Verordening Havengeld 2025 gemeente Zeewolde

Geldend van 25-12-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening Havengeld 2025 gemeente Zeewolde

De raad van de gemeente Zeewolde,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 november 2024;

gehoord de oordeelsvormende avond d.d. 3 december 2024;

gelet op artikel 216 en artikel 229 van de Gemeentewet;

Besluit

vast te stellen de Verordening Havengeld 2025 gemeente Zeewolde

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vaartuigen: alle soorten drijvende lichamen, die om hun drijfvermogen worden gebezigd, bestemd of geschikt zijn voor het vervoer te water van personen en/of goederen, drijvende werktuigen - werkvlot, ponton, elevator, drijvende kraan, sleep- of duwboot, bok, zandzuiger, baggermolen e.d. - en balken, stammen, palen, vlotten e.d. die in het water worden vervoerd.

  • b.

    meren: het vastmaken van vaartuigen aan de daartoe bestemde middelen, ongeacht of die middelen eigendom van de gemeente of van derden zijn, of aan vaartuigen welke aan zodanige middelen zijn vastgemaakt.

  • c.

    gemeentewater: de Aanloophaven.

  • d.

    beroepsvaartuigen:

    • 1.

      vrachtschepen: vaartuigen, die uitsluitend of in hoofdzaak, gebezigd worden voor het vervoer anders dan van personen, welke conform de Rijksverkeersinspectie daartoe een vergunning hebben;

    • 2.

      passagiers- en charterschepen: alle vaartuigen, die een openbaar middel van vervoer zijn, of dit niet zijnde, uitsluitend of in hoofdzaak worden gebezigd voor het vervoer van personen tegen betaling;

    • 3.

      andere vaartuigen: vaartuigen niet vallende onder 1. en 2.

  • e.

    recreatievaartuigen: vaartuigen die hoofdzakelijk worden gebruikt als recreatievaartuig, maar niet zijnde een passagiersschip.

  • f.

    een dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als gehele dag wordt aangemerkt.

  • g.

    een week: een aaneengesloten periode van 7 dagen.

  • h.

    een maand: het tijdvak dat loopt vanaf de eerste dag in een kalendermaand tot en met de laatste dag van die kalendermaand.

  • i.

    een kwartaal: drie achtereenvolgende kalendermaanden, respectievelijk beginnende op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober.

  • j.

    een halfjaar: zes achtereenvolgende kalendermaanden, respectievelijk beginnende op 1 januari of 1 juli.

  • k.

    een jaar: een kalenderjaar, de periode van 1 januari tot en met 31 december.

  • l.

    zomerseizoen: de periode van 1 juni tot en met 30 september.

  • m.

    winterseizoen: de periode van 1 oktober tot en met 31 mei.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam 'havengeld' wordt een recht geheven voor het liggen en/of meren van vaartuigen in gemeentewater.

Artikel 3. Belastingplicht

Het recht wordt geheven van de schipper, de gezagvoerder, de eigenaar of reder, de gebruiker of beheerder van het vaartuig.

Artikel 4. Maatstaf van heffing

Voor de berekening van het havengeld wordt:

  • a.

    het laadvermogen van het vaartuig uitgedrukt in het aantal tonnen, zoals blijkt uit een bij het vaartuig behorende geldige meetbrief.

  • b.

    als aantal m² aangemerkt, de hoeveelheid ingenomen wateroppervlakte, zijnde de grootste lengte x de grootste breedte over alles.

  • c.

    de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in het aantal meters, zoals blijkt uit een bij het vaartuig behorende geldige meetbrief.

  • d.

    als het vaartuig kennelijk niet meer overeenkomstig de oorspronkelijke bestemming wordt gebruikt of van soort is veranderd, voor de toepassing van de tabel uitgegaan van de feitelijke omstandigheden.

  • e.

    een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid als een volle eenheid gerekend, tenzij anders is aangegeven.

Artikel 5. Tarieven

  • 1. Het havengeld wordt geheven naar de tarieven uit de bijbehorende tabel.

  • 2. In de tarieven is, in de gevallen waarbij de heffing ingevolge de Wet op de omzetbelasting plaatsvindt, de omzetbelasting inbegrepen.

Artikel 6. Wijze van heffing

  • 1. het havengeld zoals bedoeld in artikel 2 en waarvan het tarief is weergegeven in de tarieventabel bij deze verordening onder 1,2 en 3 worden geheven bij wege van aanslag

  • 2. het havengeld zoals bedoeld in artikel 2 en waarvan het tarief is weergegeven in de tarieventabel bij deze verordening onder 4 worden geheven bij wijze van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder wordt begrepen een bon, nota of andere schriftuur, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • a. Het havengeld moet worden betaald op het tijdstip waarop de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, lid 2, wordt uitgereikt.

  • b. Het havengeld, geheven bij wege van aanslag zoals bedoeld in artikel 6, lid 1, moet worden betaald binnen één maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • c. De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8. Vrijstellingen

Het havengeld wordt niet geheven voor:

  • a.

    vaartuigen in gebruik van gemeente, provinciale en rijksdienst.

  • b.

    baggermachines en vaartuigen die daarbij gebezigd worden voor het vervoer van baggerspecie voor de tijd dat zij binnen het gebied van de gemeente werken.

  • c.

    hospitaalschepen en reddingsvaartuigen.

  • d.

    boten en sloepen die bij een ander vaartuig horen en daaraan zijn verbonden.

  • e.

    pleziervaartuigen die zich tussen 10.00 en 17.00 in de haven bevinden.

  • f.

    traditionele zeilvaartuigen zoals Tjalken, Klippers, Schoeners, Aken en Botters die behoren tot de zogenoemde bruine vloot of traditionele chartervloot gedurende de periode van 1 oktober tot en met 31 maart.

Artikel 9. Kwijtschelding

Voor havengeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10. Onderzoek ontwikkeling tarief recreatievaartuigen

Jaarlijks wordt een toets gedaan op de marktconformiteit. Het tarief krijgt zijn beslag in de havengeldverordening.

Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van havengeld.

Artikel 12. Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening indien deze wijzigingen van zuiver redactionele aard zijn.

Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening op de heffing en invordering van havengeld 2024’, vastgesteld bij raadsbesluit van 21 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in lid 3 genoemde datum van ingang van de heffing, maar blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. De ‘Verordening havengeld 2025’ treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als de 'Verordening havengeld 2025’.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Zeewolde in zijn openbare vergadering van 19 december 2024.

de griffier,

J. Kooij

de voorzitter,

G.J. Gorter

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de verordening Havengelden 2025

Tarieventabel bij de Verordening havengeld 2025

Omschrijving

Heffingsgrondslag

Tarief 2025

1.

Vaartuigen ten behoeve van en in gebruik als beroepsvaartuig

Per ton laadvermogen voor elk verblijf van ten hoogste 7 dagen

€ 0,38

2.

Vaartuigen ten behoeve van en in gebruik als beroepsvaartuig

Per ton laadvermogen voor elk volgens tijdvak van 7 dagen

€ 0,38

3.

Vaartuigen ten behoeve van en in gebruik als beroepsvaartuig

Per ton laadvermogen voor een winterseizoen

€ 1,75

4.

Recreatievaartuigen

Per dag, per m1, met een minimum van € 4,00 per vaartuig per dag

€ 1,85

Behoort bij het raadsbesluit van 19 december 2024.

de griffier,

J. Kooij

de voorzitter,

G.J. Gorter