Verordening marktgelden 2025

1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  standplaats: de standplaats als bedoeld in artikel 2 van de Marktverordening De Ronde Venen 2024;

• b.

  standwerkvergunning: vergunning voor de duur van een dag voor het op de markt om zich heen verzamelen van publiek, om door een aansprekende uiteenzetting te proberen het publiek over te halen om artikelen te kopen

• c.

  kraam: een verplaatsbare tent of uitstalling waarin koopwaar wordt aangeboden;

• d.

  frontlengte: het totale aantal ingenomen strekkende meters (m1) frontlengte, daaronder begrepen de grondplaats die wordt gebruikt voor gronduitstallingen, kramen, tafels, tenten, luifels, zeilen, parasols, of andere soortgelijke opstallen, alsmede motorvoertuigen en of aanhangwagens.

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

• a.

  mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

• b.

  schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

1. De belasting voor een vaste standplaats als bedoeld in artikel 2 van de Marktverordening De Ronde Venen 2024 is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2. Indien de belastingplicht ten aanzien van een vaste standplaats als bedoeld in artikel 2 van de Marktverordening De Ronde Venen 2024 in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

3. De maandelijkse ontheffing zoals bedoeld in het tweede lid wordt ook verleend, indien de belastingplicht ten aanzien van een vaste standplaats als bedoeld in artikel 2 van de Marktverordening De Ronde Venen 2024, zich tijdelijk en wel langer dan zes aaneengesloten weken zich niet heeft voorgedaan.

Het verzoek tot ontheffing kan binnen 6 weken nadat de aanspraak tot ontheffing is ontstaan, worden gedaan.

4. Indien de belastingplicht ten aanzien van een vaste standplaats als bedoeld in artikel 2 van de Marktverordening De Ronde Venen 2024 in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

1. De “Verordening marktgelden 2024” wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening marktgelden 2025”.