Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732419
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732419/1
Verordening op de heffing en de invordering van leges Noord-Beveland 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges Noord-Beveland 2025De raad van de gemeente Noord-Beveland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 november 2024;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van leges Noord-Beveland 2025, citeertitel: Legesverordening Noord-Beveland 2025.
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- -
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- -
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- -
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- -
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- -
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
artikel 1.17 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
-
1. De Legesverordening 2024 van 21 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Noord-Beveland 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2024.
De plaatsvervangend griffier,
mr. drs. L.B. van Iwaarden
De voorzitter,
Drs. G.L. Meeuwisse
Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Noord-Beveland 2025
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap |
||
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op: |
|
|
a. |
maandagochtend van 9.00 uur tot 12.00 uur (met uitzondering van feestdagen) |
Gratis; |
b. |
maandag tussen 12.00 uur en 16.00 uur en dinsdag tot en met vrijdag tussen 9.00 uur en 16.00 uur |
€ 400,00; |
c. |
maandag tot en met vrijdag buiten de in artikel 1.1, onder b. genoemde uren, voor zover de ambtenaar daartoe gelegenheid geeft |
€ 545,00; |
d. |
zaterdagen tussen 9.00 uur en 16.00 uur |
€ 645,00; |
e. |
zaterdagen buiten de in artikel 1.1, onder d. genoemde uren, en op zondagen, voor zover de ambtenaar daartoe gelegenheid geeft |
€ 845,00. |
Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
||
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op: |
|
|
a. |
maandagochtend van 9.00 uur tot 12.00 uur (met uitzondering van feestdagen) |
Gratis; |
b. |
maandag tussen 12.00 uur en 16.00 uur en dinsdag tot en met vrijdag tussen 9.00 uur en 16.00 uur |
€ 400,00; |
c. |
maandag tot en met vrijdag buiten de in artikel 1.1, onder b. genoemde uren, voor zover de ambtenaar daartoe gelegenheid geeft |
€ 545,00; |
d. |
zaterdagen tussen 9.00 uur en 16.00 uur |
€ 645,00; |
e. |
zaterdagen buiten de in artikel 1.1, onder d. genoemde uren, en op zondagen, voor zover de ambtenaar daartoe gelegenheid geeft |
€ 845,00. |
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis |
||
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek: |
€ 135,00. |
|
Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis |
||
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek: |
€ 135,00. |
|
Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
||
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap voor ieder daaraan besteed kwartier, per getuige: |
€ 23,00. |
|
Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum |
||
Het tarief bedraagt voor het annuleren van huwelijksvoltrekkingen en voor registraties of omzettingen van partnerschappen indien dit binnen 4 weken voorafgaand aan de voltrekking wordt gemeld |
€ 200,00 |
|
Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje |
||
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje |
€ 25,00. |
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten |
|||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
||
a. |
een nationaal paspoort: |
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 86,85;* |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 65,70;* |
|
b. |
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort): |
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 86,85;* |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 65,70;* |
|
c. |
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 86,85;* |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 65,70;* |
|
d. |
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: |
€ 65,70;* |
|
Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart |
|||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|||
a. |
een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 78,50;* |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 42,35;* |
|
b. |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: |
€ 38,25;* |
|
Artikel 1.11 Modaliteiten |
|||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|||
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: |
€ 59,10;* |
|
b. |
voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen: |
€ 18,65.* |
* Dit is het naar beneden afgeronde maximumtarief
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Artikel 1.12 Rijbewijzen |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
€ 52,10.* |
||
Artikel 1.13 Modaliteiten |
|||
1. |
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt: |
||
a. |
bij een spoedlevering vermeerderd met: |
€ 39,65.** |
* Dit is het naar beneden afgeronde maximumtarief.
** Het rijkskostendeel van de verhoging bedraagt € 39,65.
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
Artikel 1.14 Definities |
||
1. |
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
2. |
Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|
Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 1,00; |
b. |
Tot het verstrekken van gegevens, per 100 verstrekkingen: |
€ 75,00. |
Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens |
||
Gereserveerd |
|
|
Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking |
||
In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
€ 7,50* |
|
Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 23,00. |
* Dit is het maximumtarief.
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken |
|
Gereserveerd |
|
Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken |
|
Gereserveerd |
|
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie |
|
Gereserveerd |
|
Artikel 1.22 Informatie uit registers |
|
Gereserveerd |
|
Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden |
|
Gereserveerd |
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Artikel 1.24 Gemeentegarantie |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 1.25 Overige publiekszaken |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: |
€ 41,35; |
b. |
Tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn: |
€ 8,00; |
c. |
tot het legaliseren van een handtekening: |
€ 8,00. |
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 23,00. |
Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden Gerard/Jan |
||
Gereserveerd |
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014 |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
||
1. |
een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014: |
€ 1.000,00; |
|
2. |
indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014: |
€ 250,00. |
|
Artikel 1.30 Leegstandwet |
|||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: |
€ 350,00; |
|
b. |
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet: |
€ 150,00. |
|
2. |
Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.] |
|
|
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen |
|||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
|
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat: |
€ 56,50; |
|
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten geldt, € 27,20 vermeerderd met het product van het aantal kansspelautomaten waarvoor de vergunning geldt, en een bedrag van € 18,20 |
||
c. |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van 5 jaar: |
€ 282,50; |
|
d. |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van 5 jaar, € 136,00 vermeerderd met het product van het aantal kansspelautomaten waarvoor de vergunning geldt, en een bedrag van € 91,00 |
||
2. |
Gereserveerd |
|
|
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning): |
€ 25,00; |
|
4. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen (kienspelvergunning): |
€ 25,00. |
|
5 |
Gereserveerd |
||
Artikel 1.32 Telecommunicatiewet |
|||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, per verleende vergunning: |
€ 403,00; |
|
2. |
Het tarief per strekkende meter bodemsleuf (voor sleuflengtes langer dan 25 meter) bedraagt: |
€ 1,30; |
|
a.1 |
als het betreft werkzaamheden in asfalt, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per m2 sleuf verhoogd met: |
€ 91,00 |
|
a.2 |
als het betreft werkzaamheden in klinkerbestrating, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per m2 sleuf van 0-15 m2 verhoogd met: |
€ 65,94 |
|
a.3 |
als het betreft werkzaamheden in klinkerbestrating, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per m2 sleuf van meer dan 15 m2 verhoogd met: |
€ 41,06 |
|
a.4 |
als het betreft werkzaamheden in tegelbestrating, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per m2 sleuf van 0-15 m2 verhoogd met: |
€ 35,20 |
|
a.5 |
als het betreft werkzaamheden in tegelbestrating, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per m2 sleuf van meer dan 15 m2 verhoogd met: |
€ 24,86 |
|
a.6 |
als het betreft werkzaamheden in opsluitband, koprol of trottoirband, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per m2 sleuf verhoogd met: |
€ 14,07 |
|
a.7 |
als het betreft werkzaamheden in sierbestrating, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per m2 sleuf verhoogd met: |
Additionele kosten |
|
b.1 |
als het betreft werkzaamheden in bermen of gazon, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per m2 sleuf verhoogd met: |
€ 4,86. |
|
b.2 |
als het betreft werkzaamheden in bermen of gazon, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per m2 sleuf verhoogd met: |
Additionele kosten |
|
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
||
a |
de toewijzing van een gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in artikel 18, eerste lid, onder d van de Wegenverkeerswet |
€ 170,00 |
Paragraaf 1.10 Diversen
Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
||
a. |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 8,00; |
|
b. |
Afschriften, doorslagen of (foto)kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen (wordt vanaf de 21e kopie per pagina in rekening gebracht): |
|
|
1. |
per pagina A4-formaat (op papier of gescand): |
€ 0,25; |
|
2. |
per pagina van een ander formaat (op papier of gescand): |
€ 0,35; |
|
c. |
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de subonderdelen a en b in deze tabel genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk |
€ 3,50; |
|
vermeerderd met |
€ 2,00; |
||
d.. |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 9,00; |
|
e. |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 8,00; |
|
f. |
Kopiëren voor/door verenigingen of particulieren |
||
1. |
Per enkelzijdige kopie |
€ 0,05; |
|
2. |
Per dubbelzijdige kopie |
€ 010; |
|
Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen |
|||
Gereserveerd |
|
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Definities |
|||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
||
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
||
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
||
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
||
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
||
4. |
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling worden de bouwkosten getoetst aan de richtbedragen die in het overzicht bouwkosten zijn vastgelegd ten behoeve van de berekeningen voor de bouwleges-toets. Dit overzicht is als bijlage gevoegd bij deze verordening. Voor zover de richtbedragen niet toepasbaar zijn, worden de bouwkosten getoetst aan de taxatieboeken Serie Taxatieboekjes, BIM Media, 2023.Onder bouwkosten wordt verstaan: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. |
||
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|||
a. |
omgevingsoverleg; |
||
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
||
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
||
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
||
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
||
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
||
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
||
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
||
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|||
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
||
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
||
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
||
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
||
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
||
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg |
||
1. |
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 0. |
2. |
De op grond van het eerste lid verschuldigde leges worden verhoogd met: |
|
wanneer er ter verkrijging van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Omgevingswet vergunbaar is, en dit niet afgehandeld kan worden via de mandaatregeling. |
€ 350,00; |
|
3 |
De op grond van het eerste lid verschuldigde leges worden verhoogd met: |
|
a. |
Wanneer er eveneens een beoordeling dient plaats te vinden door de agrarische toetsingscommissie en/of de toetsingscommissie Nieuwe Economische Dragers |
€ 875,00. |
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een omgevingsoverleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het omgevingsoverleg vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten |
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
Indien de bouwkosten minder dan € 10.500 bedragen: |
1,4% |
|
|
vermeerderd met: |
€ 100,00; |
|
b |
indien de bouwkosten € 10.500 tot € 25.000 bedragen: |
1,35% |
|
vermeerderd met: |
€ 190,00; |
||
c |
indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen: |
1,33% |
|
vermeerderd met |
€ 200,00; |
||
d. |
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen: |
1,25% |
|
vermeerderd met |
€ 210, ; |
||
e. |
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: |
1,2% |
|
vermeerderd met |
€ 300,00; |
||
f. |
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 2.500.000 bedragen: |
0,95% |
|
vermeerderd met |
€ 350,00; |
||
g. |
Indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen |
0,94% |
|
vermeerderd met |
€ 500,00. |
||
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
1a. |
indien de bouwkosten minder dan € 10.500 bedragen: |
1,4% |
|
|
vermeerderd met: |
€ 100,00; |
|
b |
indien de bouwkosten € 10.500 tot € 25.000 bedragen: |
1,35% |
|
vermeerderd met: |
€ 190,00; |
||
c |
indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen: |
1,33% |
|
vermeerderd met |
€ 200,00; |
||
d. |
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen: |
1,25% |
|
vermeerderd met |
€ 210,00; |
||
e. |
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: |
1,2% |
|
vermeerderd met |
€ 300,00; |
||
f. |
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 2.500.000 bedragen: |
0,95% |
|
, vermeerderd met |
€ 350,00; |
||
g. |
Indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen |
0,94% |
|
vermeerderd met |
€ 500,00. |
||
2. |
voor een omgevingsplanactiviteit: |
||
2.1 |
als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met: |
||
a |
Indien de bouwkosten minder dan € 25.000 |
€ 100,00; |
|
b |
Indien de bouwkosten € 25.000 tot € 120.000 bedragen |
€ 260,00; |
|
c |
Indien de bouwkosten € 120.000 tot € 230.000 bedragen |
€ 450,00; |
|
d |
Indien de bouwkosten € 230.000 tot € 455.000 bedragen |
€ 900,00; |
|
e |
Indien de bouwkosten meer dan € 455.000 bedragen |
€ 2.200,00; |
|
3 |
De tarieven genoemd onder lid 1 worden in voorkomende gevallen verhoogd als volgt: |
||
|
€ 1.800,00 |
||
4. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit worden de voorgaande tarieven in voorkomende gevallen als volgt verhoogd: |
||
|
€ 750,00 |
||
|
€ 1.800,00 |
||
|
€ 2.500,00 |
||
5. |
voor een omgevingsplanactiviteit die uitsluitend bestaat uit het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk en waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit |
€ 500,00. |
|
6. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit die uitsluitend bestaat uit het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk en waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit worden de voorgaande tarieven in voorkomende gevallen als volgt verhoogd: |
||
|
€ 750,00 |
||
|
€ 1.800,00 |
||
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 800,00; |
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 1.800,00; |
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 2.000,00. |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit |
|||
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 800,00; |
||
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 800,00; |
||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
|||
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 1.800,00; |
||
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 1.800,00; |
||
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|||
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 2.000,00; |
||
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 2.000,00; |
||
2. |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: |
€ 550,00. |
||
3. |
a. |
gereserveerd |
||
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 1.000,00; |
||
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 1.000.00. |
||
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 20 van de Erfgoedverordening Noord-Beveland 2016 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
€ 800,00; |
||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 1.800,00; |
||
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 2.000,00. |
||
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
||
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 175,00. |
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: per milieubelastende activiteit |
€ 996,00. |
|
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.656,00; |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
€ 2.212,00; |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
€ 1.770,00. |
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving) |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten |
||
Gereserveerd |
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 285,00 |
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 285,00 |
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
||
Gereserveerd |
||
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, |
€ 400,00; |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 1.800,00. |
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 285,00; |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 1.800,00. |
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
||
Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening 2023; overgangsrecht Omgevingswet) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 150,00 |
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening 2023/overgangsrecht Omgevingswet) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 200,00 |
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
indien de aanlegkosten minder dan € 100.000,00 bedragen: |
1,60% |
|
van de aanlegkosten met een minimum van: |
€ 80,00 |
b. |
indien de aanlegkosten € 100.000,00 tot € 500.000,00 bedragen: |
€ 1.600,00 |
|
vermeerderd met: |
2,00% |
|
waarmee die aanlegkosten de € 100.000,00 te boven gaan; |
|
c. |
indien de aanlegkosten € 500.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen: |
€ 9.600,00 |
|
vermeerderd met: |
1,80% |
|
waarmee die aanlegkosten de € 500.000,00 te boven gaan; |
|
d. |
indien de aanlegkosten € 1.000.000,00 tot € 2.500.000,00 bedragen: |
€ 18.600,00 |
|
vermeerderd met: |
1,70% |
|
waarmee die aanlegkosten de € 1.000.000,00 te boven gaan; |
|
e. |
indien de aanlegkosten € 2.500.000,00 tot € 10.000.000,00 bedragen: |
€ 44.100,00 |
|
vermeerderd met: |
1,70% |
|
waarmee die aanlegkosten de € 2.500.000,00 te boven gaan; |
|
f. |
indien de aanlegkosten € 10.000.000,00 tot € 50.000.000,00 bedragen |
€ 171.600,00 |
|
vermeerderd met: |
1,60% |
|
waarmee die aanlegkosten de € 10.000.000,00 te boven gaan; |
|
g. |
indien de aanlegkosten € 50.000.000,00 of meer bedragen: |
€ 819.600,00 |
|
vermeerderd met: |
1,40% |
|
waarmee die aanlegkosten de € 50.000.000,00 te boven gaan. |
|
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie |
|||
Gereserveerd |
|||
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|||
Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening 2023/overgangsrecht Omgevingswet) |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 125,00 |
||
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|||
Gereserveerd |
|||
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg] |
|
||
Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening 2023; overgangsrecht Omgevingswet) |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken. |
€ 500,00; |
|
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
|||
Gereserveerd |
|||
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
||
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 250,00; |
|
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
1° |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 250,00; |
|
2° |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 1.800,00; |
|
3° |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
€ 100,00. |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
|||
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
per maatwerkvoorschrift: |
€ 500,00; |
|
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 500,00. |
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|||
1. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
||
a. |
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 2.200,00; |
|
b. |
twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
€ 1.750,00; |
|
c. |
vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
€ 1.400,00; |
|
2. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 1.400,00. |
|
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 500,00. |
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
|||
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
||
a. |
Een andere activiteit dan bedoeld in artikel 2.10.1 of 2.10.2, bedraagt het tarief: |
€ 500,00. |
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 500,00. |
|
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
||
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 250,00. |
|
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
€ 75,00. |
|
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens |
||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen: |
||
a. |
indien de bouwkosten minder dan € 10.000 bedragen |
€ 100,00; |
b. |
indien de bouwkosten € 10.000 of meer bedragen |
€ 500,00. |
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
||
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
||
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
€ 5.000,00. |
|
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 75,00. |
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
175%, |
||
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges |
|||
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|||
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 2.500,00; |
|
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 4.000,00; |
|
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 2.000,00. |
|
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
||
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 300,00; |
|
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 550,00; |
|
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 300,00; |
|
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 300,00; |
|
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 300,00; |
|
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 1.500,00; |
|
g. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 300,00. |
|
Artikel 2.50 Advies |
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
||
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 1.000,00; |
|
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
€ 1.000,00; |
|
c. |
voor een advies van de agrarische commissie: |
€ 910,00. |
|
d. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||
Artikel 2.51 Instemming |
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
||
als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming: |
€ 750,00. |
Paragraaf 2.13 Vermindering
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg |
||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
0% |
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges. |
||
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
|
|
3. |
Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd: |
€ 0. |
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt: |
|
|
a. |
bij 5 tot 10 activiteiten: |
10% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
b. |
bij 10 tot 15 activiteiten: |
15% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
c. |
bij 15 of meer activiteiten: |
20% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges. |
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
||
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
90%. |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
||
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
||
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
75%. |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
||
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijk intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
||
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen zes maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
Een bedrag minder dan € 50 wordt niet teruggegeven. |
|
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
a. |
een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid, van de APV 2023: |
€ 10,00; |
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 100,00; |
b. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet: |
€ 10,00; |
c. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet: |
€ 50,00; |
d. |
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet: |
€ 50,00; |
e. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ 25,00. |
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf |
|||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||
een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid van de APV 2023.: |
|||
a. |
voor een seksinrichting: |
€ 1.200,00; |
|
b. |
voor een escortbedrijf: |
€ 1.200,00; |
|
2. |
Gereserveerd |
|
|
3. |
Gereserveerd |
||
Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf |
|||
Gereserveerd |
|
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden / niet |
|
Gereserveerd |
|
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Artikel 3.6 Organiseren evenement |
|
Gereserveerd |
|
Artikel 3.7 Organiseren markt |
|
Gereserveerd |
Paragraaf 3.5 Standplaatsen
Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt |
|
Gereserveerd |
|
Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt |
|
Gereserveerd |
|
Artikel 3.10 Losse standplaatsen |
|
Gereserveerd |
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 en Wet goed verhuurderschap
Artikel 3.11 Vergunning of ontheffing onttrekken woonruimte |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing van het verbod om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, respectievelijktweede lid, van de Huisvestingswet 2014: |
€ 75,00. |
|
Artikel 3.12 Vergunning of ontheffing samenvoegen woonruimte |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing van het verbod om woonruimte met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder b, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014: |
€ 75,00. |
|
Artikel 3.13 Vergunning of ontheffing omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning ofontheffing van het verbod om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014: |
€ 75,00. |
|
Artikel 3.14 Vergunning of ontheffing verbouwen woonruimte tot meer woonruimten |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning ofontheffing van het verbod om woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder d, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014: |
€ 75,00. |
|
Artikel 3.15 Splitsingsvergunning of -ontheffing |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning ofontheffing van het verbod om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerste, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014: |
€ 75,00.. |
|
Artikel 3.16 Vergunning of ontheffing toeristische verhuur |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing van het verbod om woonruimte voor toeristische verhuur in gebruik te geven als bedoeld in artikel 23c, eerste, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014: |
€ 75,00. |
|
Artikel 3.17 Verhuurvergunning opkoopbescherming |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om een woonruimte in gebruik te geven binnen een periode van vier jaar na de datum van inschrijving in de openbare registers van de akte van levering van die woonruimte aan de nieuwe eigenaar, als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014: |
€ 75,00. |
|
Artikel 3.18 Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet goed verhuurderschap: |
||
a. |
voor een verhuurvergunning woonruimte: |
€ 75,00; |
b. |
voor een verhuurvergunning verblijfsruimte: |
€ 75,00. |
Paragraaf 3.7 Collectevergunning
Artikel 3.19 Collectevergunning (eenmalig) |
|
Gereserveerd |
|
Artikel 3.20 Collectevergunning (doorlopend) |
|
Gereserveerd |
Paragraaf 3.8 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Artikel 3.21 Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 75,00. |
Behorende bij raadsbesluit van 19 december 2024
De griffier van gemeente Noord-Beveland.
KENGETALLENLIJST 2025
De vermelde prijzen gelden per eenheid zoals vermeld excl. BTW (euro)
1. WONINGEN |
|
1.1 Rijtjeswoningen |
€ 302 per m³ |
1.2 Halfvrijstaande woningen |
€ 350 per m³ |
1.3 Vrijstaande woningen / appartementen |
€ 488 per m³ |
1.4 Bungalows |
€ 468 per m³ |
1.5 Woonwagens (nieuw en verplaatst) |
€ 248 per m³ |
1.6 (Tijdelijke) woonunit |
€ 257 per m³ |
1.7 Recreatiewoning |
€ 374 per m³ |
|
|
2. WONINGUITBREIDINGEN EN VERBOUWINGEN |
|
2.1 Uitbreiding woonruimte / dakopbouw |
€ 588 per m³ |
2.2 Uitbreiding bergruimte / garage |
€ 305 per m³ |
2.3 Kelder |
€ 396 per m³ |
2.4 Serre |
€ 803 per m³ |
2.5 Verandering woonruimte (inpandig) |
€ 229 per m³ |
2.6 Dakkapel |
€ 2700 per m |
2.7 Gevelwijziging |
€ 790 per m² |
2.8 Nieuw dak |
€ 300 per m² |
|
|
3. BIJGEBOUWEN |
|
3.1 Berging / garage met plat dak |
€ 200 per m³ |
3.2 Berging / garage met kapconstructie |
€ 190 per m³ |
3.3 Carport / Overkapping |
€ 287 per m² |
3.4 Tuinhuisje (prefab) |
€ 239 per m² |
3.5 Zwembad |
€ 405 per m³ |
|
|
4. TUIN en STRAATMEUBILAIR |
|
4.1 Houten schutting / pergola |
€ 106 per m |
4.2 Gemetselde tuinmuur |
€ 180 per m |
4.3 Schotelantenne |
€1000 per st. |
4.4 Hout + metselwerk tuinmuur |
€ 120 per m |
4.5 Gaashekwerk |
€ 85 per m |
|
|
5. BEDRIJFSHALLEN |
|
- Gemetselde wandconstructie: |
|
5.1 Bedrijfshal tot en met 3m hoog |
€ 130 per m³ |
5.2 Bedrijfshal tussen 3 en 6m hoog |
€ 125 per m³ |
5.3 Tussenvloer in de hal extra |
€ 175 per m² |
5.4 Bedrijfskantoor in de hal |
€ 250 per m³ |
|
|
- Systeembouw: |
|
5.5 Hal tot en met 5,5 m hoog |
€ 100 per m³ |
5.6 Hal hoog tussen 5,5 tot en met 9 m |
€ 85 per m³ |
5.7 Semi-permanente unit |
€ 250 per m³ |
5.8 Romneyloods |
€ 55 per m³ |
6. OVERIGE GEBOUWEN |
|
6.1 Kantoor |
€ 566 per m³ |
6.2 Showroom |
€ 220 per m³ |
6.3 Winkel |
€ 429 per m³ |
6.4 Bouwmarkt |
€ 270 per m³ |
6.5 Horeca |
€ 421 per m³ |
6.6 Sporthal |
€ 310 per m³ |
6.7 Feestzaal |
€ 260 per m³ |
6.8 Scholen / kinderdagverblijven |
€ 307 per m³ |
6.9 Noodscholen |
€ 250 per m³ |
6.10 Zorgfunctie (kleinschalig) |
€ 435 per m³ |
6.11 Interne wijzigingen overige gebouwen |
€ 165 per m³ |
6.12 Gevelwijzigingen overige gebouwen |
€ 675 per m² |
6.13 Kantine |
€ 300 per m³ |
|
|
7. TUINBOUWKAS |
|
7.1 Verwarmde kas |
€ 147 per m² |
7.2 Onverwarmde kas |
€ 60 per m² |
|
|
8. VARKENSSTAL |
|
8.1 Stal fokzeugen en biggen (traditioneel metselwerk) |
€ 778 per m² |
8.2 Stal voor vleesvarkens (traditioneel metselwerk) |
€ 700 per m² |
|
|
9. KOEIENSTAL |
|
9.1 Stal voor vleeskalveren (traditioneel metselwerk) |
€ 420 per m² |
9.2 Grupstal (traditioneel metselwerk) |
€ 350 per m² |
9.3 Ligboxenstal (traditioneel metselwerk) |
€ 454 per m² |
9.4 Gedeelte voor melkinrichting, installatie en tank |
€ 700 per m² |
|
|
10. KIPPENSTAL |
|
10.1 Vleeskuikens (traditioneel metselwerk) |
€ 375 per m² |
10.2 Legkippen (traditioneel metselwerk) |
€ 365 per m² |
|
|
11. PAARDENSTAL |
|
11.1 Paardenstal (traditioneel metselwerk) |
€ 680 per m² |
11.2 Manege (rijhal) (traditioneel metselwerk) |
€ 350 per m² |
|
|
12. OVERIGE AGRARISCHE BEDRIJFSGEBOUWEN |
|
12.1 Opslagloods agrarische (spouwmuur traditioneel) |
€ 825 per m² |
12.4 Prefab werktuigen / opslagloods (stalen gevels) |
€ 224 per m² |
12.5 Prefab veldschuur open (stalen gevels) |
€ 277 per m² |
12.6 Aardappelloods (incl. kelderventilatie + inrichting) |
€ 461 per m² |
|
|
13. MEST SILO / KELDER |
|
13.1 Bovengronds van staal en/of hout systeembouw |
€ 65 per m³ |
13.2 Mest kelder (losse kelder) |
€ 216 per m² |
13.3 Sleufsilo |
€ 300 per m |
13.4 Mestsilo |
€ 38 per m³ |
|
|
14. (PARKEER)KELDER |
|
14.1 Gedeeltelijk boven- of ondergronds |
€ 220 per m³ |
14.2 Geheel ondergronds |
€ 400 per m³ |
14.3 Geheel bovengronds |
€ 178 per m³ |
14.4 Fietsenstalling |
€ 322 per m³ |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl