Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732312
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732312/1
Verordening afvalstoffenheffing Uithoorn 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening afvalstoffenheffing Uithoorn 2025De raad van de gemeente Uithoorn;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2024, nr. 2024-094859;
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
b e s l u i t :
vast te stellen de:
Verordening afvalstoffenheffing Uithoorn 2025
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder;
- a.
“gebruikmaken”: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
- b.
afvalpas: een door of namens de gemeente aan een perceel verstrekte pas waarmee een inzamelvoorziening kan worden ontgrendeld en de inzamelplaats (afvalbrengstation) kan worden bezocht;
- c.
inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, ten behoeve van één huishouden
- d.
inzamelvoorziening (verzamelcontainer): een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats ten behoeve van meerdere huishoudens;
- e.
inzamelplaats: een daartoe aangewezen plaats binnen de gemeente of binnen de gemeenten waarmee wordt samengewerkt, waar in voldoende mate gelegenheid wordt geboden om huishoudelijke afvalstoffen, met inbegrip van grof huishoudelijk afval, achter te laten
- f.
grof huishoudelijk afval: afval afkomstig van huishoudens dat vanwege zijn aard of omvang niet in inzamelmiddel of inzamelvoorziening kan en mag worden aangeboden.
- g.
restafval: is het mengsel van huishoudelijk afval dat overblijft nadat gft-afval, papier/karton, glas, enz. gescheiden.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
-
1. Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
-
2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
-
3. De afvalstoffenheffing bestaat uit:
- a.
een vast bedrag afhankelijk van de grootte van het huishouden per jaar;
- b.
vermeerderd met een bedrag per keer dat afvalstoffen ter inzameling worden aangeboden door:
- i.
het ontgrendelen van een inzamelvoorziening voor 60 liter per keer met behulp van een afvalpas.
- ii.
het aanbieden ter lediging van een inzamelmiddel van 240 liter voor restafval;
- i.
- a.
Artikel 3 Voorwerp van de belasting
-
1. Voorwerp van de belasting is een perceel.
-
2. Als perceel wordt aangemerkt:
- a.
de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;
- b.
de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;
- c.
een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
- d.
een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren.
- e.
het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.
- a.
Artikel 4 Belastingplicht
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven zoals opgenomen in de tarieventabel van deze verordening.
Artikel 6 Wijze van heffing
-
1. De belasting wordt geheven bij wege van aanslag, met dien verstande dat per grondslag een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
-
2. De belasting bedoeld in artikel 4 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge kennisgeving dan wel schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. De belasting als bedoeld in artikel 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.
-
5. Met wijzigingen van de gezinssamenstelling na 1 januari van het belastingjaar of na aanvang van de belastingplicht, wordt geen rekening gehouden.
-
6. De belasting als bedoeld in artikel 2 en 3 van de tarieventabel is verschuldigd na afloop van het belastingjaar of, zo dit eerder is, bij de beëindiging van de belastingplicht.
-
7. De belasting bedoeld in artikel 4 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
-
8. Belastingaanslagen van € 10,00 of minder worden niet opgelegd. Voor toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verschuldigde bedrag aan belastingen of andere heffing aangemerkt als één belastingaanslag.
Artikel 9 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag op basis van artikel 1, 2 en 3 van de tarieventabel worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
-
2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen minder is dan € 10.000 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
-
3. In afwijking van het eerste lid (betaling in twee termijnen) moet de belasting op basis van artikel 4 worden betaald ingeval de kennisgeving:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Kwijtschelding
Bij de invordering van de afvalstoffenheffing kan kwijtschelding worden verleend tot maximaal 100% van de aanslag waarbij 100% van de normbedragen voor bestaanskosten wordt gehanteerd voor het vaste tarief vermeerderd met:
- 1.
Maximaal 22 maal het tarief voor het ontgrendelen van de inzamelvoorziening (verzamelcontainer) voor restafval voor huishouden van een persoon.
- 2.
Maximaal 66 maal het tarief voor het ontgrendelen van de inzamelvoorziening (verzamelcontainer) voor restafval voor huishouden met meer personen.
- 3.
Maximaal 6 maal het tarief voor het aanbieden van een inzamelmiddel met een inhoud van 240 liter voor restafval voor huishouden van een persoon.
- 4.
Maximaal 18 maal het tarief voor het aanbieden van een inzamelmiddel met een inhoud van 240 liter voor restafval voor huishouden van een persoon.
Artikel 11 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De Verordening afvalstoffenheffing Uithoorn 2024 vervalt met ingang waarop deze verordening in werking is getreden, met dien verstande dat zij van toepassing blijft:
- a.
op belastbare feiten die in het geldende tijdvak van de Verordening afvalstoffenheffing Uithoorn 2024 hebben plaatsgevonden of
- b.
zolang deze verordening geen rechtskracht heeft gekregen.
- a.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking maar niet eerder dan 1 januari 2025.
-
3. De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2025.
-
4. Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening afvalstoffenheffing Uithoorn 2025”.
Ondertekening
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Uithoorn van 19 december 2024, nr. 2024-094859;
De griffier,
(mr. J.H. van Leeuwen)
De voorzitter,
(dhr. P. Heiliegers)
Bijlage 1: Tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing Uithoorn 2025
Nr. |
Omschrijving |
|
|
Inzameling via ondergrondse of bovengrondse verzamelcontainers |
|
1 |
Het vaste deel van de belasting bedraagt per perceel per belastingjaar; |
|
1.1 |
indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door |
|
1.1.1 |
één persoon per jaar: |
€ 297,00 |
1.1.2 |
twee of meer personen per jaar: |
€ 312,00 |
2 |
Het variabele deel van de belasting bij inzameling via verzamelcontainers bedraagt: |
|
2.1 |
per ontgrendeling: |
€ 1,00 |
3 |
Het variabele deel van de belasting voor inzameling via containers van 240 liter bedraagt; |
|
3.1 |
per lediging: |
€ 4,00 |
4 |
Het tarief voor het vervangen van een afvalpas bij vermissing, verlies of beschadiging bedraagt: |
€ 7,50 |
5 |
Het tarief voor het bezorgen van een extra inzamelmiddel 240 liter bedraagt: |
€ 35,00 |
|
Inzameling grof huishoudelijk afval |
|
4 |
de belasting voor het inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen: |
|
4.1 |
per 1 m3 grof huishoudelijk afval |
€ 56,29 |
4.2 |
per aanbieding van één of meerdere koelkast(en)/diepvriezer(s) |
€ 12,72 |
Ondertekening
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Uithoorn van 19 december 2024, nr. 2024-094859;
De griffier,
(mr. J.H. van Leeuwen)
De voorzitter,
(dhr. P. Heiliegers)
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl