturen van een motorrijtuig voor een periode korter dan 5 jaar wordt het tarief als bedoeld in artikel 1.12 lid 1 verminderd met een bedrag van € 12,50

€ 38,60

Artikel 1.13

Modaliteiten

 

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

 

a.

een spoedlevering vermeerderd met het bedrag genoemd in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer en verminderd met het bedrag genoemd in bijlage VI onder afdracht van gemeenten van die Regeling.

€ 39,65

Paragraaf 1.4

Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

 

Artikel 1.14

Definities

 

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

Artikel 1.15

Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per één persoon

€ 9,50

b.

tot het verstrekken van gegevens voor meerdere personen, wonende op hetzelfde adres of deel uitmakende van één gezin

€ 9,50

c.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ 9,50

2.

Indien de onder lid 1 sub a en b genoemde aanvragen middels internet (DigiD) plaatsvinden bedraagt het tarief:

€ 5,00

Artikel 1.16

Verstrekking van aangehaakte gegevens

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 24,90

Artikel 1.17

Schriftelijke verstrekking

 
 

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen het maximale bedrag zoals ministeriële regeling vastgesteld.

€ 7,50

Artikel 1.18

Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen met betrekking tot niet in de Basisregistratie personen opgenomen gegevens, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 24,90

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 1.5

Gereserveerd: Bestuursstukken

 

Artikel 1.19

Gereserveerd: Afschriften van bestuursstukken

 

Artikel 1.20

Gereserveerd: Abonnement op bestuursstukken

 

Paragraaf 1.6

Vastgoedinformatie

 

Artikel 1.21

Gereserveerd: Plan- of kaartinformatie

 

Artikel 1.22

Informatie uit registers

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

 

a.

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet:

€ 7,80

b.

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed

€ 7,80

Artikel 1.23

Informatie uit adressenbestanden

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

 

a.

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres:

€ 11,90

b.

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie:

€ 11,90

c.

het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat:

€ 11,90

d.

de gebouwenregistratie

€ 11,90

Paragraaf 1.7

Overige publiekszaken

 

Artikel 1.24

Gereserveerd: Gemeentegarantie

 

Artikel 1.25

Overige publiekszaken

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: het in artikel 1 lid a sub 3 genoemde bedrag van de Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd

€ 41,35

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 8,95

c.

voor een optie voor de Nederlandse nationaliteit of een aanvraag tot naturalisatie, zoals deze opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002, dan wel recentelijk is gewijzigd.

 

Paragraaf 1.8

Gemeentearchief

 

Artikel 1.26

Naspeuringen in gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 27,90

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 1.27

Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 1.28

Gereserveerd: Uitlenen archiefbescheiden

 

Paragraaf 1.9

Bijzondere wetten

 

Artikel 1.29

Gereserveerd: Huisvestingswet 2014

 

Artikel 1.30

Gereserveerd: Leegstandwet

 

Artikel 1.31

Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

a.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd

€ 226,50

b.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00

Artikel 1.32

Telecommunicatiewet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in hoofdstuk 3.4 Ondergrondse infrastructuren van de Algemene verordening gemeente Leudal, omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

 

a.

indien het betreft tracés tot 250 m¹

€ 375,00

b.

indien het betreft tracés vanaf 250 m¹ tot 1500 m¹

€ 439,60

c.

indien het betreft tracés vanaf 1500 m¹ tot 5000 m¹

€ 568,85

d.

indien het betreft tracés vanaf 5000 m¹ en meer , per m¹ tracé

€ 0,10

2.

Het tarief voor het behandeling nemen van een melding als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés tot 25 m¹

€ 78,55

3.

Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in lid 1 genoemde bedrag per overleg verhoogd met

€ 387,65

Artikel 1.33

Wegenverkeerswetgeving

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

a.

om een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 79,15

b.

om een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 79,15

c.

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 50,85

d.

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) met geneeskundig onderzoek

€ 113,20

e.

om een ontheffing, als bedoeld in artikel 61b van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (toestemming om met een huifkar achter een gemotoriseerd voertuig op de openbare weg te mogen rijden)

€ 50,85

f.

tot het afgeven van een verklaring van geen bezwaar ten aanzien van het houden van een toertocht met voertuigen op de binnen de gemeente Leudal gelegen wegen, zijnde geen wedstrijd als bedoeld in artikel 10 van de Wegenverkeerswet

€ 50,85

g.

tot het verstrekken van een duplicaat ontheffing

€ 26,80

h.

tot het nemen van een verkeersbesluit

€ 158,45

i.

tot het verkrijgen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

€ 158,45

j.

voor het plaatsen van een aangepast kenteken onderbord een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken ten gevolge van het wijzigen van het kenteken

€ 40,95

k.

tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.17.1 van de Algemene verordening gemeente Leudal (beperking verkeer in natuurgebieden)

€ 50,85

2.

De in lid 1 sub a en sub k verschuldigde leges zijn niet van toepassing op eigenaren, pachters en landbouwbeheerders voor het bereiken van hun landbouwgronden.

 

Paragraaf 1.10

Diversen

 

Artikel 1.34

Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 5,55

b.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 53,70

c.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 5,55

d.

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 0,10

2.

in formaat A3, per bladzijde:

€ 0,15

3.

in formaat A2 of groter, per bladzijde:

€ 0,20

4.

in digitale vorm:

€ 0,10

e.

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend de in de sub a en d genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

 

Artikel 1.35

Diverse vergunningen of beschikkingen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.14.4 Algemene verordening gemeente Leudal (kampeermiddelen en andere voertuigen)

€ 45,20

b.

voor het in behandeling nemen van een verzoek om een stookvergunning als bedoeld in artikel 3.9.1 Algemene verordening gemeente Leudal (stookvergunning)

€ 67,85

2.

De in lid 1 sub b verschuldigde leges zijn niet van toepassing voor kamp- en vreugdevuren, voor zover het St. Maarten vuren betreft welke worden aangevraagd door geregistreerde buurtverenigingen, samenwerkende buurtverenigingen, dorpsraden of andere door of namens het college aan te wijzen organisaties

 

Hoofdstuk 2

Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

 

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

 

Artikel 2.1

Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage de Omgevingswet, in bijlage I het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I het Omgevingsbesluit en bijlage I de Omgevingsregeling en in de bijlagen het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 
 

Kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit: omgevingsplanactiviteit waarvoor het omgevingsplan een vergunningsplicht bevat en de vergunning in strijd is met het tijdelijk deel van het omgevingsplan en/of in strijd is met de regels van het omgevingsplan. Conform bijlage B behorende de tarieventabel.

 
 

Buitenplanse omgevingsplanactiviteit: omgevingsplanactiviteit waarvoor het omgevingsplan een vergunningsplicht bevat en de vergunning in strijd is het tijdelijk deel van het omgevingsplan en/of in strijd is met de regels van het omgevingsplan.

 
 

Wijziging omgevingsplan: aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsplan waarde gevraagde wijziging rechtstreeks en in overheersende mate het belang van de aanvrager dient (artikel 22.1 en 22.2 Omgevingswet). Deze aanvraag valt onder de werking van artikel 16.30, lid 1, van de Omgevingswet.

 
 

Bouwkosten: Onder bouwkosten/aanlegkosten wordt verstaan de kosten die ontstaan door en worden gemaakt voor de realisering van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning of conceptaanvraag/principeaanvraag is aangevraagd dan wel verleend tot en met de oplevering van dat (bouw)werk, exclusief BTW, en worden berekend aan de hand van de door de raad vastgestelde bouwkostenindicator. Deze bouwkostenindicator is onderdeel van deze verordening en als bijlage A toegevoegd.

 
 

Omgevingsoverleg in de vorm van een intaketafel: complexe ruimtelijke en maatschappelijke initiatieven (gericht op de fysieke leefomgeving) worden aan de gemeentelijke intaketafel besproken en beoordeeld. Het hoofddoel is te bepalen of het initiatief wenselijk is. Dat wil zeggen: past het initiatief de omgevingsvisie, het raadsprogramma, de ambities en opgaven van de gemeente en het beleid en de regelgeving van de ketenpartners en is het kansrijk om verder te ontwikkelen. Zo weet de initiatiefnemer vroeg of zijn plan wenselijk is.

 
 

Omgevingsoverleg in de vorm van een conceptverzoek, al dan niet via toepassing van een omgevingstafel: een verzoek om een toetsing op hoofdlijnen - voorafgaande aan de aanvraag van een omgevingsvergunning of voorafgaande aan een aanvraag om een deel van het omgevingsplan te wijzigen – van de haalbaarheid van een initiatief met daarin elk geval een toets aan de regels van het omgevingsplan en een beoordeling op ruimtelijke kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Zo weet een initiatiefnemer of zijn plan haalbaar is op deze onderdelen.

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

5.

In afwijking van bijlage I de Omgevingsregeling worden de bouwkosten berekend berekend aan de hand van de bedragen (exclusief BTW) in de door de raad vastgestelde bouwkostenindicator, zoals opgenomen in de bijlage A deze tarieventabel. Voor zover deze bouwkostenindicator niet voorziet in een passende hoofcategorie (vetgedrukt in de lijst) wordt onder bouwkosten verstaan: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012;Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk. In dit laatste geval zullen de overgelegde gegevens getoetst worden aan hun wettelijke kaders. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, exclusief de omzetbelasting.

 

Artikel 2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

1.

Leges worden geheven voor een omgevingsoverleg in de vorm van:

 

a.

een intaketafel, waarde wenselijkheid van het initiatief centraal staat

 

b.

voor een eenvoudig conceptverzoek zonder omgevingstafel, waarde haalbaarheid van het initiatief centraal staat:

 

2.

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

b.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

c.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

d.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

e.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

f.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

g.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3

Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2

Voorfase

 

Artikel 2.4

Omgevingsoverleg

 

1.

Voordat een formele aanvraag om een besluit als bedoeld in de overige paragrafen van dit hoofdstuk wordt ingediend en betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een intaketafel waar de wenselijkheid van het initiatief centraal staat:

kosteloos

b.

voor een eenvoudig conceptverzoek zonder omgevingstafel, waarde haalbaarheid van het initiatief centraal staat:

€ 408,80

c.

voor een conceptverzoek met inbegrip van een omgevingstafel, waarde haalbaarheid van het initiatief centraal staat:

€ 766,50

d.

voor een opvolgende / extra behandeling aan de omgevingstafel:

€ 255,50

2.

In afwijking van het eerste lid worden de leges in rekening gebracht als ware het een aanvraag als de leges voor het conceptverzoek hoger zijn dan de leges voor de beoordeelde activiteiten bij een aanvraag zouden zijn.

 

3.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een omgevingsoverleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het omgevingsoverleg vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten.

 

Paragraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

Artikel 2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

bouwkosten minder dan of gelijk aan € 2.500,-

€ 71,80

b.

bouwkosten vanaf € 2.500,- tot en met € 10.000,-

€ 139,15

c.

bouwkosten vanaf € 10.000,- tot € 50.000,-

€ 211,00

 

vermeerderd met

0,630%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 10.000,- te boven gaat

 

d.

bouwkosten € 50.000,- tot 150.000,-

€ 463,00

 

vermeerderd met

0,69%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 50.000,- te boven gaat

 

e.

bouwkosten € 150.000,- tot € 500.000,-

€ 1.153,00

 

vermeerderd met

0,60%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 150.000,- te boven gaat

 

f.

bouwkosten € 500.000 tot € 2.250.000,-

€ 3.253,00

 

vermeerderd met

0,47%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 500.000,- te boven gaat

 

g.

bouwkosten € 2.250.000,- en hoger

€ 11.478,00

 

vermeerderd met

0,39%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 2.250.000,- te boven gaat

 
 

met een maximum van:

€ 22.198,00

Artikel 2.6

Omgevingsplanactiviteit (ruimtelijke deel): bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk -of terrein

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk -of terrein, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

bouwkosten minder dan of gelijk aan € 2.500,-

€ 167,65

b.

bouwkosten vanaf € 2.500,- tot en met € 10.000,-

€ 324,75

c.

bouwkosten vanaf € 10.000,- tot € 50.000,-

€ 492,45

 

vermeerderd met 1,47%

1,47%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 10.000,- te boven gaat

 

d.

bouwkosten € 50.000,- tot 150.000,-

€ 1.080,45

 

vermeerderd met

1,61%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 50.000,- te boven gaat

 

e.

bouwkosten € 150.000,- tot € 500.000,-

€ 2.690,45

 

vermeerderd met

1,41%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 150.000,- te boven gaat

 

f.

bouwkosten € 500.000 tot € 2.250.000,-

€ 7.625,45

 

vermeerderd met

1,08%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 500.000,- te boven gaat

 

g.

bouwkosten € 2.250.000,- en hoger

€ 26.525,45

 

vermeerderd met

0,91%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 2.250.000,- te boven gaat

 
 

met een maximum van:

€ 51.539,00

2.

voor een omgevingsplanactiviteit die uitsluitend bestaat uit het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk of terrein en waar geen sprake is van een bouwactiviteit:

€ 492,45

3.

Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van de activiteit “afwijken omgevingsplan” (voormalig binnenplanse afwijking) het tarief verhoogd met:

€ 836,35

4.

Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het tarief verhoogd met:

 

a.

voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage B (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit):

€ 836,35

b.

voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder 1:

€ 5.517,60

c.

Indien de aanvraag niet is voorafgegaan door een conceptverzoek zoals bedoeld in artikel 2.4 worden de tarieven genoemd in het voorgaande lid (artikel 2.6 lid 4 onder b) vermeerderd met:

€ 766,50

5.

Een opvolgende BOPA.

 
 

Is voor afwijkingen van het omgevingsplan van de aangevraagde activiteit(en) al een omgevingsvergunning BOPA verleend? Dan hoeven die afwijkingen niet opnieuw te worden beoordeeld (artikel 12.27a Bkl). Dan is er een vermindering van toepassing van 50% van de betreffende leges voor de 2e BOPA.

50%

Artikel 2.7

Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 306,85

Paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Artikel 2.8

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 552,40

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 552,40

2.

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de activiteit voor het wijzigen van een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument waarsprake is van werkzaamheden in het kader van de instandhouding van het monument op basis van een meerjarenonderhoudsrapport, ten behoeve van een rijks-, provinciale of gemeentelijke instandhoudingssubsidie, bedraagt het tarief, in tegenstelling tot hetgeen gesteld onder lid 1 a en b.

€ 114,85

3.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument dat op grond van de Algemene Verordening gemeente Leudal is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

 

a.

als het gaat om een aangewezen monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

 

b.

als het gaat om een monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Artikel 2.9

Rijksmonumentenactiviteit

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 767,25

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 767,25

2.

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de activiteit voor het wijzigen van een rijksmonument waarsprake is van werkzaamheden in het kader van de instandhouding van het monument op basis van een meerjarenonderhoudsrapport, ten behoeve van een rijks-, provinciale of gemeentelijke instandhoudingssubsidie, bedraagt het tarief, in tegenstelling tot hetgeen gesteld onder lid 1 a en b.

€ 114,85

Artikel 2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 306,85

2.

Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

Artikel 2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 306,85

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

 

Artikel 2.12

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.845,65

2.

Het tarief geldt niet voor in de open lucht afvalstoffen verbranden buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer of op een andere wijze vuur aan te leggen, stoken of hebben bedoeld in de Algemene verordening gemeente Leudal in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit

 
 

voor een maatschappelijk evenement zoals een Sint Maartensvuur

 

Artikel 2.13

Overige milieubelastende activiteiten (afdeling 3.2 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.163,95

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 4.218,60

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 4.745,95

Artikel 2.14 tot en met 2.20

Gereserveerd

 

Paragraaf 2.6

Lozingsactiviteiten

 

Artikel 2.21

Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 210,90

Artikel 2.22

Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 210,90

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

 

Artikel 2.23

Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

 

Artikel 2.24

Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 

Artikel 2.25

Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

Artikel 2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in de Algemene verordening gemeente Leudal in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 659,80

Artikel 2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in de Algemene verordening gemeente Leudal in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 276,15

Artikel 2.28

Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 659,80

Paragraaf 2.8

Overige activiteiten

 

Artikel 2.29

Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

 

Artikel 2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Algemene verordening gemeente Leudal in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien het een boom of bomen betreft welke is of zijn vermeld op een lijst van aangewezen beschermenswaardige bomen, of waar het voornemen bestaat om deze op deze lijst te plaatsen:

€ 110,35

b.

als gevolg van legalisatie na illegale kap: indien het een boom of bomen betreft welke is of zijn vermeld op een lijst van aangewezen beschermenswaardige bomen, of waar het voornemen bestaat om deze op deze lijst te plaatsen:

€ 339,70

Artikel 2.31

Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: reclame

 

Artikel 2.32

Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken / objecten plaatsen op de weg

 

Artikel 2.33

Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

 

Artikel 2.34

Andere activiteiten

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningsplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 276,15

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 276,15

Artikel 2.34a

Omgevingsplanactiviteit: Geluidwaarde

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit betreffende het vaststellen van een hogere geluidwaarde als bedoeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving bedraagt het tarief:

€ 1.112,60

Paragraaf 2.9

Maatwerkvoorschriften

 

Artikel 2.35

Maatwerkvoorschriften bouwactiviteiten

 
 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

 

1.

het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

2.

bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

3.

het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

 

4.

het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 
 

per maatwerkvoorschrift:

€ 766,50

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 766,50

Artikel 2.36

Maatwerkvoorschriften milieubelastende activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 421,85

b.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit:

€ 421,85

c.

vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit:

€ 421,85

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit

€ 421,85

3.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften wordt gedaan door een derde belanghebbende ten behoeve van het verminderen van overlast, worden geen leges in rekening gebracht.

 

Artikel 2.37

Maatwerkvoorschriften overige activiteiten

 
 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 511,00

Paragraaf 2.10

Gelijkwaardigheid

 

Artikel 2.38

Gelijkwaardige maatregel

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

€ 766,50

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:

€ 766,50

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 527,30

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief:

€ 766,50

Paragraaf 2.11

Overige tarieven

 

Artikel 2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 255,50

Artikel 2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

 
 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 255,50

Artikel 2.42

Gereserveerd: Intrekken omgevingsvergunning

 

Artikel 2.43

Gereserveerd: Beoordeling aanvullende gegevens

 

Artikel 2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

 
 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of van het nemen van een ander besluit.

 

Artikel 2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan waarde bevoegdheid ligt de gemeenteraad, tenzij kostenverhaal op een andere wijze is overeengekomen:

€ 10.546,50

b.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan waarde bevoegdheid is gedelegeerd aan het College, tenzij kostenverhaal op een andere wijze is overeengekomen:

€ 5.517,60

Artikel 2.46

Niet genoemd besluit op aanvraag

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 333,70

Paragraaf 2.12

Modaliteiten

 

Artikel 2.47

Achteraf ingediende aanvraag

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met

50%

 

met een maximum van:

€ 1.022,00

Artikel 2.48

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 843,70

Artikel 2.49

Beoordeling onderzoeksrapporten

 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig historisch bodemrapport:

€ 153,30

b.

voor de beoordeling van een milieukundig verkennend bodemrapport:

€ 613,20

c.

Voor de beoordeling van een milieukundig verkennend bodemrapport met XML bestand met x.y. coördinaten in minimaal versie 14

€ 306,60

d.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 306,60

e.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 306,60

f.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 306,60

g.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 2.555,00

Artikel 2.50

Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 459,90

b.

voor een advies van de Commissie Fysieke Leefomgeving Leudal, betrekking hebbend op onder andere monumenten, stedenbouw, welstand, ruimtelijke kwaliteit, kwaliteitsverbetering

€ 86,85

c.

voor een advies van de Commissie Fysieke Leefomgeving Leudal, betrekking hebbend op onder andere monumenten, stedenbouw, welstand, ruimtelijke kwaliteit, kwaliteitsverbetering, indien het een plan betreft op grond van de Nota Kwaliteit

€ 1.122,95

d.

indien een aanvraag meer dan twee keer moet worden voorgelegd aan de commissie Fysieke Leefomgeving ten behoeve van de Nota Kwaliteit, per extra behandeling

€ 561,35

e.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met d, onder andere voor een advies van de Commissie voor de milieueffectenrapportage : het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.51

Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 
 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13

Vermindering

 

Artikel 2.52

Vermindering na omgevingsoverleg

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt

100%

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges, uitsluitend die leges zoals opgenomen in artikel 2.4 lid 1 onderdeel b en c.

 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

 

a

voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

 

b

in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

 

c

binnen zes maanden na het laatste omgevingsoverleg of conceptaanvraag als bedoeld in de tarieventabel van de legesverordening Leudal 2023 of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

3.

In afwijking van hetgeen in lid 1 is opgenomen is wanneer een aanvraag omgevingsvergunning voorafgegaan door een beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2 als bedoeld in de tarieventabel van de legesverordening Leudal 2023 en wordt voldaan aan de voorwaarden van lid 2 een vermindering van toepassing van 50%

50%

Artikel 2.53

Gereserveerd: Vermindering meervoudige aanvraag

 

Paragraaf 2.14

Teruggaaf

 

Artikel 2.54

Aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

a.

Het tarief bedraagt indien het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist:

€ 110,35

b.

Indien uit de toetsing van een aanvraag om beoordeling van een eenvoudig conceptverzoek zonder omgevingstafel blijkt dat de aanvraag vergunningsvrij is, bedraagt het tarief in plaats van het bedrag genoemd in artikel 2.4 lid 1 sub b:

€ 110,35

Artikel 2.55

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 
 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

Teruggave is niet van toepassing op conceptaanvragen.

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.56

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift reguliere procedure

 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

gehele of gedeeltelijke intrekking vier weken na de indiening van de aanvraag:

15%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 
 

met een maximum per verleende vergunning van:

€ 1.022,00

Artikel 2.57

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift uitgebreide voorbereidingsprocedure

 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

Artikel 2.58

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 
 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

15%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 
 

met een maximum per verleende vergunning van:

€ 1.022,00

Artikel 2.59

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als blijkt uit de aanvraag dat er geen omgevingsvergunning nodig is en de aanvraag derhalve geweigerd wordt, gelden de leges voor artikel 2.54 lid a.

 

b.

Als gevolg van overige weigeringen wordt geen teruggaaf gegeven

 

Artikel 2.60

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten en conceptaanvragen

 
 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12 en van het legesdeel dat betrekking heeft op conceptaanvragen.

 

Artikel 2.61

Minimumbedrag voor teruggaaf

 
 

Een bedrag minder dan € 150,00 wordt niet teruggegeven.

 

Hoofdstuk 3

Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2

 

Paragraaf 3.1

Horeca

 

Artikel 3.1

Exploitatie openbare inrichting

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2.5.3.1 van de Algemene verordening gemeente Leudal:

€ 162,45

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2.5.3.2 van de Algemene verordening gemeente Leudal:

€ 216,80

c.

een aanvraag om een wijziging van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2.5.3.1 van de Algemene verordening gemeente Leudal:

€ 94,70

Artikel 3.2

Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 447,25

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 94,70

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 223,55

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 94,70

Paragraaf 3.2

Seksbedrijven

 

Artikel 3.3

Vergunning seksbedrijf

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 2.5.7.1 van de Algemene verordening:

 

a.

voor een escortbedrijf:

€ 1.982,85

b.

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a:

€ 1.982,85

Artikel 3.4

Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning:

€ 1.982,85

2.

In afwijking van lid 1 bedraagt het tarief voor een wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van beheer in een seksinrichting of escortbedrijf

€ 309,60

Paragraaf 3.3

Winkeltijdenwet

 

Artikel 3.5

Ontheffing winkeltijden

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 65,95

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 65,95

Paragraaf 3.4

Gereserveerd: Organiseren evenement of markt

 

Artikel 3.6

Gereserveerd: Organiseren evenement

 

Artikel 3.7

Gereserveerd: Organiseren markt

 

Paragraaf 3.5

Standplaatsen

 

Artikel 3.8

Gereserveerd: Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

 

Artikel 3.9

Gereserveerd: Overige administratieve dienstverlening markt

 

Artikel 3.10

Losse standplaatsen

 
 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een losse standplaats, als bedoeld in artikel 3.8.1.1. Algemene verordening Leudal is een tarief verschuldigd van

 

a.

indien de vergunning een geldigheidsduur heeft van een of meer dagen, per aanvraag, per kern, per dag:

€ 0,85

b.

indien de vergunning een geldigheidsduur heeft van een week, per aanvraag, per kern, per week:

€ 6,00

c.

indien de vergunning een geldigheidsduur heeft van een maand, per aanvraag, per kern, per maand:

€ 26,15

d.

indien de vergunning een geldigheidsduur heeft van maximaal 12 jaar, per aanvraag, per kern:

€ 314,00

Paragraaf 3.6

Gereserveerd: Huisvestigingswet 2014

 

Artikel 3.11

Gereserveerd: Vergunning onttrekken woonruimte

 

Artikel 3.12

Gereserveerd: Vergunning samenvoegen woonruimte

 

Artikel 3.13

Gereserveerd: Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

 

Artikel 3.14

Gereserveerd: Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

 

Artikel 3.15

Gereserveerd: Splitsvergunning

 

Artikel 3.16

Gereserveerd: Toeristische verhuur

 

Artikel 3.17

Gereserveerd: Verhuurvergunning opkoopbescherming

 

Paragraaf 3.7

In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

Artikel 3.18

Niet benoemd besluit op aanvraag

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 65,95

Paragraaf 3.8

Kinderopvang

 

Artikel 3.19

Kinderopvang

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

a.

het in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang en/of buitenschoolse opvang), of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang.

€ 1.715,50

b.

het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet kinderopvang.

€ 595,55

Bijlage A Bouwkostenindicator 2025

Bouwkostenindicator gemeente Leudal prijspeil 2025

 
 
 
 
 
 

Nr.

Type

hoeveelheid

eenheid

prijs/eenheid

totaal in €, excl. BTW

 

WOONGEBOUWEN

 
 
 
 

1

Appartementen standaard

1

426

426

2

Appartementen beter

1

524

524

GRONDGEBONDEN WONINGEN

3

Tussenwoning standaard

1

380

380

4

Tussenwoning beter

1

526

526

5

Half vrijstaand standaard

1

426

426

6

Half vrijstaand beter

1

625

625

7

Vrijstaand standaard

1

526

526

8

Vrijstaand beter

1

683

683

WONINGEN - AANVULLINGEN

9

Garage / berging (in m³)

1

223

223

10

Kelder (onder nieuwbouw) (in m³)

1

301

301

11

Carport / overkapping (in m²)

1

160

160

12

Dakkapel h=1,6 m. (per m¹ breedte)

1

1.618,00

1.618,00

13

Aanbouw tegen bestaande woning

1

448

448

14

Gemetselde tuinmuur d=100 kolom= hoh 4000

1

201

201

BIJEENKOMSTGEBOUW (in m²)

15

Multifunctionele accommodatie

1

1.898,00

1.898,00

16

Café \ Restaurant

1

1.648,00

1.648,00

17

Hotel \ Motel

1

1.993,00

1.993,00

GEZONDHEIDSZORGGEBOUW (in m²)

18

Gezondheidscentrum

1

1.781,00

1.781,00

19

Woonzorgcentrum

1

1.652,00

1.652,00

20

Ziekenhuis

1

2.510,00

2.510,00

INDUSTRIEEL GEBOUW (in m²)

21

Bedrijfshal, (basic \ low budget)

1

410

410

22

Bedrijfshal, < 2.500 m²

1

532

532

23

Bedrijfshal, > 2.500 m² < 10.000 m²

1

473

473

24

Bedrijfshal, > 10.000 m²

1

458

458

25

Toeslag kantoor tegen bedrijfshal

1

1.324,00

1.324,00

26

Toeslag kantoor inpandig in bedrijfshal

1

801

801

KANTOORGEBOUWEN (in m²)

27

Kantoor standaard

1

1.537,00

1.537,00

28

Kantoor beter

1

2.338,00

2.338,00

ONDERWIJSGEBOUW (in m²)

29

Basis- en brede school

1

1.604,00

1.604,00

30

Middelbare- en hogere school

1

1.720,00

1.720,00

SPORTGEBOUW (in m²)

31

Sporthal \ gymzaal

1

1.399,00

1.399,00

32

Clubhuis (kleedlokalen + kantine)

1

1.749,00

1.749,00

WINKELGEBOUW (in m²)

Nr.

Type

hoeveelheid

eenheid

prijs/eenheid

totaal in €, excl. BTW

33

Doe-het-zelf hal \ meubelzaak \ supermarkt

1

1.019,00

1.019,00

34

Autogarage met showroom

1

842

842

35

Winkels

1

1.699,00

1.699,00

PARKEERGARAGES (in m²)

36

Parkeergarage bovengronds

1

428

428

37

Parkeergarage ondergronds

1

1.098,00

1.098,00

PORTA KABINES (in m²)

38

Porta kabines low budget

1

734

734

39

Porta kabines afgewerkt

1

958

958

40

Woonwagen

1

1.454,00

1.454,00

TOESLAGEN GEBOUWEN

41

Paalfundering in m² bebouwd oppervlak *

1

51

51

AGRARISCH (in m²)

42

Werktuigen loods

1

203

203

43

Geïsoleerd stal (pluimvee)

1

243

243

44

Sterk geventileerde stal (rundvee \ varkens)

1

203

203

45

Mestkelder

1

92

92

46

Tuinbouwkast (onverwarmd)

1

37

37

47

Tuinbouwkast (verwarmd)

1

52

52

48

Open veldschuur

1

188

188

AANVULLINGEN DIVERSEN

49

Zonwering (uitvalscherm-markies) per m¹ *

1

669

669

50

Airco installaties (st)

1

st

689

689

51

Ventilatie units (st)

1

st

2.065,00

2.065,00

52

Ontgeuringsinstallatie (st)

1

st

11.018,00

11.018,00

53

Reclame dubbelzijdige lichtbak (st)

1

st

717

717

54

Reclame gevelbelettering (m¹) *

1

701

701

55

Terrasschotten inclusief terrasputjes (m¹) *

1

674

674

56

Terrasheaters (st)

1

st

660

660

57

Rookmelders (st)

1

st

139

139

In de bouwkostenindicator (BKI) zijn de bouwkosten opgenomen van de meest voorkomende bouwwerken. De bouwkosten zijn gebaseerd op actuele eenheidsprijzen. Aan de hand van deze eenheidsprijzen worden de bouwkosten van een project bepaald. De bouwkosten conform de BKI zijn vaste eenheidsprijzen voor bepaalde type bouwwerken en vormen de grondslag voor de berekening van de bouwleges (en niet de werkelijke bouwkosten of een raming hiervan). De kengetallen zijn vastgelegd per type bouwwerk en worden in de meeste gemeenten van de regio Midden- en Noord Limburg toegepast.

Voor de heffing van de bouwleges geldt het uitgangspunt dat voor gelijksoortige gebouwen en bouwwerken, gelijke leges worden betaald. Daarom is het voor de berekening van de bouwkosten niet relevant of gebruik wordt gemaakt van bestaande materialen, bouwen in eigen beheer of het gebruik van bestaande gebouwen en bouwwerken. De nieuwbouw eenheidsprijzen zijn altijd van toepassing.

Verbouw en renovatie

De bouwkosten in de Bouwkostenindicator (BKI) betreffen kosten voor nieuwbouw. Deze kosten zijn als volgt opgebouwd:

1/3 van de kosten voor ruwbouw (casco buitenschil van het bouwwerk).

1/3 van de kosten voor interne invulling-aanpassingen en afwerking van het bouwwerk.

1/3 van de kosten voor installaties.

Bij verbouw en renovatie wordt, voor dat deel van het bouwwerk waarop de verbouw-/renovatie betrekking heeft, voornoemde verdeling toegepast.

Toelichting type bouwwerken

  • *

    Bedrijfshal, (basic\low budget), type 21: Dit betreft een zeer eenvoudige bedrijfshal bestaande uit een plaatstalen gevel en dak, met een minimaal aantal deuren en poorten niet voorzien van aanvullende voorzieningen.

  • *

    kantoorfuncties bij of in een bedrijfshal, type 25 en 26: betreffen ondergeschikte kantoortjes bestaande uit maximaal 1 bouwlaag en maximaal 10% van het oppervlakte van de bedrijfshal. Voor grotere kantoren gelden de bouwkosten van kantoren (type 27 en 28).

  • *

    Porta cabines-lowbudget, type 38: Dit betreffen bouwketen en vergelijkbaar.

  • *

    Porta cabines-afgewerkt, type 39: Deze bouwwerken zijn bedoeld voor verblijfsfuncties (wonen/logies, kantoor e.d.).

Type bouwwerken niet benoemt in de BKI

De kosten van bouwwerken die NIET benoemd zijn in de BKI worden bepaald op basis van vergelijkbare bouwwerken die wel benoemd zijn in de BKI. Indien géén vergelijking mogelijk is, worden de kosten, conform de UAV 2012, bepaald op basis van een onderbouwde raming van deze kosten, het overleggen van een open begroting of een offerte/aannemingsovereenkomst.

Wijze van meten

Het bepalen van de oppervlakten en inhouden gebeurt op basis van onderstaande ‘Instructie bepaling bouwkosten’. Indien er sprake is van meerdere bouwlagen, dan bestaan de bouwkosten uit de som van de bouwkosten per bouwlaag

‘Instructiebepaling bouwkosten’

Definities

Begane grondvloer

De verdieping van een gebouw waarvan de bovenzijde van de afgewerkte constructieve vloer het dichtst bij en boven het direct aangrenzende maaiveld is gelegen.

Bouwlaag

Een verdieping van een bouwwerk dat geschikt is voor de beoogde gebruiksfuncties conform het Bouwbesluit.

Inwendige scheidingsconstructie

Constructie die de scheiding vormt tussen besloten ruimten binnen een gebouw.

Kelder

Een gedeelte van een gebouw dat een of meerdere bouwlagen bevat gelegen onder de begane grondvloer dan wel onder het maaiveld.

Overkapping

(Deels) zelfstandige constructie met een dak met een gedeeltelijke of gehele open uitwendige scheidingsconstructie.

Souterrain

Een souterrain is een bouwlaag van een kelder die gedeeltelijk boven het maaiveldniveau is gelegen.

Uitwendige scheidingsconstructie

Constructie die de scheiding vormt tussen een besloten ruimte van een gebouw en de buitenlucht, de grond of het water, waaronder begrepen de op die constructie aansluitende delen van een andere constructies op een aangrenzend perceel, of aansluitende delen van een ander op zichzelf staand bouwwerk, uitgezonderd fundering.

Berekeningsmethoden

Bouwkosten bouwplan

De bouwkosten van een bouwplan is de optelsom van kosten van alle bouwwerken/bouwdelen/bouwlagen die het bouwplan omvat.

Bouwkosten bouwwerk/bouwdeel

De bouwkosten van een bouwwerk/bouwdeel worden bepaald door per type bouwwerk/bouwdeel de lengte, het oppervlak of de inhoud te vermenigvuldigen met de normprijs. Bij een bouwwerk dat meerdere bouwlagen bevat worden de oppervlakken van die bouwlagen bij elkaar opgeteld voor het bepalen van de bouwkosten.

Bouwkosten gebouw met (mest-)kelder

Bij de berekening van de bouwkosten van een gebouw met (mest-)kelder worden de bouwkosten van de kelder/mestkelder apart berekend conform de posten 10 of 45 van de Bouwkostenindicator.

Bouwkosten souterrain

Voor de bouwkosten van een souterrain worden de kosten van een kelder gehanteerd mits de onderzijde van de begane grondvloer maximaal 1,0 meter boven het aansluitende maaiveld is gelegen. Indien deze afstand groter is én meer de 50% van de gevels van het souterrain boven maaiveld uitkomen, wordt de normprijs van de inhoud van het bovenliggende type gebouw gehanteerd.

Bouwkosten dakkapel

Post 12 van de Bouwkostenindicator wordt niet gehanteerd indien het oppervlak of de inhoud ter plaatse van de dakkapel ook al is meegenomen in een ander onderdeel van de bouwkostenberekening.

Inhoud gebouw

De inhoud van een gebouw is het volume binnen de uitwendige scheidingsconstructies inclusief deze scheidingsconstructies.

Inhoud (mest-)kelder

De inhoud van een kelder is de inhoud van het gedeelte van een gebouw onder de begane grondvloer of het maaiveld.

afbeelding binnen de regeling

Oppervlakte van een bouwlaag

De oppervlakte van een bouwlaag is de totale oppervlakte van de afgewerkte constructieve vloeren van één verdieping, gemeten op de bovenkant van deze afgewerkte constructieve vloer langs de opgaande uitwendige scheidingsconstructie, met dien verstande dat het oppervlakte dat een lagere vrije hoogte heeft dan 1,5 meter, gemeten vanaf de bovenzijde van de afgewerkte constructie vloer, buiten beschouwing wordt gelaten.

afbeelding binnen de regeling

Oppervlakte overkapping

De oppervlakte van een overkapping is de verticale projectie van het buitenwerks dakoppervlak neerwaarts geprojecteerd op het onderliggende maaiveld.

afbeelding binnen de regeling

Oppervlakte sterk geventileerde stal/gedeeltelijk open werktuigenloods

De oppervlakte van een sterk geventileerde stal/gedeeltelijk open werktuigenloods, is de verticale projectie van het buitenwerks dakoppervlak neerwaarts geprojecteerd op het perceel ongeacht de vloerconstructie of de wijze van verharding ter plaatse van het maaiveld.

afbeelding binnen de regeling

Toeslag paalfundering

Het bebouwde oppervlak voor de berekening van de toeslag voor de paalfundering is

de verticale projectie van de uitwendige scheidingsconstructie van zowel gebouwen als bouwwerken geen gebouwen zijnde, op het perceel.

Toeslag kantoor tegen bedrijfshal

Het oppervlak voor de berekening van de toeslag voor een kantoor tegen een bedrijfshal, is de oppervlakte van de bouwlaag waarbij de uitwendige scheidingconstructie van de bedrijfshal zelf niet wordt meegerekend.

Toeslag kantoor inpandig in bedrijfshal

Het oppervlak voor de berekening van de toeslag voor een kantoor in een bedrijfshal, is het vloeroppervlak van de kantoorfunctie gemeten binnen de inwendige- en uitwendige scheidingsconstructies.

Bijlage B Kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteiten (kleine BOPA)

Met de kleine buitenplanse omgevingsactiviteit wordt bedoeld: één van de hierna opgesomde omgevingsplanactiviteiten waarvoor het omgevingsplan een vergunningsplicht bevat en de vergunning in strijd is met het tijdelijk deel van het omgevingsplan en/of in strijd is met de regels van het omgevingsplan.

Categorie

 

Omschrijving

1

 

bijbehorende bouwwerken:

A

een bijbehorend bouwwerk bij een (bedrijfs-)woning

B

overige bijbehorende bouwwerken, mits de oppervlakte maximaal 150 m² bedraagt

2

 

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

  • 1.

    niet hoger dan 10 m, en

  • 2.

    de oppervlakte niet meer dan 50 m²

3

 

wijzigingen aan een gebouw:

A

een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw

B

een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw

C

de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard

D

voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw

4

 

een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening als bedoeld in artikel 29, lid p, onder c, van het Bbl dat niet voldoet aan de in dat subonderdeel genoemd eisen, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

  • 1.

    niet hoger dan 5 m, en

  • 2.

    de oppervlakte niet meer dan 50 m²

5

 

een antennemast of -installatie, mits niet hoger dan 40 m

6

 

herinrichting en functiewijziging percelen:

A

het gebruiken van gronden voor een herinrichting van openbaar gebied

B

realiseren van natuur of andere groenvoorzieningen

7

 

wijziging van gebruik:

A

functiewijziging waarbij geen advies en instemming provincie of bindend adviesrecht gemeenteraad van toepassing is

B

functiewijziging van monumenten

C

woningsplitsing in de kern, tot maximaal één extra woning

D

kleinschalige huisvesting van internationale werknemers en kamerbewoners, tot maximaal 30 personen

8

 

tijdelijke gebouwen:

A

tijdelijke woonunit bij (ver)bouw woning

B

mantelzorgwoning

Voor de begripsbepaling in deze bijlage wordt verwezen naar het Besluit bouwwerken leefomgeving “Bijlage I. bij artikel 1.1 van dit besluit (begrippen)”.