Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732206
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732206/1
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Zoeterwoude 2025
Geldend van 31-12-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Zoeterwoude 2025Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1. Inleidende bepaling
Krachtens deze verordening worden geheven:
- a.
Een afvalstoffenheffing
- b.
reinigingsrechten
Artikel 2. Begripsomschrijvingen
-
1. In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
‘gebruik maken’ in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;
- b.
gft-afval: groenafval afkomstig van groente, fruit en tuin.
- c.
afvalpas: een door of namens de gemeente verstrekte en op perceel gestelde toegangspas waarmee een afvalcontainer kan worden geopend.
- d.
perceel: 1.hetgeen in artikel 16 van de Wet Waardering onroerende zaken als één onroerende zaak wordt aangemerkt;
- a.
-
2. een roerende zaak; welke duurzaam aan een plaats gebonden is.
-
3. een gedeelte van een roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
-
4. een samenstel van twee of meer in onderdeel 2 bedoelde roerende zaken of in onderdeel 3 bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en, naar omstandigheden beoordeeld, bij elkaar horen.
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
-
1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).
-
2. De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de hierbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
-
3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt als gebruiker aangemerkt:
- a.
degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van een perceel;
- b.
ingeval een gedeelte van een perceel ter gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte ter gebruik heeft afgestaan.
- a.
Artikel 4 Belastingtijdvak
-
1. Het belastingtijdvak voor de belasting genoemd in 1.1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel is gelijk aan een kalenderjaar.
-
2. Het belastingtijdvak voor de belasting genoemd in 1.1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel is gelijk aan een kalenderkwartaal.
Artikel 5 Wijze van heffing
-
1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 onder nummer 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven.
-
2. Betaling van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 onder nummer 1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel vindt plaats door middel van een elektronische betaling van het verschuldigde bedrag.
-
3. Indien een afvalpas wordt verstrekt wordt deze verstrekt na voldoening van de betreffende belasting.
Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarief
-
1. Afvalstoffenheffing wordt geheven naar de maatstaven en tarieven zoals opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. De hoogte van het variabele deel van de afvalstoffenheffing wordt bepaald naar de maatstaven en het aantal openingshandelingen van een afvalcontainer voor het restafval als bedoeld onder 1.1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
3. Belastingaanslagen van € 5,- of minder worden niet opgelegd. Voor de toepassing van lid 1 wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen voor belastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. De belasting bedoeld in tarief 1.1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van een belastingtijdvak aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar , na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van een belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.
-
5. De belasting bedoeld in tarief 1.1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel is verschuldigd bij het openen van een afvaltrommel van een afvalcontainer bedoeld voor het inzamelen van restafval.
-
6. De belasting bedoeld in de tarieven 1.1.3 en 1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.
Artikel 8 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de lnvorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn, twee maanden later.
-
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 geldt dat, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 75,- doch minder dan € 10.000,- en zo lang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen voor het in tarief 1.1.1. van de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde belastbare feit moeten worden betaald in maximaal acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
-
3. In afwijking van het bepaalde in lid 2 geldt dat, zo lang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen voor het in tarief 1.1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde belastbare feit moeten worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede twee maanden later.
-
4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Artikel 9 Belastbaar feit
Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
Artikel 10 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 9 gebruik maakt.
Artikel 11 Maatstaf van heffing en belastingtarief
-
1. De reinigingsrechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, zoals opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Belastingaanslagen van € 5,- of minder worden niet opgelegd. Voor de toepassing van lid 1 wordt het totaal van de op één aanslag verschuldigde bedragen voor belastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag .
Artikel 12 Belastingtijdvak
-
1. Het belastingtijdvak voor de belasting genoemd in tarief 2.1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel is gelijk aan een kalenderjaar.
-
2. Het belastingtijdvak voor de belasting genoemd in tarief 2.1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel is gelijk aan een kalenderkwartaal.
Artikel 13 Wijze van heffing
De rechten bedoeld in Hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.
Artikel 14 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang
-
1. De rechten bedoeld in tarief 2.1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de verschuldigdheid van het recht.
-
2. Indien de verschuldigdheid van het recht in de loop van een belastingtijdvak aanvangt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Indien de verschuldigdheid van het recht in de loop van een belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van het tarief als genoemd in 2.1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.
-
5. De belasting bedoeld in tarief 2.1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel is verschuldigd bij openen van een afvaltrommel van een afvalcontainer bedoeld voor het inzamelen van restafval.
Artikel 15 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de lnvorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede, twee maanden later.
-
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 geldt dat, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 75,- doch minder dan € 10.000,- en zo lang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen voor het in tarief 2.1.1. van de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde belastbare feit moet worden betaald in maximaal acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
-
3. In afwijking van het bepaalde in lid 2 geldt dat, zo lang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen voor het in tarief 2.1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde belastbare feit moeten worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede twee maanden later.
-
4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 16 Overgangsrecht
De "Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2012" van 16 december 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 17, 2e lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 17 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 18 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Zoeterwoude 2025".
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 12 december 2024,
de griffier,
G.J. Buijs
de voorzitter,
F.Q.A. van Trigt
Tarieventabel afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2025
behorende bij de ‘Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Zoeterwoude 2025’
Griffie raadsbesluitnummer: 24/59
Hoofdstuk 1 |
Maatstavenen(overige)tarievenAfvalstoffenheffing |
Eenheid |
Tarief |
1.1 |
MaatstavenentarievenAfvalstoffenheffing |
||
1.1.1 |
De belasting bedraagt per perceel per jaar |
€ 229,90 |
|
1.1.2 |
a. per openingshandeling van de 30-litertrommel, indien aanwezig. |
€ 1,11 |
|
b. per openingshandeling van de 60-litertrommel. |
€ 2,19 |
||
1.1.3 |
Vervangende afvalpas |
per stuk |
€ 15,00 |
1.2 |
Maatstavenenoverigetarievenafvalstoffenheffing |
||
1.2.1 |
Onverminderd het bepaalde onder 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag verwijderen van grof huishoudelijk afval dat maximaal 1 m3 bedraagt: |
per keer |
€ 62,50 |
1.2.2 |
De belasting voor het achter laten van huishoudelijke afvalstoffen op het afvalbrengstation bedraagt voor: |
||
a. GFT-afval |
per zak |
€0,00 |
|
b. Grof vuil |
per 0,5 m3 |
€ 18,70 |
|
c. Hout |
per 0,5 m3 |
€ 7,15 |
|
d. Bouw- en sloopafval |
per 0,5 m3 |
Vervallen |
|
e. Schoon puin |
per 0,5 m3 |
€ 11,85 |
|
f. Gipsafval |
per 0,5 m3 |
€ 23,70 |
|
g. Teerhoudend dakafval |
per 0,5 m3 |
€ 63,90 |
|
h. Autobanden met velg |
per stuk |
€ 8,20 |
|
i. 1-Persoons slaapmatras |
per stuk |
€ 10,35 |
|
j. 2-persoons slaapmatras |
per stuk |
€ 16,10 |
|
k. topper matras |
per stuk |
€ 6,30 |
|
Hoofdstuk 2 |
Maatstavenen tarievenReinigingsrechten |
Eenheid |
Tarief* |
2.1 |
Reinigingsrechten |
||
2.1.1 |
De rechten bedragen voor het periodiek verwijderen van bedrijfsafvalstoffen per jaar. Dit bedrag wordt in de aanslag. |
€ 203,50 |
|
vermeerderd met 21 % BTW. |
|||
2.1.2 |
a Per openingshandeling van de 30-litertrommel, indien aanwezig. Dit bedrag wordt in de aanslag vermeerderd met 21 % BTW. |
€1,11 |
|
b Per openingshandeling van de 60-litertrommel. Dit bedrag wordt in de aanslag vermeerderd met 21 % BTW. |
€ 2,19, |
||
2.1.3 |
Vervangende afvalpas |
Per stuk |
€ 15,00 |
*) Indien van toepassing wordt over het in de tabel genoemde tarief BTW geheven.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 12 december 2024,
de griffier,
G.J. Buijs
de voorzitter,
F.Q.A. van Trigt
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl