Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732078
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR732078/1
Verordening afvalstoffenheffing 2025 gemeente Brummen
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening afvalstoffenheffing 2025 gemeente BrummenKenmerk Z104653/D445439
DE RAAD VAN DE GEMEENTE BRUMMEN
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 november 2024 met kenmerk D442607;
Gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
B E S L U I T :
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2025 gemeente Brummen
Artikel 1 Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
- 1.
Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
- 2.
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven voor het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 3 Voorwerp van de belasting
- 1.
Voorwerp van de belasting is een perceel.
- 2.
Als perceel wordt aangemerkt:
- a.
de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;
- b.
de roerende zaak, die duurzaam aan een plaats gebonden is;
- c.
een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
- d.
een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;
- e.
het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.
- a.
Artikel 4 Belastingplicht
De belasting wordt geheven van de persoon die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 6 Belastingjaar
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
- 1.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.
- 2.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een schriftelijke gedagtekende of elektronische kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt elektronisch of door uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 4.
Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing als de belastingschuldige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.
- 5.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
Artikel 9 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
- 2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, als het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dat € 50,-, maar minder is dan € 10.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- 3.
De belasting, bedoeld in artikel 7, tweede lid, moet worden betaald op het moment van het doen of uitreiken van de kennisgeving.
- 4.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant;
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet al bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
De Verordening afvalstoffenheffing 2024 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 12 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening afvalstoffenheffing 2025 gemeente Brummen.
Ondertekening
Dit besluit is genomen tijdens de openbare raadsvergadering van 19 december 2025.
De raad van de gemeente Brummen,
De griffier, M.A.E. Knook
De voorzitter G.J.M. van Rumund
TARIEVENTABEL 2025, behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2025 gemeente Brummen
Algemeen
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting als deze verschuldigd is.
Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing
Artikel 1 Algemene bepaling
De belasting wordt per perceel berekend naar een vast tarief, verhoogd met één of meer variabele tarieven.
Artikel 2 Vast tarief per perceel
Het vaste tarief bedraagt per perceel per belastingjaar € 121,00.
Artikel 3 Variabele tarieven
Onverminderd artikel 2 bedraagt het variabele tarief:
- a.
per aanbieding ter lediging van een minicontainer van 80 liter, bestemd voor restafval € 5,00;
- b.
per aanbieding ter lediging van een minicontainer van 140 liter, bestemd voor restafval € 8,75;
- c.
per aanbieding ter lediging van een minicontainer van 240 liter, bestemd voor restafval € 15,00;
- d.
per aanbieding ter lediging van een minicontainer van 80 liter, bestemd voor gft-afval € 0,64;
- e.
per aanbieding ter lediging van een minicontainer van 140 liter, bestemd voor gft-afval € 1,12;
- f.
per aanbieding ter lediging van een minicontainer van 240 liter, bestemd voor gft-afval € 1,92;
- g.
voor de ontgrendeling van de kleine inworpopening (30 liter) van een (ondergrondse) container voor restafval € 0,70;
- h.
voor de ontgrendeling van de grote inworpopening (60 liter) van een (ondergrondse) container voor restafval € 1,40.
Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing
Artikel 4 Recycleplein
De belasting bedraagt per gebeurtenis voor het aanbieden op het Recycleplein per 10 kg:
- a.
autobanden met velg € 0,92;
- b.
B-hout € 0,00;
- c.
bouw- en sloopafval/niet schoon puin € 1,97;
- d.
C-hout (geïmpregneerd) € 1,97;
- e.
dakleer € 1,97;
- f.
grof huishoudelijk afval € 1,97;
- g.
matrassen € 0,00;
- h.
schoon puin € 0,00;
- i.
snoeiafval tot 250 kg per huishouden per jaar € 0,00;
- j.
snoeiafval boven 250 kg per huishouden per jaar € 0,33;
- k.
spiegel- en draadglas € 1,97;
- l.
vloerbedekking € 1,97.
Artikel 5 Ophalen aan huis
Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot ophalen aan huis van:
- a.
grof vuil per 2 m3€ 38,60;
- b.
snoeihout per 2 m3€ 9,75.
Behoort bij de Verordening afvalstoffenheffing 2025 gemeente Brummen
De griffier, M.E.A. Knook
Toelichting Verordening afvalstoffenheffing 2025 gemeente Brummen
De bepalingen zijn geharmoniseerd binnen Tribuut-verband, zoals afgesproken. De verordening volgt grotendeels het VNG-model. De toelichting daarvan is voor de gelijkluidende bepalingen van overeenkomstige toepassing. Die toelichting is onder meer te vinden op www.decentraleregelgeving.nl. De meeste wijzigingen zijn niet inhoudelijk, maar redactionele/technische wijzigingen. Hieronder volgen enkele specifieke aandachtspunten.
Artikel 7 wijze van heffing
Dit ziet ook op situaties waarin via de website van Circulus diensten kunnen worden aangevraagd en betaald. De redactie is daarop aangepast.
Artikel 9 termijn van betaling
Er was geen bepaling voor een betaaltermijn bij de heffing van art. 7, lid 2 situaties. Dat is hersteld.
Tarieven
De tarieventabel is anders vormgegeven en de omschrijvingen zijn duidelijker gemaakt. Dit is geen inhoudelijke wijziging.
Om de inwoners te bewegen hun restafval beter te scheiden en meer gebruik te laten maken van de ondergrondse restafvalcontainers is het tariefverschil tussen het aan huis laten ophalen en het wegbrengen van restafval verder vergroot. Uit de praktijk van Circulus blijkt dat bij het wegbrengen van restafval het afval beter wordt gescheiden. Wij gaan er van uit dat ca. 20% van de huishoudens in 2025 hun restafvalcontainer minder gaat aanbieden of inleveren. De prijsstijging komt volledig ten laste van het tarief voor het ledigen van een restafvalcontainer. De tarieven op het Recycleplein zijn kostendekkend en worden gelijk gesteld aan de tarieven bij de bij Circulus aangesloten buurgemeenten.
Matrassen, Schoon puin en B-hout kunnen daarbij gratis ingeleverd worden gezien de opbrengsten van deze stromen.
In de tarieventabel staan geen tarieven voor het aanbieden van containers voor PMD, papier, BEST-tas en het groente- en fruitafval in een hoogbouwvoorziening. Dat betekent dat deze stromen 'gratis' aangeboden kunnen worden. Gratis staat hier tussen haakjes, omdat de daarmee gemoeide kosten verhaald worden via de overige tarieven.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl