Regeling vervallen per 26-12-2024

Verordening Lijkbezorgingsrechten 2025

Geldend van 26-12-2024 t/m 25-12-2024

Intitulé

Verordening Lijkbezorgingsrechten 2025

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Begraafplaats(en): de begraafplaatsen Glashorst en Lambalgen;

  • 2.

    Particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • Het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • Het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • Het doen verstrooien van as.

  • 3.

    Algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • 4.

    Particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • Het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • Het doen verstrooien van as.

  • 5.

    Algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • 6.

    Particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten of bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • 7.

    Asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • 8.

    Urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;

  • 9.

    Verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • 10.

    Graf: een zandgraf of een keldergraf;

  • 11.

    Grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin één of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen een onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • 12.

    Grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • 13.

    Particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te herdenken;

  • 14.

    Particuliere verstrooiingsplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om daarop as te doen verstrooien.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a)

    Het lichten van een lijk of verwijderen van een asbus op rechterlijk gezag;

  • b)

    Het begraven van doodgeboren kinderen jonger dan 24 weken die met de overleden moeder gelijktijdig in een graf worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

  • 2. Bij beëindigen van het uitsluitend recht op een particulier graf in de loop van het belastingjaar wordt geen restitutie verleend van reeds betaalde of nog verschuldigde rechten betreffende dat belastingjaar.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen een maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

  • 3. Bij verlenging van het grafrecht is een betalingsregeling mogelijk indien de rechthebbende daartoe een onderbouwd verzoek doet.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening lijkbezorgingsrechten 2023 van 24 december 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

  • 5. Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2025'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 december 2024

B.S. van Ginkel-Schuur

griffier

M.C. Teunissen-Willemsen

voorzitter

Tarieventabel behorende bij de “Verordening Lijkbezorgingsrechten 2025"

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling