Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR731943
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR731943/1
Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2025
Geldend van 27-12-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2025De raad van de gemeente Texel:
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2024;
gehoord de raadscommissie van 3 december 2024;
gelet op
artikel 228 van de Gemeentewet
Besluit:
- 1.
De Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2025 vast te stellen.
- 2.
De Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2024 in te trekken.
Artikel 1 Begripsomschrijving
Deze verordening verstaat onder:
Jaar |
een kalenderjaar |
Maand |
een kalendermaand |
Dag |
een etmaal (een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan) |
Vergunning |
een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben |
Openbare gemeentegrond |
De gemeentegrond, welke voor de openbare dienst is bestemd |
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
-
1. De precariobelasting wordt geheven van degene die – al dan niet met vergunning - het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
-
2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Artikel 4 Vrijstelling
De belasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
- a.
voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
- b.
voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;
- c.
waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing en invordering van havengeld voor het gebruik van de kaden door daarop een kiosk te plaatsen.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
-
1. Bij het hebben van voorwerpen op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt de oppervlakte bepaald op die, welke door de voorwerpen wordt overdekt.
-
2. Bij het hebben van voorwerpen onder voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt de oppervlakte bepaald op die uitgaande van een horizontale projectie van de voorwerpen.
-
3. Gedeelten van de in de tabel genoemde tijds- en andere eenheden worden voor een geheel gerekend, met dien verstande dat indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en het hebben van voorwerpen aanvangt in de loop van het tijdvak, de belasting zoveel twaalfden van het over een jaar te betalen bedrag beloopt als er na het aanvangstijdstip nog volle maanden van het tijdvak resteren.
-
4. Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.
-
5. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.
-
6. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.
-
7. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.
Artikel 7 Belastingtijdvak
-
1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar overschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
-
2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.
Artikel 8 Wijze van heffing
-
1. De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
-
2. In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. In de gevallen bedoeld in artikel 7, eerste lid, is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
4. Aanslagen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op 1 aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen aangemerkt als 1 belastingaanslag.
Artikel 10 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de precariobelasting worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen via automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslag moet worden betaald in maximaal tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
-
3. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de precariobelasting worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 8, tweede lid:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending ervan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid/leden gestelde termijnen.
Artikel 11 Kwijtschelding
Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van precariobelasting.
Artikel 13 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De Verordening precariobelasting 2024 van 19 december 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
-
4. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening precariobelasting 2025.
Ondertekening
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Texel,
18 december 2024
Voorzitter, Griffier,
M. Pol M. de Porto
Tarieventabel
Hoort bij de verordening precariobelasting 2025
Nummer |
Omschrijving |
Eenheid |
Tarief |
|
1. |
Terrassen |
per m² per maand |
€ |
8,38 |
2. |
Uitstallen van goederen |
per m² per maand |
€ |
8,38 |
3. |
Benzinepompinstallaties |
per m² per jaar |
€ |
47,48 |
4. |
Luifels |
per m² per jaar |
€ |
26,08 |
5. |
Opslagtanks |
per m² per jaar |
€ |
26,08 |
6. |
Zonweringen |
per m² per jaar |
€ |
16,70 |
7. |
Reclameborden (vast) |
per stuk per jaar |
€ |
11,87 |
8. |
Reclameborden (los) |
per stuk per maand |
€ |
4,66 |
9. |
Vlaggen |
per stuk per maand |
€ |
1,20 |
10. |
Spandoeken |
per stuk per dag |
€ |
77,64 |
11. |
Automatische weeg-, verkoop of speeltoestellen |
per stuk per maand |
€ |
4,11 |
12. |
Voorwerpen niet genoemd onder 1 tot en met 11 |
per m² per maand |
€ |
2,32 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl