Regeling vervallen per 26-06-2013

Nadere regels seksinrichtingen en escortbedrijven

Geldend van 27-07-2007 t/m 25-06-2013

Intitulé

Nadere regels seksinrichtingen en escortbedrijven

Burgemeester en wethouders van Veghel;

 

Overwegende, dat de raad zijn vergadering van 19 april 2007 een nieuwe APV heeft vastgesteld;

 

dat hun college op 12 september 2000 op basis van artikel 3.1.3. van de APV 1997 heeft besloten de exploitatie van seksinrichtingen en escortbedrijven aan nadere regels te binden. Dit in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de verkeersvrijheid of –veiligheid, de gezondheid, zedelijkheid en de arbeidsomstandigheden van de prostituee;

 

dat artikel 6.5., lid 6 van de APV bepaalt dat nadere regels, beleidsregels en aanwijzingsbesluiten, vastgesteld onder de APV 1997 van kracht blijven;

 

dat het echter omwille van de duidelijkheid gewenst is de aanwijzingsbesluiten, beleidsregels en nadere regels gebaseerd op de APV 1997 formeel te bestendigen;

 

gelet op artikel 3.1.3. van de Algemene Plaatselijke Verordening;

 

 

B E S L U I T E N :

 

 

vast te stellen de volgende:

 

 

Nadere regels seksinrichtingen en escortbedrijven

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    seksinrichting: een seksinrichting als bedoeld in artikel 3.1.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening

  • b.

    escortbedrijf: een escortbedrijf als bedoeld in artikel 3.1.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening

  • c.

    verblijfsruimte: een verblijfsruimte als bedoeld in artikel 45 van het Bouwbesluit

  • d.

    werkruimte: een verblijfsruimte waar de feitelijke seksuele dienstverlening plaatsvindt.

 

Paragraaf 2 Geschiktheidsverklaring seksinrichting

Artikel 2.1 Verklaring staat seksinrichting

Het is verboden om zonder of in afwijking van een geschiktheidverklaring van Burgemeester en wethouders een gebouw als seksinrichting in gebruik te nemen, te hebben of te houden.

Artikel 2.2 Aanvraag geschiktheidsverklaring

Artikel 6.1.2. van de Bouwverordening is van overeenkomstige toepassing

Artikel 2.3 Ontvankelijkheid aanvraag

Artikel 6.1.3. van de Bouwverordening is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.4 Termijn van beslissing

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een geschiktheidverklaring binnen twaalf weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing eenmaal voor ten hoogste twaalf weken verdagen. Van het besluit tot verdaging wordt voor de afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste en het tweede lid houden burgemeester en wethouders de beslissing op de aanvraag aan

    a. indien:een bouwvergunning is vereist en op deze aanvraag nog niet is beslist;

    b. op dezelfde seksinrichting een aanschrijving rust wegens strijd met de voorschriften van het Bouwbesluit of de Bouwverordening en aan die aanschrijving (nog) niet is voldaan.

  • 4. De in het vorige lid bedoelde aanhouding eindigt zes weken nadat op de aanvraag om een bouwvergunning is beslist of nadat is voldaan aan de aanschrijving.

Artikel 2.5 Weigering geschiktheidsverklaring

Een geschiktheidverklaring wordt geweigerd indien een van de volgende omstandigheden zich voordoet:

a.         de bouwvergunning is geweigerd;

b.         de seksinrichting voldoet niet aan het bepaalde in paragraaf 3 of 4.

Artikel 2.6 Intrekken of wijzigen geschiktheidsverklaring

Burgemeester en wethouders kunnen een geschiktheidverklaring intrekken of wijzigen:

a. indien blijkt dat zij de verklaring ten gevolge van onjuiste of onvolledige gegevens hebben afgegeven;

b. indien blijkt dat de houder van de verklaring niet of niet binnen de gestelde termijn heeft voldaan aan een aan deze verklaring verbonden voorschrift;

c. indien het belang op grond waarvan de verklaring is afgegeven dit vereist;

d. op grond van een verandering van de inzichten met betrekking tot de bescherming van de prostituees en de verbetering van hun positie, opgetreden na het afgeven van de verklaring.

Paragraaf 3 Inrichtingseisen seksinrichting

Artikel 3.1 Reikwijdte

Het gestelde in deze paragraaf is niet van toepassing op  een seksbioscoop en een seksautomatenhal.

Artikel 3.2 Verblijfsruimten

  • 1.

    Tot een seksinrichting moet tenminste behoren:

    a.         een verblijfsruimte ingericht als keuken;

    b.         een verblijfsruimte ingericht als kleedkamer met per werkruimte een afsluitbare hang-/legkast;

    c.         een verblijfsruimte ingericht als dagverblijf met een vloeroppervlakte van ten minste 3,6 m x 3,6 m.

  • 2. Samenvoeging van de keuken en het dagverblijf, dan wel de kleedkamer en het dagverblijf, is toegestaan als daarmee, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, een gelijkwaardige situatie wordt bereikt.

  • 3. Het dagverblijf, de keuken en de kleedkamer mogen niet voor prostitutiedoeleinden worden gebruikt.

  • 4. In het dagverblijf, de keuken en de kleedkamer moet in voldoende mate daglicht kunnen toetreden en vanuit  deze verblijfsruimten moet visueel contact met buiten mogelijk zijn.

Artikel 3.3 Werkruimten

  • 1. Elke werkruimte moet een vloeroppervlakte hebben van ten minste 8 m²,  waarvan de breedte ten minste 2 meter is.

  • 2. Elke werkruimte moet zijn voorzien van een wasbak met warm en koud stromend water en van heldere witte elektrische verlichting.

Artikel 3.4 Sanitaire voorzieningen

In een seksinrichting moeten tenminste één heren- en één damestoilet en één badruimte aanwezig zijn, met dien verstande dat:

a.         per bouwlaag tenminste één toiletruimte en één badruimte aanwezig dient te zijn;

b.         per vijf werkruimten tenminste één toiletruimte en per tien werkruimten tenminste één badruimte aanwezig dient te zijn.

Artikel 3.5 Overige voorzieningen

  • 1. De voorziening voor de toevoer van verse lucht en de afvoer van binnenlucht in een seksinrichting moet voldoen aan het bepaalde in hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit.

  • 2. Een seksinrichting moet zijn voorzien van verwarmingsapparatuur als bedoeld in hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit waarmee alle besloten ruimten kunnen worden verwarmd.

Artikel 3.6 Sociale veiligheid

  • 1. Iedere werkruimte dient voorzien te zijn van een zogenaamd stil alarm.

  • 2. De toegangsdeur van een werkruimte mag slechts afsluitbaar zijn als in het prostitutiebedrijf een, voor de overige aanwezige prostituees goed bereikbare, op die deur passende moedersleutel aanwezig is.

Artikel 3.7 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen  ontheffing verlenen van de voorschriften genoemd in de artikelen 3.2 t/m 3.5.

Paragraaf 4 Brandveiligheidseisen

Artikel 4.1 Brandveiligheidsvoorschriften

  • 1. Voor een seksinrichting is hoofdstuk 7, titel 2 van het Bouwbesluit van overeenkomstige toepassing.

  • 2. De algemene gebruikseisen van hoofdstuk 6 van de Bouwverordening zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Het gebruik van verplaatsbare verwarmingstoestellen is niet toegestaan.

Paragraaf 5 Eisen ten aanzien van de bedrijfsvoering

Artikel 5.1 Algemeen

  • 1. Het is verboden vanuit een seksinrichting zichtbaar vanaf de openbare weg klanten te werven

  • 2. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf dragen er zorg voor  dan wel laten alles  na hetgeen redelijkerwijs kan worden gevergd om hinder en overlast van bezoekers voor de omgeving te voorkomen of te beperken.

  • 3. Het is de exploitant en beheerder van een seksinrichting verboden bezoekers beneden de leeftijd van 18 jaar toegang te verlenen of te laten verlenen tot de seksinrichting.

Artikel 5.2 Register

  • 1. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf houden een register bij met daarin opgenomen naam, adres en geboortedatum van alle in het bedrijf werkzame personen.

  • 2. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf geven het register  als bedoeld in het eerste lid op eerste vordering ter inzage aan een ambtenaar van politie of een aangewezen toezichthouder.

Artikel 5.3 Toezicht ambtenaren van politie

De exploitant en beheerder van een seksinrichting dragen ervoor zorg dat ambtenaren van politie  onmiddellijk en onbelemmerd toegang hebben tot de seksinrichting:

  • a.

    gedurende de tijd dat de seksinrichting voor bezoekers geopend is; dan wel

  • b.

    gedurende de tijd dat het bedrijf gesloten dient te zijn en indien ambtenaren van politie hun vermoeden uiten dat daarin of aldaar bezoekers aanwezig zijn.

Artikel 5.4 Bescherming van de gezondheid en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituee

  • 1. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf treffen alle noodzakelijke maatregelen in het belang van de veiligheid, de hygiëne en de bescherming van de gezondheid en integriteit van de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituees, alsmede de bescherming van de volksgezondheid

  • 2. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf verlenen medewerkers van de GGD toegang tot het prostitutiebedrijf om voorlichtings- en preventieactiviteiten uit te voeren en voorlichtingsmateriaal te verstrekken gericht op bevordering en instandhouding van de  gezondheidssituatie van de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituees.

  • 3. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf voeren een bedrijfsbeleid waarin de toepassing van veilige sekstechnieken en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituee centraal staan.

  • 4. De in het vorige lid bedoelde verplichting houdt in ieder geval in dat wordt voldaan aan de bij deze nadere regels behorende “Richtlijnen ten aanzien van hygiëne en gezondheid  prostitutiebedrijven”  en dat:

    a. in de werkruimten te allen tijde voldoende wettelijk goedgekeurde condooms voor gebruik beschikbaar zijn;

    b. de prostituee het werken zonder condoom mag weigeren;

    c. de prostituee het recht heeft op een vrije artsen keuze;

    d. de prostituee niet verplicht kan worden tot het verlenen van diensten aan een minimum aantal klanten;

    e. het verboden is een gebouw dat geheel of gedeeltelijk bestemd is als seksinrichting als woonruimte te gebruiken of in gebruik te nemen dan wel daarin te overnachten;.

    f. voor een seksinrichting of escortbedrijf geen reclame wordt gemaakt waarbij de garantie wordt gegeven of op andere wijze wordt aangegeven dat de in het bedrijf werkzame prostituees vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen;

  • 5. De exploitant en de beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zien er zo veel mogelijk op dat ook de prostituees en de bezoekers de richtlijnen bedoeld in het vorige lid naleven.

Artikel 5.5 Telefoonnummers escortbedrijf

  • 1. De exploitant van een escortbedrijf verstrekt de gemeente alle telefoonnummers onder welke het bedrijf haar diensten aanbiedt.

  • 2. De exploitant vermeld in alle advertenties dat voor diens bedrijf een vergunning is verleend door de gemeente Veghel.

Paragraaf 6 Maximum aantal vergunningen

Artikel 6.1 Het maximum aantal te verlenen vergunningen voor seksinrichtingen

Het maximum aantal te verlenen vergunningen voor seksinrichtingen bedraagt 1.

Paragraaf 7 Inwerkingtreding

Artikel 7.1 Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1. Deze nadere regelen treden in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking. Alsdan vervallen de gelijkluidende nadere regels vastgesteld bij besluit van 12 september 2000.

  • 2. Eerder onder de werking van de nadere regels van 12 september 2000 verleende vergunningen of geschiktheidverklaringen worden geacht te voldoen aan deze nadere regels.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 18 juli 2007

 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Veghel.

 

De secretaris,

 

 

 

H.J.B.C. Maas.

 

 

 

De burgemeester,

 

 

 

A. Frankfort.

 

 

 

Toelichting

TOELICHTING

 

NADERE REGELS SEKSINRICHTINGEN EN ESCORTBEDRIJVEN

 

 

Paragraaf 1      Algemeen

De vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1.van de APV wordt verleend voor 1 jaar zodat periodiek het functioneren van inrichting(en) en/of het gemeentelijk beleid ter zake kan worden geëvalueerd.

 

Paragraaf 2      Geschiktheidverklaring seksinrichting

Met de geschiktheidverklaring wordt uitsluitend de geschiktheid van een gebouw (of een gedeelte daarvan) voor prostitutie vastgesteld, zonder daarmee ook de toelaatbaarheid vast te stellen van de exploitatie daarvan. De voorschriften zijn met name gericht op (brand)veiligheid en hygiëne.

De geschiktheidverklaring is een zelfstandige, niet persoonsgebonden beslissing inzake de staat van het gebouw (zaak- of objectgericht).

 

Paragraaf 3.     Inrichtingseisen seksinrichtingen

De verblijfsruimten en werkruimten moeten aan een aantal voorwaarden voldoen.

De luchtverversing moet goed geregeld zijn.

De verwarming moet voldoen aan voorwaarden.

Het gebruik van verplaatsbare kachels is verboden.

De veiligheid van een prostituee moet worden gewaarborgd. De deur mag alleen afgesloten worden als een collega een moedersleutel heeft. Er moet een veilige vluchtroute bestaan.

 

Paragraaf 4.     Brandveiligheidseisen

Een seksinrichting  moet voldoen aan dezelfde eisen op het gebied van brandveiligheid als elk ander bedrijf.

 

Paragraaf 5.     Eisen ten aanzien van de bedrijfsvoering

 

Om de controletaak van politieambtenaren te vergemakkelijken, zijn de exploitant en beheerder van een seksinrichting (of escortbedrijf)  verplicht een register van werknemers bij te houden  en moeten zij er voor zorgen dat deze ambtenaren onbelemmerd de inrichting kunnen betreden wanneer deze voor het publiek geopend is. Ook indien wordt vermoed dat (en moet worden nagegaan of) zich in de inrichting bezoekers bevinden gedurende de tijd dat de inrichting gesloten moet zijn, dient de politieambtenaar toegang te worden verleend. 

 

De prostituee heeft het recht, over haar eigen lichaam en psychische integriteit te beschikken. Dit recht is in de Grondwet vastgelegd. Dat recht kan binnen de prostitutie op verschillende manieren in gevaar komen. Daarom is het voor de  bedrijfsvoering van belang dat de prostituee geheel vrijwillig en zelfstandig kan werken. Dit betekent dat zij/hij niet mag worden gedwongen tot onveilig vrijen, het meedrinken van (alcoholische) dranken met e.d.

 

Daarnaast kent de prostitutie gezondheidsrisico's besmetting met SOA (seksueel overdraagbare aandoeningen) en AIDS. Daarom worden regels gesteld ter bescherming van de gezondheid van de prostituee en volksgezondheid. Deze voorschriften zijn voorwaardenscheppend aard en hebben betrekking op voorlichting, condoomgebruik, het toepassen van safe-sekstechnieken en het periodieke geneeskundig onderzoek. De bedrijven zijn verplicht medewerking te verlenen aan voorlichtingsactiviteiten over risico's en preventiemogelijkheden en voorlichtingsmateriaal en condooms beschikbaar te hebben.