Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732569
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732569/1
Algemene subsidie verordening Peel en Maas
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Algemene subsidie verordening Peel en MaasDE RAAD VAN DE GEMEENTE PEEL EN MAAS
Gelet op het voorstel van het college nr. 45-7
Gelet op het bepaalde in artikel 147 en 149 van de Gemeentewet
Gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht.
Gehoord de beraadslagingen.
BESLUIT
Vast te stellen de volgende verordening:
Algemene subsidie verordening Peel en Maas
Hoofdstuk 1 Algemeen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. |
Activiteit: |
De activiteit die door de subsidieaanvrager zal worden uitgevoerd en door het college kan worden gesubsidieerd |
b. |
Algemene groepsvrijstellingsverordening: |
Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (,,de algemene groepsvrijstellingsverordening”) (PbEU L 214/3), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving |
c. |
College: |
College van burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas |
d. |
De minimissteun: |
steun die wordt verstrekt op basis van Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352/1); Verordening (EU) nr. 2019/316 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 51 I/1); Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PbEU L 190/45), of Verordening (EU) 2018/1923 van de Commissie van 7 december 2018 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen (PbEU L 313/2) |
e. |
Europees steunkader: |
Een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatsteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 en 109 van het Verdrag heeft vastgesteld, waaronder de Algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 2017/1084 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 156/1); de Landbouw vrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 193/1); en de Visserij vrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 1388/2014 van de Commissie van 16 december 2014 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 369/37) |
f. |
Jaarlijkse subsidie: |
De jaarlijkse subsidie heeft betrekking op activiteiten van een organisatie die elk jaar plaatsvinden en waarmee de gemeente een langdurige subsidierelatie heeft. Een jaarlijkse subsidie kan voor meerdere jaren achtereen beschikt worden, met een maximum van 4 jaar |
g. |
Onderneming: |
Iedere eenheid, ongeacht haar echtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent |
h. |
Raad: |
Gemeenteraad van de gemeente Peel en Maas |
i. |
Rechtspersoon: |
Een rechtspersoon als bedoeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die zich de behartiging van de belangen van ideële en/of materiële aard van (een deel van) de bevolking van de gemeente Peel en Maas (c.q. de regio) ten doel stelt |
j. |
Verdrag: |
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PbEU C 326/47). |
Artikel 2 Reikwijdte
Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is).
Artikel 3 Uitvoeringsregelingen
Het college stelt bij nadere regeling (hierna te noemen: Uitvoeringsregeling) vast welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.
Artikel 4 Staatssteunregels
-
1. Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, kan het college bij uitvoeringsregeling afwijken van deze verordening en deze aanvullen.
-
2. Bij uitvoeringsregelingen waarbij is bepaald dat toepassing kan worden gegeven aan een Europees steunkader, verwijst de uitvoeringsregeling naar het toepasselijke steunkader.
-
3. Bij subsidies waar een Europees steunkader op van toepassing is, verwijst de verleningsbeschikking naar de toepasselijke bepalingen van het steunkader.
-
4. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijke steunkader.
-
5. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen ondernemingen alleen in aanmerking voor zover de subsidieverstrekking voldoet aan de voorwaarden van het desbetreffende steunkader.
Artikel 5 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud
-
1. De raad kan subsidieplafonds vaststellen.
-
2. In dat geval bepalen het college bij subsidieregeling de wijze van verdeling van de betrokken subsidie
-
3. De raad kan een subsidie plafond verlagen:
- a.
als het wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd; of
- b.
als de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.
- a.
-
4. Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.
-
5. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.
Hoofdstuk 2 Aanvraag, beoordeling en betaling
Artikel 6 Aanvraag
-
1. Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college.
-
2. Het college kan hiervoor een aanvraagformulier vaststellen.
-
3. Bij de aanvraag legt de aanvrager de volgende gegevens over:
- a.
een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;
- b.
de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen
- c.
een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeven van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan
- d.
als de aanvrager een onderneming is:
- I.
een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd
- II.
een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening (deminimisverklaring)
- I.
- e.
als het een subsidie betreft die per boekjaar aan een rechtspersoon wordt verstrekt, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.
- a.
-
4. Een rechtspersoon die voor de eerste maal een jaarlijkse subsidie aanvraagt, voegt een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar toe aan de aanvraag.
-
5. Het college kan nadere informatie verlangen die nodig is voor een goede beoordeling van de subsidieaanvraag. Deze informatie moet binnen de door het college gestelde termijn worden overlegd.
-
6. Bij uitvoeringsregeling kan van de voorgaande leden worden afgeweken.
Artikel 7 Aanvraagtermijn
-
1. Een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, wordt ingediend uiterlijk 1 juni voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft.
-
2. Een aanvraag om een subsidie die per boekjaar wordt verstrekt wordt uiterlijk 16 weken voorafgaand aan dat boekjaar ingediend.
-
3. Andere aanvragen om subsidie worden ingediend tussen 8 en 16 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.
-
4. Bij uitvoeringsregeling kunnen ander termijnen worden gesteld.
Artikel 8 Beslistermijn
-
1. Het college beslist op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, uiterlijk op 15 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.
-
2. Het college beslist op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 7, tweede en derde lid, binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.
-
3. Bij uitvoeringsregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.
-
4. Bij aanvragen om een subsidie die overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag worden aangemeld bij de Europese Commissie wordt de termijn verdaagd totdat de Europese commissie een eindbeslissing heeft genomen.
Artikel 9 Algemene verplichtingen van subsidieontvanger
-
1. Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld aan het college.
-
2. Een subsidieontvanger informeert het college onverwijld schriftelijk over:
- a.
beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon
- b.
relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;
- c.
ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat de subsidieontvanger de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel zal kunnen nakomen
- d.
wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.
- a.
Artikel 10 Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen
-
1. Aan een beschikking tot subsidieverlening kunnen verplichtingen worden verbonden met betrekking tot het beheer en gebruik van hetgeen met de subsidie tot stand is gebracht.
-
2. Bij subsidies hoger dan € 50.000,- verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlangd.
Artikel 11 Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden
-
1. Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4;35 van de Algemene wet bestuursrecht weigert het college de subsidie in ieder geval:
- a.
als de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt, of
- b.
als het betreft een aanvrager tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun van Nederland onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.
- a.
-
2. Onverminderd het vorige lid kan het college de subsidie verder in ieder geval weigeren:
- a.
als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen
- b.
als niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd
- c.
in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;
- d.
als de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;
- e.
als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;
- f.
in de bij de betrokken uitvoeringsregeling bepaalde gevallen.
- a.
-
3. Het college kan een subsidie in ieder geval intrekken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
-
4. Het college vordert een subsidie met rente terug als dit nodig is ter uitvoering van een terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie of een onherroepelijke rechterlijke uitspraak.
Artikel 12 Betaling en bevoorschotting
-
1. Indien een beschikking tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel a, wordt gegeven, kan de betaling van de gehele subsidie in één bedrag plaatsvinden.
-
2. Indien een beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel b, wordt gegeven, wordt 100% bevoorschot.
-
3. Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, wordt in het besluit tot subsidieverlening, de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald. Bij een bedrag hoger dan € 15.000,- kan 80% bevoorschot worden in nader aan te geven termijnen. De overige 20% wordt achteraf uitbetaald als de ingediende verantwoording van de subsidie voldoet aan alle eisen en de subsidie is vastgesteld.
-
4. In afwijking van artikel 12, lid 3, kan in bijzondere gevallen overgegaan worden tot 100% bevoorschotting, indien;
- a.
Het voortbestaan van de organisatie in gevaar komt.
- b.
De door de gemeente Peel en Maas gewenste activiteiten van de organisatie tot aan het eind van het subsidiejaar niet meer uitgevoerd kunnen worden.
- c.
De structurele lasten van de organisatie zo zwaar zijn dat zij als gevolg van artikel 12, lid 3 in de betalingsproblemen komt.
Verantwoording van de verleende subsidie zal dan achteraf plaatsvinden.
- a.
Hoofstuk 3 Verantwoording en vaststelling
Artikel 13 Verantwoording
Voor zover dit niet is bepaald bij uitvoeringsregeling, wordt bij de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.
Artikel 14 Verzekeringsplicht
Een ontvanger van een subsidie is zelf verantwoordelijk voor een adequate verzekering voor wettelijke aansprakelijkheid en roerende of onroerende zaken. Het college legt hier geen nadere regels voor op. Het is de verantwoordelijkheid van organisaties om te onderzoeken of er buiten de dekking van de gemeentelijke vrijwilligersverzekering een aanvullende verzekering gewenst is. Schadeposten die buiten de dekking van de gemeentelijke vrijwilligersverzekering vallen worden niet door de gemeente vergoed.
Artikel 15 Eindverantwoording subsidies tot en met € 15.000,-
-
1. Subsidies tot en met € 15.000,- worden door het college:
- a.
direct vastgesteld of;
- b.
verleend en binnen 13 weken nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht, ambtshalve vastgesteld.
- a.
-
2. Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de door hem aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Artikel 16 Eindverantwoording subsidies van meer dan € 15.000,-
-
1. Bij subsidies van meer dan € 15.000,- dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in:
- a.
in geval van een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, uiterlijk op 30 april van het jaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar;
- b.
in geval van een subsidie die per boekjaar wordt verstrekt, uiterlijk 16 weken na afloop van het betrokken boekjaar;
- c.
in andere gevallen uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht.
- a.
-
2. De aanvraag bevat:
- a.
een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht;
- b.
een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);
- c.
een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; en
- d.
een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant als het college hierom vraagt.
- a.
-
3. Bij uitvoeringsregeling kunnen andere termijnen worden vastgesteld of andere gegevens worden verlangd.
Artikel 17 Subsidievaststelling
-
1. Het college stelt de subsidie vast binnen 13 weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling, tenzij bij uitvoeringsregeling anders is bepaald.
-
2. Deze termijn kan eenmaal voor ten hoogste 13 weken worden verdaagd.
-
3. Bij uitvoeringsregeling kunnen categorieën subsidieontvangers worden aangewezen waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat een aanvraag tot subsidievaststelling hoeft te worden ingediend.
-
4. Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in de artikelen 15, eerste lid en 16, eerste lid, aanhef en onder a, b of c, is ingediend, kan het college de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan kunnen zij overgaan tot ambtshalve vaststelling.
Hoofdstuk 4 overige bepalingen
Artikel 18 Hardheidsclausule
-
1. Het college kan deze verordening, met uitzondering van de artikelen 2, 3 en 4, in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.
-
2. Toepassing van het vorige lid wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.
Artikel 19 Overgangsrecht
-
1. Op aanvragen om subsidie die bij het college zijn ingediend voor 1 januari 2025 en waarop nog niet is beslist bij inwerkingtreding van deze verordening, is deze verordening van toepassing.
-
2. Op bezwaarschriften tegen een besluit zoals genomen op grond van de Algemene subsidieverordening gemeente Peel en Maas, zoals vastgesteld op 19 januari 2016, wordt beslist met inachtneming van de verordening waarop het besluit is gebaseerd, tenzij de toepassing van deze verordening gunstiger is voor de bezwaarmaker.
Artikel 20 Intrekken oude verordening, inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De algemene subsidieverordening Peel en Maas van 19 januari 2016 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2025.
-
2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025.
-
3. Deze verordening wordt aangehaald als Algemene Subsidie Verordening Peel en Maas.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van: 17 december 2024
De raad van de gemeente Peel en Maas,
de griffier,
drs. E.J.C. Apeldoorn-Feijts
de voorzitter,
B.C.M. Vorstermans
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl