Regeling vervalt per 01-01-2029

Subsidieregeling amateurkunst, cultuurparticipatie en erfgoed provincie Groningen 2025-2028

Geldend van 06-01-2025 t/m 31-12-2028

Intitulé

Subsidieregeling amateurkunst, cultuurparticipatie en erfgoed provincie Groningen 2025-2028

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

Overwegende dat:

  • -

    wij streven naar kunst en cultuur voor iedereen, een bruisend en vernieuwend aanbod van cultuur in Stad en Ommeland stimuleren en inzetten op ontwikkeling, behoud en versterking van het erfgoed, landschap en leefomgeving;

  • -

    we deze ambities willen bereiken via vier strategieën: Een sterke basis en vernieuwing, Samenleven met cultuur, Overal cultuur en Thuis in Groningen;

  • -

    we met de inzet van deze Subsidieregeling en het bijbehorende budget initiatieven willen ondersteunen die op originele wijze bijdragen aan één of meerdere van de strategieën en zich richten op het stimuleren van actieve cultuurparticipatie, amateurkunst, erfgoed, archeologie en de Nedersaksische taal.;

Gelet op:

  • -

    Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    Artikel 3, derde lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • -

    De Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • -

    Het Strategisch Beleidskader Cultuur 2021-2028 en het Uitvoeringsprogramma cultuur 2025-2028.

Besluiten:

  • I.

    Vast te stellen de:

Subsidieregeling amateurkunst, cultuurparticipatie en erfgoed provincie Groningen 2025-2028

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    actieve cultuurparticipatie: het actief meedoen aan kunst en cultuur;

  • b.

    amateurkunst: een activiteit op het gebied van muziek, dans, toneel, beeldende kunst of audiovisuele kunst of literatuur, beoefend in de vrije tijd, die voor de kunstbeoefenaar geen primaire inkomstenbron oplevert.

  • c.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    culturele instelling: culturele stichting of vereniging zonder winstoogmerk;

  • e.

    erfgoed, bestaande uit:

    • -

      Immaterieel erfgoed: sporen uit het verleden in het heden, in de vorm van gebruiken, verhalen, streektaal, tradities en gewoonten;

    • -

      Materieel erfgoed: sporen uit het verleden in het heden, die zichtbaar en tastbaar aanwezig zijn, zoals voorwerpen in musea, archeologische vondsten, archieven, monumenten en landschappen;

  • f.

    erfgoedinstelling: een instelling zonder winstoogmerk die zich bezighoudt met collectievorming, presentatie en educatie van erfgoed.

  • g.

    erfgoedparticipatie: actieve deelname van een erfgoedgemeenschap zoals het publiek, inwoners en/of vrijwilligers aan een activiteit gericht op erfgoed of archeologie.

  • h.

    incidenteel project: een project zonder regelmatig terugkerend karakter;

  • i.

    Kaderverordening: Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • j.

    Procedureregeling: Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • k.

    professioneel kunstenaar/artiest: een persoon die door middel van het kunstenaar/artiest zijn in het levensonderhoud voorziet;

  • l.

    provincie: provincie Groningen;

  • m.

    welzijnsinstelling: instelling die zich bezig houd met welzijnswerk zonder winstoogmerk;

  • n.

    zorginstelling: een organisatie die zich richt op zorgverlening zonder winstoogmerk.

  • o.

    zzp-er: een zelfstandige culturele maker zonder rechtspersoon die geen personeel in dienst heeft.

Artikel 2 Doel

Deze regeling heeft tot doel het stimuleren van vernieuwende activiteiten die gericht zijn op:

  • a.

    actieve deelname aan amateurkunst en/of;

  • b.

    het vergroten van de actieve participatie van inwoners die nu niet of nauwelijks deelnemen aan kunst en cultuur en/of;

  • c.

    erfgoed en archeologie gericht op participatie en/of;

  • d.

    het behouden en bevorderen van het gebruik van de Nedersaksische taal.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door:

  • a.

    culturele, erfgoed en zorg- en welzijnsinstellingen zonder winstoogmerk;

  • b.

    zelfstandige makers (zzp-ers) werkzaam in de cultuur- en/of erfgoedsector.

Artikel 4 De aanvraag

Op grond van en in aanvulling op artikel 2.1 van de Procedureregeling bevat een aanvraag de volgende onderdelen:

  • a.

    Een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, inclusief start- en einddatum (activiteitenplan);

  • b.

    Een beschrijving van de doelstellingen en resultaten die met de activiteiten worden nagestreefd en hoe de activiteiten aan de provinciale beleidsdoelstellingen bijdragen;

  • c.

    Een begroting van de kosten en bijbehorend dekkingsplan, voorzien van een toelichting en waarbij een opgave wordt gedaan van de eigen inkomsten alsook de bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen voor dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

  • d.

    Wanneer de activiteiten in meerdere provincies worden uitgevoerd dan dient in de begroting een duidelijk onderscheid te zijn aangebracht in de beschrijving van de activiteiten en kosten gerelateerd aan de Provincie Groningen.

Artikel 5 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling subsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 6 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op:

  • a.

    actieve cultuurparticipatie, waarbij het gaat om incidentele activiteiten geïnitieerd vanuit instellingen met inhoudelijke invulling vanuit artisticiteit en/of positieve gezondheid die de toegang tot cultuur voor (groepen) inwoners die nu niet of nauwelijks actief participeren, aantoonbaar vergroot;

  • b.

    amateurkunst, waarbij het gaat om incidentele activiteiten gericht op het stimuleren van actieve deelname en ontwikkeling van amateurkunstenaars;

  • c.

    incidentele activiteiten die gericht zijn op participatie en de kennis, beleving en waardering van het Groningse erfgoed / archeologie vergroten;

  • d.

    incidentele culturele activiteiten die zich richten op het behouden en bevorderen van het gebruik van de Nedersaksische taal. Hierbij gaat het om projecten die nog niet op een soortgelijke manier in de provincie aangeboden worden en waarbij de focus ligt op publieksverbreding.

Artikel 7 Weigeringsgronden

  • 1. Onverminderd de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en de artikelen 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      de voorgenomen activiteiten tot de reguliere werkzaamheden van de aanvrager behoren;

    • b.

      de aanvrager een instelling betreft die reeds een structurele subsidie ontvangt van de provincie Groningen voor de uitvoering van de activiteiten waarvoor ook op grond van deze subsidieregeling een aanvraag wordt gedaan;

    • c.

      voor eenzelfde soort project reeds drie keer subsidie is verstrekt op grond van deze regeling en de Subsidieregeling amateurkunst, cultuurparticipatie en erfgoed provincie Groningen vastgesteld op 17-12-2024;

    • d.

      uit de subsidieaanvraag blijkt dat subsidie voor de uitvoering van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt gevraagd niet nodig is;

    • e.

      de subsidieaanvraag wordt gedaan door een professioneel kunstenaar;

    • f.

      de voorgenomen activiteit van een gesubsidieerde instelling niet incidenteel van aard is en niet uitstijgt boven de reguliere gesubsidieerde activiteiten;

    • g.

      de hoogte van de subsidie lager is dan € 2.500,- voor activiteiten inzake amateurkunst en cultuurparticipatie;

    • h.

      de hoogte van de subsidie lager is dan € 500,- voor activiteiten inzake erfgoed en archeologie.

Artikel 8 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 5 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    er moet sprake zijn van inhoudelijke kwaliteit, hetgeen beoordeeld wordt aan de hand van inhoudelijke samenhang, zeggingskracht, authenticiteit, originaliteit, doelmatigheid, vakmanschap en aansluiting bij behoefte;

  • b.

    de activiteit overstijgt de lokale belangen;

  • c.

    de activiteit richt zich op een doelgroep die voor een substantieel deel uit de provincie Groningen komen;

  • d.

    de activiteiten van de aanvrager in overwegende mate gericht zullen zijn op de provincie Groningen, ten goede komen aan ingezetenen van de provincie of op andere wijze het belang van de provincie dienen;

  • e.

    naast bovenstaande wordt aan de subsidieaanvrager die voor eenzelfde soort project voor de tweede of derde keer subsidie aanvraagt als extra vereiste gesteld dat er ontwikkeling van het project zichtbaar moet zijn;

  • f.

    voor provincie-overstijgende activiteiten dient een andere overheidsorganisatie (provincie en/of gemeente) uit betreffende provincie(s) ook een financiële bijdrage te leveren.

Artikel 9 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten die worden gemaakt voor activiteiten zoals genoemd in artikel 5 voor subsidie in aanmerking.

Artikel 10 Niet subsidiabele kosten.

Onverminderd artikel 1.5 van de Procedureregeling komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking. Kosten voor:

  • a.

    de reguliere activiteiten en exploitatie(s) van een instelling;

  • b.

    activiteiten die plaatsvinden in het kader van het regulier onderwijs en opleiding, inclusief wetenschappelijk onderzoek;

  • c.

    activiteiten op het terrein van cultuuronderwijs;

  • d.

    activiteiten die betrekking hebben op het programmeren van podia;

  • e.

    cursusaanbod, bijvoorbeeld van uitvoerende amateurkunstinstellingen, kunstencentra, zzp'ers en andere lesaanbieders;

  • f.

    investeringen in goederen of huisvesting;

  • g.

    kosten voor het opbouwen van reserve/eigen vermogen;

  • h.

    publicaties, cd's, dvd's en equivalenten.

Artikel 11 Indieningsvereisten

  • 1. Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Onverminderd artikel 2.1, lid 1 en 2 van de Procedureregeling bevat een aanvraag:

    • a.

      een plan waaruit blijkt dat de activiteit realistisch is;

    • b.

      een plan waaruit blijkt dat de activiteit financieel en organisatorisch haalbaar is;

    • c.

      een PR- of communicatieplan waaruit blijkt dat er sprake is van een realistische publieksbenadering

    • d.

      in het geval van een instelling onafhankelijke informatie, zoals statuten of ANBI-status, waaruit blijkt dat de aanvrager geen winstoogmerk heeft;

    • e.

      In het geval van een zzp-er een uittreksel uit de Kamer van Koophandel waaruit blijkt dat de aanvrager werkzaal is in de cultuur/erfgoedsector,

Artikel 12 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks het subsidieplafond vast en maken dit bekend in het Provinciaal Blad.

Artikel 13 Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt minimaal € 2.500,- en maximaal € 50.000.

  • 2. De hoogte van de subsidie bedraagt voor archeologie minimaal € 500,- en maximaal € 50.000.

  • 3. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten.

Artikel 14 Beslistermijn subsidieaanvraag

Gedeputeerde staten beslissen binnen 8 weken nadat de in artikel 14 genoemde ronde is gesloten.

Artikel 15 Behandeling subsidieaanvraag

  • 1. Aanvragen kunnen gedurende het gehele kalenderjaar worden ingediend.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden aanvragen per ronde in behandeling genomen en beoordeeld.

  • 3. Er zijn 5 ronden per kalenderjaar waarvan de sluitingsdata zijn: 1 februari, 1 april, 1 juni, 1 september en 1 november.

  • 4. Het aantal ronden kan minder dan vijf zijn in geval het subsidieplafond voor het betreffende kalenderjaar is bereikt.

Artikel 16 Verdeelcriteria

  • 1. Binnen de in artikel 14 genoemde ronden wordt subsidie verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 2. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 17 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Onverminderd de verplichtingen die volgen uit de Procedureregeling worden de volgende verplichtingen aan de subsidieontvanger opgelegd:

  • a.

    het project wordt uitgevoerd overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening en de ingediende aanvraag.

  • b.

    inhoudelijke en/ of financiële wijzigingen gedurende de looptijd van de projectuitvoering, die het detailniveau overstijgen, worden schriftelijk en onverwijld voorgelegd aan Gedeputeerde Staten.

  • c.

    de aanvrager dient een inhoudelijke eindrapportage van de activiteit in bij Gedeputeerde Staten, met daarin een overzicht van de bereikte resultaten passend bij de doelen van de regeling ten behoeve van de provinciale monitoring. Hiervoor dient gebruik te worden gemaakt van een vastgesteld format.

  • d.

    de activiteiten worden binnen twee jaar na subsidieverstrekking verricht.

  • e.

    de activiteiten of de producten die voortkomen uit deze regeling zijn publiekelijk toegankelijk.

Artikel 18 Intrekking en overgangsrecht

  • 1. De Subsidieregeling amateurkunst, cultuurparticipatie en erfgoed provincie Groningen 2022-2024 wordt ingetrokken.

  • 2. De Subsidieregeling amateurkunst, cultuurparticipatie en erfgoed provincie Groningen blijft van kracht voor subsidies die op basis van die subsidieregeling zijn aangevraagd.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze regeling wordt bekendgemaakt in het Provinciaal Blad en treedt in werking op 6 januari 2025 en eindigt van rechtswege met ingang van 1 januari 2029.

Artikel 20 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling amateurkunst, cultuurparticipatie en erfgoed provincie Groningen 2025 - 2028.

Ondertekening

Groningen, 16 december 2024

Gedeputeerde Staten:

, voorzitter.

, secretaris.

Toelichting behorende bij de Subsidieregeling amateurkunst, cultuurparticipatie en erfgoed provincie Groningen 2025 - 2028.

Algemeen

Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017 (Kaderverordening) en de Procedureregeling subsidies Groningen (Procedureregeling). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Kaderverordening en Procedureregeling. In de Procedureregeling staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.

Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Kaderverordening en Procedureregeling noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.

Toelichting behorende bij de Subsidieregeling amateurkunst, cultuurparticipatie en erfgoed provincie Groningen 2025 tot en met 2028

Artikelsgewijs

Artikel 2a en 2b: zowel bij cultuurparticipatie als amateurkunst gaat het erom dat de deelnemer actief meedoet aan een kunstdiscipline; danst, toneel speelt, muziek maakt, beeldend bezig is, filmt of in een film acteert of meedoet in een podcast. Het gaat nadrukkelijk niet om het passief beleven van kunstuitingen, zoals kijken naar een film, toneelstuk of dansuitvoering of alleen het bezoeken van een tentoonstelling of het beluisteren van een concert of podcast. De nadruk ligt op actief meedoen.

Artikel 2c en 5c: Bij de doelstelling erfgoed en archeologie is de participatie van belang. We willen hiermee bereiken dat erfgoedgemeenschappen, bestaande uit bijvoorbeeld publiek, inwoners, en/of vrijwilligers betrokken worden bij het erfgoed om de kennis, waardering en beleving van het Gronings erfgoed te vergroten. De actieve betrokkenheid van de gemeenschap kan zowel in de ontwikkelingsfase als de uitvoeringsfase van een project plaatsvinden.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

De activiteit heeft betrekking op amateurkunst en/ of cultuurparticipatie en/ of erfgoed en/ of Nedersaksische taal. Activiteiten van uitvoerende professionele kunstenaars kunnen worden ingediend bij de Kunstraad en zijn uitgesloten van subsidiëring op grond van deze regeling.

Artikel 5 a: Het gaat om groepen inwoners die niet of nauwelijks met cultuur in aanraking komen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om jongeren, ouderen, inwoners met een beperking etc. Het gaat nadrukkelijk om culturele activiteiten vanuit culturele, erfgoed en/of welzijnsorganisaties, waarbij zij de verbinding (kunnen) maken met andere domeinen met het oog op onder andere positieve gezondheid.

Artikel 7 Subsidievereisten

Lid b: De activiteit overstijgt de lokale belangen. Daarmee bedoelen we dat de activiteit een duidelijke regionale, provinciale uitstraling heeft. Dat betekent dat bijvoorbeeld de deelnemers uit meerdere gemeenten afkomstig zijn en/of de activiteit een breed publiek trekt uit een groot deel van de provincie of daarbuiten, of op regionaal of provinciaal niveau georganiseerd is.

Lid e: onder reguliere activiteiten verstaand we activiteiten die betrekking hebben op de eigen, reguliere activiteiten en exploitatie(s) van een organisatie en/of activiteiten die al op een andere wijze worden gesubsidieerd, bijvoorbeeld door een structurele subsidie van de provincie Groningen. Stapeling van provinciale subsidies is niet toegestaan.

Artikel 9 Niet subsidiabele kosten

Sub d: activiteiten gericht op cultuuronderwijs zijn uitgesloten van deze Regeling. Deze activiteiten ondersteunt de provincie via het project "Cultuureducatie met Kwaliteit". Hiervoor kunt u contact opnemen met CMK Groningen van de stichting Kunst & Cultuur (K&C).

Sub e: kosten van uitvoerende professionele kunstenaars/artiesten die bijvoorbeeld meedoen in de amateurvoorstelling zijn niet subsidiabel. Activiteiten op het terrein van de professionele uitvoerende kunsten kunnen worden ingediend bij de Kunstraad en zijn uitgesloten van subsidiëring op grond van deze regeling.

Kosten van professionals die ondersteunend zijn aan de amateurs, zoals regisseurs, dirigenten en ook direct gerelateerd kunnen worden aan de amateuractiviteiten zijn wel subsidiabel.