Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732131
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732131/1
Regeling vervalt per 31-12-2028
Subsidieverordening Regiodeal Metropoolregio Eindhoven
Geldend van 24-12-2024 t/m 30-12-2028
Intitulé
Subsidieverordening Regiodeal Metropoolregio EindhovenHet Algemeen Bestuur Metropoolregio Eindhoven, gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur Metropoolregio Eindhoven van 9 december 2024, besluit vast te stellen de Subsidieverordening Regiodeal Metropoolregio Eindhoven
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Definities
In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regels wordt verstaan onder:
- a.
Metropoolregio Eindhoven: het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Eindhoven 2024.
- b.
MRE: Metropoolregio Eindhoven.
- c.
Algemeen Bestuur: het algemeen bestuur van MRE.
- d.
Dagelijks Bestuur: het dagelijks bestuur van MRE.
- e.
Awb: Algemene wet bestuursrecht.
- f.
Regiodeal Metropoolregio Eindhoven ‘Thuis in Brainport’: programma met de kaders waarbinnen partijen zich inspannen om de bijdrage van 20 miljoen euro die het rijk heeft gereserveerd voor MRE in te zetten.
- g.
Subsidie: de aanspraak op financiële middelen als bedoeld in artikel 4:21, eerste lid, van de Awb.
- h.
Aanvraag: Het door de aanvrager ingediende verzoek tot een subsidie op grond van deze verordening.
- i.
Aanvrager: Een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon die de subsidie formeel aanvraagt en de verantwoordelijkheid neemt voor de uitvoering en afwikkeling van een gesubsidieerd project.
- j.
Accountant: een openbaar accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek.
- k.
Project: het samenhangende geheel van activiteiten, waarvoor een subsidie aan MRE wordt gevraagd.
- l.
Programma ‘Thuis in Brainport’: Het door het Dagelijks Bestuur vastgestelde programma, dat naar aanleiding van de bij het Rijk ingediende aanvraag Regiodeal 5de tranche, is opgesteld.
- m.
Convenant ‘Regiodeal Metropoolregio Eindhoven’: convenant dat tussen Rijk en MRE is gesloten om de kwaliteit van leven, wonen en werken van inwoners en ondernemers in een regio te verbeteren.
Artikel 2 Reikwijdte en toepassingsbereik
- 1.
Doel van deze verordening is om door middel van subsidie projecten te stimuleren waarmee de doelstellingen uit het convenant ‘Regio Deal Metropoolregio Eindhoven’, worden bereikt.
- 2.
Te subsidiëren projecten dienen een aantoonbare bijdrage te leveren aan het bereiken van doelstellingen van het convenant ‘Regiodeal Metropoolregio Eindhoven’.
- 3.
Het project is opgenomen in het programma ‘Thuis in Brainport’ onder een van de programmalijnen Sociale samenhang, Competentieontwikkeling & basisvaardigheden of Leefbaarheid. De ranking in het programma ‘Thuis in Brainport’ is bepalend voor de volgorde van toekenning van Subsidie.
- 4.
Titel 4.2 van de Awb is van toepassing, tenzij in deze verordening of in regels op grond van deze verordening anders is bepaald.
Artikel 3 Bevoegdheid Dagelijks Bestuur
Het Dagelijks Bestuur is bevoegd om te besluiten de door het Rijk aan MRE beschikbaar gestelde middelen voor de in het programma ‘Thuis in Brainport’ specifiek aangewezen projecten die betrekking hebben op Regiodeal Metropoolregio Eindhoven als subsidie te verlenen, weigeren en vast te stellen en/of geheel of gedeeltelijk terug te vorderen overeenkomstig het gestelde in de Awb.
Hoofdstuk 2 Projectfinanciering via subsidiëring
Paragraaf 1 Algemene subsidievoorwaarden
Artikel 4 Algemeen
Voorafgaand aan de subsidievaststelling, wordt een beschikking tot subsidieverlening afgegeven.
Artikel 5 Subsidieplafond en vrijval
- 1.
Subsidies worden verstrekt tot maximaal de omvang van de door het Rijk in het convenant toegekende middelen minus de financiering op de uitvoeringskosten (VAT).
- 2.
Indien de financiering van een project lager blijkt te zijn dan de in het programma ‘Thuis in Brainport’ opgenomen begroting, heeft het Dagelijks Bestuur de bevoegdheid tot toekennen van het overschot aan een ander project.
- 3.
Voor projecten geldt een absoluut maximum. Dit absolute maximum wordt bepaald door het bedrag dat voor het aanvragende project is opgenomen in de begroting van het programma ‘Thuis in Brainport’.
Artikel 6 Subsidiabele kosten en subsidielimiet
- 1.
Subsidiabel zijn de kosten die zijn opgenomen in de aanvraag en naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur als reëel en redelijk zijn te beschouwen.
- 2.
Per project bedraagt de subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten.
Artikel 7 Subsidieontvangers
Subsidie kan alleen worden verstrekt aan een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon.
Paragraaf 2: De subsidieverlening
Artikel 8 Aanvraag
- 1.
De aanvraag ten behoeve van een project wordt ingediend bij het Dagelijks Bestuur voor d.d. 31-12-2025.
- 2.
Het indienen van een aanvraag is alleen mogelijk wanneer wordt voldaan aan het bepaalde in Artikel 2 van deze verordening.
- 3.
Een aanvraag voor subsidie dient te geschieden door middel van een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier, dat daartoe door het Dagelijks Bestuur beschikbaar wordt gesteld.
- 4.
De aanvraag wordt aangevuld met minimaal de volgende bescheiden:
- •
Een uitgewerkt projectplan, met daarin een beschrijving van het project, de doelstelling(-en), de looptijd, het beoogde eindresultaat, het plan van aanpak, met specificatie van de activiteiten, de uitvoerende partijen per activiteit en de kosten per activiteit
- •
Een uitgewerkt communicatieplan
- •
Een gespecificeerde, sluitende projectbegroting en projectfinanciering
- •
rechtsgeldig ondertekende cofinancieringsverklaring(en) van de (co)financiers die voldoen aan de opgestelde voorwaarden door het ministerie van BZK
- •
De laatste definitieve jaarrekening van de verantwoordelijke onderneming en/of organisatie van het ingediende project
- •
Voor aanvragen van privaatrechtelijke rechtspersonen een afschrift van de oprichtingsakte en de statuten
- •
- 5.
Het Dagelijks Bestuur kan verzoeken de aanvraag te voorzien van nadere onderbouwing door middel van een toelichting en/of overige bescheiden.
Artikel 9 Vereisten van de aanvraag
- 1.
Het Dagelijks Bestuur toetst of de aanvraag volledig is en aan de aanvraagvereisten voldoet.
- 2.
Een Aanvrager mag slecht één aanvraag indienen voor een subsidie.
Artikel 10 Volledige aanvraag
- 1.
Indien de aanvraag niet volledig is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld deze alsnog aan te vullen, binnen 14 dagen na dagtekening van de brief waarin dit verzoek wordt gedaan.
- 2.
Deze termijn kan op verzoek van de Aanvrager worden verlengd.
- 3.
Indien de aanvraag binnen de gestelde termijn niet of niet volledig is aangevuld, stelt het Dagelijks Bestuur de aanvraag buiten behandeling.
Artikel 11 Weigeringsgronden
- 1.
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 Awb weigert het Dagelijks Bestuur de subsidie in ieder geval indien:
- a.
Het project niet past binnen de doelstellingen van het convenant Regiodeal Metropoolregio Eindhoven en het programma ‘Thuis in Brainport’;
- b.
de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een Europees steunkader, omdat:
- Subsidie verstrekt zou worden aan een aanvrager die een onderneming drijft die in moeilijkheden verkeert als bedoeld in het desbetreffende steunkader, of
- De subsidie geen stimulerend effect heeft als bedoeld in het desbetreffende steunkader.
- c.
niet is voldaan aan de voorwaarden zoals die zijn gesteld in deze verordening;
- d.
door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.
- a.
- 2.
Het Dagelijks Bestuur kan subsidie in ieder geval weigeren indien:
- a.
is voldaan aan de voorwaarden van artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;
- b.
voor dezelfde subsidiabele activiteit eerder subsidie is verstrekt
- c.
de looptijd voor het project langer is dan de looptijd van het convenant Regiodeal Metropoolregio Eindhoven c.q. het beoogde resultaat niet binnen de looptijd zal worden bereikt;
- d.
de projectbegroting naar het oordeel van de Dagelijks Bestuur niet of onvoldoende realistisch is in relatie tot het bereiken van de beoogde projectresultaten.
- a.
- 3.
Onverminderd de vorige leden kan (het DB) de subsidie verder in ieder geval weigeren indien:
- a.
de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de Brainportregio en/of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de Brainportregio en/of haar ingezetenen;
- b.
niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;
- c.
de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;
- d.
de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;
- e.
de subsidieverstrekking niet is toegestaan totdat de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is net de interne markt;
- f.
de aanvrager ook zonder subsidie over de benodigde gelden, hetzij uit eigen middelen of uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van zijn activiteiten te dekken;
- g.
op het niveau van bestuur en directie (zakelijke) relaties bestaan met bloed- of aanverwanten dan wel eigen bedrijven, eigen stichtingen dan wel andere eigen rechtspersonen die naar het oordeel van (het DB) ongewenst zijn;
- h.
de doelstellingen of activiteiten van aanvrager in strijd zijn met de wet- en regelgeving, het algemeen belang of de openbare orde;
- i.
de activiteiten een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke boodschap hebben;
- j.
gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de te verlenen subsidie niet of in onvoldoende mate zal worden besteed (of bijdragen) aan het beleidsdoel of doel waarvoor de subsidie is bedoeld;
- a.
- 4.
Het Dagelijks Bestuur kan een subsidie in ieder geval weigeren of intrekken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
- 5.
Het Dagelijks Bestuur vordert een subsidie met rente terug als dit nodig is ter uitvoering van een terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie of een onherroepelijke rechterlijke uitspraak.
Artikel 12 Beslistermijn
- 1.
Het Dagelijks Bestuur neemt binnen twaalf weken na het indienen van een aanvraag een besluit over het verlenen van de subsidie op de aanvraag.
- 2.
De in het eerste lid genoemde termijn kan eenmalig met ten hoogste vier weken worden verlengd.
- 3.
De verlenging wordt schriftelijk medegedeeld aan alle aanvragers.
Artikel 13 Besluit tot verlening
- 1.
Het besluit tot verlening van subsidie vermeldt minimaal:
- a.
de start- en einddatum van het project;
- b.
de maximale subsidie, zowel absoluut als uitgedrukt in een percentage van de totale
subsidiabele kosten;
- c.
de financieringsopzet;
- d.
de totale projectkosten die als basis voor de berekening van de Subsidie dienen.
- e.
eventuele eindbegunstigde van de subsidie en/of uitvoerder van het project.
- a.
- 2.
Het besluit tot verlening van subsidie vermeld tevens de kwalitatieve en kwantitatieve doelstelling van het project.
- 3.
Voorts vermeldt het besluit de wijze van beschikbaarstelling van de subsidie en de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Artikel 14 Voorschotten
- 1.
Voorschotten worden per project verstrekt volgens de bij het besluit tot verlening gevoegde ‘Voorwaarden bij beschikking Regiodeal Metropoolregio Eindhoven’.
- 2.
Voorschotten worden verstrekt op basis van een sluitende begroting en wanneer voldaan wordt aan alle verplichtingen die op grond van artikel 17 aan de subsidieverlening zijn verbonden.
- 3.
De voorschotten bedragen in totaal ten hoogste 80% van de verleende subsidie.
- 4.
Indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan het Dagelijks Bestuur in afwijking van het derde lid tot in totaal ten hoogste 95% van de verleende subsidie voorschotten verlenen.
Artikel 15 Verplichtingen verbonden aan de subsidie
- 1.
Onverminderd het gestelde in paragraaf 4.2.8.4. Hoofdstuk 4 Awb verbindt het Dagelijks Bestuur aan de Subsidie ten minste de volgende verplichtingen:
- a.
de aanvrager en eventuele eindbegunstigde en/of uitvoerder handelen in overeenstemming met de Europese en/of nationale regelgeving;
- b.
de voortgang van de activiteiten waarvoor een bijdrage is verleend, geschiedt in overeenstemming met de bij de aanvraag verschafte gegevens;
- c.
het bij de verlening vermelde bedrag zal worden uitgegeven aan de in de aanvraag genoemde zaken;
- d.
de aanvrager draagt zorg voor een projectadministratie, die voldoet aan de in artikel 16 gestelde eisen;
- e.
de aanvrager rapporteert over de financiële en inhoudelijke status van het project conform het bepaalde in artikel 17;
- f.
de aanvrager c.q. de eindbegunstigde werkt mee aan financiële en fysieke controles en evaluatieonderzoeken door of namens het Dagelijks Bestuur;
- g.
de uitvoerder c.q. eindbegunstigde verkeert tijdens het project niet in staat van faillissement of heeft geen surséance van betaling verkregen, in welk geval de subsidie onmiddellijk vervalt.
Het Dagelijks Bestuur voegt de subsidieverplichtingen toe aan de verleningsbeschikking.
- a.
- 2.
Het project dient uiterlijk binnen zes maanden na verlening van de subsidie te starten, waarbij de datum zoals vermeld op de projectbeschikking bepalend is.
- 3.
Onder start van een project wordt verstaan het aangaan van (betaling-)verplichtingen.
- 4.
De termijn van zes maanden kan op basis van een gemotiveerd schriftelijk verzoek van de aanvrager door het Dagelijks Bestuur worden verlengd ingeval van bijzondere omstandigheden.
Artikel 16 Administratievoorschriften
- 1.
De aanvrager draagt er zorg voor dat een afzonderlijke projectadministratie wordt gevoerd, waarin alle noodzakelijke gegevens tijdig, betrouwbaar en volledig zijn vastgelegd en zijn te verifiëren met bewijsstukken.
- 2.
De administratie dient aldus te zijn opgezet dat deze voldoende waarborg biedt voor correcte en adequate (tussentijdse) rapportages.
- 3.
De administratie biedt voldoende mogelijkheden voor een adequate controle op rechtmatigheid en doelmatigheid van het project.
- 4.
Indien de administratie niet in eigen beheer wordt uitgevoerd, wordt bij de aanvraag opgave gedaan van de instelling die de admini¬stratie voert. Op de administratie van deze instelling is het hiervoor bepaalde eveneens van toepassing.
Artikel 17 Rapportagevoorschriften
- 1.
De aanvrager rapporteert een maal per jaar, door gebruikmaking van een vaststaand model, over de financiële en inhoudelijke status van het project conform het bepaalde in het besluit tot verlening van Subsidie.
- 2.
Rapportage geschiedt door volledige en waarheidsgetrouwe informatie te delen over de voortgang van het project waarvoor een subsidie is verleend, door middel van ingevulde en ondertekende standaardformulieren welke door de Metropoolregio Eindhoven ter beschikking worden gesteld.
- 3.
Financiële rapportage vindt daar waar het subsidieverlening aan overheden betreft plaats in SISA
- 4.
Indien de aanvrager niet tevens de uitvoerder en/of eindbegunstigde is van het project, dient de aanvrager ervoor zorg te dragen dat de uitvoerder en/of eindbegunstigde dezelfde medewerking verleent als in voorgaande leden bedoeld. Hieronder valt ook de medewerking aan het rapporteren over de inhoudelijke voortgang, zelfs na het moment waarop het project financieel is afgerond, maar uiterlijk tot het moment waarop de beleidseffecten zoals opgenomen in de aanvraag zijn gerealiseerd.
- 5.
Binnen twee maanden na ontvangst van de rapportage als bedoeld in het eerste lid, maakt het Dagelijks Bestuur daarover aan de Aanvrager zijn gevoelen kenbaar. Het Dagelijks Bestuur deelt daarbij tevens mede of zij voornemens is gebruik te maken van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 20 van deze verordening.
Artikel 18 Controle
- 1.
Het Dagelijks Bestuur heeft het recht om (onaangekondigd) ter plaatse de rechtmatige besteding van de Subsidie te (laten) controleren, de administratie in te zien en daarvan kopieën te maken.
- 2.
Indien de Aanvrager niet tevens de uitvoerder en/of eindbegunstigde is van het project, dient de Aanvrager ervoor zorg te dragen dat de uitvoerder en/of eindbegunstigde dezelfde medewerking verleent als in voorgaande leden bedoeld. Hieronder valt ook de medewerking aan het rapporteren over de inhoudelijke voortgang, zelfs na het moment waarop het project financieel is afgerond, maar uiterlijk tot het moment waarop de beleidseffecten zoals opgenomen in de aanvraag zijn gerealiseerd.
Paragraaf 3 Vaststelling van de subsidie
Artikel 19 Aanvraag om vaststelling van de Subsidie
- 1.
De aanvrager dient binnen drie maanden na de einddatum van het project zoals opgenomen in het besluit tot verlening van Subsidie, een aanvraag om vaststelling van de Subsidie, in bij het Dagelijks Bestuur, door gebruikmaking van een format.
- 2.
De vaststellingsaanvraag dient voorzien te zijn van:
- a.
Een financieel (voor overheden in SISA) en inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat aan alle verplichtingen is voldaan;
- b.
Een Rapport van feitelijke bevindingen door een openbare accountant, waaruit blijkt dat het Accountantsprotocol Regiodeal Metropoolregio Eindhoven is toegepast.
- a.
- 3.
Het Dagelijks Bestuur kan vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 2b.
- 4.
Wanneer bij vaststelling van de Subsidie blijkt dat teveel voorschot is uitbetaald, zal het Dagelijks Bestuur het teveel betaalde bedrag terugvorderen.
Artikel 20 Beslissing op de aanvraag
De vastgestelde bijdrage is niet hoger dan de bijdrage zoals vermeld in het besluit tot verlening Subsidie, noch hoger dan het bedrag waar de aanvrager recht op heeft op basis van de controleerbare en in overeenstemming met de voorschriften bij het besluit tot verlening van de subsidie gemaakte projectkosten.
Artikel 21 Beslistermijn
Het Dagelijks Bestuur neemt binnen drie maanden na ontvangst van de vaststellingsaanvraag een besluit.
Artikel 22 Inhoud besluit tot vaststelling
- 1.
Het besluit tot vaststelling vermeldt het bedrag van de definitieve subsidie.
- 2.
In geval de subsidie lager is vastgesteld dan eerder verleend, vermeldt het Dagelijks Bestuur de reden daarvan.
Artikel 23 Beschikbaarstelling: uitbetaling
- 1.
De uitbetaling van de vastgestelde subsidie vindt plaats onder verrekening van de uitbetaalde voorschotten.
- 2.
De vastgestelde subsidie alsmede de toegekende voorschotten worden uitbetaald aan de aanvrager, tenzij deze een derde als eindbegunstigde heeft aangewezen.
Artikel 24 Verplichtingen verbonden aan de subsidievaststelling
De aanvrager bewaart tot 7 jaar na vaststelling van de subsidie alle bewijsstukken inzake betalingen, ontvangsten en uitgaven betreffende het door Metropoolregio Eindhoven (mede)gefinancierde project.
Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 25 Hardheidsclausule
- 1.
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het Dagelijks Bestuur.
- 2.
Het Dagelijks Bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen af te wijken van het bepaalde in deze verordening, indien toepassing leidt tot onbillijkheden van overwegende aard, welke onbillijkheden zodanig zijn dat het overduidelijk onredelijk is deze voor rekening van de belanghebbende te laten.
Artikel 26 Rapportage
Het Dagelijks Bestuur doet verslag aan het Algemeen Bestuur over de werking van de verordening. Dit verslag volgt het ritme van verslag aan het Rijk. Hierbij wordt ingegaan op de voortgang in de gehonoreerde projecten en de wijze waarop projecten een bijdrage leveren convenant Regiodeal Metropoolregio Eindhoven.
Artikel 27 Subsidie door andere bestuursorganen
Indien er subsidie is verstrekt voor activiteiten waarvoor ook door andere bestuursorganen subsidie wordt verstrekt, kan het Dagelijks Bestuur afwijken van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.
Artikel 28 Toezicht en controle
De accountant, door het Algemeen Bestuur aangewezen, heeft de bevoegdheid tot controle op de verrichte werkzaamheden van de controlerend accountant van de subsidieontvanger.
Artikel 29 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening Regiodeal Metropoolregio Eindhoven”.
Artikel 30 Bekendmaking en inwerkingtreding
- 1.
Het Dagelijks Bestuur maakt de inhoud van deze verordening op de gebruikelijke wijze bekend.
- 2.
Deze verordening treedt in werking op 24 december 2024.
- 3.
De werking van deze verordening eindigt op 31 december 2028.
Toelichting Algemene subsidieverordening (ASV)Regiodeal Metropoolregio Eindhoven
Artikel 1 Definities
In de omschrijving van de diverse begrippen, verdient het onderscheid tussen aanvrager, eindbegunstigde en uitvoerder speciale vermelding. Het is mogelijk dat een aanvrager om een subsidie voor een project een ander rechtspersoon is dan de partij die als eindbegunstigde of als uitvoerder van het project heeft te gelden. De eindbegunstigde is degene aan wie uiteindelijk het subsidiebedrag wordt uitgekeerd. Dat neemt niet weg dat de aanvrager te allen tijde eindverantwoordelijk blijft voor een correcte naleving van het bepaalde in de verordening. Dit geldt met name voor het voldoen aan de verplichtingen die aan de subsidie worden verbonden. Zo dient de aanvrager er voor te zorgen dat een eventuele eindbegunstigde zorgdraagt voor een juiste projectadministratie en dat deze medewerking verleent aan tussentijdse controles. Indien de eindbegunstigde ten aanzien van deze verplichtingen in gebreke blijft kan dat voor de aanvrager nadelige gevolgen opleveren in die zin dat het Dagelijks Bestuur kan besluiten naar beneden bij te stellen of zelfs in te trekken (artikelen 21, 25, 28).
Artikel 2 Reikwijdte
De reikwijdte van de verordening is uitdrukkelijk beperkt tot projecten die een bijdrage leveren aan de verwezenlijking van de doelstellingen uit het convenant Regiodeal Metropoolregio Eindhoven. De reikwijdte van de verordening strekt zich uit tot subsidiering van projecten door het Dagelijks Bestuur van de Metropoolregio Eindoven. Dit leidt tot subsidieverlening.
Artikel 3 Bevoegdheid dagelijks bestuur
De bevoegdheid om subsidie te verlenen ligt bij het dagelijks bestuur MRE.
Artikel 4 Algemeen
De Algemene wet bestuursrecht biedt de mogelijkheid om voorafgaand aan een subsidievaststelling een beschikking over subsidieverlening te geven. Van deze mogelijkheid wordt bij subsidie-verstrekking in het kader van Regiodeal Metropoolregio Eindhoven gebruik gemaakt. Voor de goede orde wordt daarvan in artikel 4 lid 1 melding gemaakt.
Artikel 5 Subsidieplafond en vrijval
Het subsidieplafond is volgens artikel 4:22 van de Algemene wet bestuursrecht het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift. Het subsidieplafond beoogt met andere woorden de aanspraken op geldmiddelen te beperken. Artikel 4:25, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schrijft voor dat een subsidieplafond slechts bij of krachtens wettelijk voorschrift kan worden vastgesteld. Het overschrijden van een plafond is een weigeringsgrond.
Artikel 6 Subsidiabele kosten en subsidielimiet
Onder de subsidiabele kosten vallen onder meer de kosten van personele inzet. In de beschikking wordt nader omschreven wat als reële kosten gezien wordt.
Artikel 8 Aanvraag
In het eerste lid is bepaald dat een aanvraag voor subsidie schriftelijk dient te worden gedaan. Hiervoor is een aanvraagformulier opgesteld, de aanvraag moet met gebruikmaking van dat formulier worden gedaan (tweede lid). Met ‘schriftelijk’ is meer bedoeld dan ‘op papier geschreven’. Zo kan een aanvraag ook digitaal worden gedaan, mits de digitale weg open is gesteld. Het werken met een aanvraagformulier leidt tot een verbetering van de kwaliteit van de aanvraag. Dat bevordert de snelheid waarmee op de aanvraag kan worden beslist. De wijze van indiening van aanvragen en de exacte eisen die aan een aanvraag worden gesteld, worden uitgewerkt in het aanvraagformulier. Uiteraard mogen van de aanvrager alleen die gegevens verlangd worden die noodzakelijk zijn voor het beoordelen van de aanvraag en het afgeven van de beschikking; dit volgt uit de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG).
Artikel 12 Beslissing op de aanvraag
Het beoordelen of een project in aanmerking komt voor subsidie vergt bestudering van zowel de verordening als het convenant Regiodeal Metropoolregio Eindhoven. Beide in onderlinge samenhang bezien, leiden tot het volgende toetsingsmodel op toetsing op:
- a.
bijdrage aan de doelstellingen en afspraken uit het convenant;
- b.
volledigheid;
- c.
weigeringsgronden.
Artikel 13 Advies
Het resultaat van de toetsing als bedoeld in artikel 12 is een cumulatief advies, waarin ambtelijk wordt aangegeven of een project moet worden gehonoreerd (en zo ja, in welke mate) of afgewezen. Uiteindelijk beslist het Dagelijks Bestuur over de subsidieaanvraag.
Artikel 16 Voorschotten
De basis voor bevoorschotting is artikel 4:95, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Daarin is bepaald dat het bestuursorgaan, vooruitlopend op de vaststelling van de verplichting tot betaling van een geldsom, een voorschot kan verlenen indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een verplichting tot betaling zal worden vastgesteld. Er gelden op grond van dit artikel maximale percentages voor voorschotten. Op basis van lid drie kan het dagelijks bestuur MRE afwijken van genoemde voorschotten tot een maximum van 95%.
Artikel 22 Intrekken en wijziging van toegekende subsidie
De Algemene wet bestuursrecht kent een limitatieve opsomming van de redenen om een verleende, maar nog niet vastgestelde subsidie ten nadele van de subsidieontvanger te wijzigen of in te trekken. De Awb maakt daarbij onderscheid tussen een wijziging of intrekking met terugwerkende kracht (artikel 4:48) en een wijziging of intrekking voor de toekomst (artikel 4:50). In het eerste geval houdt de bevoegdheid verband met omstandigheden bij de subsidieontvanger, terwijl dat in het tweede geval omstandigheden bij het bestuursorgaan betreffen. Artikel 4:48, ziet enerzijds toe op een sanctie, anderzijds om een herstel van onjuistheden die niet uitsluitend voor rekening van het bestuursorgaan komen. Het ligt voor de hand dat gebruikmaking van dit artikel tevens leidt tot stopzetting van voorschotten. Verwezen wordt naar artikel 4:56, van de Awb). De wijzigings- en intrekkingsbevoegdheid is in de verordening opgenomen uit oogpunt van bevoegdheidstoedeling. Het Dagelijks Bestuur is het bevoegde orgaan dat een verleende subsidie kan wijzigen of intrekken.
Artikel 23 Vaststelling
De subsidies worden vastgesteld op basis van de aanvraag tot vaststelling van de activiteiten. Verantwoording wordt afgelegd door middel van een inhoudelijk en een financieel verslag (financieel, waar mogelijk in SISA). Het financieel verslag wordt gestaafd door een controleverklaring die is opgesteld met inachtneming van het ‘Controleprotocol Regiodeal Metropoolregio Eindhoven’.
Artikel 29 Intrekken en wijzigen vastgestelde subsidie
Artikel 4:49 van de Awb regelt de intrekking of wijziging met terugwerkende kracht van de beschikking tot subsidievaststelling. Het artikel bevat een limitatieve opsomming van drie intrekkings- en wijzigingsgronden. Evenals bij de intrekking van een subsidieverlening op grond van artikel 4:48 van de Awb, kan het hier enerzijds gaan om een sanctie, anderzijds om een herstel van onjuistheden die niet uitsluitend voor rekening van het bestuursorgaan komen
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 18 december 2024,
de voorzitter, de secretaris,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl