Subsidieregeling peutervoorziening en voorschoolse educatie gemeente Zevenaar 2025

Geldend van 25-12-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling peutervoorziening en voorschoolse educatie gemeente Zevenaar 2025

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Zevenaar;

gelet op de bepalingen in

  • -

    de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen,

  • -

    het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie (wijziging per 1 januari 2019),

  • -

    de Wet op het primair onderwijs en

  • -

    het “Onderzoekskader voor het toezicht op de voorschoolse educatie en het primair onderwijs”, en

  • -

    de artikelen 3 en 5, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening gemeente Zevenaar 2020;

overwegende

dat de regeling betrekking heeft op het stellen van voorwaarden bij het subsidiëren van de peutervoorziening voor peuters van ouders die geen Kinderopvangtoeslag via de Belastingdienst ontvangen, en/of voor het aanbieden van voorschoolse educatie aan doelgroeppeuters;

dat de mogelijkheid moet worden geboden aan kinderopvangaanbieders in de gemeente Zevenaar om voor de periode vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 een subsidieaanvraag voor peuteropvang en/of voorschoolse educatie in te dienen,

dat de gemeente naast de wettelijke kwaliteitseisen ook andere vereisten stelt aan de partijen die subsidie ontvangen;

dat de basis voor de hoogte van het subsidiebedrag voor Voorschoolse educatie is vastgesteld in de Beleidsnotitie ‘Harmonisatie Kinderopvang Peuterspeelzalen gemeente Zevenaar 2018 e.v.’

b e s l u i t :

vast te stellen

de Subsidieregeling peutervoorziening en voorschoolse educatie gemeente Zevenaar 2025

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    Aanbieder: aanbieder van peuteropvang en VVE die is opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK).

  • b.

    Doelgroeppeuter/VVE-peuter : peuter die op basis van door rijk en gemeente vastgestelde doelgroepcriteria1 een VVE-indicatie heeft gekregen van de jeugdgezondheidszorg van de VGGM.

  • c.

    Inkomensverklaring: de Verklaring Geregistreerd Inkomen (VGI), te verkrijgen bij de Belastingdienst.

  • d.

    LRK: Landelijk Register Kinderopvang waarin aanbieders van peuteropvang en VVE die voldoen aan de Wet Kinderopvang (Wko) zijn opgenomen.

  • e.

    Ouderbijdrage: de inkomensafhankelijke bijdrage die door de ouders betaald wordt aan de aanbieder.

  • f.

    Ouderbijdragetabel: adviestabel ouderbijdrage Peuteropvang van de VNG 2025.

  • g.

    Peutervoorziening: een aanbod van educatieve voorschoolse opvang , gericht op ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool. De peutervoorziening moet voldoen aan de eisen uit de Wet Kinderopvang.

  • h.

    Peuterplaats regulier: plek van twee dagdelen per week, van 3,5 uur per dagdeel of 4 uur per dagdeel, voor peuters vanaf 2 jaar tot het moment waarop zij uitstromen naar de basisschool, verspreid over 2 werkdagen, gedurende respectievelijk 46 of 40 weken per jaar.

  • i.

    Peuterplaats VVE: plaats van vier dagdelen per week, van 3,5 of 4 uur per dagdeel gedurende respectievelijk 46 (bij 7 uur per week VVE) of 40 weken (bij 8 uur per week VVE) per jaar, voor doelgroeppeuters vanaf 2 jaar tot het moment waarop zij uitstromen naar de basisschool (leeftijd van 4 jaar).

  • j.

    Semesterformulier: een door de gemeente verstrekt digitaal berekeningsformulier waarin aan de hand van de verwachte afname van de peutervoorziening en/of VVE de hoogte van de subsidie wordt berekend.

  • k.

    Voorschoolse educatie: uitvoering van een door het College van B&W gesubsidieerd programma voor doelgroeppeuters dat gericht is op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs (zie Wko, artikel 1.1).

  • l.

    VVE: Voor- en vroegschoolse educatie.

  • m.

    VVE-programma: een programma dat is aangemeld bij of is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut.

  • n.

    VVE-registratie: een registratie in het LRK waaruit blijkt dat de aanbieder voldoet aan de wettelijke kwaliteitseisen voor het aanbieden van VVE.

Artikel 2 Subsidie voor deelname peuters aan de peutervoorziening

  • 1. De aanbieder kan alleen subsidie aanvragen bij de gemeente voor de deelname van een peuter aan een peutervoorziening wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      de ouders/verzorgers van de peuter komen (aantoonbaar) niet in aanmerking voor kinderopvangtoeslag van het rijk;

    • b.

      de peuter is woonachtig in de gemeente Zevenaar;

    • c.

      voorafgaand aan de start van de peuteropvang is een overeenkomst opgesteld en ondertekend door de aanbieder en de ouder(s).

  • 2. De subsidie per peuter bedraagt € 10,71 per uur in het jaar 2025 (conform Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang van de VNG 2025) en is gelijk aan de maximale uurvergoeding kinderopvangtoeslag die de belastingdienst in het betreffende subsidiejaar hanteert per geplaatste peuter voor maximaal 2 dagdelen per week gedurende minimaal 40 weken en maximaal 46 weken per jaar, minus de ouderbijdrage.

  • 3. De peutervoorziening is toegankelijk voor kinderen van 2,5 jaar tot 4 jaar of tot het moment dat het kind naar de basisschool gaat.

  • 4. Voor de afname van subsidiabele peuteropvang betalen de ouder(s) alleen de ouderbijdrage volgens de ouderbijdragetabel peuteropvang en voorschoolse educatie (Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang van de VNG 2025) . De ouders betalen deze ouderbijdrage aan de peuteropvang organisatie.

  • 5. Wanneer ouder(s) meer dan 7 uur (op basis van 46 weken opvang) of 8 uur (op basis van 40 weken opvang) subsidiabele peuteropvang afnemen, betalen zij deze extra uren zelf, tenzij hierover tussen gemeente en peuteropvang organisatie andere afspraken zijn gemaakt.

  • 6. Ouders van doelgroepkinderen VVE in de kinderdagopvang die aantoonbaar niet meer dan 2 dagdelen gebruik maken van de kinderdagopvang kunnen in aanmerking komen voor een door de gemeente gesubsidieerd 3e dagdeel van maximaal 6 uur per dagdeel indien zij 12 maanden voor aanvang van de voorschoolse educatie de contractuele opvangduur niet hebben verminderd.

Artikel 3 Subsidie voor deelname peuters aan voorschoolse educatie

  • 1. Deze subsidie wordt alleen verstrekt voor VVE aanbod aan peuters die door de VGGM (GGD Gelderland-Midden) een VVE-indicatie hebben gekregen en woonachtig zijn in de gemeente Zevenaar.

  • 2. De subsidie per peuter voor het derde en vierde dagdeel bedraagt voor 2025 € 13,54 per uur (subsidie 2024 € 12,96 met indexering 4,5% conform VNG richtlijn ). Het bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.

  • 3. De deelname aan VVE betreft vier dagdelen per week, voor minimaal 40 weken en maximaal 46 weken per jaar;

  • 4. Voor een VVE-subsidie komen alleen het derde en vierde dagdeel in aanmerking, aanvullend op deelname van twee dagdelen peuteropvang en het bijbehorende uurtarief zoals omschreven in artikel 2.

  • 5. Voor het derde en vierde dagdeel VVE betalen de ouder(s) geen ouderbijdrage aan de VVE-aanbieder.

  • 6. Aanbieders zijn verplicht bij plaatsing van een peuter op een beschikbaar gekomen peuterplaats doelgroeppeuters voorrang te geven.

  • 7. De kosten voor de scholing van pedagogisch medewerkers voor het registratie- en scholingssysteem KIJK en de cursus Startblokken worden door de gemeente betaald. Hierbij kunnen de aanbieders voorschoolse opvang bij de gemeente een vergoeding aanvragen voor de uren dat de pedagogisch medewerker in scholing is voor KIJK en Startblokken bij de IJsselgroep op locatie. Voor de vergoeding van de uren dat de medewerkers in scholing zijn is een max. bedrag van € 10.000,-- beschikbaar.

Artikel 4 Kwaliteitseisen aan aanbieders

  • 1. Om in aanmerking te komen voor subsidie voor de peutervoorziening dienen aanbieders te voldoen aan de volgende eisen :

    • a.

      Er is geen sprake van het herhaaldelijk niet correct opvolgen van overtredingen ten aanzien van de wettelijke basiskwaliteit door de aanbieder;

    • b.

      Er wordt gewerkt met een kind-volgsysteem;

    • c.

      Er worden gegevens aangeleverd voor monitoring.

    • d.

      Er wordt gewerkt met het door de gemeente vastgesteld overdrachtsprotocol.

  • 2. Om in aanmerking te komen voor subsidie voor voorschoolse educatie dienen aanbieders aanvullend aan de kwaliteitseisen genoemd in artikel 5. 1. te voldoen aan de volgende aanvullende eisen:

    • a.

      De locatie is geregistreerd in het LRK met een VVE registratie;

    • b.

      Er wordt gewerkt met een VVE programma dat is aangemeld bij of is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut;

    • c.

      Als op een locatie geen doelgroeppeuters meer kunnen worden opgenomen worden zij zo spoedig mogelijk doorverwezen naar andere locaties of aanbieders;

    • d.

      Aanbieders participeren in het scholingsplan dat in overleg met de gemeente is opgesteld.

    • e.

      Aanbieders bieden voorschoolse educatie zoveel mogelijk aan in gemengde groepen kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar (doelgroepkinderen en niet-doelgroepkinderen).

Artikel 5 Subsidie voor HBO gekwalificeerde beleidsmedewerker/coach VVE

  • 1. De houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden zet een HBO gekwalificeerde pedagogisch beleidsmedewerker in ten behoeve van de verhoging van de kwaliteit van de voorschoolse educatie op de groepen.

  • 2. De inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker ten behoeve van de verhoging van de kwaliteit van voorschoolse educatie betreft de totstandkoming en implementatie van beleidsvoornemens met betrekking tot voorschoolse educatie en coaching van beroepskrachten voorschoolse educatie op de groep met VVE-peuters. Hierbij worden in Zevenaar naast algemene thema’s ook aandacht voor de resultaatafspraken uit de uitvoeringsagenda onderwijskansenbeleid meegenomen.

  • 3. De subsidie voor de inzet van de HBO-gekwalificeerde beleidsmedewerker/coach VVE wordt bepaald door het aantal kinderen waaraan in het kindercentrum in 2025 voorschoolse educatie wordt aangeboden te vermenigvuldigen met 12 uur. De uurprijs bedraagt voor 2025 € 45, - (inclusief indexering). Deze uren zijn bedoeld voor 10 uur directe inzet van de beleidsmedewerker/coach en 2 uur indirecte tijd (overleg o.a. twee keer per jaar overleg met gemeente, verlof, reistijd).

  • 4. De houder van het kindercentrum legt het aantal kinderen dat op 1 januari 2025 voorschoolse educatie wordt aangeboden vast voor verantwoording aan gemeente en toezichthouder.

  • 5. De houder beschrijft in het pedagogisch beleidsplan bedoeld in artikel 3 van het Besluit kwaliteit kinderopvang, zo concreet en toetsbaar mogelijk de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de verplichting tot inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker, bedoeld in artikel 2.a, en hoe daarmee de kwaliteit van de voorschoolse educatie wordt bevorderd.

Artikel 6 Ouderbijdrage

  • 1. De aanbieder int de ouderbijdrage bij de ouder(s) en is zelf verantwoordelijk voor een eventueel debiteurenverlies.

  • 2. De aanbieder is verantwoordelijk voor het schriftelijk toetsen en vaststellen van de hoogte van de ouderbijdrage voor peuteropvang aan de hand van onderstaande documenten:

    • a.

      de door de ouder(s) overlegde meest recente inkomensverklaring(en) bij aanmelding van de peuter;

    • b.

      de VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2025;

  • 3. Wanneer op enig moment blijkt dat de inkomenssituatie van ouder(s) dusdanig wijzigt of gewijzigd is dat één van onderstaande situaties geldt:

    • a.

      de ouder(s) komen niet meer in aanmerking voor kinderopvangtoeslag via de Belastingdienst waardoor er subsidie aangevraagd kan worden bij de gemeente;

    • b.

      de ouder(s) komen in aanmerking voor kinderopvangtoeslag via de Belastingdienst waardoor er geen subsidie meer aangevraagd kan worden bij de gemeente;

    • c.

      de ouder(s) vallen in een lagere of hogere inkomenscategorie in de adviestabel ouderbijdrage waardoor de ouderbijdrage wijzigt. De aanbieder zorgt voor zo spoedig mogelijk opnieuw toetsen van de passende ouderbijdrage.

  • 4. Indien de ouderbijdrage opnieuw getoetst wordt zoals bedoeld in lid 3 dan wordt deze verwerkt door de aanbieder in het semesterformulier zoals omschreven in artikel 8.

Artikel 7 Subsidieaanvraag

  • 1. De subsidie zoals bedoeld in de artikelen 2, 3 en 5 wordt door de aanbieder bij de gemeente aangevraagd middels het semesterformulier subsidie peuteropvang Gemeente Zevenaar, en door de gemeente aan de aanbieder uitgekeerd.

  • 2. In december 2024 vraagt de aanbieder de subsidie voor het eerste semester aan, in mei 2025 vraagt de aanbieder de subsidie voor het tweede semester aan bij de gemeente.

  • 3. De (VVE-)aanbieder is verantwoordelijk voor de volledigheid en juistheid van de ingevulde subsidieaanvraag peuteropvang/VVE.

Artikel 8 Subsidieverlening

  • 1. Per semester wordt aan de hand van het semesterformulier in twee voorschotten de subsidie verleend door de gemeente.

  • 2. De subsidie kan pas worden verleend als het betreffende semesterformulier door de aanbieder bij de gemeente is ingeleverd.

  • 3. Betaling van de subsidie voor het eerste semester vindt plaats in januari en april, en betaling van subsidie voor het tweede semester in juli en oktober.

  • 4. De hoogte van de door de aanbieder te ontvangen subsidie wordt gebaseerd op:

    • a.

      het aantal uren dat peuteropvang en/of VVE afgenomen wordt;

    • b.

      het uurtarief dat door de gemeente is vastgesteld;

    • c.

      de hoogte van de te ontvangen ouderbijdrage.

Artikel 9 Subsidievaststelling

  • 1. 1.De vaststelling van de subsidie vindt plaats op basis van het werkelijke aantal bezette peuterplaatsen (daaronder wordt hier begrepen het aantal afgenomen uren peutervoorziening en voorschoolse educatie), het werkelijk gehanteerde uurtarief en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen. Om de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie vast te stellen wordt om de volgende gegevens gevraagd:

  • 2a. Bij subsidies tot € 50.000 dient de subsidieontvanger, na afloop van het subsidiejaar, een aanvraag tot vaststelling in. Deze aanvraag bevat in ieder geval een:

    • -

      Overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten, in de vorm van een financieel overzicht;

    • -

      Ingevuld formulier ‘Jaaroverzicht subsidie Peutervoorzieningen en Voorschoolse educatie gemeente Zevenaar’.

  • 2b. Bij subsidies boven € 50.000 dient de subsidieontvanger, na afloop van het subsidiejaar, een aanvraag tot vaststelling in. Deze aanvraag bevat in ieder geval een:

    • -

      Jaarverslag met inhoudelijke toelichting waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichting is voldaan;

    • -

      Overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten, in de vorm van een financieel verslag of jaarrekening;

    • -

      Ingevuld formulier ‘Jaaroverzicht subsidie Peutervoorzieningen en Voorschoolse educatie gemeente Zevenaar’;

    • -

      Een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant.

  • 3. Vaststelling kan een terugvordering tot gevolg hebben als de aanbieder minder bezette peuterplaatsen heeft gerealiseerd dan het aantal waarop de hoogte van de subsidieverlening was gebaseerd.

  • 4. Jaarlijks wordt door de gemeente uiterlijk in november duidelijkheid verschaft over de gehanteerde uurtarieven van het daaropvolgende kalenderjaar.

Artikel 10 Weigeringsgrond

In aanvulling op artikel 9 van de Algemene subsidieverordening gemeente Zevenaar 2020 kan de subsidie worden geweigerd indien herhaaldelijk wordt geconstateerd dat de wettelijke basiskwaliteit van de aanbieder niet op orde is.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de inwoner gemotiveerd afwijken van de bepalingen indien onverkorte toepassing daarvan leidt tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Subsidieregeling peutervoorziening en voorschoolse educatie gemeente Zevenaar 2025”.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking. Vanaf 1 januari 2025 is de regeling van toepassing. De ‘Subsidieregeling peutervoorziening en voorschoolse educatie gemeente Zevenaar 2024’ wordt per 1 januari 2025 ingetrokken.

Ondertekening

Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders van Zevenaar d.d. 10 december 2024.

Burgemeester en wethouders van Zevenaar,

De secretaris,

Danielle Jansen

De burgemeester,

Lucien van Riswijk


Noot
1

Zie document ‘Criteria doelgroep Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Zevenaar’.