Bankreglement Geldplein Rotterdam 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Bankreglement Geldplein Rotterdam 2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Gelezen het voorstel van de directeur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van 17 december 2024; kenmerk M2412-52;

gelet op artikel 4:37 van de Wet op het financieel toezicht;

overwegende, dat het wenselijk is om een nieuw Bankreglement vast te stellen nu de gemeentelijke kredietbank Kredietbank Rotterdam per 1 januari 2025 verder gaat onder de naam Geldplein Rotterdam;

besluit vast te stellen:

het Bankreglement Geldplein Rotterdam 2025

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van het bij of krachtens dit reglement bepaalde wordt verstaan onder:

  • -

    besluit: het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

  • -

    directeur: de directeur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Rotterdam;

  • -

    financiële dienstverlening: het aanbieden van, adviseren over of bemiddelen in financiële producten in de zin van de Wet op het financieel toezicht;

  • -

    hoofd: het hoofd van Geldplein;

  • -

    klant: de natuurlijke persoon woonachtig in de gemeente Rotterdam of een gemeente waarmee de gemeente Rotterdam in het kader van de activiteiten van Geldplein een samenwerkingsverband is aangegaan, die Geldplein verzoekt een financiële dienst te verlenen;

  • -

    krediet: het aan de kredietnemer ter beschikking stellen van een geldsom, waarbij de kredietnemer gehouden is ter zake een of meer betalingen te verrichten;

  • -

    Geldplein: Geldplein Rotterdam, een financiële dienstverlener in de zin van de Wet op het financieel toezicht; Geldplein Rotterdam is een afdeling van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Rotterdam;

  • -

    kredietnemer: de klant waarmee Geldplein een overeenkomst tot kredietverlening sluit;

  • -

    kredietovereenkomst: de overeenkomst waarbij krediet wordt verstrekt;

  • -

    saneringskrediet: een krediet dat door Geldplein wordt verstrekt, teneinde de schulden van de kredietnemer integraal of tegen finale kwijting te voldoen;

  • -

    schuldeiser: de schuldeiser van de klant;

  • -

    schuldenaar: de klant die zich tot Geldplein wendt in verband met het hebben van (problematische) schulden;

  • -

    Wet: de Wet op het financieel toezicht.

Artikel 2 Doelstelling

  • 1. Geldplein heeft tot doel:

    • a.

      het verstrekken van krediet in het kader van de uitoefening van de publieke taak van het college;

    • b.

      het aanbieden en bevorderen van effectieve integrale schuldhulpverlening, waaronder schuldbemiddeling in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk V van de Wet op het consumentenkrediet en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

  • 2. Geldplein tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:

    • a.

      het verstrekken van kredieten in overeenstemming met de Wet financiering decentrale overheden;

    • b.

      het verrichten van activiteiten ter voorkoming van problematische schuldsituaties en overkreditering;

    • c.

      het bemiddelen tussen schuldeisers en schuldenaren met als doel een minnelijke schuldregeling tot stand te brengen of een schuldsituatie voor de schuldenaar beheersbaar te maken;

    • d.

      het verstrekken van gemeentelijke verklaringen als bedoeld in artikel 285 lid 1 sub f Faillissementswet;

    • e.

      het aanbieden van bewindvoering als bedoeld in titel III van de Faillissementswet;

    • f.

      het aanbieden van bewindvoering als bedoeld in titel 19, boek 1, van het Burgerlijk Wetboek;

    • g.

      het verrichten van overige activiteiten die een bijdrage kunnen leveren aan het realiseren van de in dit artikel genoemde doelstelling.

Artikel 3 Beheer

  • 1. Geldplein wordt beheerd door het college.

  • 2. De feitelijke leiding van Geldplein berust bij het hoofd onder verantwoordelijkheid van de directeur.

HOOFDSTUK II KWALITEIT VAN DE FINANCIËLE DIENSTVERLENING

Artikel 4 Betrouwbaarheid

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen buiten twijfel staat.

  • 2. De betrouwbaarheid van de bedoelde personen wordt overeenkomstig de Wet en het integriteitsbeleid van de gemeente Rotterdam vastgesteld.

Artikel 5 Deskundigheid

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat de personen van Geldplein die het dagelijkse beleid bepalen, deskundig zijn in verband met de uitoefening van de activiteiten van Geldplein.

  • 2. Het college draagt zorg voor de vakbekwaamheid van de medewerkers en van andere natuurlijke personen die zich rechtstreeks bezighouden met het verlenen van financiële diensten aan klanten. Hiertoe beschikt in ieder geval een zodanig aantal feitelijk leidinggevenden over voldoende vakbekwaamheid, dat de kwaliteit van de financiële diensten aan de klanten kan worden gewaarborgd.

Artikel 6 Integere bedrijfsvoering en toezicht

Het college draagt er zorg voor dat:

  • a.

    Geldplein een adequaat beleid voert dat een integere uitoefening van haar bedrijf waarborgt;

  • b.

    wordt voorkomen dat Geldplein of haar medewerkers strafbare feiten of andere wetsovertredingen begaan of andere handelingen verrichten die het vertrouwen in Geldplein of in de financiële markten kunnen schaden, en;

  • c.

    Geldplein niet met personen is verbonden in een formele of feitelijke zeggenschapstructuur die zo ondoorzichtig is dat deze een belemmering vormt of kan vormen voor het adequaat uitoefenen van toezicht op Geldplein.

Artikel 7 Zorgvuldigheid

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat de informatieverstrekking aan en zorgvuldige behandeling van klanten door Geldplein is gewaarborgd. Een en ander in overeenstemming met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid.

  • 2. Indien Geldplein voornemens is een klant een financiële dienst te verlenen, wint Geldplein in het belang van de klant alle informatie in over de financiële positie, kennis, ervaring, doelstellingen en risicobereidheid van de klant, voor zover dit redelijkerwijs relevant is voor de financiële dienstverlening.

  • 3. Geldplein verleent haar financiële diensten met inachtneming van de in het tweede lid ingewonnen informatie, voor zover redelijkerwijs mogelijk.

  • 4. Geldplein licht de overwegingen toe die ten grondslag liggen aan zijn financiële dienstverlening, voor zover dit nodig is voor een goed begrip van de klant.

  • 5. Geldplein maakt bij de aanvang van de dienstverlening aan de klant kenbaar als zij niet adviseert maar alleen uitvoert (execution only).

Artikel 8 Informatieverstrekking

  • 1. Geldplein draagt er zorg voor dat de door of namens haar verstrekte of beschikbaar gestelde informatie ter zake van een financieel product of financiële dienst, waaronder reclame-uitingen, geen afbreuk doet aan de op grond van de Wet te verstrekken of beschikbaar te stellen informatie.

  • 2. De door Geldplein te verstrekken informatie over een financieel product is correct, duidelijk en niet misleidend.

  • 3. Geldplein verstrekt de klant voorafgaand aan de advisering of de totstandkoming van een overeenkomst inzake een financieel productinformatie voor zover dit redelijkerwijs relevant is voor een adequate beoordeling van dat product.

  • 4. Geldplein verstrekt de klant gedurende de looptijd van een overeenkomst tijdig informatie over wezenlijke, voor de klant redelijkerwijs relevante wijzigingen in de informatie bedoeld in het derde lid.

Artikel 9 Uitbesteding werkzaamheden

Bij uitbesteding van werkzaamheden aan een derde draagt Geldplein er zorg voor dat deze derde die werkzaamheden uitvoert in overeenstemming met de op Geldplein van toepassing zijnde regels.

HOOFDSTUK III KREDIETVERLENING

Artikel 10 Toepasselijkheid Wet op het consumentenkrediet

  • 1. Op de kredietovereenkomst zijn de bepalingen van Titel 7.2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing, voor zover sprake is van een krediettransactie die valt onder de werkingssfeer van die wet en Geldplein neemt deze in acht.

  • 2. Voor zover sprake is van schuldbemiddeling neemt Geldplein het bepaalde in Titel 7.2 van het Burgerlijk Wetboek in acht.

Artikel 11 Kredietregistratie

Geldplein neemt deel aan een stelsel van kredietregistratie.

Artikel 12 Kredietinformatie

  • 1. Geldplein stelt kredietinformatie beschikbaar op de gemeentelijke website.

  • 2. De kredietinformatie is tevens kosteloos verkrijgbaar voor de klant ten kantore van Geldplein.

Artikel 13 Overeenkomsten op afstand

Geldplein sluit geen overeenkomsten op afstand in de zin van de Wet.

Artikel 14 Aanvraag

  • 1. Een krediet kan bij Geldplein worden aangevraagd via een daartoe ter beschikking te stellen formulier.

  • 2. Voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake krediet wint Geldplein in het belang van de klant informatie in over diens financiële positie en beoordeelt zij, ter voorkoming van overkreditering, of het aangaan van de overeenkomst verantwoord is.

  • 3. De directeur kan criteria vaststellen voor de beoordeling van de kredietaanvraag.

Artikel 15 Afwijzing aanvraag

  • 1. Geldplein wijst een kredietaanvraag af als dat, gelet op de gerechtvaardigde belangen van de gemeente of de klant, noodzakelijk is.

  • 2. Een krediet aanvraag wordt in ieder geval afgewezen als:

    • a.

      afwijzing met het oog op het voorkomen van overkreditering van de kredietnemer, noodzakelijk is;

    • b.

      onvoldoende zekerheid bestaat dat de klant zijn uit de kredietovereenkomst voortvloeiende verplichtingen na zal komen.

  • 3. De afwijzing van de kredietaanvraag wordt schriftelijk gemotiveerd, onder vermelding van de voor de klant openstaande klachtmogelijkheden.

Artikel 16 Algemene voorwaarden

  • 1. De directeur kan algemene voorwaarden vaststellen die van toepassing zijn op de door Geldplein gesloten kredietovereenkomsten.

  • 2. De algemene voorwaarden kunnen onder meer betrekking hebben op:

    • a.

      de omstandigheden op grond waarvan de kredietnemer in aanmerking kan komen voor kwijtschelding van het niet afgeloste deel van het krediet;

    • b.

      de omstandigheden waarin Geldplein bevoegd is het krediet vervroegd op te eisen;

    • c.

      de bewijskracht van de administratie van Geldplein ten aanzien van door Geldplein aan of voor rekening van de kredietnemer gedane betalingen, de door of vanwege de kredietnemer aan Geldplein gedane betalingen of de hoogte van de vordering van Geldplein op de kredietnemer, onverminderd het recht van de kredietnemer tot het leveren van tegenbewijs;

    • d.

      de mogelijkheid dat Geldplein in rechte, ten bewijze van haar vordering, zal kunnen volstaan met het produceren van door Geldplein conform getekende uittreksels uit haar administratie.

  • 3. Geldplein draagt er zorg voor dat de aanvrager van een krediet uiterlijk voor of bij het sluiten van de kredietovereenkomst een schriftelijk exemplaar van de algemene voorwaarden ontvangt.

Artikel 17 Zakelijke of persoonlijke zekerheid

Met het oog op gerechtvaardigde belangen van de gemeente bij nakoming van de uit de kredietovereenkomst voortvloeiende verplichtingen of wanneer het doel van de kredietverlening dat rechtvaardigt, kan Geldplein, binnen de grenzen van de Wet op het consumentenkrediet, verlangen dat zakelijke of persoonlijke zekerheid wordt gesteld.

Artikel 18 Beschikbaarstelling kredietbedrag

  • 1. Na de totstandkoming van de kredietovereenkomst wordt het kredietbedrag beschikbaar gesteld aan de kredietnemer, tenzij sprake is van een saneringskrediet.

  • 2. Bij een saneringskrediet wordt het kredietbedrag, na een verkregen akkoord van alle bekende schuldeisers van de klant, beschikbaar gesteld aan die schuldeisers.

  • 3. Ten aanzien van de beschikbaarstelling van het kredietbedrag kan Geldplein aanvullende voorwaarden stellen.

Artikel 19 Kredietvergoeding

  • 1. Geldplein kan een vergoeding in rekening brengen:

    • a.

      voor de afwikkeling overeenkomstig de betalingsregeling van de krediettransactie;

    • b.

      indien de kredietnemer, na ingebrekestelling, nalatig blijft in zijn verplichting tot betaling ingevolge de krediettransactie;

  • 2. De kredietvergoedingen worden vastgesteld door het college met inachtneming van eventuele bij wettelijk voorschrift gestelde maxima.

Artikel 20 Overige bepalingen

  • 1. Geldplein houdt bij de vaststelling van de betalingsregeling van het krediet rekening met de draagkracht van de kredietnemer.

  • 2. Van elke aflossing wordt de kredietnemer een bewijs verstrekt, tenzij betaling is geschied door tussenkomst van een aan het giraal verkeer deelnemende instelling.

HOOFDSTUK IV KLACHTEN

Artikel 21 Klachtenregeling

Klachten over de diensten en producten van Geldplein worden behandeld conform Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht.

HOOFDSTUK VI TOEZICHT EN VERANTWOORDING

Artikel 22 Toezicht en verantwoording

Het college ziet, overeenkomstig artikel 4:37, tweede lid, onder c. van de Wet, toe op de naleving van dit reglement door Geldplein.

Artikel 23 Comptabele bepalingen

De directeur waarborgt dat de financiële organisatie en het financiële beheer van Geldplein, evenals de daarover af te leggen verantwoording, voldoet aan hetgeen bij of krachtens Hoofdstuk XIV van de Gemeentewet is bepaald.

HOOFDSTUK VII SLOTBEPALINGEN

Artikel 24 Slotbepaling

In alle gevallen waarin niet bij of krachtens de Wet of het bankreglement is voorzien, beslist het college.

Artikel 25 Intrekking en inwerktreding

  • 1. Het Bankreglement Kredietbank Rotterdam 2013 wordt ingetrokken.

  • 2. Dit bankreglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Artikel 26 Citeertitel

Dit bankreglement kan worden aangehaald als: “Bankreglement Geldplein Rotterdam 2025”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 17 december 2024.

De secretaris,

G.J.D. Wigmans

De burgemeester,

C.J. Schouten

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl