Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732290
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732290/1
Rechtspositie raadsleden en fractievertegenwoordigers gemeente Beesel 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Rechtspositie raadsleden en fractievertegenwoordigers gemeente Beesel 2025De raad van de gemeente Beesel;
gelet op het bepaalde in de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;
b e s l u i t
- 1.
vast te stellen de verordening: Rechtspositie raadsleden en fractievertegenwoordigers gemeente Beesel 2025;
- 2.
in te trekken de verordening: Verordening rechtspositie raadsleden en fractievertegenwoordigers gemeente Beesel 2020, vastgesteld bij besluit van de raad van 6 juli 2020.
Artikel 1 Definitiebepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
fractievertegenwoordiger: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.
- b.
griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.
- c.
raadslid: lid van de gemeenteraad.
Artikel 2. Vergoeding fractievertegenwoordigers bij deelname aan commissievergadering.
De fractievertegenwoordiger ontvangt een presentievergoeding gebaseerd op artikel 3.4.1. lid 1 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers indien:
- -
Een fractievertegenwoordiger gedurende de gehele commissievergadering aanwezig is geweest (hetzij aan de vergadertafel, hetzij op de publieke tribune) of;
- -
Een fractievertegenwoordiger actief heeft deelgenomen aan de inhoudelijke discussie t.a.v. één of meer vergaderpunten.
Artikel 3. Toelage raadslid onderzoekscommissie
Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van €139,90 bruto per maand.
Artikel 4. Reis- en verblijfkosten raadsleden en fractievertegenwoordigers
-
1. Voor reizen als bedoeld in artikel 3.1 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.1.7 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers worden aan een raadsleden of fractievertegenwoordigers vergoed:
- a.
de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;
- b.
bij gebruik van een eigen vervoersmiddel het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt alsmede de parkeer- of stallingskosten, veerkosten en tolkosten;
- a.
-
2. Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.
-
3. Als een raadslid of fractievertegenwoordiger een functionele beperking heeft, kan incidenteel een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking worden gesteld.
-
4. De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of fractievertegenwoordiger maakt in verband met reizen, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden ten laste van de gemeente vergoed.
-
5. Raadsleden dienen de declaratie zelf in via een hiertoe aan hen bekendgemaakt systeem.
-
6. Fractievertegenwoordigers dienen de declaratie zelf in via een door de raad vastgesteld en hiertoe aan hen beschikbaar gesteld declaratieformulier.
Artikel 5. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raadsleden en fractievertegenwoordigers
-
1. Een raadslid of fractievertegenwoordiger dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij het presidium.
-
2. De aanvraag wordt gedaan via een door de raad vastgesteld aanvraagformulier.
-
3. Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.
-
4. Het presidium beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.
Artikel 6. Informatie- en communicatievoorzieningen raadsleden en raadsfracties
-
1. Een raadslid of een fractievertegenwoordiger tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2. Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
-
2. Een raadslid of een fractievertegenwoordiger levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente. Overname van de informatie- en communicatievoorzieningen is niet mogelijk.
Artikel 7. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
-
1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
-
2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Artikel 8. Betaling vaste vergoedingen
Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van fractievertegenwoordigers, bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers per kwartaal plaats met inachtneming van het bepaalde in artikel 2 van deze verordening.
Artikel 9. Betaling en declaratie van onkosten
-
1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:
- a.
betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,
- b.
betaling vooruit uit eigen middelen.
- a.
-
2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel wordt door raadsleden gedaan volgens het hiertoe bekendgemaakt systeem en voorzien van bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.
-
3. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel door een fractievertegenwoordiger gaat vergezeld van een door de raad vastgesteld declaratieformulier en bewijsstukken.
-
4. De declaratie en de bewijsstukken worden binnen 3 maanden na factuurdatum of betaling door raadsleden of fractievertegenwoordigers ingediend bij de griffier. Raadsleden dienen de declaratie zelf in via een hiertoe aan hen bekendgemaakt systeem.
-
5. Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raadsleden of fractievertegenwoordigers binnen 2 maanden na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.
Artikel 10. Intrekking oude verordening
De Verordening rechtspositie raadsleden en fractievertegenwoordigers gemeente Beesel 2020, vastgesteld op 6 juli 2020 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11 genoemde datum.
Artikel 11. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.
Artikel 12. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raadsleden en fractievertegenwoordigers gemeente Beesel 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door de raad van Beesel in zijn openbare vergadering van 16 december 2024,
De griffier,
N.H.P. Vintcent
De voorzitter,
C.N.A. Nijkerken-de Haan
Formulier aanvraag niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raadsleden en fractievertegenwoordigers
Een raadslid of fractievertegenwoordiger kan deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing. Voor raadsleden en fractievertegenwoordigers is expliciet bepaald dat de kosten voor niet-partijpolitiek georiënteerde functionele scholing, zoals deelname aan congressen en opleidingen, ten laste kunnen worden gebracht van de gemeente.
Om in aanmerking te komen voor vergoeding van de scholingskosten, moet gemotiveerd worden dat het gaat om functiegerichte, niet-partijpolitiek georiënteerde scholing. Scholing is functiegericht als zij beoogt de voor de functie benodigde vakkennis en vaardigheden te verwerven dan wel actueel te houden. Daarnaast is de inhoud van de scholing bepalend of deze al dan niet-partijpolitiek georiënteerd is. Wanneer scholing verzorgd wordt door een politieke partij betekent dat niet automatisch dat die scholing partijpolitiek georiënteerd is. Geef daarom duidelijk in het onderstaande formulier aan wat de inhoud van de scholing is.
De aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. Het presidium beoordeelt de aanvraag op basis van de overlegde stukken.
Naam deelnemer of namen deelnemers: |
|
|
|
Partij: |
|
|
|
Naam opleiding of congres: |
|
|
|
Tijdsduur opleiding of congres: |
|
|
|
Locatie: |
|
|
|
Uitleg inhoud opleiding of congres: |
|
|
|
Kostenspecificatie: |
|
|
|
Reden van scholingsnoodzaak: |
|
|
ALGEMEEN DEEL
Wettelijke regelingen
In de wet en nadere regelgeving zijn alle van belang zijnde onderwerpen geregeld betreffende de rechtspositie van gemeentelijke politieke ambtsdragers. In de Gemeentewet is aangegeven dat de nadere invulling van de rechtspositie van raadsleden en fractievertegenwoordigers alsmede de financiële voorzieningen moet worden geregeld bij of krachtens de wet (AMvB en ministeriële regeling). Deze nader regeling is vastgelegd in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. In de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers zijn de (onkosten)vergoedingen nader uitgewerkt.
Hoofdlijnen gemeentelijke verordening
In deze verordening zijn alleen bepalingen opgenomen inzake de rechtspositie van raadsleden en leden van gemeentelijke commissies zover die niet dwingend geregeld zijn in hogere wet- en regelgeving. De grondslag hiervoor is te vinden in de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers. Bij de laatste moderniserings- en harmoniseringsoperatie (Staatsblad 15 oktober 2018), betreffende de rechtspositiebesluiten voor decentrale politieke ambtsdragers zijn er wederom een aantal bepalingen imperatief in hogere wet- en regelgeving vastgelegd. De overweging hierbij is dat het bestuurlijk wenselijk is om de voorzieningen zoals vergoedingen, tegemoetkomingen en andere rechtspositionele aanspraken voor decentrale politieke ambtsdragers dwingend rechtelijk in hogere wet- en regelgeving vast te leggen om politieke discussies te voorkomen. Dit betekent dat er voor gemeenten minder ruimte is om lokaal bij verordening van wettelijke regelingen af te wijken. Het ministerie van BZK publiceert jaarlijks circulaires waarin artikelen uit het Rechtspositiebesluit en de onderliggende Regeling wijzigen. Deze wijzigingen kunnen van invloed zijn op de gemeentelijke verordening.
Indien een gemeente besluit om bij verordening voorzieningen voor politieke ambtsdragers te regelen, zijn een aantal regels van belang. In artikel 99 Gemeentewet is bepaald dat ’buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend’, ontvangen de leden van de raad en/of door de raad ingestelde commissie (in de zin van artikel 82, 83 of 84 Gemeentewet) als zodanig geen andere vergoedingen en tegemoetkomingen ten laste van de gemeente. Deze verordening vormt een (nadere) uitwerking van de bij of krachtens de wet toegekende vergoedingen en tegemoetkomingen.
De arbeidsverhoudingen en fiscale positie
Raadsleden en fractievertegenwoordigers hebben geen dienstbetrekking bij de gemeente. De gemeente is dus niet de werkgever. Dat betekent bijvoorbeeld dat zij voor zover het betreft het raadslidmaatschap niet vallen onder de werknemersverzekeringen zoals de Werkloosheidswet (WW), Ziektewet (ZW) en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Omdat er geen sprake is van een dienstbetrekking vallen raadsleden en factievertegenwoordigers niet onder de Wet op de loonbelasting 1964 maar worden hun inkomsten belast in de Wet inkomstenbelasting 2001. Wel kunnen raadsleden en fractievertegenwoordigers opteren voor de loonbelasting als voorheffing door samen met de gemeente te kiezen voor het fictief werknemerschap, het zogenaamde opting-in. Het fictief werknemerschap kan worden aangevraagd met behulp van een opting-in verklaring bij de Belastingdienst.
Als de raadsleden en fractievertegenwoordigers en gemeente niet kiezen voor het fictief werknemerschap, dan geldt dat de onkostenvergoedingen en raadsvergoeding als inkomsten moeten worden verantwoord en mogen de (beroeps)kosten die worden gemaakt worden afgetrokken. Het resultaat zal het raadslid of de fractievertegenwoordiger moeten verantwoorden in de aangifte inkomstenbelasting, onder de post inkomsten uit overige werkzaamheden. De gemeente dient jaarlijks alle betalingen en verstrekkingen voor de raadsleden en fractievertegenwoordigers die niet als fictief werknemerschap te kwalificeren zijn op grond van deze verordening aan de Belastingdienst doorgeven middels een formulier IB-47. Omdat raadsleden en fractievertegenwoordigers op persoonlijke titel worden gekozen, zijn zij niet aan te merken als (fiscaal) ondernemer. Er hoeft dan ook geen VAR-verklaring / Modelovereenkomst ZZP overgelegd te worden aan de gemeente.
De Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) is niet van toepassing op raadsleden en fractievertegenwoordigers.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 1 Definitiebepalingen
Geen toelichting nodig.
Artikel 2. Vergoeding fractievertegenwoordigers bij deelname aan commissievergadering
De hoogte van de vergoeding is gebaseerd op 3.4.1. lid 1 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het bedrag wordt elk jaar geïndexeerd.
Artikel 3. Toelage raadslid onderzoekscommissie
Dit artikel betreft de toelagen voor de raadsleden die lid zijn van zogenaamde ‘zware commissies’. Hiermee wordt gedoeld op de vertrouwenscommissie, rekenkamerfunctie en de onderzoekscommissie, zoals deze in de Gemeentewet specifiek zijn omschreven. De vaststelling dat er sprake is van een dergelijke bijzondere commissie, met deze financiële gevolgen, moet bij verordening plaatsvinden. Daarbij moet gemotiveerd worden dat het lidmaatschap van deze commissies duidelijk meerwerk is naast het reguliere lidmaatschap van de gemeenteraad. Voor de hoogte van de toelage voor het werk in de eerdergenoemde drie zware commissies wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds de vertrouwenscommissie en de rekenkamerfunctie, en anderzijds de onderzoekscommissie (zie ook artikel 3.1.3. Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers).
Wat betreft de hoogte van de toelagen voor het lidmaatschap van de vertrouwenscommissie en de rekenkamerfunctie geldt een vast (belast) bedrag van € 139,90 bruto per maand. Het bedrag wordt naar rato van de duur van de activiteiten toegepast. Zolang een commissie «slapend» is, althans niet actief, ontvangen de leden geen toelage: niet de duur van het lidmaatschap is van belang, maar de duur van de activiteiten.
Artikel 4. Reis- en verblijfkosten raadsleden en fractievertegenwoordigers
In deze bepaling is bij verordening geregeld dat raadsleden en fractievertegenwoordigers een vergoeding van de reis- en verblijfkosten kunnen krijgen. Daaronder kunnen ook de buitenlandse dienstreizen worden geschaard. De naar redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten voor dienstreizen in het buitenland, die door of vanwege de gemeente zijn georganiseerd komen ook voor vergoeding in aanmerking. De vergoeding voor noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten is niet nader ingevuld en is een lokale aangelegenheid per gemeente. Omdat in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers verder geen eigen vergoedingsregeling is opgenomen, kan aansluiting worden gezocht bij de vergoedingsregelingen voor wethouders. Raadsleden dienen de declaratie zelf in via een hiertoe aan hen bekendgemaakt systeem. Op het moment van schrijven is dit systeem Motion/HR Enterprice. Fractievertegenwoordigers maken gebruik van het tot hen beschikbaar gestelde declaratieformulier.
Artikel 5. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raadsleden en fractievertegenwoordigers
Voor raadsleden en fractievertegenwoordigers is expliciet bepaald dat de kosten voor niet-partijpolitiek georiënteerde functionele scholing, zoals deelname aan congressen en opleidingen, ten laste kunnen worden gebracht van de gemeente. Partijpolitieke scholing komt niet voor vergoeding door de gemeente in aanmerking. De inhoud van de scholing is bepalend of deze al dan niet partijpolitiek georiënteerd is. Wanneer scholing verzorgd wordt door een politieke partij betekent dat niet automatisch dat die scholing partijpolitiek georiënteerd is.
Om in aanmerking te komen voor vergoeding van de scholingskosten, moet gemotiveerd worden dat het gaat om functiegerichte scholing. Scholing is functiegericht als zij beoogt de voor de functie benodigde vakkennis en vaardigheden te verwerven dan wel actueel te houden. Scholing is partijpolitiek georiënteerd als zij geheel of gedeeltelijk tot doel heeft betrokkene op te leiden in het gedachtegoed van de desbetreffende partij. Er moet daarom duidelijk in het beschikbaar gestelde aanvraagformulier worden beschreven wat de inhoud van de scholing is en in hoeverre deze bijdraagt aan de voor de functie benodigde vakkennis en vaardigheden.
Overigens kan de gemeente ook zelf dit soort scholing (laten) verzorgen. Ook die lasten komen ten laste van de gemeente.
Er is ruimte voor lokale accenten. Op grond van het derde lid kan de raad nadere regels stellen voor de scholing van zijn leden. Deze nadere regels kunnen bijvoorbeeld in een scholingsplan komen te staan. In dit plan kunnen procedureregels voor individuele scholingsverzoeken worden opgenomen als ook regels over de hoogte van de tegemoetkoming. Dit plan kan vervolgens als handvat dienen bij toetsing van individuele scholingsaanvragen. Het beoordelen van en/of fiatteren van scholingsaanvragen is gemandateerd aan het presidium.
Artikel 6 Informatie- en communicatievoorzieningen raadsleden en raadsfracties
Het college van burgemeester en wethouders stelt ten laste van de gemeente aan een raadslid, wethouder of de burgemeester voor de duur van de uitoefening van zijn functie de noodzakelijke informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking. Ook fractievertegenwoordigers kunnen aanspraak maken op ICT-middelen op grond van art. 3.4.4 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
Onder informatie- en communicatievoorzieningen wordt ook verstaan een computer en de daarbij behorende (internet)abonnementen. Er mag slechts een één computer verstrekt worden. Een computer is een desktop, laptop, tablet- of minicomputer. Een smartphone is niet te kwalificeren als computer.
De gemeente verstrekt informatie- en communicatievoorzieningen in bruikleen aan de politieke ambtsdrager omdat dit noodzakelijk gereedschap is voor het vervullen van de politieke functie. Het fiscale noodzakelijkheidscriterium vereist dat dit digitale gereedschap bij aftreden of ontslag weer door de ambtsdrager wordt ingeleverd bij de gemeente. Het is geen recht van de ambtsdrager om ICT-middel over te nemen maar een keuze van de gemeente. Verstrekte ICT-middelen worden niet aanboden voor overname na het aftreden of ontslag van een ambtsdrager.
Artikel 7 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
In het kader van de werkkostenregeling op grond van artikel 31 Wet op de Loonbelasting 1964 zijn een aantal vergoedingen in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de verordening aangewezen als eindheffingsbestanddeel. De gemeente draagt in dat geval de loonbelasting, waardoor de vergoeding belastingvrij (netto) aan de politieke ambtsdrager kan worden overgemaakt. Anders worden deze door de Belastingdienst als loon gezien en moet hierover bij de politieke ambtsdragers loonbelasting worden ingehouden. In het kader van de werkkostenregeling kan in de financiële administratie worden aangegeven of een verstrekking of vergoeding onder de gerichte vrijstellingen, intermediaire kosten of onder de nihil-waarderingen valt.
Gemeenten mogen daarnaast een verstrekking of vergoeding in de vrije ruimte - tot 1,2% fiscale loonsom - onderbrengen zonder fiscale consequenties. Indien de grens van 1,2% wordt overschreden, zal de gemeente 80% eindheffing moeten betalen.
Artikel 8 Betaling vaste vergoedingen & artikel 9 Betaling en declaratie van onkosten
Het Rechtspositiebesluit en de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers regelen wanneer de vergoedingen en onkosten betaald moeten worden aan raadsleden en fractievertegenwoordigers. Daar waar geen expliciete termijn is genoemd, kunnen deze artikelen uitkomst bieden. De betaling van onkosten kan worden voorgeschoten uit eigen middelen, later gedeclareerd worden of de factuur wordt rechtstreeks naar de gemeente verstuurd. Hierbij gaat de voorkeur uit naar rechtstreeks facturering bij de gemeente. Raadsleden dienen de declaratie zelf in via een hiertoe aan hen bekendgemaakt systeem. Op het moment van schrijven is dit systeem Motion/HR Enterprice. Fractievertegenwoordigers maken gebruik van een door de raad vastgesteld declaratieformulier om gemaakte onkosten te verantwoorden. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.1
Artikel 10. Intrekking oude verordening
Geen toelichting nodig.
Artikel 11. Inwerkingtreding
Geen toelichting nodig.
Artikel 12. Citeertitel
Geen toelichting nodig.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl