Verordening lijkbezorgingsrechten 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening lijkbezorgingsrechten 2025

De raad van de gemeente Sluis

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2024;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

gezien het advies van de commissie Samenleving/Middelen van 10 december 2024;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2025

(Verordening lijkbezorgingsrechten 2025)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaatsen gelegen in de kernen Aardenburg, Breskens, Cadzand, Groede, Hoofdplaat, Nieuwvliet, Oostburg, Retranchement, Schoondijke, Sluis, IJzendijke, Waterlandkerkje en Zuidzande; en de begraafplaats in Sint Anna ter Muiden;

  • b.

    graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • het doen verstrooien van as;

  • c.

    kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • het doen begraven en begraven houden van overleden kinderen beneden het twaalfde levensjaar;

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen van overleden kinderen beneden het twaalfde levensjaar;

  • d.

    urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • het doen verstrooien van as;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;

  • f.

    algemene urnenruimte: een ruimte (horizontaal of verticaal) bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • g.

    keldergraf: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • h.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • i.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as van een overledene kan worden verstrooid;

  • j.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, urnengraf, particuliere gedenkplaats of algemene verstrooiingsplaats.

  • k.

    Herdenkingsplaatje: gegraveerd messing plaatje wat geplaatst wordt op een herdenkingszuil na het ruimen van een graf en/of verstrooiing van as op de begraafplaats

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld van de rechten

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Overgangsrecht

De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2024’, vastgesteld op 14 december 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2025’.

Ondertekening

Sluis, 19 december 2024

DE RAAD VOORNOEMD,

De griffier, De voorzitter,

Mr. P.T.G. Claeijs Mr. M.M.D. Vermue

Bijlage 1. Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2025

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

2025

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven:

 

 

1.1.1

voor een periode van 10 jaar voor een graf

1.031,50

1.1.2

voor een periode van 20 jaar voor een graf

2.063,15

1.1.3

voor een periode van 30 jaar voor een graf

3.094,65

1.1.4

voor een periode van 30 jaar voor een kindergraf

2.063,15

1.2.1

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 5 jaar wordt geheven

515,80

1.2.2

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 10 jaar wordt geheven

1.031,50

1.2.3

Bij voldoening van de heffing als bedoeld onder 1.2.1 en 1.2.2 per jaar is een jaarlijkse opslag van 15% van het factuurbedrag verschuldigd voor administratiekosten.

 

 

1.3

Voor het verlenen van het gebruiksrecht op een algemene urnennis wordt geheven:

 

 

1.3.1

Voor een periode van 10 jaar voor een algemene urnennis

458,15

1.3.2

Voor een periode van 20 jaar voor een algemene urnennis

916,35

1.3.3

Voor een periode van 30 jaar voor een algemene urnennis

1.374,50

1.4.1

Voor het verlengen van het gebruiksrecht als bedoeld in 1.3 met 5 jaar wordt geheven

229,05

1.4.2

Voor het verlengen van het gebruiksrecht als bedoeld in 1.3 met 10 jaar wordt geheven

458,15

1.4.3

Voor het verlengen van het gebruiksrecht van een bestaand algemeen graf met 5 jaar wordt geheven

515,80

(Bij verlenging wordt het grafrecht omgezet in een uitsluitend recht voor een graf)

1.4.4

Voor het verlengen van het gebruiksrecht van een bestaand algemeen graf met 10 jaar wordt geheven

1.031,50

(Bij verlenging wordt het grafrecht omgezet in een uitsluitend recht voor een graf)

1.4.5

Bij voldoening van de heffing als bedoeld onder 1.4.1, 1.4.2 , 1.4.3 en 1.4.4 per jaar is een jaarlijkse opslag van 15% van het factuurbedrag verschuldigd voor administratiekosten.

 

 

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven. Dit is inclusief € 325 ruimingskosten

2.516,80

2.2

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 3 jaar wordt geheven. Dit is inclusief € 81,25 ruimingskosten

1.035,05

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar wordt geheven. Dit is inclusief € 162,50 ruimingskosten

1.731,15

2.4

Voor het begraven buiten de gewone uren wordt het recht, bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd:

 

 

2.4.1

op maandag tot en met zaterdag met een bedrag van

401,35

2.4.2

op zon- en feestdagen met een bedrag van

473,05

2.5

Onder gewone uren wordt verstaan:

 

 

op werkdagen van maandag tot en met vrijdag: de uren van 9.00 uur tot 16.00 uur, afgezien van de uren die vallen onder 2.4.2

2.6

De in 2.4 bedoelde verhoging wordt niet toegepast indien op last van het openbaar gezag buiten de gewone uren wordt begraven.

 

 

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of een urn wordt geheven:

 

 

3.1.1

in een algemene urnennis, voor de bijzetting van de 1e urn of asbus. Dit is inclusief € 325 ruimingskosten

1.000,65

3.1.2

in een algemene urnennis, voor de bijzetting van de 2e urn of asbus. Dit is inclusief € 195 ruimingskosten

857,35

3.1.3

in een (urnen)graf. Dit is inclusief € 325 ruimingskosten

1.000,65

3.2

Voor het bijzetten buiten de gewone uren wordt het recht, bedoeld in 3.1 verhoogd met:

 

 

3.2.1

op maandag tot en met zaterdag met een bedrag van

200,65

3.2.2

op zon- en feestdagen met een bedrag van

236,55

3.3

Onder gewone uren wordt verstaan:

 

 

op werkdagen van maandag tot en met vrijdag: de uren van 9.00 uur tot 16.00 uur, afgezien van de uren die vallen onder 2.4.2

Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud

4.1

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 22 van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Sluis 2021, wordt geheven:

 

 

4.1.1

voor de aanleg van een particuliere grafkelder

303,25

4.1.2

voor het plaatsen van een gedenkteken

303,25

Hoofdstuk 5 Inschrijven en overboeken van graven en urnennissen

5.1

Voor het inschrijven en overboeken van graven en urnennissen in een daartoe bestemd register wordt geheven

75,80

Hoofdstuk 6 Opgraven, ruimen, verstrooien

6.1

Voor het opgraven en overbrengen van een lijk wordt geheven

609,25

6.2

Voor het opgraven en weer begraven in een ander graf wordt geheven

1.110,95

6.3

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:

 

 

6.3.1

Uit een graf

179,20

6.3.2

Uit een algemene urnennis

179,20

6.3.3

Bij het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven

250,90

6.4

Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven:

 

 

6.4.1

Op een verstrooiingsplaats

250,90

6.4.2

Op een graf

250,90

6.5

Voor het plaatsen van een herdenkingsplaatje op een gedenkzuil op de begraafplaats

€ 

71,60

Behorende bij raadsbesluit van 19 december 2024

De griffier van de gemeente Sluis,

Mr. P.T.G. Claeijs