Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting Olst-Wijhe 2025

Geldend van 25-12-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting Olst-Wijhe 2025

De raad van de gemeente Olst-Wijhe,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 november 2024 nr. 34629-2024

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet,

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting Olst-Wijhe 2025

(Verordening forensenbelasting Olst-Wijhe 2025)

Artikel 1 Belastbaar feit

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam “forensenbelasting” wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1. De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen, zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het tijdvak waarbinnen het belastingjaar valt, is vastgesteld.

  • 2. In geval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de waarde met dien verstande dat indien de gemeubileerde woning deel uitmaakt van een belastingobject dat is gewaardeerd met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken, een vast bedrag in rekening wordt gebracht.

  • 3. De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede lid geschiedt overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet.

Artikel 5 Belastingtarief

De forensenbelasting bedraagt voor een in artikel 4 tweede lid bedoelde gemeubileerde woning en

  • a.

    die deel uitmaakt van een belastingobject waarvan de waarde in het economisch verkeer is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken € 175

  • b.

    waarvan de waarde in het economisch verkeer niet is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken, met een waarde van in het economisch verkeer en waarvan de waarde in het economisch verkeer:

    • 1.

      - minder is dan € 100.000, € 175

    • 2.

      - € 100.000 of meer, maar minder dan € 250.000, € 500

    • 3.

      - € 250.000 of meer, maar minder dan € 500.000, € 750

    • 4.

      - € 500.000 of meer, € 1.000

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag uiterlijk na drie maanden na dagtekening van het aanslagbiljet betaald zijn.

  • 2a. In afwijking van het eerste lid moet bij een automatische betalingsincasso, mogelijk bij een aanslagbedrag vanaf € 30 tot € 5000, de aanslag betaald worden in zoveel gelijke termijnen als nog resteren in het lopende belastingjaar. Het aantal termijnen bedraagt ten minste drie en ten hoogste tien maanden. De eerste termijn vervalt op de 25e dag van de maand na de dagtekening van het aanslagbiljet. De volgende termijnen telkens een maand later tot maximaal het eind van het jaar.

  • 2b. In afwijking van het eerste lid kan op verzoek bij een aanslagbedrag minder dan € 30 en meer dan € 5000, betaald worden door middel van automatische betalingsincasso. Het aantal incasso termijnen is dan maximaal drie termijnen. De eerste termijn vervalt op de 25e dag van de maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen telkens een maand later tot maximaal het eind van het belastingjaar.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 11 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening forensenbelasting Olst-Wijhe 2025.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 9 december 2024.

De raad voornoemd,

de griffier,

Annemarie Holleman

de voorzitter,

Sietske Poepjes