Landelijk gebied Omgevingsprogramma definitief dec 2024

Geldend van 25-12-2024 t/m heden

Intitulé

Landelijk gebied Omgevingsprogramma definitief dec 2024

Voorwoord

Voor u ligt het Omgevingsprogramma Landelijk Gebied Bronckhorst. Ik ben blij en trots om dit programma aan u te mogen presenteren.

Ons landelijk gebied is in beweging. Er komen veel urgente en actuele opgaven op ons af. We kunnen deze ontwikkelingen alleen aan als we samen met inwoners, belanghebbende partijen en organisaties werken aan de toekomstbestendige ontwikkeling ervan. Dit omgevingsprogramma beschrijft onze inzet voor de komende 4 jaar.

We werken aan een sterk landschap met een grote biodiversiteit, toekomstbestendig erfgoed en een toekomstbestendige landbouw voor – met name – agrarische familiebedrijven in onze gemeente.

Voor we dit programma schreven, stelden we de Bronckhorster samenleving een aantal vragen over trends en ontwikkelingen, wensen voor de toekomst van de gemeente en het beschermen en ontwikkelen van ons landelijk gebied.

We voerden deze gesprekken op verschillende momenten; bij het opstellen van de omgevingsvisie, bij de vormgeving van het coalitieakkoord en tijdens de participatieavond voor dit omgevingsprogramma. De vragen, de antwoorden en de opmerkingen hebben we zo goed en volledig als mogelijk verwerkt in dit omgevingsprogramma

We werken samen met anderen bij het versterken van ons landelijk gebied. Het rijk en de provincie werken aan de plannen voor een vitaal landelijk gebied voor landbouw, natuur, water en bodem. De gemeenten en partners in de regio werken aan een ruimtelijk perspectief. En we werken intensief samen met grondeigenaren, inwoners en ondernemers bij projecten en gebiedsprocessen. Vanuit dit programma ondersteunen we werkgroepen en organiseren we netwerkbijeenkomsten. En daarbij zoeken we naar een balans tussen verschillende belangen.

Tot slot wil ik iedereen die meedacht, meeschreef en kritisch wilde zijn bedanken. Samen maken we Bronckhorst. We hebben nog veel te doen, dus ga ik graag met u vol energie en daadkracht aan de slag!

Veel leesplezier, Wilko Pelgrom, portefeuillehouder Landschappelijke Kwaliteit en Landbouw

1. Hier staan we voor

We staan voor een toekomstbestendig landelijk gebied. We werken aan een sterk landschap met een grote biodiversiteit, toekomstbestendig rood en groen erfgoed, en een toekomstbestendige landbouw.

We werken aan doelen: Bronckhorst 2x zo mooi in 2035

We werken aan de doelen die we hebben vastgelegd in onze omgevingsvisie ‘Bronckhorst 2x zo mooi in 2035. https://www.omgevingsvisiebronckhorst.nl/ We leggen de focus op de strategische opgaven Landschappelijke kwaliteit en Landbouw en geven invulling aan de strategische uitspraken die bij deze opgaven staan.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1 Bouwen aan een 2x zo mooi Bronckhorst in 2035 wordt hier verbeeld met het bouwen van een toren. Gemeente Bronckhorst draagt met dit Omgevingsprogramma een steen bij aan een toekomstbestendig landelijk gebied. Dat kunnen, en doen we niet alleen; samen met andere partijen streven we naar een goede balans in belangen.

We hanteren de speerpunten uit het coalitieakkoord 2022-2026 ‘Bouwen aan een dienstbaar, leefbaar en sociaal Bronckhorst’:

  • Kansengelijkheid in een sterke economie

  • Mooi wonen in vitaal Bronckhorst

  • Samen leven, werken en ontmoeten in een gezonde leefomgeving

  • Landschappelijke kwaliteit met oog voor verschillende belangen.

  • Dienstbare overheid

In dit omgevingsprogramma beschrijven wij hoe wij de komende 4 jaar onze bijdrage leveren aan een toekomstbestendig landelijk gebied. In het omgevingsprogramma landelijk gebied staan activiteiten die de gemeente zelf initieert en activiteiten van andere partijen, beschreven vanuit de rol die de gemeente daarin wil en kan spelen.

We vertellen het verhaal van Bronckhorst

Onze karakteristieke gemeenschappen en landschappen bepalen samen onze identiteit. We gaan op een eerlijke, ‘gemuudelijke’ en zelfbewuste manier met elkaar om. In het Verhaal van Bronckhorst, legden we samen met inwoners ons karakteristieke DNA, onze identiteit vast. We hanteren bij ontwikkelingen de Bronckhorster beginselen die hierop zijn gebaseerd (naast de algemene wettelijke beginselen zoals het voorzorgsbeginsel, preventief handelen, bronaanpak en de vervuiler betaalt):

  • -

    vertrouwen op de kracht van gemeenschappen;

  • -

    karakter van dorp en buurtschap is de basis;

  • -

    ontwikkelingen voegen kwaliteit toe aan het bestaande karakter en kwaliteit van gemeenschappen en landschap;

  • -

    voor wat hoort wat, passend en redelijk;

  • -

    open voor creativiteit en innovatie.

Bekijk ook de video ‘Het verhaal van Bronckhorst’, je krijgt een indruk van het gebied, de kwaliteiten, de landschappen en de mensen die er wonen.

We zien opgaven in samenhang

De opgaven in ons landelijk gebied hangen met elkaar samen, ze staan niet op zichzelf.

Allerlei ontwikkelingen en ambities hebben invloed op de kwaliteit van het landelijk gebied.

Dit zijn ambities zoals sterke behoefte aan woningbouw, geschikte werklocaties, de opwek van duurzame energie en de transitie van de landbouw, die het Bronckhorster landschap gaan veranderen. Ook zal ons landschap veranderen als gevolg van grote ontwikkelingen als klimaatverandering en de teruglopende biodiversiteit. Er zijn maatregelen nodig voor het behoud van de productie van voldoende gezond voedsel en een gezonde en prettige leefomgeving van mensen, planten en dieren.

De opdracht is steeds om op een positieve manier bij te dragen aan de gewenste kwaliteit van ons landschap. Via dit omgevingsprogramma, en door te werken aan andere strategische opgaven en omgevingsprogramma’s leggen we de nodige verbindingen tussen de diverse vakdisciplines zoals leefbaarheid, verkeer, gezondheid, recreatie en toerisme en meer. Ook door in de regio Achterhoek en de provincie Gelderland samen te werken kunnen we opgaven in samenhang aanpakken. Dit omgevingsprogramma heeft daarmee ook relaties met (bijvoorbeeld) het Ruimtelijk Perspectief Achterhoek (RPA), het programma Vitaal Landelijk Gebied Gelderland (VLGG) en de Regioarrangementen met het Ruimtelijk Voorstel die door de provincie Gelderland zijn ontwikkeld.

We werken samen

We realiseren ons dat we de doelen niet zelfstandig/eigenstandig kunnen halen. Er spelen meer partijen een rol bij het werken aan een toekomstbestendig landelijk gebied. We werken daarom samen met andere partijen en kiezen daarbij een aanpak en een rol die passend is bij de opgave, het doel en bij de invloedssfeer van de gemeente.

Deze samenwerking vindt plaats op verschillende manieren. Het kan klein zijn, bijvoorbeeld door participatie met inwoners en lokale werkgroepen bij beplantingsprojecten, maar ook in grotere gebiedsprocessen. Gebiedsprocessen zijn samenwerkingen met meerdere partijen rondom vaak gestapelde en complexere opgaven in een afgebakend gebied. In die gebieden werken we samen met andere gebiedspartners aan visievorming, uitwerking en uitvoering van de plannen voor dat gebied. De rollen van de gemeente zijn divers: we ondersteunen het proces, leveren (co)financiering en advies vanuit beleidsdoelen en gebiedskennis, we voeren (deel)projecten uit en behandelen vergunningaanvragen en verzoeken tot bestemmingsplanwijzigingen.

We kennen op dit moment (begin 2024) twee grotere gebiedsprocessen in het landelijk gebied van Bronckhorst. Gemeente Bronckhorst heeft in beide gebiedsprocessen een actieve rol: adviserend, beleidsuitwerking, toetsend, uitvoerend.:

Daarnaast zijn er een aantal gebiedsgerichte projecten. Het waterschap Rijn en IJssel stelt een projectplan op voor de Grote Beek waar het waterschap met het omliggende gebied tot en met 2027 gaat werken aan het verbeteren van de waterkwaliteit. Het proces van de ‘Regiorotonde Steenderen en omstreken’ bevindt zich in de verkenningsfase, het realiseren van een lokale energie-, nutriënten-, en waterrotonde heeft ook betrekking op doelen in het landelijk gebied waar het gaat om klimaatadaptatie, waterkwaliteit, landschapskwaliteit en agrarische bedrijfsvoeringen.

We werken aan balans in belangen

Verschillende partijen spelen een rol in het landelijk gebied: zo zijn er onder andere agrariërs, natuurbeheerders, landgoedeigenaren, inwoners, watersysteembeheerders, bevoegde gezagen etc. Elke partij heeft zijn/haar eigen belang en inbreng, die liggen vaak niet op één lijn en lijken soms onverenigbaar. Voor een toekomstbestendig landelijk gebied is het belangrijk om te blijven werken aan een balans van het agrarische en economische perspectief in relatie tot natuur en biodiversiteit, waterkwaliteit en klimaatverandering. Het kost tijd om een goede samenwerking op te zetten, te zoeken naar oplossingen en in gezamenlijkheid keuzes te maken.

We werken binnen nog onzekere kaders

Bij de uitvoering van dit programma zullen we flexibel moeten inspelen op de (on)mogelijkheden die ontstaan in de situatie om ons heen. De kaders van het Rijk en Provincie voor het realiseren van doelen in het landelijk gebied zijn nog in ontwikkeling. De wijze waarop die worden ingevuld bepaalt voor een belangrijk deel hoe wij als gemeente onze rol kunnen invullen en de activiteiten in het landelijk gebied kunnen vormgeven.

Het Rijk en de provincie Gelderland werken in de periode 2022- 2025 aan instrumenten voor de uitvoering om wettelijke doelen te bereiken voor onder andere natuur, water, klimaat en landbouw. Dit kreeg vorm via het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), het Programma Vitaal Landelijk Gebied Gelderland (VLGG) en parallel daar aan de Nationale Ruimtelijke Visie, het Ruimtelijk Voorstel en het Regioarrangement en Ruimtelijk Perspectief Achterhoek. Het voorliggende omgevingsprogramma geeft de gemeentelijke invulling weer van een deel van de doelen die in dit beleid werden voorgestaan, bijvoorbeeld op het vlak van biodiversiteit en landschapselementen, klimaatadaptatie, bodem- en watersysteem, gebiedsdoelen en de relaties met het landbouwkundig gebruik van het gebied. Bij de stappen naar een toekomstbestendig landelijk gebied is het belangrijk dat we kunnen rekenen op duidelijke kaders: wet- en regelgeving, menskracht, maar ook in instrumentarium (beleid, financiering, etc) dat helpt om doelen dichterbij te halen en balans te creëren.

Dit jaar, in 2024, heeft de nieuwe coalitie van PVV, NSC, BBB en VVD haar regeerprogramma uitgewerkt. Hierin werd duidelijk dat het fonds van ruim 20 miljard euro voor het nationaal programma landelijk gebied geschrapt is, met uitzondering van budgetten voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer. De Europese en rijksdoelen en opgaven voor natuur, water en klimaat blijven echter staan. Rijk en provincies bezinnen zich op de doorvertaling van deze doelen naar beleid en uitvoering.

Deze ontwikkeling is van invloed op de snelheid, omvang en impact waarmee doelen bereikt kunnen worden. Afspraken over rollen en samenwerking zijn belangrijk voor het bepalen van onze bestuurlijke en ambtelijke betrokkenheid en inzet. Het kabinet werkt aan een integrale nationale voedselstrategie, en een gebiedsspecifieke aanpak. In de loop van de uitvoeringsperiode van dit omgevingsprogramma komt daar meer informatie over beschikbaar.

We werken programmatisch

We zetten programmatisch werken in wanneer we zien dat het nodig is om (tijdelijk) extra inzet te plegen op strategische opgaven om daarvoor sneller, meer en/of beter resultaten te boeken.

We kiezen voor deze aanpak in het landelijk gebied omdat we zien dat er de komende jaren extra inspanning nodig is om mee te kunnen werken aan de versterking van ons lokale landschap, landbouw en erfgoed. Aanvullend op de provinciale en landelijke doelen die voor het landelijk gebied gesteld worden.

Zonder een programmatische aanpak kunnen we beleid en werkwijzen niet of onvoldoende vernieuwen, en kunnen we geen extra inzet plegen op bijvoorbeeld projecten, gebiedsprocessen en uitvoering. Met een programmatische aanpak zijn we beter instaat die extra inspanning te organiseren en te financieren.

De status van dit programma

Dit omgevingsprogramma is niet verplicht gesteld onder de omgevingswet, we stellen het vrijwillig op. Het programma is zelfbindend voor het gemeentebestuur, dus niet vrijblijvend. Het college van burgemeester en wethouders kan op basis van dit omgevingsprogramma verantwoording afleggen aan de gemeenteraad.

Dit omgevingsprogramma is opgesteld in opdracht van de gemeenteraad. Bij de vaststelling van de omgevingsvisie (24 februari 2022 raad-00718/10) besloot de raad om de visie uit te voeren met een beperkt aantal omgevingsprogramma’s waaronder één voor de strategische opgave landschappelijke kwaliteit en erfgoed. De vaststelling van het omgevingsprogramma voorziet in de borging van de uitvoering van de strategische uitspraken, zoals verderop in dit document is uitgewerkt. De raad droeg met een motie (10-1) het college op:

  • ‘om het omgevingsprogramma landschappelijke kwaliteit & erfgoed mede te richten op het uitbreiden van de rol en positie van boeren bij de inrichting van landschapselementen en landschapsbeheer, daarvoor het verdienmodel voor boeren te verbeteren, de landbouwtransitie mede vorm te geven en bij de opstelling ervan dit samen met vertegenwoordigde belangenorganisaties uit de agrarische sector (zoals VALA, LTO, NMV en POV) en natuur- en landschapsorganisaties (zoals Natuurmonumenten, Bomenbelang en de Bijenstichting) vorm te doen geven.

De brug tussen omgevingsvisie en omgevingsplan

In de programmalijnen worden een aantal stappen en resultaten benoemd die nodig zijn voor concrete juridische en planologische borging, meetbare doelstellingen en resultaten, en werkbare instrumenten. Daarnaast worden ook uitvoeringsprojecten benoemd die de komende vier jaar tot concrete en zichtbare resultaten leiden.

Dit omgevingsprogramma komt in de plaats van de uitvoeringsprogramma’s die hoorden bij het Groenstructuurplan, het Biodiversiteitsplan, het Landschapsontwikkelingsplan). Dit omgevingsprogramma’s vervangt niet de andere onderdelen van de beleidsnota’s met betrekking tot groen, landschap, biodiversiteit, cultuurhistorie en erfgoed. Het omgevingsprogrammais in deze vorm niet de vervanging van gebiedsbeschrijvingen, visie op deelgebieden en/of deelonderwerpen, en beleidsuitspraken die vertaald zijn in regelgeving in o.a. het omgevingsplan. Die onderdelen van de bestaande beleidsnota’s blijven bestaan totdat deze onderdelen zijn vervangen. De voorbereiding van die vervanging is onderdeel van dit omgevingsprogramma.

Participatie bij het opstellen van het programma

Het omgevingsprogramma is opgesteld op basis van diverse bijeenkomsten waar inwoners, grondeigenaren, organisaties, ambtenaren van de gemeente en medeoverheden hebben meegepraat. Een aantal van die bijeenkomsten hadden een bredere focus, bijvoorbeeld voor het opstellen van de omgevingsvisie en het collegeprogramma. Uit die bijeenkomsten is de input meegenomen voor de onderwerpen natuur, landschap, groen, landbouw, cultuurhistorie en erfgoed.

datum

doel

genodigden

September 2021

Werkateliers omgevingsvisie, w.o. 27 sept 2021 werkatelier (groen) erfgoed en 29 sept 2021 werkatelier landbouw

Diverse stakeholders: inwoners, ondernemers, experts, maatschappelijke organisaties en belangenvertegenwoordigers

Oktober 2021

Weekmarkten omgevingsvisie

Bezoekers van de weekmarkten

Augustus - September 2022

College On Tour, input voor het collegeprogramma aan de hand de 5 speerpunten van het coalitieakkoord.

Inwoners, ondernemers, verenigingen, (belangen)organisaties. Bijna 250 deelnemers, 5 bijeenkomsten in Hoog-Keppel, Hengelo, Kranenburg, Steenderen en Zelhem

19 april 2023

Interactieve bijeenkomst omgevingsprogramma landschappelijke kwaliteit

Open uitnodiging, gerichte uitnodigingen aan o.a. tbo’s, grond- en landgoedeigenaars, bedrijven (landbouw, recreatie, erfgoed), de-VALA, vrijwilligersgroepen (dorp-en-rand, levend-landschap), belangen- organisaties (loonwerkers, natuur, landbouw, beschermde en kwetsbare diersoorten, dorpen, erfgoed), waterschap rijn en IJssel, Provincie Gelderland)

Juli-sept 2024

Ontwerp – Omgevingsprogramma Landelijk gebied ter inzage

Open uitnodiging, gerichte uitnodigingen aan betrokkenen hierboven

Het ontwerp-omgevingsprogramma lag ter inzage tot en met 15 september 2024, en er zijn zienswijzen ingediend. Op basis daarvan is het omgevingsprogramma op een aantal punten aangescherpt. Hiervoor verwijzen we naar de reactienota. In de reactienota zijn de zienswijzen opgenomen en voorzien van een beantwoording.

Een aantal zienswijzen beginnen met, in verschillende bewoordingen, waardering uit te spreken voor het feit dat de gemeente het Omgevingsprogramma Landelijk Gebied heeft opgesteld. De integrale ambities en doelstellingen van het programma worden onderschreven. Indieners geven ook suggesties en adviezen voor inhoudelijke uitwerking en vervolgstappen. Het voornemen is om suggesties en adviezen waar mogelijk in het vervolgtraject mee te nemen. We zullen de partijen daarbij betrekken. Partijen willen graag betrokken zijn bij de uitwerking van de benoemde projecten en roepen op tot concrete uitwerkingen en resultaten.

2. Dit willen we de komende jaren bereiken

Het omgevingsprogramma loopt van 2024 tot en met 2027. We werken binnen drie programmalijnen waarmee we de kwaliteit van het landelijk gebied versterken:

  • Landschap en biodiversiteit;

  • Landbouw;

  • Erfgoed en cultuurhistorie.

In deze programmalijnen werken we het wensbeeld en de strategische opgaven uit de omgevingsvisie verder uit naar doelen en activiteiten. De doelen en strategische opgaven uit de omgevingsvisie zijn breed geformuleerd, en de gemeente kan niet alles volledig bereiken, in slechts vier jaar tijd, en ook niet alleen. We kunnen er wel een passende steen aan bijdragen.

Het wensbeeld 2035 voor het landelijk gebied

De omgevingsvisie geeft het wensbeeld aan voor Bronckhorst in 2035 voor 5 strategische opgaven. Het beschrijft waar we op inzetten, en wat we in 2035 concreet bereikt willen hebben. Visie - Bronckhorst twee keer zo mooi (omgevingsvisiebronckhorst.nl)

Per strategische opgave werkten we dat uit naar strategische uitspraken, aandachtsgebieden en streefbeelden.

Voor dit programma staat het wensbeeld en de strategische uitspraken bij de strategische opgaven Landschappelijke kwaliteit en Slimme economie:

Streefbeelden laten zien hoe de strategische opgaven en uitspraken worden uitgewerkt, en hoe het eruit zou kunnen zien in de verschillende delen van de gemeente. Het meest relevante streefbeeld is het streefbeeld voor Landelijk Gebied. Maar ook de andere streefbeelden zijn van belang:

Voor de visie selecteerden we vier aandachtsgebieden: dorpsranden, beekdalen, Zutphen-Emmerikseweg zone en de Oude IJssel. In deze aandachtsgebieden komen meerdere, vaak complexe, opgaven bij elkaar en zijn meerdere partijen nodig om daaraan te werken. Als gemeente kunnen we de gewenste ontwikkeling aanjagen. Ook is in deze gebieden sprake van een urgentie: we zijn er al mee aan de slag of we moeten de opgave op korte termijn aanpakken. Alle benoemde aandachtsgebieden zijn relevant:

Gebieden met verschillende karakters

Uit bovenstaande streefbeelden en aandachtsgebieden leiden we af dat de opgaven en uitwerkingen verschillen per gebied. De ontstaansgeschiedenis van het landschap (geologie en geomorfologie) en het gebruik van het landschap door mensen (cultuurhistorie) is een belangrijke verklaring van de verschillen tussen gebieden. Informatie hierover is te vinden in het Landschapsontwikkelingsvisie (2009) en de Cultuurhistorische Gebiedsbeschrijving Bronckhorst (2013).

We onderscheiden daarom verschillende gebieden in de gemeente Bronckhorst, weergegeven in de onderstaande kaart. Deze indeling is bedoeld om inzicht te geven in de verschillende karakters van gebieden binnen onze gemeente. Deze gebiedsindeling gebruiken we als één van de onderleggers voor onderzoek en beleid. Het is een belangrijk handvat bij het zichtbaar en beleefbaar maken van cultuurhistorie en landschap, en het bepalen van geschikte maatregelen om het landschap, de biodiversiteit en de weerbaarheid tegen klimaatverandering te versterken.

Er is overigens geen directe relatie tussen de drie deelgebieden en de drie programmalijnen.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2 Deelgebieden in Bronckhorst: 1 Rivierengebied, 2 Landgoederenzone, 3 Dekzandlandschap met de onderliggende landschappelijke eenheden (roze begrenzing en benaming) en landschapstypen (gekleurde vlakken)

Prioriteiten op basis van de participatiebijeenkomsten

Op 19 april 2023 organiseerden we een participatieavond voor betrokken organisaties en werkgroepen. We begonnen met de toelichting op de doelen uit de omgevingsvisie, en een beeld van wat het college meekreeg uit de college-tour bij het opstellen van het collegeprogramma. Aan het einde van die bijeenkomst kregen we een beeld van de prioriteiten die de aanwezigen aan ons meegaven binnen de drie programmalijnen. We maakten daarvan een getekend verslag:

afbeelding binnen de regeling

Figuur 3 Het verslag van participatiebijeenkomst, de tekening geeft aan waaraan de gemeente, volgens de aanwezigen, prioriteit zou moeten geven

Samengevat was de oproep om prioriteit te geven aan:

  • Structureel onderhoudssubsidie gemeentelijke monumenten

  • Ontwikkelen van verdienmodellen voor erfgoed en cultuurhistorie

  • Aanpak van verdroging

  • In gesprek gaan, kennis ontwikkelen, kennisdelen

  • Versterken beleid, inrichting en beheer rond waterkwaliteit en biodiversiteit

  • Samenwerken met inwoners en partners (regie nemen en kennis inzetten)

  • Gebiedsgericht werken

  • Toezicht houden en handhaven op regels voor landschap, bomen, biodiversiteit

  • Cultuurhistorische waarden behouden (waaronder steile akkerranden en zandwegen)

  • Werken vanuit waarden en kwaliteiten, concrete doelen stellen

  • Stimuleren, niet beperken: ruimte bieden voor verduurzaming landbouw (bedrijfsvoering, groenblauwe dooradering, wateropgaven

De focus van de uitvoering in dit omgevingsprogramma

Bovenstaande wensbeelden, streefbeelden, aandachtsgebieden, strategische uitspraken én aanbevelingen uit de participatiebijeenkomst bundelden we in de programmalijnen. Zo brengen we focus aan. In de onderstaande punten laten we zien welke doelen we nastreven, en op welke manier de gemeente aan die doelen kan bijdragen binnen dit programma. Inhoudelijk ligt de focus op deze hoofddoelen, de basis voor de drie programmalijnen:

Versterking van de landschappelijke kwaliteit en vergroten van de biodiversiteit in het landschap en de kernen, door herstel en versterking van het openbaar groen in de kernen, dorpsranden en landelijk gebied, het behoud, beheren en uitbreiden van de groenblauwe dooradering en de versterking van cultuurhistorisch waardevolle landschapselementen en ensembles.

Ondersteuning en facilitering van agrarische (familie) bedrijven bij de verduurzaming en innovatie van de landbouw, het beëindigen van een bedrijf of functieverandering. Dat doen we onder andere via accountmanagement en ruimtelijk beleid. We hebben daarbij 3 aandachtspunten:

  • Aandacht voor de sociale en mentale aspecten bij veranderingen (de boer in nood);

  • Inzetten op kennis en samenwerking (Ver. Agrarisch Landschap Achterhoek, Agrarisch innovatiecentrum de Marke, Innovatiecoöperatie, Biomassa, VK-Oost, Wageningen University Research etc.);

  • Stimuleren van multifunctionele landbouw.

Instandhouding en ontwikkeling van erfgoed, monumenten en cultuurhistorische waarden door subsidies en cofinanciering van restauratie, onderhoud en projecten.

Samenhang tussen deze programmalijnen wordt gerealiseerd in het kernteam, en door de drie hoofddoelen in samenhang terug te laten komen bij de verschillende activiteiten.

Deze hoofddoelen bereiken we door de volgende (groepen van) activiteiten uit te voeren:

Samenwerking in gebiedsprocessen in het landelijk gebied waarbij een of meerdere van bovenstaande doelen en strategische opgaven uit de omgevingsvisie worden nagestreefd. Vaak zijn dit langdurige trajecten in grotere gebieden met meer partijen, en is de opgaven en uitvoering complex. Voor deze trajecten geldt dat de gemeente een rol heeft in de verbinding met lokale belanghebbenden, gebiedskennis, koppelkansen met lokale projecten, en lokale regelgeving, en praktische ondersteuning kan leveren in het bieden van bijvoorbeeld communicatiekanalen, tijdige vergunningverlening en overlegruimten. Aan deze gebiedsprocessen dragen we bij met personele inzet, (co)financiering van procesbegeleiding, het meewerken aan opstellen van gebiedsplannen, en door het beschikbaar stellen van bijvoorbeeld overlegruimtes en communicatiemiddelen.

Uitvoeren en ondersteunen van projecten die bijdragen aan de doelen. In het landelijk gebied voorzien we diverse projecten. Het initiatief voor die projecten nemen we zelf, of worden genomen door groepen inwoners, agrariërs en erfgoedeigenaars. Het gaat dan bijvoorbeeld om beplantingsprojecten in het landschap, biodiversiteitsprojecten, restauratieprojecten, zichtbaar en beleefbaar maken van cultuurhistorie en erfgoed en dergelijke. Projecten komen ook voort uit, of haken aan bij, de gebiedsprocessen zoals hierboven beschreven.

Actualiseren en ontwikkelen van beleid en regelgeving om te zorgen dat transities in het landelijk gebied bijdragen aan de kwaliteit van het landschap en ruimte bieden aan innovatie en verduurzaming van de landbouw. Bijvoorbeeld door het actualiseren van landschaps- en groenbeleid, het uitkristalliseren van mogelijke ontwikkelrichtingen voor de landbouw en het voorbereiden van onderdelen van het omgevingsplan. Voorstellen daarvoor leggen we voor aan het college en zo nodig ook aan de raad.

Aanpassingen in beheer en inrichting zorgen ervoor dat de openbare ruimte beter bijdraagt aan de doelen van dit omgevingsprogramma. Bijvoorbeeld door aanpassingen in het beheer van bomen, gazons en bermen en de renovatie van groenvakken kunnen we niet alleen de visuele kwaliteit van het openbaar groen verbeteren, maar ook de biodiversiteit ondersteunen en ons voorbereiden op klimaatverandering.

Werken aan kennisontwikkeling, versterking van netwerken en samenwerking. Zowel in de organisatie als naar inwoners, ondernemers en andere betrokkenen werken we aan het ontwikkelen van kennis, netwerken en samenwerking. Dat doen we bijvoorbeeld via adviesgesprekken met adviseurs, beleidsmedewerkers, projectleiders en initiatiefnemers, deelname aan kennissessies en bijeenkomsten, organiseren en ondersteunen van netwerkbijeenkomsten en informatievoorziening vanuit projecten.

Versterken van toezicht en handhaving. We werken daarbij binnen het actuele beleid en prioriteitstelling voor toezicht en handhaving. De omgevingsvisie geeft aanleidingen om deze uitgangspunten aan te scherpen. Vanuit de programmalijnen werken we aan het actualiseren van basisinformatie en regelgeving die de basis zijn voor bijstellen van de uitgangspunten en prioriteiten voor toezicht en handhaving en de uitvoeringsplannen. Een deel van de bevoegdheden en uitvoeringstaken liggen elders, zoals bij de Omgevingsdienst Achterhoek, provincie Gelderland en Waterschap Rijn en IJssel. Daarvoor is een goede afstemming nodig, zowel intern als extern.

3. Hier werken we aan

Dit hoofdstuk is de kern van het omgevingsprogramma. Hier geven we aan hoe we de komende jaren bijdragen aan de doelen/ambities/strategische opgaven van de omgevingsvisie.

Per programmalijn volgt een uitwerking van de doelen naar resultaten, indicatoren, rol van de gemeente, te betrekken stakeholders, financiering, planning en gerelateerde ontwikkelingen. Tussen de programmalijnen is samenhang omdat doelstellingen elkaar overlappen en in elkaars verlengde liggen. Daarom zullen verschillende projecten en activiteiten in samenhang worden uitgevoerd.

Elke programmalijn draagt bij aan onderdelen van de omgevingsvisie, voor elke programmalijn geven we met een vinkje (✓) aan welke onderdelen dat zijn:

  • Fraaie dorpsranden

  • Versterken van beleving

  • Transities met landschapskwaliteit

  • Vermindering uitstoot broeikasgassen

  • Schoon oppervlakte- en drinkwater

  • Hogere kwaliteit groen erfgoed

  • Toekomstbestendige landgoederen

  • Lokaal gewortelde landbouw

  • Bewustwording en kennisontwikkeling

  • Robuuste groen- en waterstructuren

  • Soortenrijkdom van planten en dieren

  • Omgaan met klimaatverandering

  • Veiligheid in het buitengebied

  • Voldoende oppervlakte- en drinkwater

  • Hogere kwaliteit rood erfgoed

  • Innovatieve en circulaire landbouw

  • Versterken van samenwerking

Toekomstbestendig landschap en biodiversiteit

Versterking van de landschappelijke kwaliteit en vergroten van de biodiversiteit in het landschap en de kernen. Dit willen we bereiken door herstel en versterking van het openbaar groen in de kernen en landelijk gebied, het behoud, beheren en uitbreiden van de groenblauwe dooradering en de versterking van cultuurhistorisch waardevolle landschapselementen en ensembles.

Het vinkje (✓) geeft aan, aan welk onderdeel van de omgevingsvisie deze programmalijn bijdraagt:

  • Fraaie dorpsranden

  • Versterken van beleving

  • Transities met landschapskwaliteit

  • Vermindering uitstoot broeikasgassen

  • Schoon oppervlakte- en drinkwater

  • Hogere kwaliteit groen erfgoed

  • Toekomstbestendige landgoederen

  • Lokaal gewortelde landbouw

  • Bewustwording en kennisontwikkeling

  • Robuuste groen- en waterstructuren

  • Soortenrijkdom van planten en dieren

  • Omgaan met klimaatverandering

  • Veiligheid in het buitengebied

  • Voldoende oppervlakte- en drinkwater

  • Hogere kwaliteit rood erfgoed

  • Innovatieve en circulaire landbouw

  • Versterken van samenwerking

Resultaten

  • -

    Gebiedsbeschrijving met kernkwaliteiten voor landschap, biodiversiteit, landbouw, cultuurhistorie en erfgoed

  • -

    Ontwikkelprincipes in woord- en (kaart)beeld voor strategische opgaven omgevingsvisie (uitwerking van de scenario’s uit de ruimtelijke puzzel)

  • -

    Deeluitwerkingen omgevingsplan (landschap en biodiversiteit)

  • -

    Resultaten ten behoeve van gebiedsprocessen:

    • Extern overleg en bijeenkomsten (w.o. uitvoeringparticipatieplannen)

    • Intern overleg voortgang gebiedsprocessen

    • Behandeling aanvragen voor omgevingsvergunningen uit gebiedsprocessen

    • Collegevoorstellen samenwerking, préverkenningen en intentieovereenkomsten en ontwikkelingsplannen

    • Ontwikkelingsplannen voor gebiedsprocessen en deelgebieden (w.o. uitvoeringsprogramma’s Landgoederenzone, ’t Klooster, landschapsvisie Grote Beek)

  • -

    Begeleiding werkgroepen dorp-en-rand en levend landschap

  • -

    Versterkt netwerk groene vrijwilligers, bijvoorbeeld met een biodiversiteitsdag, uitwisseling van kennis en ervaringen

  • -

    Financiële en praktische ondersteuning vrijwilligersprojecten

  • -

    Aanleg landschapsbeplanting en aanplant bomen (groenblauwe dooradering, boomprojecten landschapsregeling en opvolgers)

  • -

    Landschapsversterkingsproject met Streekfonds Achterhoek

  • -

    Financiële bijdrage en projectresultaten LEADER lokale actiegroep Achterhoek

  • -

    Beheerplannen en werkprotocollen openbaar groen

  • -

    Renovatie groenvakken

  • -

    Monitoringsplan, monitoringsresultaten, waaronder 0-meting biodiversiteit in de bermen

  • -

    Communicatiemiddelen ter ondersteuning van versterking landschap en biodiversiteit

  • -

    Inbrengen van kennis en informatie bij projecten cultuur, recreatie en toerisme ten behoeve van beleving van landschap en biodiversiteit, rust behouden ten behoeve van natuurwaarden, bijvoorbeeld bij ontwikkeling van recreatieve concepten en routes

  • -

    Interne en externe advisering bij ruimtelijke ontwikkelingen

  • -

    Plan van aanpak en pilot voor verbeterd toezicht en handhaving Landelijk Gebied, met name gericht op behoud en versterking landschap en biodiversiteit (voor landschap, groen en biodiversiteit zijn o.a. relevant: landschappelijke inpassingen, vereveningen, afhandeling meldingen en handhavingsverzoeken, afval en strijdigheid gebruik, overlast van dieren, illegale kap, herplantplicht)

Locatie/

gebied

Focus op:

  • -

    Gebieden met lage of middelmatige basiskwaliteit natuur en landschap

  • -

    Gebieden met actieve werkgroepen

  • -

    Gebieden met gebiedsprocessen (Landgoederenzone, ’t Klooster, RegioRotonde Steenderen e.o.)

  • -

    Dorpsranden

Indicatoren

Nader te bepalen in samenhang met monitoring omgevingsvisie:

  • -

    Resultaten van uitvoering

  • -

    Kwaliteit landschappen (bermen, Basiskwaliteit natuur en landschap, oppervlakte/ dichtheid landschapselementen)

  • -

    Beleving van het landschap

Rol gemeente

Regelgeving (omgevingsplan), handhaving, monitoring, opdrachtgever en (co-) financier

Stakeholders

Grondeigenaren, initiatiefnemers, ontwikkelaars, inwoners, adviseurs, lokale belangen- en vrijwilligersgroepen

Financiering

Structurele budgetten voor Landschap en Groenprojecten

Bijdrage LEADER Achterhoek

SOK Streekfonds

subsidies/cofinanciering provincie/rijk, regiodeal, 1e tranche versnellingsgelden transitiefonds, e.a.

Bestemmingsreserve Bovenwijkse Voorzieningen (te verkennen)

Planning

2024-2027

Gerelateerde ontwikkelingen

Vitaal Landelijk Gebied Gelderland: aansluiten bij beleid en instrumentarium van provincie, rijk, Europa

Aanpak Droogte Achterhoek (klimaatadaptatie landelijk gebied)

Regioarrangementen/Ruimtelijk Voorstel Achterhoek

Locaties voor Wonen en Werken in het Landelijk gebied

Energietransitie

Landschapselementenregister, boomkronenbestand (Datalab GO)

Inventarisatie tbv Atlas Flora Oost-Gelderland (nnb)

Streekgidsen Achterhoek en IJsselvallei (Prov Gld)

Kennisdocument Basiskwaliteit natuur (LNV)

Toekomstbestendige landbouw in een levend landschap

Ondersteuning en facilitering van agrarische (familie)bedrijven bij de verduurzaming en innovatie van de landbouw, het beëindigen van een bedrijf of functieverandering. Dat doen we onder andere via accountmanagement en ruimtelijk beleid. We hebben daarbij 3 aandachtspunten:

  • Aandacht voor de sociale en mentale aspecten bij veranderingen voor de agrariërs

  • Inzetten op kennis en samenwerking (Ver. Agrarisch Landschap Achterhoek, Agrarisch innovatiecentrum de Marke, Innovatiecoöperatie, Biomassa, VK-Oost, Wageningen University and Research etc.)

  • Stimuleren van multifunctionele landbouw

Het vinkje (✓) geeft aan, aan welk onderdeel van de omgevingsvisie deze programmalijn bijdraagt:

  • Fraaie dorpsranden

  • Robuuste groen- en waterstructuren

  • Soortenrijkdom van planten en dieren

  • Omgaan met klimaatverandering

  • Veiligheid in het buitengebied

  • Voldoende oppervlakte- en drinkwater

  • Hogere kwaliteit rood erfgoed

  • Innovatieve en circulaire landbouw

  • Versterken samenwerking

  • Versterken van beleving

  • Transities met landschapskwaliteit

  • Vermindering uitstoot broeikasgassen

  • Schoon oppervlakte- en drinkwater

  • Hogere kwaliteit groen erfgoed

  • Toekomstbestendige landgoederen

  • Lokaal gewortelde landbouw

  • Bewustwording en kennisontwikkeling

Resultaten

  • Toekomstbeeld agrarische sector in Bronckhorst met mogelijke en gewenste ontwikkelrichtingen (w.o. multifunctionele landbouw, kringlooplandbouw, lokale gewortelde familiebedrijven), ontwikkelpunten voor beleid (w.o. doorwerking in omgevingsplan, uitvoeringsplannen, toezicht en handhaving, ontsluiting van kennis en informatie, etc.)

  • Deeluitwerkingen omgevingsplan (landbouw)

  • Resultaten ten behoeve van gebiedsprocessen (zie programmalijn Landschap en biodiversiteit)

  • Interne advisering over landbouw (ruimtelijk beleid, sociaal domein, ruimtelijke ordening, vergunningverlening, beheer, toezicht en handhaving)

  • Inbreng aan provinciaal en regionaal beleid Ruimtelijke Ontwikkeling en Landelijk gebied

  • Contactmomenten met (vertegenwoordigers van) agrarische sector (individuele gesprekken, bedrijfsbezoeken, periodiek overleg met belangenorganisaties) voor versterken van samenwerking en kennisuitwisseling.

  • Erfcoaching, met aandacht voor transities op het erf, in het bedrijf, en sociale en mentale aspecten.

  • Inbrengen van kennis en informatie bij projecten recreatie en toerisme ten behoeve van beleving

  • Monitoringsplan, monitoringsresultaten

locatie/gebied

Focus op:

  • Agrarische gebieden gemeente breed,

  • Gebieden met gebiedsprocessen (Landgoederenzone, ’t Klooster, Steenderen e.o.)

Indicatoren

Nader te bepalen in samenhang met monitoring omgevingsvisie

  • Resultaten van uitvoering

  • Toekomstbestendigheid van de agrarische sector (kenmerken van bedrijven, aantal en omvang, leeftijd, opvolging, ontwikkelfase naar toekomstbestendige landbouw)

  • Verloop in bedrijven (vrijgekomen agrarische bebouwing, functieveranderingen, gestaakte bedrijfsvoeringen)

  • Veranderingen in grondgebruik (teelten, aanpassing op klimaat/water/bodem, toename landschapselementen)

Rol gemeente

  • Verbinder tussen lokale belangen en gemeentelijk, regionaal en provinciaal beleid

  • Regelgeving (vergunningen, omgevingsplan)

  • In gesprek met de sector om stappen te bepalen

Stakeholders

  • Agrariërs, belangenorganisaties, gebiedspartners, , lokale belangen- en vrijwilligersgroepen

Financiering

  • Budget omgevingsprogramma Landelijk Gebied (Nieuw beleid programmaegroting 2025)

  • subsidies/cofinanciering provincie/rijk (w.o. compensatiegelden voor opstellen VLGG, versnellingsgelden 1e tranche transitiefonds, experimenteerregio Achterhoek, regiodeal, Bijdrage LEADER Achterhoek

  • Bestemmingsreserve Bovenwijkse Voorzieningen (te verkennen)

Planning

2024 - 2027

Gerelateerde ontwikkelingen

Vitaal Landelijk Gebied Gelderland: aansluiten bij beleid en instrumentarium van provincie, rijk, Europa

Aanpak Droogte Achterhoek (klimaatadaptatie landelijk gebied)

Regioarrangementen/Ruimtelijk Perspectief Achterhoek

Locaties voor Wonen en Werken in het Landelijk gebied (VAB’s, verbreding agrarische bedrijven)

Energietransitie, Regiorotonde

Biobased bouwen, streekproducten, lokale voedselketen

Innovaties en samenwerkingsverbanden (proefboerderij de Marke, Markemodel, Regiodeal, Leader etc.)

Toekomstbestendig groen en rood erfgoed in een levend landschap

Instandhouding en ontwikkeling van erfgoed, monumenten en cultuurhistorische waarden door subsidies en cofinanciering van restauratie, onderhoud en projecten.

Het vinkje (✓) geeft aan, aan welk onderdeel van de omgevingsvisie deze programmalijn bijdraag:

  • Fraaie dorpsranden

  • Versterken van beleving

  • Transities met landschapskwaliteit

  • Vermindering uitstoot broeikasgassen

  • Schoon oppervlakte- en drinkwater

  • Hogere kwaliteit groen erfgoed

  • Toekomstbestendige landgoederen

  • Lokaal gewortelde landbouw

  • Bewustwording en kennisontwikkeling

  • Robuuste groen- en waterstructuren

  • Soortenrijkdom van planten en dieren

  • Omgaan met klimaatverandering

  • Veiligheid in het buitengebied

  • Voldoende oppervlakte- en drinkwater

  • Hogere kwaliteit rood erfgoed

  • Innovatieve en circulaire landbouw

  • Versterken van samenwerking

Resultaten

  • Actuele waardenkaart voor cultuurhistorie, groen en rood erfgoed en landschap

  • Herstel- en beschermingsplan voor aangetast en bedreigd groen erfgoed en zandwegen

  • Deeluitwerkingen omgevingsplan (groen en rood erfgoed en cultuurhistorie)

  • Resultaten ten behoeve van gebiedsprocessen (zie programmalijn landschap en biodiversiteit)

  • Inbrengen van kennis en informatie bij projecten recreatie en toerisme ten behoeve van beleving van cultuurhistorie en erfgoed (bijvoorbeeld bij ontwikkeling van recreatieve concepten en routes)

  • Financiële ondersteuning (subsidie) van onderhoud en verduurzaming gemeentelijke monumenten en maalvaardige molens, toezicht op uitvoering

  • Contact en samenwerking met netwerk en organisaties voor cultuurhistorie en erfgoed (waaronder: Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, Planoverleg Cultuurhistorie, Regionaal Vakberaad erfgoed, Bronckhorster Kroonjuwelen Beraad (BKB), Stichting Open Monumentendag Bronckhorst, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) etc.)

  • Ondersteuning initiatiefnemers en eigenaars (met netwerk, kennis en advies, bij planvorming, aanvragen van subsidie en vergunningen,)

  • Interne advisering over cultuurhistorie en erfgoed (ruimtelijk beleid, sociaal domein, ruimtelijke ordening, vergunningverlening, beheer, toezicht en handhaving)

  • Monitoringsplan, Monitoringsresultaten

locatie/gebied

  • Focus op:

  • Gebieden met gebiedsprocessen (Landgoederenzone, ’t Klooster, Steenderen e.o.)

  • Locaties met groen en/of rood erfgoed

  • Gebieden die in de structuurvisie cultuurhistorie Bronckhorst als cultuurhistorische kans – en topgebieden aangemerkt zijn

Indicatoren

  • Nader te bepalen in samenhang met monitoring omgevingsvisie

  • Resultaten van uitvoering

  • Toekomstbestendigheid van het erfgoed

  • Huidige kwaliteit van het erfgoed

  • Beleving van het erfgoed

Rol gemeente

  • Verbinder tussen lokale belangen en gemeentelijk, regionaal en provinciaal beleid

  • Regelgeving (vergunningen, omgevingsplan)

  • (co)financier: subsidieverstrekker

  • Adviseur, begeleiding van initiatieven., kennisdeler inspireren

Stakeholders

Bewoners, buitenplaats- en monumenteneigenaren, historische verenigingen, , lokale belangen- en vrijwilligersgroepen, gebieds- en kennispartners (Gelders Genootschap, toeristische sector), overheden (RCE, Provincie).

Financiering

Structurele budgetten erfgoed en cultuurhistorie

Cultuur, Beleving en recreatie via provincie (recreatief routenetwerk) regio (Vrijetijdsagenda Achterhoek, cultuur en erfgoedpact), Leader Achterhoek

subsidies/cofinanciering/regelingen provincie/rijk

Actuele subsidies provincie en rijk benutten of bekend maken

Bestemmingsreserve Bovenwijkse Voorzieningen (te verkennen)

Planning

2024 - 2027

Gerelateerde ontwikkelingen

Vitaal Landelijk Gebied Gelderland: aansluiten bij beleid en instrumentarium van provincie, rijk, Europa

LEADER

Aanpak Droogte Achterhoek (klimaatadaptatie landelijk gebied)

Regioarrangementen/Ruimtelijk Voorstel Achterhoek

Locaties voor Wonen en Werken in het Landelijk gebied (VAB’s, verbreding agrarische bedrijven)

Energietransitie, verduurzaming van monumenten

Cultuur en erfgoed pact (nieuwe periode 2025-2028)

Vrijetijdsagenda Achterhoek

4. Zo volgen we de resultaten en effecten

In dit hoofdstuk gaan we in op de planning en fasering binnen de looptijd van het programma. We geven aan hoe we de resultaten en effecten van het programma monitoren, wanneer we evalueren. Deze activiteiten zijn enerzijds bedoeld om het werk binnen het programma te kunnen (bij)sturen, en anderzijds bedoeld om bij te dragen aan de P&C-cyclus (cyclus voor Planning en Control) zodat de inzichten en voortgang gedeeld kunnen worden met de rest van de organisatie, college en raad.

Planning en fasering

De uitvoering van het omgevingsprogramma kent de volgende fasen:

Tabel 1 Planning en fasering op hoofdlijnen

afbeelding binnen de regeling

Evaluaties en bijstellen van het omgevingsprogramma

We verwachten dat in de looptijd van dit programma besluiten worden genomen door de verschillende overheden met betrekking tot de kaders voor de transitie in het landelijk gebied. Vooral de keuzes over de inhoudelijke, juridische en financiële kaders en de rolverdeling in de uitvoering zullen bepalend zijn voor de haalbaarheid van doelen en resultaten. We kiezen ervoor om eind 2025 dit omgevingsprogramma tussentijds te evalueren en zo nodig bij te sturen. Als belangrijke wijzigingen nodig zijn dan zal het bijgestelde plan ter besluitvorming aan het college worden voorgelegd.

Monitoring van resultaten en effecten

Voor een vrijwillig (onverplicht) omgevingsprogramma is monitoring niet verplicht. (Programma's met een programmatische aanpak | Informatiepunt Leefomgeving (iplo.nl))

De gemeente Bronckhorst monitort de uitvoering van de coalitieakkoorden en de begrotingsprogramma’s. Daarnaast werken we aan een monitoringsplan voor de omgevingsvisie. We kiezen ervoor om aan te sluiten bij dit monitoringsplan, en daarmee de uitvoering van dit omgevingsprogramma te monitoren.

Monitoring van resultaten in de P&C cyclus

We brengen de resultaten in beeld via de P&C cyclus. We kunnen daarmee intern en extern, collega’s, gemeenteraad, inwoners en ondernemers te informeren over doelen, de voortgang en de resultaten van het omgevingsprogramma. Ook kunnen we op basis van de monitoring de uitvoering bijsturen als dat nodig is.

Onder resultaten verstaan we de financiële resultaten en de inhoudelijke resultaten zoals vastgesteld beleid, gerealiseerde landschapselementen etc.). Daarmee maken we inzichtelijk wat het doelbereik is van het programma.

Deze onderwerpen komen gedurende de looptijd van het programma altijd voor in de P&C cyclus:

  • -

    We voeren het omgevingsprogramma landelijk gebied uit

  • -

    We werken aan het versterken van het landschap en de biodiversiteit

  • -

    We werken aan toekomstbestendig erfgoed in een levend landschap

  • -

    We werken aan een toekomstbestendige landbouw in een levend landschap.

Bij deze onderwerpen beschrijven we:

  • -

    In de perspectiefnota: aan welke doelen (effecten en resultaten) we de komende jaren werken

  • -

    In de begroting: welke resultaten we in het begrotingsjaar verwachten te bereiken

  • -

    In de tussenrapportages: de voortgang bij het bereiken van de resultaten

  • -

    In de jaarstukken: welke resultaten (effecten) we in het voorgaande jaar bereikt hebben

  • -

    In het risicomanagement: welke risico’s we verwachten

Monitoring van de kwaliteit van het landelijk gebied

Naast de resultaten, is het interessant om te weten welke effecten er zijn op de kwaliteit van het landelijk gebied als geheel.

In de omgevingsvisie staat voor een aantal indicatoren beschreven wat de 0-situatie was in 2021. In 2026 bepalen we of, en zo ja op welke wijze we in 2027 in beeld kunnen brengen wat dan de kwaliteit is van het landelijk gebied. Mocht in de tussentijd aan de orde zijn dat de omgevingsvisie wordt herijkt, dan sluiten we daarbij aan.

Twee kanttekeningen bij het meten van de effecten;

  • 5.

    effecten en ontwikkelingen in het landschap en het landelijk gebied zijn vaak pas na vele jaren op grotere schaal zichtbaar. De gebruikte methode is niet altijd geschikt om op relatief korte termijn (korter dan 10 jaar) effecten te laten zien.

  • 6.

    Gemeten effecten zijn vaak niet het (directe) gevolg van onze inspanningen vanuit het programma. We zijn zeker niet de enige partij zijn die invloed hebben op de kwaliteit van het landelijk gebied.

Indicatoren voor monitoring

Voor een goede monitoring maken we gebruik van indicatoren. Met een goede indicator kun je in beeld brengen of een presentatie naar wens wordt uitgevoerd, of kun je meten wat je prestatie is ten opzichte van een bepaald doel. De indicatoren bepalen we in samenhang met de monitoring van de andere omgevingsprogramma’s en de omgevingsvisie als geheel.

Dit betekent dat we niet altijd dezelfde indicatoren gebruiken als in de nulmeting waar de omgevingsvisie op gebaseerd is. Waar relevant doen we dat zoveel mogelijk wel.

De raadswerkgroep omgevingswet deed een aanzet voor indicatoren, die aanzet wordt in 2024 met inhoudelijk experts verder uitgewerkt. Dat betekent dat we voor dit omgevingsprogramma nog geen definitieve indicatoren kunnen bepalen. Het onderstaande overzicht geeft weer aan welke indicatoren we denken bij dit omgevingsprogramma.

resultatenmonitor

effectenmonitor

indicator (NTb)

Landschap en biodiversiteit

 
 

Resultaten van activiteiten en projecten

Resultaten van 4 jaar uitvoering

Kwaliteit landschappen (bermen, Basiskwaliteit natuur en landschap, oppervlakte/ dichtheid landschapselementen)

Beleving van het landschap

Groene plekken binnen bebouwde kom (oude structuren, dorpskarakter, klimaatadaptatie, biodiversiteit, ontmoeting)

Basiskwaliteit minimaal voldoende overal in 2035

Waarneming bijzondere soorten, basiskwaliteit natuur, basiskwaliteit landschap

Gezondheid bossen en verbondenheid natuurgebieden

Erfgoed en cultuurhistorie

 
 

Resultaten van activiteiten en projecten

Resultaten van 4 jaar uitvoering

Toekomstbestendigheid van het erfgoed

Huidige kwaliteit van het erfgoed

Beleving van het erfgoed

Onderhoudsstaat monumenten, en restauratie (aantal monumenten

Landbouw

 
 

Resultaten van activiteiten en projecten

Resultaten van 4 jaar uitvoering

Toekomstbestendigheid van de agrarische sector (kenmerken van bedrijven, aantal en omvang, leeftijd, opvolging, ontwikkelfase naar toekomstbestendige landbouw)

Verloop in bedrijven (vrijgekomen agrarische bebouwing, functieveranderingen, gestaakte bedrijfsvoeringen, stoppende bedrijven)

Veranderingen in grondgebruik (teelten, aanpassing op klimaat/water/bodem, toename landschapselementen)

Percentage natuurinclusieve landbouw (deelname aan landschapsbeheer), kringlooplandbouw, grondgebondenheid

Databronnen voor de monitoring

Voor een goede monitoring is goede data nodig waaruit de juiste conclusies getrokken (kunnen) worden. Voor de resultatenmonitor maken we gebruik van de interne managementinformatie over bestede budgetten en uitvoering.

Daarnaast maken we gebruik van relevante, geschikte data en instrumenten die beschikbaar zijn op nationaal, provinciaal en regionaal niveau. Enkele voorbeelden we mogelijk in kunnen zetten zijn (nationaal) Atlas Leefomgeving, Nationale Flora en Fauna Database, Centraal Bureau voor de Statistiek, Planbureau voor de Leefomgeving, (provinciaal) Kaarten en Cijfers Gelderland, dashboard natuur inclusieve landbouw, Living Planet Index Gelderland, en (regionaal) Achterhoek Monitor en de informatieproducten van DataLab Go.

We maken gebruik van de expertise van het DataTeam Bronckhorst en DataLab GO. Voor een goede vertaling, interpretatie en aanvulling van de data is in sommige gevallen externe deskundigheid nodig.

7. Hiermee voeren we het uit

In dit hoofdstuk laten we zien welke mensen en middelen we inzetten om de doelen binnen dit omgevingsprogramma te bereiken. We gaan in op de rollen die de gemeente heeft, hoe de programmaorganisatie er uitziet en welke kosten en budgetten we inzetten.

De rollen van de gemeente

Bij het werken aan doelen, effecten, resultaten kunnen we verschillende rollen aannemen. Dat hangt af van de opgave, de aanpak en de afspraken die we in samenwerkingsverbanden maken. Naast de rollen die voortkomen uit de wettelijke taken (zoals zorgplichten en regelgeving) zien we voor onszelf volgende rollen:

Verbinder

  • We overzien het speelveld, we brengen mensen bij elkaar.

  • We werken samen in de regio Achterhoek

  • We werken samen in gebieden

  • We werken integraal

Aanjager

  • We moedigen vernieuwing aan

  • We voeren pilots uit, of nemen daaraan deel

Kennisdeler

  • We zijn nieuwsgierig naar innovaties en nieuwe initiatieven.

  • We verzamelen kennis en inzichten, en gaan op onderzoek uit

  • We delen opgedane kennis met onze partners en inwoners

  • We signaleren kansen, knelpunten en ontwikkelingen

  • We helpen anderen met het delen van kennis

Adviseur

  • We adviseren partijen en inwoners

Regelgever en Controleur

  • We begeleiden initiatiefnemers bij het doorlopen van de procedures

  • We houden toezicht en handhaven

  • We doen aan kwaliteitsbewaking

  • We monitoren onze interne processen

Grondeigenaar, uitvoerder

  • Met de uitvoering van de inrichting en het beheer van onze eigendommen dragen we bij aan het verhogen van landschappelijke kwaliteit

Samenwerkingspartner

  • We praten, denken en doen mee bij gebiedsprocessen

Programmaorganisatie

De interne organisatie voor de uitvoering van dit programma is opgebouwd rond een kernteam. Het kernteam bestaat uit de programmamanager die als opdrachtnemer voor het hele programma optreedt. De programmamanager borgt de samenhang en voortgang en treedt als (ambtelijk) opdrachtgever op voor de activiteiten binnen het omgevingsprogramma. Elke programmalijn heeft een trekker met inhoudelijke deskundigheid die verantwoordelijk is voor de verdere invulling en uitwerking van de verschillende activiteiten. Daarnaast zijn er in de organisatie en daarbuiten verschillende disciplines en (werk)groepen actief die een rol hebben in de uitvoering van het omgevingsprogramma. In het onderstaande schema is de organisatie uitgewerkt:

afbeelding binnen de regeling

Externe omgeving: de gebiedspartners, inwoners en ondernemers

In het landelijk gebied werken we met diverse partijen samen. Deze partijen hebben uiteenlopende doelen, belangen en invloed. De samenstelling, rol en betrokkenheid is afhankelijk van de opgave en het moment in het project of proces.

Belangrijke partners bij gebiedsprocessen kunnen zijn:

  • -

    Provincie Gelderland

  • -

    Waterschap Rijn en IJssel

  • -

    Rijkswaterstaat (bij projecten langs de IJssel)

  • -

    Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

  • -

    Vitens

  • -

    Terreinbeherende organisaties zoals Staatsbosbeheer Natuurmonumenten, en landgoedeigenaren.

  • -

    Erfgoed- en monumenteneigenaars

  • -

    Kennisgroepen (VALA, de Marke, VK-Oost, Innovatiecoöperatie

  • -

    Belangengroepen voor diverse thema’s:

    • Agrarische belangenbehartigers zoals LTO, NMV en Cummula

    • Belangenbehartigers van natuur- en landschap als werkgroepen dorp-en-rand en levend landschap, bijen- en vlinderstichting

    • Erfgoedgroepen zoals heemkundige en lokale historische verenigingen, Bronckhorster Kroonjuwelen Beraad, Gelders Genootschap, Stichting Open Monumentendag Bronckhorst

  • -

    Individuele inwoners, agrariërs en ondernemers

  • -

    Kavelruilcommissies

De manier waarop we samenwerken, en waarop we de communicatie en participatie vormgeven werken we uit per activiteit of project.

Communicatie

Het Omgevingsprogramma Landelijk Gebied is niet de aanleiding of het onderwerp van communicatie, maar wel de paraplu voor de communicatie. We communiceren vanuit de verschillende activiteiten, die zijn aanleiding of onderwerp van de communicatie. Belangrijk is dat we bij de communicatie een centrale boodschap en/of motto hanteren (de omgevingsvisie heeft als motto: Bronckhorst 2x zo mooi in 2035). De communicatie sluit aan bij de wijze van samenwerking met en de invulling van de gewenste participatie van verschillende partners en doelgroepen.

Doelgroep

De doelgroep is heel divers en hangt af van de activiteit. Het kan bijvoorbeeld gaan om: inwoners van de hele gemeente of delen daarvan, agrariërs, grondeigenaren, landgoedeigenaren, erfgoedeigenaren, werkgroepen en jongeren.

Doel

De communicatie moet bijdragen aan de doelen uit de omgevingsvisie en het effect van de activiteiten vergroten. Per activiteit bepalen we het doel en de aanpak van de communicatie.

Gezien de aard van de activiteiten kan het gaan om:

  • -

    Goed gedrag ondersteunen en stimuleren (informeren, bewustwording, inspireren)

  • -

    Informatie ontsluiten, kennis ontwikkelen (informeren, bewustwording, inspireren)

  • -

    Goede voorbeelden te laten zien (inspireren en informeren)

  • -

    Complimenten geven (gewenst gedrag waarderen en belonen)

  • -

    Handelingsperspectief te bieden (stimuleren tot actie over te gaan)

  • -

    Resultaten delen (laten zien wat we doen, verantwoording af te leggen)

  • -

    Mensen bij elkaar brengen (informatie vergaren en ontsluiten, netwerk versterken, inspireren, handelingsperspectief bieden, aanpak bepalen, uitvoering ondersteunen inzet waarderen, etc.)

Organisatie

De communicatie vindt plaats vanuit de activiteiten. In het plan van aanpak of het projectplan wordt de wijze van communicatie uitgewerkt. De projectleider pakt dit op in overleg met de communicatieadviseur.

Een activiteit kan tot doel hebben om een zelfstandig communicatieproduct te maken, bijvoorbeeld het doen van onderzoek en het vastleggen van de onderzoeksresultaten in boekvorm. In dat geval is een communicatieadviseur lid van het projectteam.

Financiering: raming en dekking van de kosten

Voor de programmalijnen zien we op hoofdlijnen kostenposten voor projecten, subsidies en beleidsvorming, advies- en proceskosten. De raming van de kosten is gemaakt binnen de kaders van de bestaande programmabegroting 2025-2028. De te maken kosten zijn mede afhankelijk van de vaart die bij de provincie en het rijk wordt gemaakt bij het ondersteunen van gebiedsprocessen en generieke maatregelen in het landelijk gebied (waaronder groenblauwe dooradering, natuurherstel, watersysteemherstel en verduurzaming van de landbouw).

De dekking van deze kosten komt vooralsnog voornamelijk uit de reguliere budgetten (landschap, erfgoed, economie). We verkennen in hoeverre we activiteiten die verbandhouden met de implementatie van de omgevingswet (waaronder vertalingen naar het omgevingsplan) kunnen onderbrengen bij de daarvoor bestemde budgetten, deze budgetten zijn niet opgenomen in onderstaande raming. De beschikbare budgetten zijn jaarlijks niet even groot. We maken daarom een jaarwerkplan dat passend is binnen de dekking van dat jaar, daarmee faseren we het werk en de kosten.

Bij landschap en erfgoed zetten we een deel van deze budgetten in als cofinanciering waarmee aanvullende subsidie van bijvoorbeeld de Provincie Gelderland mogelijk wordt. Dat zien we als volgt:

Programmalijn

(bedragen in Euro’s)

2024

2025

2026

2027

Totaal

Landschap en biodiversiteit

  • uitvoeringsprojecten

  • subsidie

  • beleidsvorming

  • advieskosten

Dekking uit budgetten: landschap, bijdragen derden, grondzaken sok st. Streekfonds, openbaar groen kantoor

712.000

500.000

500.000

300.000

2.012.000

Erfgoed en cultuurhistorie

  • Subsidie

  • Beleidsvorming

  • Advieskosten

Dekking uit budgetten: cultureel erfgoed projecten en subsidies, bijdragen derden

102.000

62.000

62.000

62.000

288.000

Landbouw, plattelandsontwikkeling

  • Beleidsvorming en advieskosten

  • Projecten en subsidies (waaronder Leader)

Dekking uit budgetten: economie erfcoaching, gemeentelijke bijdrage Leader, bijdragen derden

185.000

70.000

70.000

70.000

395.000

Programma (integrale projecten en programmakosten)

  • Ondersteuning gebiedsprocessen

  • Versterking kennis en netwerk agr. sector

  • Integrale beleidsontwikkeling

  • Algemene en onvoorziene kosten

Dekking

Programmabudget (

0

200.000

200.000

0

400.000

Totaal

999.000

832.000

832.000

432.000

 

Toelichting op de afname van budgetten

In het overzicht staan alleen beschikbare budgetten, er staan geen budgetten in waarover nog geen besluiten zijn genomen.

Voor landschap geldt dat het budget is opgebouwd uit

  • structurele middelen voor landschap en groen,

  • eenmalig budget gekoppeld aan de Samenwerkingsovereenkomst met Streekfonds Achterhoek, alleen opgenomen in 2024

  • projectmatige budgetten: tot en met 2026 wordt gewerkt aan de renovatie van groenvakken

  • In 2027 zijn door het aflopen van de eenmalige budgetten en projecten alleen nog de structurele middelen beschikbaar.

Voor cultuurhistorie en erfgoed geldt dat het budget is opgebouwd uit:

  • Structurele middelen voor projecten

  • Structurele middelen voor subsidieregeling monumenten

  • In 2024 toegezegde cofinanciering van de provincie Gelderland bij de subsidieregeling monumenten. Deze bijdrage is inmiddels voor 2025 ook toegekend, voor de jaren daarna nog niet definitief vastgesteld.

Voor landbouw en plattelandsontwikkeling geldt dat het budget is opgebouwd uit:

  • Structurele middelen voor gemeentelijke bijdagen aan Leaderprojecten, dit budget wordt met ingang van 2025 structureel verlaagd

  • Structurele middelen voor erfcoaching vanuit budget voor economsiche ontwikkeling

  • In 2024 een eenmalige uitkering vanuit het ministerie van LNV voor de inzet bij de ontwikkeling van het NPLG en VLGG.

Voor het programma geldt dat er voor de jaren 2025 en 2026 incidenteel budget is vrijgemaakt voor de uitvoering van dit omgevingsprogramma in de programmabegroting 2025-2028

Voor het omgevingsprogramma landelijk gebied komt in 2025 en 2026 in beide jaren € 200.000 beschikbaar.

Daarnaast verlagen we het budget met ingang van 2025 voor Leader met jaarlijks € 35.000. de reductie van uitgaven (verlaging van de budgetten) is structureel, en de toekenning van het budget voor het omgevingsprogramma incidenteel is.

De beschikbaar gestelde 2x € 200.000 wordt in 2025 en 2026 als volgt verdeeld conform de inzet die in de perspectiefnota wordt genoemd:

  • -

    versterking van contact en samenwerking met de agrarische sector

  • -

    ontwikkelen van toekomstbeelden landelijk gebied en de agrarische sector;

  • -

    inhoudelijk, financieel en praktisch ondersteunen van gebiedsprocessen;

  • -

    organiseren van integraal werken en participatie van inwoners en agrariërs bij gebiedsopgaven;

  • -

    integreren en actualiseren van beleid bij de programmaonderdelen;

  • -

    voorbereiden onderdelen omgevingsplan (waaronder afmaken kwaliteitskaarten met cultuurlandschappen en erfgoed);

  • -

    actualiseren beleid (waaronder integratie groen erfgoed, cultuurlandschappen, biodiversiteit en klimaatverandering);

  • -

    voorbereiden van onderdelen van het omgevingsplan voor erfgoed, landschap en landbouw;

  • -

    monitoren van resultaten en effecten van dit programma.

Mogelijkheden voor aanvullende dekking

Naast de reguliere budgetten op onze eigen begroting, verwachten we dat er mogelijkheden ontstaan voor het aantrekken van aanvullende budgetten uit verschillende bronnen. De omvang en planning van die budgetten zijn op dit moment niet bekend, en kunnen nog niet in beeld worden gebracht.

Hieronder geven we een overzicht van mogelijkheden die we in ieder geval gaan verkennen. Daarnaast zijn, of ontstaan, er wellicht mogelijkheden die we nu nog niet in beeld hebben. Mocht het lukken om bronnen aan te boren dan kunnen we het doelbereik van dit omgevingsprogramma uitbreiden. Via de monitoring (hoofdstuk 4) brengen we de voortgang hierover in beeld. Zo nodig neemt het college en/of de raad besluiten. Een raadsbesluit is in ieder geval nodig als we aanspraak willen maken op de bestemmingsreserve Bovenwijkse voorzieningen

te verkennen Aanvullende bronnen

Doel

Opmerking

Bestemmingsreserve Bovenwijkse voorzieningen(

  • Versterking kwaliteit van de leefomgeving, Nota Kostenverhaal Bovenwijkse voorzieningen

  • Raadsvoorstel nodig

Overheidsregelingen (Europa, Rijk en Provincie)

  • Natuur, water, klimaat, bodem, landbouw

  • Cultuurhistorie en erfgoed

  • Recreatie en toerisme (beleving)

  • Verkennen huidige regelingen waaronder die opgenomen zijn de instrumentenkoffer NPLG

  • Idem voor cultuurhistorie en erfgoed

Regiodeal Achterhoek

  • Plattelandsontwikkeling

  • Verkennen mogelijkheden

Experimenteerregio Achterhoek

  • Onderzoeksgelden

  • Verkennen mogelijkheden

Stichting Streekfonds Achterhoek

  • Landschap en cultuurhistorie, plattelandsontwikkeling

  • Op basis van cofinanciering met diverse partijen (maatschappelijke organisaties, bedrijven, fondsen, etc.)

Ondertekening