Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732422
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732422/1
Verordening forensenbelasting gemeente Gulpen-Wittem 2025
Geldend van 25-12-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening forensenbelasting gemeente Gulpen-Wittem 2025De gemeenteraad van Gulpen-Wittem,
Overwegende
- •
het belastingvoorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. dinsdag 5 november 2024;
- •
artikel 223 van de Gemeentewet.
Besluit
- 1.
de Verordening forensenbelasting gemeente Gulpen-Wittem 2025 vast te stellen, zoals hierna volgt:
Artikel 1: Definitie
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:
Een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.
Artikel 2: Belastbaar feit en belastingplicht
-
1. Onder de naam “forensenbelasting” wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.
-
2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Artikel 3: Vrijstellingen
Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
Artikel 4: Maatstaf van heffing
-
1. De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per woning, als bedoeld in artikel 1.
-
2. De belasting, bedoeld in 1, wordt verhoogd met een percentage van de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld, met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.
-
3. Ingeval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen, zoals bedoeld in lid 2, is vastgesteld, wordt de belasting berekend naar de waarde.
-
4. De vaststelling van de waarde, zoals bedoeld in lid 3, geschiedt overeenkomstig de regels voor de in de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet bedoelde belastingen met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e. van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast.
Artikel 5: Belastingtarief
-
1. De belasting bedraagt per woning € 280,00;
-
2. De in het eerste lid bedoelde belasting wordt verhoogd met 0,25% van de waarde als bedoeld in artikel 4, tweede lid.
-
3. De totale belasting wordt gemaximaliseerd tot € 2.500,00 per object.
Artikel 6: Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7: Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8: Ontstaan van de belastingschuld
De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan 90 dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2.
Artikel 9: Aanslaggrens
-
1. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.
-
2. Voor de toepassing van het vorige lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.
Artikel 10: Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.
-
2. In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet vermelde aanslag(en) niet hoger is dan € 20.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt.
-
3. Betaling van de termijnen zoals bedoeld in de leden 1 en 2 is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).
-
4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 11: Kwijtschelding
Bij de invordering van de forensenbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12: Overgangsrecht
De ‘verordening forensenbelasting Gulpen-Wittem 2024’ van 21 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 13: Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 14: Citeertitel
Deze verordening wordt aangeduid als ‘verordening forensenbelasting Gulpen-Wittem 2025’
Ondertekening
Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Gulpen-Wittem.
Gulpen, donderdag 19 december 2024.
de griffier,
dhr. mr. R. Reichrath
de voorzitter,
mw. ing. N.H.C. Ramaekers – Rutjens
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl