Verordening watertoeristenbelasting Voorne aan Zee 2025

Geldend van 25-12-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening watertoeristenbelasting Voorne aan Zee 2025

De raad van de gemeente Voorne aan Zee

Gelet op het bijbehorende raadsvoorstel;

Gelet op: artikel 224 van de Gemeentewet

Besluit vast te stellen de verordening watertoeristenbelasting Voorne aan Zee 2025

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    vaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie, voor wedstrijdsport of andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    lengte: als de afstand in meters tussen de voorzijde en de achterzijde van het vaartuig inclusief uitstekende delen die deel uitmaken van het vaartuig en waarbij een gedeelte van een meter als hele meter wordt aangemerkt.

  • c.

    vaste ligplaats: een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een zelfde vaartuig gedurende een periode van ten minste een maand;

  • d.

    etmaal: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren;

  • e.

    maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 etmalen;

  • f.

    schipper: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘watertoeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf op vaartuigen die aanwezig zijn in wateren binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook, door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die tegen vergoeding gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 door hem ter beschikking staande ligplaatsen dan wel op of met hem ter beschikking staande vaartuigen.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig de schipper, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig als in artikel 2 bedoeld dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • a.

    door degenen die verblijf houden aan boord van:

    • een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;

    • kano’s, roei- en volgboten met een lengte over alles tot maximaal 4 meter;

    • motor- en zeilboten met een lengte over alles tot maximaal 4 meter;

    • een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijke watergebied bevindt;

  • b.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 , die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet , en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • c.

    Indien de verblijfhouder op basis van de verordening (land)toeristenbelasting reeds over dezelfde periode verblijf houdt als bedoeld in de verordening (land)toeristenbelasting en deze reeds wordt opgelegd aan degene die dat verblijf mogelijk maakt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1. De belasting wordt geheven naar het aantal etmalen dat verblijf is gehouden. Het aantal etmalen verblijf wordt gesteld op de som van het aantal etmalen dat elke in artikel 2 bedoelde persoon verblijf heeft gehouden.

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaal gerekend.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1. Ter zake van vaartuigen met een vaste ligplaats wordt, indien een belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is aangewezen:

    • a.

      het aantal personen die verblijf hebben gehouden, bepaald op 2,2.

    • b.

      het aantal etmalen dat door de onder a bedoelde personen verblijf is gehouden, bepaald op 18:

  • 2. Het aantal vaartuigen als bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld op het aantal vaartuigen, welke door de belastingplichtige bij aangifte uit de verhuuradministratie zijn opgegeven, dan wel blijken.

Artikel 7 Opteren voor niet forfaitaire maatstaf van heffing

  • 1. Belastingplichtige kan in de aangifte verzoeken de maatstaf van heffing in afwijking van het bepaalde in artikel 6 vast te laten stellen op het werkelijk aantal etmalen over alle vaste ligplaatsen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.

  • 2. Dit verzoek wordt gehonoreerd, tenzij de verblijfsregistratie zoals bedoeld in artikel 14 niet of niet juist is bijgehouden.

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per etmaal € 1,45.

Artikel 9 Belastingjaar

  • 1. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

  • 1. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. Er kan een voorlopige aanslag worden opgelegd voor ten hoogste het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald uiterlijk 3 maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de watertoeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Registratieplicht

  • 1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd verblijfregister.

  • 2. De verplichting als bedoeld in de voorgaande leden geldt niet voor zover de belastingplichtige gebruik maakt van de forfaitaire berekeningswijze van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 6.

  • 3. De verplichting als bedoeld in voorgaande leden geldt niet voor zover de belastingplichtige een gedegen registratie voert waaruit het verblijf van verblijfhoudenden kan worden vastgesteld.

Artikel 14 Aanmeldingsplicht

  • 1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot het houden van verblijf op ligplaatsen verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d en artikel 232, vierde lid, onderdelen a en c, van de Gemeentewet.

  • 2. Het eerste lid geldt niet voor de belastingplichtige die voor het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening een aanslag watertoeristenbelasting heeft ontvangen.

Artikel 15 Elektronische aangifte

Het uitnodigen tot het doen van aangifte kan naast de op de in artikel 237, eerste lid, van de Gemeentewet aangegeven wijze geschieden door het uitreiken, toezenden of elektronisch verzenden van een aangiftebrief waaruit blijkt de wijze van het doen van elektronische aangifte, een omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden en de termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan. In dat geval geschiedt, in afwijking van de in artikel 237, tweede lid, van de Gemeentewet aangegeven wijze, de aangifte langs elektronische weg door het inleveren of toezenden van de gevraagde gegevens of bescheiden via de digitale voorziening ‘Digitale aangifte watertoeristenbelasting’ van het Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling (SVHW).

Artikel 16 Overgangsrecht

De ‘verordening watertoeristenbelasting gemeente Brielle 2023’ van 14 december 2022 en de ‘verordening watertoeristenbelasting gemeente Hellevoetsluis 2023’ van 14 december 2022 worden ingetrokken met ingang van de in artikel 17, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening watertoeristenbelasting Voorne aan Zee 2025”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Voorne aan Zee van donderdag 19 december 2024

de griffier,

A. (Ariëtte) Goslings Msc

de voorzitter,

A.R.C. (Arno) Scheepers RA Msc