Beleidsregels voor het verbranden van snoeiafval buiten een installatie gemeente Rijssen-Holten 2024

Geldend van 25-12-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels voor het verbranden van snoeiafval buiten een installatie gemeente Rijssen-Holten 2024

Inleiding

Op grond van artikel 10.2, eerste lid, van de Wet milieubeheer is het verboden zich van huishoudelijke afvalstoffen te ontdoen door deze te storten, anderszins op of in de bodem te brengen of te verbranden.

Op grond van artikel 10.63 en 10.64 Wet milieubeheer kan het college van burgemeester en wethouders ontheffing van dit verbod verlenen, mits het geen gevaarlijke afvalstoffen betreft.

Sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet is er een duidelijker onderscheid tussen het verbranden van niet ingezameld huishoudelijk afval en bedrijfsafval. Onder die laatste categorie valt ook ingezameld huishoudelijk afval. Voor het verbranden van bedrijfsafval geldt een vergunningplicht op basis van het Besluit activiteiten leefomgeving. Daarvoor zijn beoordelingsregels opgenomen in het Besluit kwaliteit leefomgeving en het TAM-omgevingsplan H22m Buitengebied verbranden snoeiafval buiten een installatie. Voorliggende beleidsregel ziet op overige vormen van verbranden.

Regels

  • a.

    Begripsbepaling

    Voor toepassing van de regels wordt onder snoeiafval verstaan: afval afkomstig na onderhoudswerkzaamheden in tuinen, parken, plantsoenen en bosgebieden dat alleen bestaat uit takken, blad of stammen

  • b.

    De regeling bebouwde kom:

    • aanvragen voor het verbranden van snoeiafval hebben in beginsel betrekking op het gebied buiten de bebouwde kom;

    • Vreugdevuren kunnen binnen de bebouwde kom gehouden worden als de Veiligheidsregio Twente een positief advies gegeven heeft over de brandveiligheid.

  • c.

    De regeling particulieren:

    • er wordt ontheffing verleend voor het verbranden van niet van derden afkomstig snoeiafval;

    • het minimale volume van de brandstapel bedraagt 5 m³

    • per stookseizoen wordt per locatie maximaal 25 m³ verbrand;

    • alleen voor de maanden november tot en met maart worden ontheffingen verleend;

    • de ontheffing is twee jaar geldig.

  • d.

    De regeling landschapsonderhoud:

    • er wordt ontheffing verleend voor het verbranden van niet van derden afkomstig snoeiafval;

    • het minimale volume van de brandstapel bedraagt 5 m³;

    • er worden alleen voor de maanden november tot en met maart ontheffingen verleend;

    • de ontheffing is twee jaar geldig.

  • e.

    De regeling vreugdevuren:ontheffing is alleen mogelijk voor niet vergunningplichtige milieubelastende activiteiten zoals bedoeld in artikel 3.40 e Besluit activiteiten leefomgeving;

    • er wordt ontheffing verleend voor het verbranden van snoeiafval;

    • eventuele vreugdevuren hebben een traditionele achtergrond en vinden plaats met Pasen of de jaarwisseling;

    • Vreugdevuren zijn niet groter dan 50 m3; en

    • De ontheffing geldt per verbranding.

  • f.

    De regeling verbranden van door ziekte aangetast hout:

    • er wordt ontheffing verleend voor het verbranden van niet van derden afkomstig ziek snoeiafval en overig door ziekte aangetast, onbehandeld, plantaardig afval;

    • vooruitlopen op de ontheffing is vanwege de noodzaak de ziekte te bestrijden bespreekbaar, mits een aanvraag is ingediend en de milieuvoorschriften voor het verbranden van afval worden nageleefd;

    • de ontheffing geldt per verbranding.

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders

Rijssen, 17 december 2024